11 Gegevensuitwisseling in de zorg/Gegevensbescherming

Aan de orde is het VAO Gegevensuitwisseling in de zorg/Gegevensbescherming (AO d.d. 09/10).

De voorzitter:

We gaan door met het volgende onderwerp. Ook dat is weer voor de minister voor Medische Zorg. Dat is het verslag algemeen overleg Gegevensuitwisseling in de zorg/Gegevensbescherming. Het gaat om een AO dat op 9 oktober plaatsvond. Als eerste is het woord aan mevrouw Van den Berg namens het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Dank u wel. Ik krijg van zorgverleners uit het hele land te horen dat ze gewoon wanhopig zijn. Hoe kan men informatie adequaat overdragen en ook opslaan in kwaliteitsregistraties? Daarom dien ik de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegend dat er in de zorgsector veel onrust en onduidelijkheid is over welke patiëntgegevens, wanneer, met wie, op basis waarvan en hoe uitgewisseld mogen worden dan wel opgeslagen in kwaliteitsregisters;

van mening dat kwaliteitsregistraties essentieel zijn om tot een lerende cultuur te komen in de zorg, de kwaliteit te verbeteren en de patiëntveiligheid te bewaken;

van mening dat anno 2019 goede zorg niet mogelijk is zonder digitale uitwisseling van gegevens;

overwegend de aanbevelingen in het advies van de commissie-Van der Zande (commissie governance van kwaliteitsregistraties);

overwegend dat de regering bezig is te verduidelijken hoe op praktische wijze toestemming gegeven kan worden;

verzoekt de regering daarbij de inzichtelijkheid te vergroten door concrete voorbeelden uit te werken in samenwerking met de sector;

verzoekt de regering tevens te zorgen dat er een wettelijke basis wordt gemaakt dat zowel gegevensuitwisseling tussen zorgverleners als kwaliteitsregistraties adequaat kunnen geschieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 198 (27529).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

En dan de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterend dat zorgverleners circa 40% van de tijd bezig zijn met administratie onder andere door slechte ICT en dat de patiëntveiligheid regelmatig in gevaar is omdat relevante patiëntgegevens niet (tijdig) beschikbaar zijn;

van mening dat anno 2019 goede zorg niet mogelijk is zonder goede registratie en uitwisseling van gegevens;

constaterend dat veel ICT-systemen waarin patiëntgegevens worden opgeslagen niet zijn gebouwd als epd-systeem maar bijvoorbeeld als systeem om te factureren;

overwegend dat wetgeving die systemen verplicht met elkaar te kunnen communiceren pas in 2022 van kracht zal zijn en dat voor goede uitwisseling naast koppelingen ook van belang is dat basiseisen ten aanzien van systemen eenduidig zijn en er werkende oplossingen komen;

overwegend dat de regering regie heeft genomen om veilige e-mail te realiseren;

verzoekt de regering verder in gesprek te gaan zodat de eerste set aan gezamenlijke basiseisen voor leveranciers wordt uitgebreid en regie te nemen om te komen tot een duurzaam stelsel en werkende oplossingen in de praktijk, en de Kamer daarover zomer 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 199 (27529).

Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van oordeel dat bij het lekken van medische gegevens of het onbevoegd inkijken van medische dossiers, breed gekeken moet worden naar de verantwoordelijkheid hiervoor;

constaterende dat tot nu toe alleen betrokken personeel berispt is of ontslagen;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat datalekken met medische gegevens niet alleen consequenties hebben voor het personeel maar ook voor het bestuur van de zorginstelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 200 (27529).

Tot slot is het woord aan de heer Hijink namens de Socialistische Partij.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment verschillende persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO's) worden ontwikkeld;

constaterende dat nog niet duidelijk is hoe de financiering van de PGO's na afloop van de subsidieregeling plaats zal vinden, maar dat individuele gebruikers mogelijk zelf hiervoor moeten gaan betalen;

constaterende dat voor sommige gebruikers van een PGO dit een belangrijke aanvulling kan zijn op hun gezondheid én een bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van zorg die zij reeds ontvangen;

van mening dat deze groep niet geconfronteerd zou moeten worden met extra kosten voor het gebruik van een PGO;

verzoekt de regering de kosten voor het gebruik van een PGO te vergoeden voor gebruikers waarbij deze omgeving een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van zorg die zij ontvangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 201 (27529).

De heer Hijink (SP):

En dan nog de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van groot belang is dat in de ontwikkeling van systemen voor gegevensuitwisseling voorkomen wordt dat artsen en zorginstellingen te maken krijgen met een vendor lock-in, een situatie waarin niet meer gewisseld kan worden van leverancier van systemen voor gegevensuitwisseling;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat systemen van zorgaanbieders gebruikmaken van open standaarden en koppelingen voor gegevensuitwisseling waarop alternatieve systemen direct aangesloten kunnen worden, zonder daarbij afbreuk te doen aan alle gangbare eisen rondom beveiliging en privacybescherming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 202 (27529).

Ik had abusievelijk gezegd dat de heer Hijink de laatste spreker was. Mevrouw Ploumen gaat ook nog een motie indienen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ICT-markt in de zorg in handen is van een beperkt aantal grote leveranciers;

constaterende dat in het zorgveld daarop breed kritiek wordt geuit, maar zorgaanbieders blijkbaar niet in de positie zijn daar eigenstandig verandering in aan te brengen;

overwegende dat een aantal maatregelen is aangekondigd dat daar naar de mening van de minister verandering in gaat aanbrengen;

verzoekt de regering om een tijdpad met de Kamer te delen, waarin wordt aangegeven welke maatregelen wanneer zullen ingaan, welke effecten daarvan wanneer worden verwacht alsook om toe te zeggen dat de bereidheid bestaat om met de Kamer te bezien welke verdergaande maatregelen mogelijk zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ploumen, Van den Berg en Sazias. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 203 (27529).

Nog een vraag van mevrouw Van den Berg. Gaat uw gang.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik vraag me af of ik de motie mee mag tekenen, mevrouw Ploumen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Heel graag, mevrouw Van den Berg. Ik dacht dat u het nooit zou vragen!

De voorzitter:

Dat is bij dezen geregeld. Mevrouw Sazias.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Ik heb dezelfde vraag. Zo'n mooie motie: gaarne ook mijn naam eronder.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Zeker, ja!

De voorzitter:

Heel goed, dat wordt geregeld. Ondertussen denk ik dat het goed is om even vijf minuten te schorsen. De minister bereidt zich dan voor op de beantwoording en het oordeel over de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het VAO Gegevensuitwisseling in de zorg. Het woord is aan de minister voor Medische Zorg.

Minister Bruins:

Voorzitter. In de motie op stuk nr. 198 wordt de regering verzocht om de inzichtelijkheid te vergroten en samen met de sector concrete voorbeelden uit te werken. Het gaat dan allemaal over de kwaliteitsregisters. Verder wordt de regering verzocht om te zorgen dat er een wettelijke basis wordt gemaakt dat zowel gegevensuitwisseling tussen zorgverleners als kwaliteitsregistraties adequaat kan geschieden. Ik merkte een zekere ergernis in de woorden die mevrouw Van den Berg sprak en ik kan me dat heel goed voorstellen. Dit is the way forward en daarom oordeel Kamer voor deze motie.

In de tweede motie, op stuk nr. 199, wordt de regering verzocht verder in gesprek te gaan, zodat de eerste set aan gezamenlijke basiseisen voor leveranciers wordt uitgebreid, en regie te nemen om te komen tot een duurzaam stelsel en werkende oplossingen in de praktijk en de Kamer daarover in de zomer van 2020 te informeren. Ook daarvoor geldt oordeel Kamer. Mevrouw Van den Berg heeft al aangegeven dat we veel doen om te komen tot een duurzaam stelsel en werkende oplossingen in de praktijk. Dat is best complex als je uit de situatie komt dat iedereen maar zijn eigen gang gaat. We willen met regelgeving en subsidieprogramma's meer regie nemen. Dus ik vind het een goed idee om deze motie oordeel Kamer te geven. Ik zie het als iets wat ik goed kan gebruiken in de gesprekken die ik bijvoorbeeld voer met epd-leveranciers.

In de derde motie op stuk nr. 200 wordt de regering verzocht te bewerkstelligen dat datalekken met medische gegevens niet alleen consequenties heeft voor het personeel maar ook voor het bestuur van de zorginstelling. Ik ontraad deze motie, omdat dat een bevoegdheid is die aan de Autoriteit Persoonsgegevens is en niet aan mij.

De motie op stuk nr. 201 verzoekt de regering de kosten voor het gebruik van een persoonlijke gezondheidsomgeving te vergoeden voor gebruikers waarbij deze omgeving een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van zorg die zij ontvangen.

De voorzitter:

Mag ik u even onderbreken? Mevrouw Agema heeft toch nog een opmerking over de vorige motie.

Mevrouw Agema (PVV):

De minister ontraadde mijn motie, omdat de bevoegdheid daartoe bij de Autoriteit ligt. Maar wij stellen toch de randvoorwaarden daarvoor vast? Daarom lijkt het mij mogelijk dat de minister toch kan bewerkstelligen dat er ook boetes opgelegd kunnen worden aan bestuurders. We zien nu dat bijvoorbeeld een bestuurlijke boete wordt betaald vanuit het instellingsbudget en dat medewerkers worden berispt of ontslagen. Maar we zien, bijvoorbeeld in de zaak van Samantha de Jong, dat de bestuurders buiten schot blijven. Wij zouden zo graag zien dat zij ook ...

Minister Bruins:

Ik begrijp het punt van mevrouw Agema heel goed, maar ik moet toch duidelijk zeggen dat er een demarcatielijn ligt over de verantwoordelijkheden. Hier ligt de verantwoordelijkheid bij de Autoriteit Persoonsgegevens en daarom blijf ik bij ontraden.

De voorzitter:

Afrondend, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Maar wij leggen toch de randvoorwaarden daarvoor vast? Wij kunnen toch bewerkstelligen dat er meer randvoorwaarden komen op basis waarvan zij die boetes zouden kunnen uitdelen?

Minister Bruins:

In het voorbeeld van Samantha de Jong, dat mevrouw Agema noemt, is de Autoriteit Persoonsgegevens erin gesprongen. Dat is ook precies de verhouding zoals die moet zijn. Dat is de partij die we daarvoor de opdracht hebben gegeven en dat is dus niet de regering.

Voorzitter. Van de motie op stuk nr. 201 heb ik het dictum al voorgelezen. Ik ben blij dat de heer Hijink in deze motie met zulke waarderende woorden spreekt over de persoonlijke gezondheidsomgeving. Ik bewaar dus de tekst van deze motie! Maar ik heb ook al gezegd dat ik in de loop van het komende jaar bij de Kamer terugkom op die PGO-vergoeding. Ik wil verschillende varianten uitwerken en ik wil dus nog niet het pad op zoals dat is neergelegd in het dictum van deze motie. Daarom ontraad ik haar, voorzitter.

Dan hebben we de motie op stuk nr. 202, ook van de heer Hijink. Die verzoekt de regering te bewerkstelligen dat systemen van zorgaanbieders gebruikmaken van open standaarden en koppelingen voor gegevensuitwisseling waarop alternatieve, decentrale systemen direct kunnen worden aangesloten, zonder daarbij afbreuk te doen aan alle gangbare eisen rondom beveiliging en privacybescherming. Ik geef deze motie oordeel Kamer, want dat is precies de route die wij op willen: meerdere systemen en niet één centraal geleid systeem. Een samenspel van netwerken zal het wat mij betreft moeten zijn. Dat sluit goed aan bij het dictum van de motie.

Tot slot de motie van de PvdA-fractie op stuk nr. 203 die door velen werd omarmd. Hierin wordt de regering verzocht om een tijdpad met de Kamer te delen waarin wordt aangegeven welke maatregelen wanneer zullen ingaan, welke effecten daarvan wanneer kunnen worden verwacht, alsook om toe te zeggen dat de bereidheid bestaat om met de Kamer te bezien welke verdergaande maatregelen mogelijk zijn. Als ik denk aan het jaar 2020, heb ik het gauw over de wet over digitale gegevensuitwisseling die ik komend jaar met uw Kamer hoop te bespreken, na de consultatie en alles wat daaraan voorafgaat. Deze motie is net wat breder. Ik pak graag die handschoen op. Ik wil graag aan u laten zien welke ordening wij brengen als het gaat over gegevensuitwisseling in de zorg. De ergernis waarmee ik begon bij de motie op stuk nr. 198 van mevrouw Van den Berg is iets wat wij allemaal in meer of mindere mate voelen. Het lijkt me een goed idee om daarin met wetgeving en soms subsidiekaders ordening aan te brengen. Ik zeg graag toe dat ik u voor de zomer van 2020 zal informeren over tijdpad en stand van zaken. Dus oordeel Kamer, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO over de gegevensuitwisseling.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ook over deze moties zullen we aanstaande dinsdag stemmen.

Naar boven