12 Eurogroep/Ecofin-Raad

Aan de orde is het VAO Eurogroep/Ecofin-Raad (AO d.d. 07/02).

De voorzitter:

We gaan verder met het VAO Eurogroep/Ecofin-Raad. Ik heet de minister van Financiën van harte welkom. Ik zou eigenlijk mevrouw Van Brenk of de heer Van Rooijen het woord geven, maar die zie ik niet. Dan ga ik naar de heer Slootweg namens het CDA.

De heer Slootweg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Vanmorgen was het algemeen overleg Ecofin-Raad. Misschien wel hét onderwerp van dit overleg was de verordening over het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct, de PEPP-Verordening. Zoals de heer Van Rooijen in dit overleg zo beeldend duidelijk maakte: de PEPP-verordening kan ons pensioenstelsel, met daarin een vermogen van 1.500 miljard, raken. De minister gaf aan dat hij niet zal instemmen met de PEPP-verordening, maar er was nog enige onduidelijkheid over wat dan het stemgedrag zou zijn. En mevrouw De Vries van de VVD, Tony van Dijck van de PVV, de heer Van Rooyen van 50PLUS en ondergetekende hebben om meer helderheid gevraagd, want wat betekent dat "niet kunnen instemmen"?

In een breed door deze Kamer ondertekende set vragen vroegen we daarom om een tegenstem door dit kabinet op de PEPP-verordening. De minister vroeg in zijn antwoorden op deze vragen min of meer om een oordeel van de Kamer en daarom willen we in de volgende motie het oordeel van de Kamer tot uitdrukking brengen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de komende Europese Raad er definitief een akkoord wordt vastgesteld over het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP);

constaterende dat als gevolg daarvan er via gedelegeerde regelgeving de mogelijkheid bestaat dat er regels worden opgesteld die het Nederlands pensioenstelsel raken;

constaterende dat het PEPP mogelijk fiscale gevolgen kan krijgen;

verzoekt de regering in Europees verband namens Nederland tegen de PEPP-verordening te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slootweg, Van Rooijen, Omtzigt, Van der Linde, Bruins, Stoffer en Leijten.

Zij krijgt nr. 1577 (21501-07).

Dank u wel, meneer Slootweg. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Leijten namens de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb het algemeen overleg van vanochtend helaas moeten missen, maar dit neemt niet weg dat we begin januari ook een overleg hebben gehad en ik toen heb aangekondigd dat ik graag een motie wilde indienen. Dat kan ik dan nu doen en dan hoeven we een ander VAO, zoals dat heet, niet te laten inplannen.

Ik vroeg me af hoe we het nou zouden vinden dat vertegenwoordigers van Goldman Sachs en van zieke banken als de Deutsche Bank en UniCredit, maar ook van financiële instellingen als BlackRock lekker gaan zitten keuvelen en dineren met Klaas Knot van De Nederlandsche Bank en met vertegenwoordigers van de AFM. Eigenlijk gebeurt dat al binnenkort, want woensdag 3 april, donderdag 4 april en vrijdag 5 april wordt er gesproken over de toekomstige prioriteiten voor de financiële sector van de nieuwe Commissie. Er wordt gekeuveld bij een cocktail en een galadiner. Er staat van alles op de agenda, maar dit alles is wel georganiseerd door Eurofi, een belangenorganisatie, een lobbyorganisatie van de financiële sector, die ingeschreven staat bij het Europees Parlement.

Zoals ik al zei zitten daar dus wederom Nederlandse vertegenwoordigers echt aan tafel, op schoot, bij de financiële sector. Volgens mij is dat ongewenst en daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Eurofi als lobbyplatform voor de financiële sector geregeld congressen organiseert;

constaterende dat lidmaatschap van Eurofi tientallen duizenden euro's kost voor financiële instellingen en zij via het lidmaatschap toegang kopen tot beleidsmakers en toezichthouders;

constaterende dat ook Nederlandse toezichthouders, medewerkers en bewindspersonen van het ministerie van Financiën deelnemen aan de lobbycongressen;

van mening dat gepaste afstand nodig is tussen beleidsmakers en toezichthouders ten opzichte van financiële instellingen en dat deze op meerdaagse congressen niet te garanderen is;

verzoekt de regering Nederlandse toezichthouders en beleidsmakers niet te laten deelnemen aan de lobbybijeenkomsten van Eurofi,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1578 (21501-07).

Dank u wel. Ik kijk of de minister behoefte heeft aan een schorsing en ik zie dat hij gelijk kan reageren. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Hoekstra:

Voorzitter, dank u wel. De PEPP-discussie sluit inderdaad heel nauw aan bij de discussie van vanochtend. Ik heb toen ook gezegd dat het kabinet constateert dat met het akkoord de verplichtstelling in de tweede pijler en de fiscale autonomie van lidstaten onaangetast blijven, maar dat er wel een rol komt voor EIOPA. Kamer en kabinet vinden dat laatste niet wenselijk, of in ieder geval ten dele. Het meest materiële punt is dat het aantal gedelegeerde handelingen door het onderhandelaarsakkoord niet vermindert.

Ik heb vanochtend ook aangeven dat, hoewel een groot deel van de Nederlandse onderhandelingsinzet is behaald, het kabinet, gegeven de principiële opstelling van het kabinet en de Kamer, niet zal kunnen instemmen. Dan heb je twee smaken: je kan tegenstemmen of je kan je onthouden. Maar het kabinet zal vanzelfsprekend zeer scherp meewegen hoe de Kamer hierover denkt, juist ook omdat de Kamer aanvankelijk al het voortouw heeft genomen. Mocht het zo zijn dat de Kamer hier dus het kabinet verzoekt om tegen te stemmen, dan zal het kabinet dat ook doen, maar ik wil nog wel één keer markeren wat ik vanochtend ook al heb gezegd, namelijk dat een tegenstem of een onthouding geen materieel effect heeft. Het heeft hoogstens een signaalwerking, maar geen materieel effect, om de simpele reden dat er een ruime meerderheid voor is en dat het voorstel met gekwalificeerde meerderheid zal worden aangenomen. Volgens mij doe ik nu recht aan alle nuances in dit dossier.

Dat brengt mij bij het tweede onderwerp waar mevrouw Leijten naar verwijst. Van dat onderwerp heb ik eerder al bij herhaling gezegd dat die congressen gewoon worden georganiseerd. Ik geloof dat mijn voorganger één keer is geweest, ikzelf ben er nooit geweest, maar ik deel ten principale niet de verabsolutering die mevrouw Leijten toepast. Ik vind het dan ook niet verstandig om op voorhand van deelname af te zien en ik vind dat ook het oordeelsvermogen van bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank en AFM tekortgedaan wordt als we hen zouden verbieden daar überhaupt nog naartoe te gaan. Dus ik moet de motie ontraden.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, korte vraag.

Mevrouw Leijten (SP):

Waarom denkt de minister dat dit georganiseerd wordt door de financiële sector?

Minister Hoekstra:

Mevrouw Leijten en ik hebben hier eerder en langer over van gedachten gewisseld. Het wordt georganiseerd door de financiële sector, ongetwijfeld komen daar allerlei trends en onderwerpen uit de financiële sector aan bod. Dat kan gaan over de toekomst, dat kan gaan over concrete zaken en daar worden ook vertegenwoordigers uitgenodigd van landen en van toezichthouders. Om dan te zeggen: daar mag je op geen enkele manier naartoe gaan, dat vind ik echt een ernstige versimpeling en een te grote versimpeling van de werkelijkheid.

De voorzitter:

Maar deze discussie is al gevoerd, begrijp ik?

Minister Hoekstra:

Ja, zo kunt u dat wel vaststellen, voorzitter.

De voorzitter:

Goed. Mevrouw Leijten tot slot?

Mevrouw Leijten (SP):

Deze bijeenkomsten worden georganiseerd om te beïnvloeden. Als je toezichthouder bent op de financiële sector of je maakt beleid voor de financiële sector, soms misschien tegen hun wil in, dan geeft het geen pas om bij ze op schoot te gaan zitten en bij ze te gaan dineren op hún condities. Want het zijn hún condities die ze daar neerleggen. Dat de minister het eigenlijk prima vindt dat de AFM en De Nederlandsche Bank daar gewoon aan deelnemen, dat valt mij echt zwaar van hem tegen.

Minister Hoekstra:

Toch nog één keer, ten slotte. Ik heb absoluut niet de indruk dat Nederlandse toezichthouders of Nederlandse ambtenaren daar op enige manier bij wie dan ook op schoot zouden zitten. Dus ik zou dat beeld en dat misverstand echt willen wegnemen. Ik denk, en dat zeg ik ook ten volle staand voor De Nederlandsche Bank en de AFM, dat die voldoende beoordelingsvermogen hebben om hier op de juiste manier mee om te gaan.

De voorzitter:

Dan zijn we daarmee aan het eind gekomen van dit VAO. Ik dank de minister, ik dank de Kamerleden, de stenografen, de ambtenaren, de mensen die ons hebben gevolgd op een of andere manier, de bodes en de griffiers.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties gaan we volgende week dinsdag stemmen.

Naar boven