4 Raad Algemene Zaken van 16 september 2019

Aan de orde is het VAO Raad Algemene Zaken van 16 september 2019 (AO d.d. 10/9).

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Fijn dat u bij ons bent. Aan de orde is thans het VAO Raad Algemene Zaken van 16 september jongstleden. We hebben maar liefst twee sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Van Dam van de fractie van het CDA. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.

De heer Van Dam (CDA):

Voorzitter. Gelet op de twee minuten beperk ik mij tot het voorlezen van de motie die ik samen met collega Sjoerdsma van D66 wil indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een in Oekraïne verblijvende MH17-verdachte met Oekraïense nationaliteit onderdeel is geworden van een gevangenenruil tussen Oekraïne en Rusland;

overwegende dat de beschikbaarheid van deze verdachte ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek van groot belang is — waar deze verdachte ook verblijft — en dat de verplichting om bij te dragen aan die beschikbaarheid rust op alle landen die VN-resolutie 2166 ondertekend hebben, waaronder Rusland en Oekraïne;

overwegende dat de EU zich vooralsnog slechts bij monde van een woordvoerder van de Hoge Vertegenwoordiger heeft uitgesproken over blijvende medewerking van Rusland aan het onderzoek naar aanleiding van het neerhalen van MH17;

overwegende dat een brede oproep van Europese regeringsleiders in dit kader passend en geboden is;

verzoekt de regering te bevorderen dat tijdens de eerstvolgende Europese Raad uitgesproken wordt dat de geruilde verdachte blijvend beschikbaar wordt gehouden voor het strafrechtelijk MH17-onderzoek en dat Rusland en Oekraïne opgeroepen worden dit te doen conform VN-resolutie 2166,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dam en Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2042 (21501-02).

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Paternotte van D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. In Hongarije zijn de afgelopen jaren oppositiekranten gesloten en werd een universiteit gesloten. En in Polen worden niet alleen rechters ontslagen maar ook wetenschappers vervolgd vanwege hun kritiek op de regering. Afbreuk van de rechtsstaat en schade aan democratische vrijheden gaan heel vaak hand in hand. Dat is ook de reden dat wij er voorstander van zijn dat het nieuwe rechtsstaatmechanisme in Europa ook strekt tot die persvrijheden en corruptie. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Commissie voorstelt om lidstaten jaarlijks te toetsen op de rechtsstaat;

van mening dat naast de lidstaten ook de EU-instellingen zelf jaarlijks op democratie en rechtsstaat getoetst horen te worden;

van mening dat rechtsstatelijke problemen vaak breder geworteld zijn en de toetsingscyclus daarom ook zou moeten zien op democratie en fundamentele grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting, academische vrijheid en persvrijheid;

verzoekt de regering bij de bespreking van deze Commissiemededeling in de Raad het standpunt uit te dragen dat de reikwijdte van deze toets verbreed moet worden en ook fundamentele grondrechten, corruptie en democratie moet bevatten en dat de toets ook van toepassing moet zijn op de EU-instellingen zelf;

verzoekt de regering tevens bij de bespreking van deze Commissiemededeling in de Raad het standpunt uit te dragen dat een onafhankelijk panel van experts, bij voorkeur de Venetië-Commissie, nodig is dat aan alle drie de EU-instellingen over de rechtsstaat, democratie en grondrechten rapporteert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2043 (21501-02).

Dank u wel. Dus twee moties in dit VAO. Ik begrijp dat de minister nu reeds in staat is om de moties te becommentariëren, waarvan ze de tweede nog niet gezien heeft. Maar die komt met gezwinde spoed naar u toe. Wilt u alvast beginnen met de eerste motie? Nee? Dan nemen we even twee minuten rust in acht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Kaag:

Dank. Ik begin met de eerste motie, de motie Van Dam/Sjoerdsma op stuk nr. 2042. In de eerste plaats wil ik namens het kabinet benoemen dat wij ons blijvend en continu actief inzetten voor internationale steun op het hoogste niveau voor waarheidsvinding en gerechtigheid inzake MH17, in lijn met VN-resolutie 2166. Dit is en blijft voor het kabinet van het grootste belang en is ook dagelijkse kost voor veel diplomaten en het kabinet. Wij doen dit in de richting van zowel de bilaterale partners als de belangrijkste internationale organisaties, zoals de Europese Unie, maar ook de NAVO, de Verenigde Naties en de OVSE. Wij zetten dit agendapunt waar mogelijk altijd op de agenda en wij vragen actief internationale steun voor het strafrechtelijk onderzoek en het werk van het JIT.

Terecht is gerefereerd aan de woordvoering namens de Hoge Vertegenwoordiger Mogherini in verschillende media. Publiekelijk zijn recentelijk weer uitspraken gedaan over de gevangenenruil. De EU gaf in deze reacties juist aan te betreuren dat de heer Tsemach naar Moskou is overgebracht als onderdeel van de gevangenenuitruil tussen Oekraïne en Rusland. In nog meer woordvoering van Mogherini daarover is Rusland nogmaals opgeroepen tot volledige medewerking aan alle inspanningen om verantwoordelijkheid vast te stellen voor het neerhalen van MH17. Zoals de Kamer weet, is eenzelfde boodschap gisterochtend ook nog namens de gehele EU uitgedragen in OVSE-verband.

Afgelopen dinsdag heeft de minister van Buitenlandse Zaken met uw Kamer gedeeld hoe belangrijk wij waarheidsvinding en gerechtigheid achten. Niet op basis van de inhoud, maar op basis van het feit dat het al staand beleid is vanaf het begin namens het kabinet, ontraden wij de motie op stuk nr. 2042.

Voorzitter, dan ga ik door naar de tweede motie, ingediend door de heer Paternotte en ...

De voorzitter:

Meneer Van Dam, als u wilt interrumperen, moet u een beetje snel bij de interruptiemicrofoon gaan staan. Maar ga uw gang.

De heer Van Dam (CDA):

Soms moet je even nadenken over wat er gezegd wordt. Is in dit geval ook onderdeel van het staand beleid dat er bij de eerstvolgende Europese Raad een brede uitspraak komt op initiatief van Nederland, in de zin van deze motie?

Minister Kaag:

Het is inderdaad staand beleid, dus op elk forum, op het hoogste niveua, zal er door Nederland altijd aandacht gevraagd worden voor deze zaak. Ik ga geen oordeel uitspreken over de inhoud en het moment, maar bijvoorbeeld tijdens de aanstaande Europese Raad zal minister Blok weer een inspanning leveren om in dezen met collega's gezamenlijk op te trekken, op een manier die hij goed acht.

De heer Van Dam (CDA):

Als ik het mag opvatten als de toezegging dat bij die eerstvolgende Europese Raad gebeurt wat in de motie staat, dan heb ik helemaal geen zin om hete kolen te stapelen op het hoofd van het kabinet. Maar feitelijk wil ik wel dat dit gebeurt. Als dat de toezegging is, is dat voor mij relevant.

Minister Kaag:

Ja. Ik wil ook duidelijk stellen dat het ontraden van de motie niet de inhoud betreft. Het gaat juist om een actief beleid dat door iedereen op alle momenten wordt uitgedragen. Zo kan men mijn ontraden van de motie lezen. Het gaat niet om de inhoud. Het is staand beleid, het wordt actief uitgedragen. Aanstaande maandag zal minister Blok hier op zijn niveau uiteraard mee doorgaan. Dat is de toezegging.

De voorzitter:

U houdt uw motie gewoon aan, meneer Van Dam, u wilt uw motie graag in stemming brengen, begrijp ik.

De heer Van Dam (CDA):

Ik trek de motie zeker niet in.

De voorzitter:

Oké, perfect. Dan de tweede motie

Minister Kaag:

De tweede motie, de motie op stuk nr. 2043, ingediend door de heren Paternotte en Omtzigt, inzake de rechtsstaat, acht het kabinet sympathiek. Wij denken ook dat die aansluit bij de denktrant en de lijn van het kabinet. Wij zijn een sterk voorstander van een effectief toetsingsmechanisme voor de rechtsstatelijkheid binnen de EU. Wel geef ik een zogeheten winstwaarschuwing af: niet alle elementen van de motie lijken even kansrijk, gelet op het Europees krachtenveld, maar dat hoort erbij. De inzet zal er zeker zijn.

Ik wil wel drie punten benoemen. Het element in de motie van de verbreding van de reikwijdte naar grondrechten, corruptie en democratie juicht het kabinet zeer toe. De commissie heeft ook aangegeven dat een brede reikwijdte nagestreefd zal worden. Het tweede belangrijke punt is de verbreding naar EU-instellingen. Het voorstel van de commissie ziet nu alleen toe op toetsing van lidstaten. Het is een belangrijke stap voorwaarts, die in ieder geval behouden zal moeten blijven. Maar wij moeten wel kijken naar draagvlak en de juridische mogelijkheden voor uitbreiding naar EU-instellingen. Dat moet onderzocht worden. Een aantal van hen heeft natuurlijk al een stevig rechtskader door verdragen: het EU-Hof, de Europese Rekenkamer et cetera. We wachten als kabinet een eerste advies van de AIV af. Dat moet nog geleverd wordt. We willen dat uiteraard meenemen. Het derde punt is de mogelijkheid een onafhankelijk panel op te zetten en de Venetiëcommissie te betrekken. De toetsingscyclus zal uiteraard onafhankelijk moeten zijn. Er is een plek voor bijvoorbeeld de bijdrage van de Venetiëcommissie van de Raad van Europa, maar het moet natuurlijk wel aansluiting en ondersteuning kunnen vinden.

Concluderend zullen wij kijken naar het tot stand brengen van het toetsingsmechanisme. Het is geen gelopen race. De precieze vormgeving zal stapsgewijs plaatsvinden. Met deze kanttekening geef ik deze motie namens het kabinet oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Leijten nog? Het woord is aan u.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik weet dat ik mij niet heb ingeschreven, maar ik heb toch een vraag over de eerste motie.

De voorzitter:

Heel snel dan.

Mevrouw Leijten (SP):

De minister zegt over de eerste motie dat het staand beleid is. De vraag in de motie is om te agenderen hoe het is gegaan met die ruil.

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Leijten (SP):

Dat heeft ze eigenlijk ook al toegezegd. Toch wordt de motie ontraden. Ik snap nou eigenlijk niet zo goed wat de positie van de regering is, want ze had de motie net zo goed kunnen overnemen. Of begrijp ik dat nou verkeerd?

De voorzitter:

De minister, afrondend, kort, puntig.

Minister Kaag:

Dit is de weging van het kabinet, puur op basis van het procesmatige. Het wordt dag in, dag uit gedaan. Mijn collega Blok zet zich daar als geen ander voor in en zal daarmee doorgaan. Het advies is daarom: ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen vanmiddag nog over de beide moties, bij de aanvang van de middagvergadering. Dank aan de minister. Ik schors tot 11.15 uur. Dan gaan wij praten over het tekort aan arbeidskrachten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven