Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 68, item 33 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 68, item 33 |
Aan de orde is het VSO Informele Milieuraad d.d. 10-11 april 2018 (21501-08, nr. 714).
De voorzitter:
Aan de orde is het VSO Informele Milieuraad. Er hebben zich zes sprekers gemeld voor dit debat. De eerste spreker is meneer Wassenberg. Meneer Wassenberg spreekt namens de Partij voor de Dieren. Ik heet overigens ook de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb vier korte moties. Omwille van de tijd zal ik daar maar meteen mee beginnen.
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Wassenberg (PvdD):
Ik steek van wal.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de intensieve veehouderij veel fijnstof en ammoniak uitstoot, waardoor de lokale luchtkwaliteit onvoldoende is;
constaterende dat de WUR constateert dat gecombineerde luchtwassers veel slechter presteren in het terugbrengen van de luchtvervuiling dan werd aangenomen;
verzoekt de regering om luchtwassers uit te zonderen als maatregel om de luchtkwaliteit rondom de intensieve veehouderij te verbeteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de intensieve veehouderij veel fijnstof en ammoniak uitstoot, waardoor de lokale luchtkwaliteit onvoldoende is;
constaterende dat de WUR concludeert dat gecombineerde luchtwassers veel slechter presteren in het terugbrengen van luchtverontreiniging dan werd aangenomen;
overwegende dat deze luchtwassers dus geen substantiële bijdrage leveren aan een betere luchtkwaliteit;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een reductie van het aantal gehouden dieren in Nederland kan bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit in gebieden met veel intensieve veehouderijen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter, ik ga het tijdtechnisch helemaal halen!
De voorzitter:
Geweldig!
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Gezondheidsraad vaststelt dat, na roken, luchtverontreiniging een van de belangrijkste risicofactoren is als het gaat om voortijdig overlijden;
constaterende dat volgens het recente advies van de Gezondheidsraad de Europese normen voor luchtkwaliteit aanzienlijk lager zijn dan de door de WHO gestelde normen;
verzoekt de regering om in de Milieuraad te bepleiten dat de Europese fijnstofnormen in lijn gebracht worden met de door de WHO gehanteerde normen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Wassenberg (PvdD):
Mijn laatste halve minuut besteed ik aan proefdieren.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering momenteel de voorstellen van de Europese Commissie beoordeelt die tot doel hebben om de REACH-verordening te verbeteren;
constaterende dat er, ondanks de aanwezigheid van alternatieven, nog steeds dierproeven plaatsvinden;
verzoekt de regering de Europese Commissie en lidstaten hierbij aan te sporen om hun inspanningen te vergroten ter vermindering van het aantal proefdieren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Tien seconden over, meneer Wassenberg!
De tweede spreker is meneer Laçin. Meneer Laçin spreekt namens de fractie van de Socialistische Partij. Gaat uw gang, meneer Laçin.
De heer Laçin (SP):
Dank u wel, voorzitter. Uit de beantwoording van het schriftelijk overleg bleek dat de staatssecretaris gaat inzetten op meer ambitie wat betreft 2°C of 1,5°C. Om haar daarin te steunen de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat nu al bekend is dat de nationale plannen bij het klimaatakkoord van Parijs onvoldoende zijn om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden;
van mening dat gezien het alarmerende conceptrapport van het IPCC vol ingezet zou moeten worden op een maximale stijging van 1,5°C;
verzoekt de regering bij de eerstvolgende bijeenkomst van de milieuministers aan te dringen op tijdig bijstellen van de individuele plannen om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs binnen handbereik te krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Laçin (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Laçin. Mevrouw Kröger van GroenLinks is de derde spreker. Gaat uw gang, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. De GroenLinksfractie was erg blij toen de motie werd aangenomen waarin de Kamer de regering verzocht om zich aan te sluiten bij het standpunt van de milieucommissie van het Europees Parlement dat palmolie en soja vanaf 2021 niet meer gebruikt mogen worden voor biobrandstoffen. Graag hoor ik hoe de staatssecretaris deze motie uitvoert. Ik zou ook graag willen weten wat de reactie was van de andere lidstaten op dit standpunt tijdens de triloog over de Renewable Energy Directive. Mij bereiken namelijk geluiden dat Nederland zich niet ferm uitspreekt tegen het gebruik van palmolie en soja voor biobrandstoffen. Ook minister Kaag was hier tijdens haar bezoek aan Maleisië onduidelijk over. Kan de staatssecretaris nogmaals bevestigen dat het gebruik van palmolie en soja voor biobrandstoffen uitermate ongewenst is?
Dan heb ik nog twee moties die onze ambities voor schone lucht moeten ondersteunen met stevig bronbeleid.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het regeerakkoord is afgesproken dat in Nederland vanaf 2030 alleen nog maar emissievrije auto's mogen worden verkocht;
constaterende dat ook andere EU-landen vergelijkbare of ambitieuzere voorstellen hebben afgesproken of in beraad hebben;
constaterende dat de huidige EU-regelgeving omtrent het vrije verkeer van goederen, de toelatingsregeling voor nieuwe voertuigen en andere EU-regelingen een importverbod van brandstofauto's niet mogelijk maken;
verzoekt de regering om zich in EU-verband in te zetten voor een regeling die het lidstaten mogelijk maakt om te kiezen voor het uitsluitend toelaten van emissievrije voertuigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
En dan heel snel.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Europa werkt aan nieuwe (Euro 7)-emissienormen voor personenauto's;
overwegende dat Europa zijn emissie-eisen zou moeten baseren op de niveaus die haalbaar zijn, met de best beschikbare technieken, maar dat de emissie-eisen zelf techniekneutraal zouden moeten zijn;
verzoekt de regering om zich in Europa in te zetten voor één emissie-eis voor alle personenauto's op de technisch laagst mogelijke emissies,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kröger.
Dan kijk ik naar mevrouw Van Eijs namens D66. Ga uw gang.
Mevrouw Van Eijs (D66):
Voorzitter. We bedanken de staatssecretaris voor haar antwoorden. Wij zien dat zij zich inzet voor schone lucht in Europees verband. Dat vinden wij ook heel belangrijk. Daarom hebben we niet meteen moties, maar nog wel enkele vragen naar aanleiding van haar antwoorden. Zo lezen we in het rapport van Transport & Environment over het niet-voldoen aan luchtkwaliteitseisen van nieuwe diesels, de Euro 6-norm, en wij vroegen ons af wat de reactie van de staatssecretaris daarop is. Want daar hebben wij naar gevraagd, maar wij konden het niet zo snel terugvinden in de beantwoording.
Een andere vraag gaat over de updates voor de sjoemeldiesels van onder andere Volkswagen. Daarvan weten we dat dat in Nederland niet verplicht is, maar is er inzicht in hoeveel van die sjoemeldiesels daadwerkelijk die update krijgen en nu ook netjes gaan uitstoten wat ze horen uit te stoten? Ook andere merken zijn in Duitsland inmiddels verplicht teruggeroepen voor een update. De staatssecretaris geeft aan dat die updates ook beschikbaar komen voor Nederlandse auto's. Maar is er inzicht in of dat echt gebeurt? Krijgen de auto's van andere merken ook een update? En gaan zij ook schonere lucht uitstoten dan ze nu doen?
Dan mijn laatste vraag. Wij lezen ook dat er nieuwe kwaliteitseisen voor lucht worden geëvalueerd, waarna er — zo lezen wij het in ieder geval — in 2019 strengere EU-eisen komen. De staatssecretaris antwoordt dat nog niet bekend is of er aanbevelingen zullen worden gedaan voor aanscherping van de bestaande luchtkwaliteitsnormen. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak, dus misschien kan de staatssecretaris daar wat helderheid in scheppen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Eijs. De heer Ziengs en mevrouw Mulder hebben laten weten dat zij geen behoefte hebben aan spreektijd. Er zijn zeven moties ingediend en ik meen een vijftal vragen gesteld. De staatssecretaris zegt tot 19.15 uur nodig te hebben om de antwoorden voor te bereiden. Tot die tijd schors ik de vergadering.
De vergadering wordt van 19.07 uur tot 19.15 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is de beantwoording door de staatssecretaris van de vijf moties en een aantal vragen die gesteld zijn vanuit de Kamer.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dank u wel, voorzitter. En dank aan de leden voor de ingediende moties en de gestelde vragen.
Ik begin met de motie op stuk nr. 718 van de heer Wassenberg. Hij verzoekt de regering om luchtwassers uit te zonderen als maatregel om de luchtkwaliteit rondom de intensieve veehouderij te verbeteren. Ik heb hierover zojuist een brief aan de Kamer gestuurd. Ik snap waar de vragen van de heer Laçin vandaan komen. Bij elke technologie die je hanteert, moet je uitgaan van het reële rendement. We hebben net gezien dat we bij de combiluchtwassers eigenlijk moeten uitgaan van een ander reëel rendement dan waar tot dan toe mee gerekend werd. Aan de andere kant is er nog steeds een rendement en wil ik ook niet bepaalde technieken op voorhand uitsluiten als we weten dat ze wel een rendement hebben. Over die brief zullen we zeker nog komen te spreken. Ik zou de heer Wassenberg dus eigenlijk willen vragen om deze motie aan te houden totdat we het debat hebben gehad over de brief. Dan kan hij misschien opnieuw bezien of hij de indiening van deze motie nog opportuun vindt. Ik verzoek hem dus om deze motie aan te houden. Anders moet ik haar ontraden.
De voorzitter:
Ik kijk naar meneer Wassenberg.
De heer Wassenberg (PvdD):
Prima, voorzitter. Ik wil de motie op stuk nr. 718 vooralsnog aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-08, nr. 718) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de tweede motie.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
De motie op stuk nr. 719 is ook van de heer Wassenberg. De regering wordt daarin verzocht om te onderzoeken hoe een reductie van het aantal gehouden dieren in Nederland kan bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit. Ik ben samen met de minister van LNV in overleg hoe we resterende knelpunten in luchtkwaliteit kunnen aanpakken. Daarbij kijken we ook naar de knelpunten in de veehouderijsector. Daarbij sluiten we niet per definitie iets uit en lopen we ook nergens op vooruit. We moeten steeds per knelpunt bekijken wat er nodig is. Daarom ontraad ik de motie. Die gaat namelijk heel specifiek uit van één instrument. We kijken gewoon breed naar wat er nodig is en we zullen daarover ook nog komen te spreken. U kunt zich waarschijnlijk ook voorstellen dat er met het oog op de ondernemers in die sector een voorkeur is om vanuit het milieuperspectief eerst op minder ingrijpende maatregelen te sturen. Dat snap ik ook, dus dat zullen we ook doen. Maar nogmaals, ik heb gezegd wat ik daarover heb gezegd.
De heer Wassenberg (PvdD):
De motie vraagt vooral om onderzoek en nog niet om definitieve stappen. Met eenzelfde redenatie zou de staatssecretaris dus kunnen zeggen: we nemen de motie gewoon over, want we zijn er al mee bezig. De motie zou dus ook kunnen worden overgenomen. Het is een suggestie.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Maar dan loop ik er toch nog te veel op vooruit dat dit het instrument is dat we daarin zouden willen toepassen. Nogmaals, ik heb tegen de heer Wassenberg gezegd dat we, daar waar knelpunten zijn, ter plekke onderzoeken wat de handelingsperspectieven zijn. Daarbij sluiten we helemaal niet uit dat ook dit onderzocht wordt, maar we kijken natuurlijk eerst naar minder vergaande maatregelen als we dat kunnen doen. Dus daarom blijf ik bij het ontraden van de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 719 is ontraden.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Ja.
De voorzitter:
Dan de derde motie.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Meneer Wassenberg heeft vier moties ingediend en ik kan er vast op vooruitlopen dat de laatste motie een wat positiever oordeel heeft dan, helaas, ook deze motie. De regering wordt in de motie-Wassenberg/Laçin op stuk nr. 720 verzocht om in de Milieuraad te bepleiten dat de Europese fijnstofnormen in lijn worden gebracht met de door de WHO gehanteerde normen. Ik snap wat de heer Wassenberg hier wil doen en ik ga ook een heel eind met hem mee, maar de motie is net te kort door de bocht geformuleerd. Maar misschien kan ik hem nog een handreiking doen. Zoals in het regeerakkoord is opgenomen, zet ik in op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Op die manier stel ik gezondheid centraal en werken we toe naar de normen van de WHO. Heel veel lidstaten voldoen op dit moment echter nog niet aan de huidige normen van de EU-richtlijn. De eerste prioriteit is dan natuurlijk om die te halen. Maar de Europese Commissie voert nu een fitnesscheck uit op de Europese richtlijn. Die wordt eind 2019 afgerond en die gaat inzicht geven in de toekomstbestendigheid van het hele instrumentarium dat we met elkaar hebben op Europees niveau. Het zou mooi zijn als in die fitnesscheck, en in de discussie die daar over de toekomst gaat ontstaan, gezondheid meer centraal wordt gesteld. Ik zal zeker de Europese Commissie oproepen om gezondheid te betrekken in deze fitnesscheck en ook om gezondheid centraal te stellen in het EU-beleid. Dus dat is wat anders dan wat de heer Wassenberg precies zegt, maar wellicht kan hij de motie anders formuleren. Als hij het zo formuleert dat ik de Europese Commissie ertoe moet oproepen om ook in het EU-beleid gezondheid centraal te stellen, kunnen we wellicht tot elkaar komen. Maar zoals de motie nu is, moet ik haar ontraden.
De voorzitter:
Eens kijken. Meneer Wassenberg.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dan houd ik deze nu ook even aan. Ik zal even kijken naar een herformulering en dan hebben we het er later nog over. Ik hou dus vooralsnog ook deze motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-08, nr. 720) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de vierde motie.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Ja, dan de motie-Wassenberg op stuk nr. 721 over vermindering van het aantal proefdieren. Ik denk dat breed gesteund wordt in de Kamer dat we geen proefdieren willen gebruiken waar het niet nodig is. Het bevorderen van alternatieven voor proefdieren staat ook in artikel 1 als een van de primaire doelen van de REACH-verordening. Daar is dus brede steun voor. Maatregelen om het gebruik van proefdieren te beperken zijn onder meer dat bedrijven verplicht moeten samenwerken, zodat voor één stof niet dubbel dierproeven worden gedaan. Ook zijn in de afgelopen vijf jaar in de Europese Unie 38 nieuwe, alternatieve testmethoden geïntroduceerd. Er wordt dus echt voortgang geboekt. Voor sommige effecten, zoals oog- of huidirritatie, zijn nu echt goede alternatieven beschikbaar. Maar voor sommige testen die bijvoorbeeld te maken hebben met de kankerverwekkendheid van een stof, zijn die er nog niet. Dan is er dus nog geen goed alternatief, terwijl we wel zeker moeten weten of er geen kankerverwekkende effecten zijn. Ik denk dat ook de heer Wassenberg dat begrijpt.
Nederland draagt actief bij aan de ontwikkeling en het implementeren van proefdiervrije testmethodieken in OESO- en EU-verband. Daarbij wil ik graag de Commissie en de lidstaten aansporen om hun inspanningen ten aanzien van dierproefvrije testen verder te versterken. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer. Ik vond het wel belangrijk om die toelichting te geven, omdat we met elkaar echt op de goede weg zijn. Hier wordt hard aan gewerkt. Er worden ook resultaten geboekt, maar het is niet morgen in een keer 100% opgelost. Ik ben blij dat de heer Wassenberg daar ook enig begrip voor kan tonen.
De voorzitter:
Met de toelichting van de staatssecretaris krijgt de motie op stuk nr. 721 oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 722.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 722 van de heer Laçin. Hij vraagt om het tijdig bijsturen van de nationally determined contributions. Dat is geheel in lijn met de Nederlandse inzet. De doelstelling van het kabinet is om het EU-reductiedoel voor 2030 te verhogen naar 55% ten opzichte van 1990. Het tijdig op orde krijgen van die plannen hoort daarbij, dus ik het laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 722 krijgt oordeel Kamer.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dan de motie van GroenLinks op stuk nr. 723, die eigenlijk vraagt om een importverbod van brandstofauto's. Dan lopen we toch wat vooruit op de mogelijkheid dat er wel een echt schone brandstof zou kunnen ontstaan. Dan ga je vrij technologiespecifiek sturen. Ik zet mij in voor ambitieuze CO2-normen die de transitie naar alternatieve nulemissieaandrijflijnen versnellen. Ik denk dat de formulering van mevrouw Kröger lastig is gezien de interne markt. Als de norm maar streng genoeg is, blijft uiteindelijk de schoonste over. Daar zet ik mij voor in. In die zin hebben wij, denk ik, hetzelfde doel, alleen is mevrouw Kröger nog iets technologisch specifieker. Daar wil ik toch voor oppassen in deze lijn en daarom ontraad ik deze motie.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van de zijde van mevrouw Kröger van GroenLinks.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
De motie vraagt om emissievrije voertuigen, dus om het uitsluitend toelaten van emissievrije voertuigen. De staatssecretaris maakt een importverbod voor brandstofauto's daarvan, maar er staat "emissievrije voertuigen".
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dat staat in de constatering. U zegt dat een importverbod van brandstofauto's nu niet mogelijk is en dus verzoekt u de regering om zich in te zetten voor een regeling die het mogelijk maakt om die brandstofauto's eruit te halen. Zo heb ik de motie geïnterpreteerd. Maar dat is niet de bedoeling van mevrouw Kröger. Zij zegt dat het mogelijk moet zijn om alleen emissievrije voertuigen toe te laten. Dan blijft het mijn inziens lastig om zo'n regeling in de interne markt tot stand te brengen. Ik ben best bereid om daar nog eens naar te kijken en daar eventueel schriftelijk op terug te komen. Maar ik denk dat dat probleem niet ondervangen is met de wijziging van brandstof naar emissievrij.
De voorzitter:
Dus de motie op stuk nr. 723 wordt ontraden.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Ja, die wordt ontraden, maar ik ben wel bereid om hier nog even naar te kijken als mevrouw Kröger zegt dat ze de motie aanhoudt.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (21501-08, nr. 723) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Nog een momentje. Er is nog een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ik houd de motie graag aan als ik dan van de staatssecretaris een schriftelijke reactie krijg met de mogelijkheden.
De voorzitter:
Dat is toegezegd. De motie op stuk nr. 723 is aangehouden en we krijgen nog een schriftelijke reactie. Dan de motie op stuk nr. 724.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dat is eigenlijk ook de vraag die ik zou willen stellen bij de motie op stuk nr. 724. We willen allemaal techniekneutrale eisen. In Brussel zijn gesprekken gestart over de Euro 7-normen. De inzet vanuit Nederland is dat die zo streng mogelijk moeten zijn, maar haalbaar en techniekneutraal. Nu verzoekt mevrouw Kröger de regering om zich in te zetten voor één emissie-eis voor alle personenauto's. Daarbij heb ik dan toch de indruk dat ze verder wil gaan dan hetgeen ik net heb gezegd. Maar als dat niet zo is en het dus precies is wat ik net heb gezegd, dan is dat eigenlijk waar we nu al op inzetten. Dan kan ik de motie dus overnemen, want dan is het precies de inzet van de Nederlandse regering op dit moment.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Kröger knikken, dus ik kijk even of andere fracties ermee akkoord zijn dat deze motie wordt overgenomen. Ik zie bezwaar van de zijde van de PVV, dus de motie wordt niet overgenomen, maar zal wel in stemming gebracht worden. Mevrouw de staatssecretaris, u zei net dat er een reactie zou komen. De stemmingen over deze motie zijn voorzien op donderdag 5 april. Komt die reactie voor de stemmingen?
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Nou, voorzitter, mevrouw Kröger heeft de motie op stuk nr. 723 aangehouden. Meestal is het met aangehouden moties zo dat die eventueel bij een volgende stemming in stemming kunnen worden gebracht. Maar ik ben bereid om te kijken of we dat van tevoren kunnen doen en zo niet, dan is er met een aangehouden motie zelfs een aantal maanden de tijd voordat die vervalt. Dat geeft wat ruimte, maar ik zal het graag proberen.
De voorzitter:
Ik kijk even naar mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
De motie op stuk nr. 723 heb ik inderdaad aangehouden en daar komt een schriftelijke reactie op. Ik begreep dat de staatssecretaris de motie op stuk nr. 724 wil overnemen. Daar is bezwaar tegen, dus dan zal ik die motie wel in stemming brengen.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Die komt dan gewoon in stemming.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ja, en wat is dan uw oordeel?
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Dan laat ik het oordeel aan de Kamer, met de toelichting die ik net heb gegeven, namelijk dat mevrouw Kröger heeft bevestigd dat zij die motie niet anders heeft bedoeld dan hoe ik die heb geïnterpreteerd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 723 is oordeel Kamer.
Dan zijn er nog een aantal vragen, namelijk die van mevrouw Van Eijs over sjoemeldiesels en die van mevrouw Kröger over palmolie.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Laat ik beginnen met de vragen van mevrouw Kröger over palmolie. Zij vroeg hoe Nederland zich sinds de aangenomen motie inzet. Die motie vroeg in te zetten op een combinatie van sturingsinstrumenten, zoals sturing op CO2 en ILUC, en het verhogen van het aandeel geavanceerde biobrandstoffen. In de Energieraad van december 2017 heeft de minister van EZK gepleit voor de Europese uitfasering van biobrandstoffen met een slechte CO2-emissiereductie en een hoog ILUC-risico, en voor een ambitieuze doelstelling op het gebied van geavanceerde biobrandstoffen. Sinds de start van de Europese onderhandeling heeft Nederland zich in Europees verband ingezet voor strengere duurzaamheidseisen, in lijn met het BNC-fiche. Er is zelfs op verzoek van Nederland een overweging in de tekst opgenomen dat het risico adresseert van het vrijkomen van CO2 bij de oogst van niet-duurzame plantaardige olie in koolstofrijke gebieden. Nederland is in goed contact met meerdere lidstaten over dit onderwerp. Binnenkort is hierover bijvoorbeeld nog een gesprek met Polen. Daarbij sturen we niet alleen op palmolie, want dat is niet het enige product met een risico, maar op een bredere groep, waaronder bijvoorbeeld soja. Dus als je biobrandstoffen doet, doe je dat omdat je een verbetering wilt bewerkstelligen ten opzichte van fossiele brandstoffen. Je moet dus ook daar weer technologieneutraal kijken hoe je steeds de afweging maakt of dit nou echt beter voor het milieu is of niet. Daarom sturen we op ambitieuze CO2-doelen en ILUC-factoren.
Dan kom ik bij de vragen van mevrouw Van Eijs. Zij vroeg ...
De voorzitter:
Eén momentje, want mevrouw Kröger van GroenLinks heeft nog een vraag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank aan de staatssecretaris voor deze verduidelijking. Er wordt hier natuurlijk regelmatig over gesproken in Europa. Er is toch wel wat onduidelijkheid, of in ieder geval ontstaat het beeld dat Nederland zich misschien niet hard genoeg inzet voor het stoppen van het gebruik van palmolie en soja voor biobrandstoffen. Ik zou het op prijs stellen als wij als Kamer regelmatig geïnformeerd worden over hoe we ons daar in die gesprekken hard voor maken.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
Volgens mij heeft de Kamer vertrouwelijk toegang tot een aantal conclusies en dergelijke van de Europese onderhandelingen, dus mevrouw Kröger kan zich daar te allen tijde over informeren. De aangenomen motie is absoluut de richtlijn of de basis voor de Nederlandse inzet. Ik hoop dat ik met een heel aantal van de punten die ik net heb genoemd ook heb kunnen onderstrepen dat we actief de inzet hebben om ambitieus te zijn op het gebied van die CO2- en ILUC-eisen. Daar zetten we ons echt voor in.
Dan ...
De voorzitter:
Mevrouw Van Eijs haar vragen.
Staatssecretaris Van Veldhoven:
... de vragen van mevrouw Van Eijs, inderdaad. Hoe zit het met de evaluatie van de nieuwe kwaliteitseisen voor lucht, en de eventuele strengere eisen voor 2019? Ik zei het net al: van de fitnesscheck die plaatsvindt van onder andere de huidige Richtlijn luchtkwaliteit worden eind 2019 de resultaten verwacht. We zullen zien of dat uiteindelijk leidt tot nieuwe eisen, maar zoals ik net al heb gezegd: ik vind het belangrijk dat daarin gezondheid meer centraal komt te staan. Dat zullen we inbrengen. Maar goed, nadat die fitnesscheck rond is, zullen er daarna natuurlijk weer nieuwe onderhandelingen moeten plaatsvinden. Dus de Commissie moet met een voorstel komen en dan zullen er nieuwe onderhandelingen moeten plaatsvinden. Daar zal nog best wel wat tijd overheen gaan. Het is ook gewoon reëel om te zeggen: een aantal landen haalt nu nog niet eens de Europese doelstellingen, dus de eerste prioriteit van de Commissie zal natuurlijk zijn om ervoor te zorgen dat de bestaande Europese normen in alle lidstaten gehaald worden.
Mevrouw Van Eijs vroeg een reactie op het rapport van Transport & Environment, waarin staat dat nieuwe diesels die voldoen aan de Euro 6-norm niet voldoen aan de luchtkwaliteitseisen. Overigens ontvangt u binnenkort de zesde overzichtsbrief over dieselfraude. Op een aantal punten zullen we daarin wat meer in detail ingaan. De Europese ngo Transport & Environment bevestigt in het rapport het beeld dat eerder aan de hand van TNO-rapporten met uw Kamer is gedeeld, namelijk dat ook voertuigen die voldoen aan de Euro 6-norm veel meer uitstoten dan de officiële typegoedkeuringsnorm. Daarom heeft Nederland zich zo hard gemaakt voor de nieuwe "real driving emissions"-testprocedure, die vanaf 1 september 2017 voor nieuwe en vanaf 1 september voor alle personenauto's geldt. Transport & Environment spreekt er vooral zijn verbazing over uit dat Euro 6-voertuigen in sommige Europese steden toch worden toegelaten tot milieuzones terwijl deze niet schoner zijn dan de Euro 5-wagens, die wel worden uitgesloten. Deze discussie speelt vooral in Duitsland. De Nederlandse milieuzones zitten ver onder dat niveau.
Dan de vraag over de monitoringupdates van Volkswagen. Nogmaals, in de zesde overzichtsbrief over dieselfraude gaan we in op de update en de mogelijke effecten voor automobilisten. Dan zal ik dus verder ingaan op de vragen van mevrouw Van Eijs. Overigens hebben wij geen kennis van officiële verplichte terugroepacties van andere automerken op dit moment. In de brief met een update over de dieselfraude kom ik daar graag op terug.
Voorzitter, ik hoop dat ik daarmee alle vragen beantwoord heb.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris. Over deze moties zal gestemd worden op donderdag 5 april.
We kunnen volgens mij meteen verdergaan met het VAO Circulaire Economie, want alle sprekers zijn aanwezig, net als de staatssecretaris.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20172018-68-33.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.