6 Lozen GenX in oppervlaktewater

Aan de orde is het dertigledendebat over het lozen van GenX in het oppervlaktewater.

De voorzitter:

Aan de orde is het dertigledendebat over het lozen van GenX in het oppervlaktewater. Ik heet de minister van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. Ik geef de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren als eerste spreker het woord. De spreektijd is drie minuten.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. GenX is een relatief nieuwe stof, waarvan in ieder geval duidelijk is dat deze kankerverwekkend is en schade aan de lever veroorzaakt. Maar omdat ambtelijke en wetenschappelijke molens traag draaien, is de stof nog niet definitief op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen geplaatst, terwijl het toch wel zeer zorgwekkend is. Intussen komt de stof op meerdere plekken in het milieu terecht: in ons drinkwater, in onze moestuintjes en in de lucht. De stof komt niet alleen meer voor bij de producent van GenX, het bedrijf Chemours in Zuid-Holland, maar is inmiddels ook aangetroffen op zeker drie plekken in Noord-Brabant. Het RIVM heeft najaar 2017 GenX aangetroffen in Aarle-Rixtel bij Helmond, in Eindhoven en in Moerdijk. Op 16 januari informeerde de minister de Kamer over de uitkomsten van dat onderzoek. In die brief schrijft zij dat de bevoegde gezagen de boel onder controle hebben, de vinger aan de pols houden en samenwerken met handhavingsdiensten en andere bevoegde gezagen. Daarmee legt zij de achilleshiel van de problematiek bloot, want er is niet één bevoegd gezag. Als het gaat om Chemours is de provincie Zuid-Holland het bevoegd gezag, maar bij de uitstoot in Noord-Brabant waren respectievelijk de gemeente Helmond, de gemeente Eindhoven en de gemeente Moerdijk het bevoegd gezag. Daarnaast zijn er omgevingsdiensten betrokken, zoals de waterschappen en het RIVM. Het gaat om veel instanties en verschillende bestuurslagen.

Voorzitter. Ik heb een aantal vragen aan de minister. Hoe komt GenX in het oppervlaktewater terecht, en zelfs in het leidingwater? De bronnen zijn bekend, maar is ook bekend hoe dit is gebeurd? Zijn het ongelukken geweest? Zo ja, dan zijn dat er intussen wel heel veel. De staatssecretaris van I en W informeerde de Kamer op 8 maart over het onderzoek naar de uitstoot. Dat onderzoek wees uit dat zeker twee van de drie bedrijven — bij het derde bedrijf was het onderzoek nog niet afgerond — die in Noord-Brabant GenX hadden gelekt, in opdracht van Chemours werkten. Dat kan wijzen op een structureel probleem.

Voorzitter. In haar brief van 16 januari spreekt de minister haar waardering uit voor de manier waarop waterschappen, omgevingsdiensten en gemeenten deze complexe casus oppakken. Die waardering deel ik, maar ik vraag me tegelijk af of die casussen niet te complex zijn voor de verschillende besturen, en of die besturen wel zijn toegerust voor deze complexe controle en handhaving. Ik vraag me ook af of er misschien toch een patroon zit in de verschillende lozingen. Het gaat in ieder geval om problemen die provincie- en gemeentegrenzen overstijgen. De problemen zijn te groot voor één provincie of voor verschillende veiligheidsregio's.

Voorzitter. De minister schrijft in haar brief dat zij onderzoekt welke juridische instrumenten kunnen worden ingezet. Ik wil haar vragen of strafrechtelijk onderzoek door het functioneel parket een van die mogelijkheden is. Als specialistisch landelijk opererend onderdeel van het Openbaar Ministerie dat zich onder meer toelegt op de bestrijding van milieucriminaliteit, heeft het functioneel parket alle mogelijkheden voor een breed en diepgaand onderzoek naar het lozen van GenX, en daarmee naar het toebrengen van schade aan natuur en milieu, en naar het in gevaar brengen van de volksgezondheid. Mijn vraag is dus: moet het functioneel parket hier niet worden ingeschakeld?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wassenberg. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. We debatteren hier bijna maandelijks over Chemours en de perikelen met GenX. Eigenlijk legt dit bloot wat er mis is met ons beleid als het gaat om gevaarlijke stoffen en de grote uitdaging waar we voor staan. Het RIVM geeft aan dat GenX mogelijk kankerverwekkend is, effect heeft op de lever en zich ophoopt in de natuur, en toch komt het nog steeds terecht in de lucht, in de bodem en in het water. De vervuiling breidt zich steeds verder uit en speelt nu op zeer veel locaties in Nederland. Opgeschrikt door het nieuws van GenX-vervuiling op een aantal plaatsen in Brabant, ontstond een moeizaam proces om de lijst van afnemers, toeleveranciers en verwerkers van GenX boven tafel te krijgen. De GenX-technologie is een gepatenteerde technologie van Chemours. Dat bedrijf heeft uiteraard lijsten met afnemers. Toch kreeg de overheid die niet direct. Het resultaat: een moeizame zoektocht naar de bron van GenX-vervuiling.

In een eerder AO met de collega van de minister, de staatssecretaris, werd duidelijk dat de stromen met GenX-producten vanuit Chemours Dordrecht via Chemours Zwitserland verhandeld worden. Vanuit Dordrecht worden fysieke producten binnen Nederland geleverd, maar er schijnt een papieren constructie via Zwitserland te zijn, waardoor het moeilijker is om info boven tafel te krijgen. Klopt dit? Is dit een praktijk die bij meer bedrijven in Nederland voorkomt? Hoe zorgen we ervoor dat in het geval van water- of bodemvervuiling zo snel mogelijk alle informatie boven tafel komt over zowel de fysieke afvalstromen, als de fysieke productstromen?

Voorzitter. Dan de antwoorden op mijn schriftelijke vragen gesteld over de zeer verhoogde concentraties GenX-stoffen aangetroffen bij ATM. ATM heeft GenX-houdend afval óf niet goed verwerkt, óf ze wisten niet dat het er in zat. Het is een van beide. Hoe staat het met het onderzoek hiernaar? Welke sancties zijn mogelijk als blijkt dat ATM niet goed heeft gehandeld?

Er is voor GenX nog steeds geen oppervlaktenorm, enkel een drinkwaternorm. Chemours heeft tot 22 mei de tijd conform de wetgeving om gegevens aan te leveren alvorens het RIVM een onderzoek kan doen. Heeft Chemours al gegevens aangeleverd? Zo nee, kan Chemours worden verzocht om dit sneller te doen, zodat er vaart in kan komen? Wanneer kunnen we dan die oppervlaktenorm tegemoetzien? Chemours moet volgend jaar een nieuwe vergunning aanvragen, zo blijkt. Gegeven het feit dat wij als Tweede Kamer bijna maandelijks over dit bedrijf debatteren, willen wij graag dat er additionele voorwaarden worden gesteld voordat deze vergunning verleend wordt. Het gaat hierbij om een bedrijf waar het keer op keer misgaat. Kan de minister in gesprek gaan met de bevoegde overheden over de vraag hoe deze additionele voorwaarden gesteld kunnen worden?

Wat GroenLinks betreft is één ding duidelijk: er moet een stop komen op alle uitstoot en lozingen van GenX. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. In november hoorden we dat mogelijk een tweede bedrijf GenX loost op het oppervlaktewater. Wij van D66 vinden dat zorgelijk. Het gaf ons lucht dat alle betrokkenen meteen aan de slag gingen om de herkomst van de bron te achterhalen. Voor D66 is een veilige keten van bron tot glas van groot belang. GenX hoort niet thuis in ons oppervlaktewater, en al helemaal niet in ons drinkwater. We spraken de afgelopen tijd al vaker over dit onderwerp. Daarom concentreer ik me nu op twee cruciale stappen uit de keten.

Allereerst de bronaanpak. De minister heeft Royal HaskoningDHV opdracht gegeven uit te werken hoe een actieve informatieplicht eruit kan zien. De uitkomsten hiervan worden besproken met onder meer drinkwaterbedrijven en chemische industrie. Wanneer kunnen we de uitkomsten en reacties van de drinkwaterbedrijven en chemische industrie verwachten? Een goede vergunningverlening is cruciaal, waarbij voldoende kennis en expertise bij het bevoegd gezag essentieel is. Wij vinden het goed dat het ministerie het bevoegd gezag hierin zal ondersteunen. Is deze extra steun structureel? Gezien de incidenten rondom GenX: hoe kijkt de minister aan tegen de huidige vergunningen van Chemours?

Ten tweede, mevrouw de voorzitter, de watervoorzuivering. Dit kabinet investeert 80 miljoen in bronaanpak, zuiveringsinstallaties, monitoring en onderzoek naar nieuwe chemische stoffen die onze waterkwaliteit kunnen bedreigen. Dat is een klinkend getal. Wat levert het op? Hoe gaat het bijdragen aan onze keten zodat die beter bestand is tegen het lozen van onbekende stoffen?

Ik rond af, mevrouw de voorzitter. D66 staat voor veilig drinkwater via een intelligente, toekomstbestendige keten. Welke rol speelt dit bij de voortgang of totstandkoming van een nieuw bestuursakkoord en hoe staat het daar nu mee? Kortom, over drinkwater zegt D66: veilig is heilig. We zijn benieuwd naar de antwoorden van de minister.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Sienot, die ik nu een vraag ga stellen, heeft het erover dat er volgens D66 een tweede bedrijf is dat GenX heeft gelekt, maar in de brief van de minister van 16 januari wordt niet alleen een tweede bedrijf genoemd, maar ook een derde bedrijf en een vierde bedrijf. Kent D66 die gegevens? De heer Sienot heeft het over een bronaanpak. Is D66 ook van mening dat die bronnen intussen toch wel erg diffuus zijn en dat misschien toch wel een hogere instantie hiernaar moet gaan kijken?

De heer Sienot (D66):

Om te beginnen: we kennen de bronnen, althans de informatie uit de brief waarnaar u verwijst is ons natuurlijk ook bekend. Moet een hogere instantie daarnaar kijken? Ik vind dat een interessante gedachte. Wij zijn het erover eens dat die stof daar niet in thuishoort. Ik ken de bespiegeling van de minister niet helemaal op dat gegeven van die hogere instantie, maar we zijn het er ook over eens dat we moeten voorkomen dat dit vaker voorkomt. Wij geloven daarbij in een actieve informatieplicht. We moeten goed weten welke stoffen in onze keten terecht zouden kunnen komen zodat we een strenge normering kunnen hebben om het er goed uit te kunnen zuiveren en zodat we er bij de zuiveringsinstallatie voor kunnen zorgen dat het gezuiverd wordt. Zoals ik al zei, moet die hele keten een intelligente keten zijn. Daarop ligt voor ons de focus. En hoe je er dan voor kunt zorgen dat overtreders van die keten, als dat hier het geval is, worden aangepakt, en of er hogere instanties naar moeten kijken, daar durf ik mij op dit moment niet over uit te laten. Ik wil daarvoor heel graag de beantwoording van de minister afwachten.

De heer Wassenberg (PvdD):

Laat ik de vraag anders stellen. De heer Sienot weet dus dat er niet alleen een tweede bedrijf is dat GenX heeft gelekt, maar ook een derde en een vierde bedrijf, en misschien nog wel meer, maar dat weten we niet. Er zou dus wel sprake kunnen zijn van een patroon. Of dat zo is, weet ik niet, maar is de heer Sienot het met mij eens dat het de moeite waard is om te kijken of er sprake is van een patroon?

De heer Sienot (D66):

Waar ik vooral in geïnteresseerd ben, is de effectiviteit van het flexibele monitoringsprogramma dat door de minister wordt voorgesteld; sterker nog, dat al in gang is gezet. Ik denk dat het heel belangrijk is om te constateren dat er nu een acuut incident is waar we acuut allemaal mee bezig zijn, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Het bevoegde gezag is de provincie. Ik denk dat we die op dit moment moeten ondersteunen en moeten begeleiden en helpen met de juiste kennis bij vergunningverlening. Daar ligt ook de vraag hoe we ermee omgaan als er zaken niet goed zijn gegaan.

De heer Laçin (SP):

Ik ben blij om te horen dat D66 ook vindt dat deze troep niet in ons drinkwater hoort, maar die zit daar wel in. Dat zorgt jaarlijks voor 35 miljoen euro aan extra kosten voor de extra zuivering die drinkwaterbedrijven op dit moment uitvoeren. Is de D66-fractie het met ons eens dat deze kosten niet op het bordje van de consument moeten komen, maar dat de vervuilers, zoals Chemours, moeten betalen?

De heer Sienot (D66):

U kent mijn opvatting over "de vervuiler betaalt". Ik zou bijna de woorden herhalen die de minister daar recentelijk over heeft uitgesproken. Wij vinden net als de minister hartgrondig dat de vervuiler uiteindelijk gewoon zijn troep moet opruimen en de kosten daarvan moet dragen. Uiteindelijk heeft die ook de omzetten. Maar we hebben ook gehoord — u heeft dat ook gehoord — dat dat nog niet zo makkelijk is. Dat klinkt dus goed — ik ben dat met u eens en het is ook een cri du coeur dat dat zou moeten — maar de minister is volgens mij nu druk bezig om uit te zoeken hoe je de uitvoering en de administratie daarvan regelt en hoe je dat goed in een systeem kunt vatten. Dat ei wil ik graag even laten uitbroeden.

De voorzitter:

De heer Laçin.

De heer Laçin (SP):

Ik ben blij met het antwoord. De vraag die bij mij wel blijft is waarom de fractie van D66 dan tegen onze motie heeft gestemd om de vervuiler te laten betalen, terwijl de minister drie weken terug op die motie oordeel Kamer heeft gegeven.

De heer Sienot (D66):

Eigenlijk precies om wat ik net zeg. Je moet een broedende kip niet storen. Ik denk dat zij heel uitgesproken heeft gezegd dat zij dat ook wil. Voor mij klonk dat signaal meer dan helder. Zij is ermee bezig. Ik vond het op dit moment ontijdig om die motie extra te ondersteunen, want dit is al onderstreept door de minister in de behandeling.

De voorzitter:

U bent klaar? Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Debat na debat staan wij in deze Kamer om te spreken over GenX. Er zijn vooral heel veel verdachtmakingen zonder dat effectief wordt meegedacht over een oplossing. Voor de PVV is het al lang duidelijk: ons drinkwater moet schoon en veilig zijn. Paniek bij de burger moet te allen tijde worden voorkomen en wij Nederlanders bepalen zelf wel hoeveel GenX er mag worden geloosd op ons oppervlaktewater.

Toch doet dit niets af aan het feit dat Chemours zich wat betreft GenX aan de spelregels heeft gehouden. De echte schuldige is namelijk de provincie. Zij heeft in haar onnozelheid een veel te ruime vergunning afgegeven. Als wij dit soort situaties willen voorkomen, moeten wij op dat niveau ingrijpen. Zo heeft de PVV in een vorig debat al eens voorgesteld om de vergunningverlening voortaan via één centrale instantie te laten lopen. Die kan met expertise en gezag beoordelen welke waarden acceptabel zijn en zal zich niet snel een oor laten aannaaien. Helaas gaven de andere partijen op dat moment niet thuis en zitten wij nog steeds zonder een concrete oplossing.

Voorzitter. Dan wil ik het nog hebben over de opeenstapeling van schadelijke stoffen. Het verhaal over lage concentraties doet heel weinig om omwonenden gerust te stellen. Afgelopen week kwam weer naar buiten dat concentraties GenX via de lucht zijn neergedaald en dat mensen door de combinatie met het eten van groenten uit eigen tuin en het drinken van kraanwater mogelijk te veel GenX binnen krijgen. Dit benadrukt maar weer eens de noodzaak van één centrale instantie die het overzicht bewaart.

De heer Laçin (SP):

Ik hoor de heer Van Aalst de schuld leggen bij de provincie die als bevoegd gezag zou hebben gefaald. Alleen is het lozen van GenX de afgelopen jaren juist door druk vanuit de provincie verminderd van ruim 6.000 kilo per jaar naar 2.000 kilo per jaar en dat wordt straks nog minder; binnen afzienbare tijd wordt het waarschijnlijk 500 kilo per jaar. Alleen geeft de provincie aan dat zij niet de mogelijkheid heeft om dit te stoppen en het terug te brengen naar nul. Daarom voeren wij dit debat hier heel vaak en stimuleren wij de minister ook om hiermee aan de slag te gaan in Europa. Dus hoe komt de PVV-fractie tot de conclusie dat de provincie faalt, terwijl er al zo veel gebeurt en de provincie juist schreeuwt om meer mogelijkheden?

De heer Van Aalst (PVV):

Het is bijzonder dat de SP dit vraagt. Volgens mij heeft de SP de afgelopen debatten ook geconstateerd van: goh, minister grijp nu eens een keer in. Wij kregen altijd het antwoord: nee, de provincie gaat daarover. De provincie heeft tot twee keer toe, geloof ik, verlaagd, maar dat staat niet in verhouding tot de uitstoot van Chemours. Die valt nog steeds prima binnen de vergunning. Zij komen niet eens in de buurt van de grenswaarden. En of je dan naar nul moet gaan? Volgens mij vinden wij elkaar hier, want wij constateren dat de provincie dus blijkbaar niet in staat is om deze vergunningverlening op een juiste manier in te vullen.

De voorzitter:

De heer Laçin, tot slot.

De heer Laçin (SP):

Wij vinden samen dat de provincie er alles aan doet om het te verlagen, maar dat zij de mogelijkheden niet heeft om het verder te verlagen. Dit staat los van de vraag of Chemours meer of minder dan de vergunning loost, dat is de discussie niet. De provincie doet er in onze beleving wel alles aan om het te verminderen, zo ver zij kan, maar zij heeft niet genoeg mogelijkheden om verder te gaan. Daarom moet er nationaal en Europees gezien meer mogelijk zijn voor het bevoegd gezag. Wat vindt de heer Van Aalst daarvan?

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Wij hebben de vorige keer al gepleit voor één instantie en wij zien met name bij het ministerie een belangrijke taak weggelegd om nu gewoon het bevoegd gezag te nemen en duidelijk te maken: dit accepteren wij wel of niet in ons drinkwater. En wij zijn voor schoon en veilig drinkwater. Wij constateren gewoon dat de provincie daar niet de geschikte instantie voor is.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Nou, we gaan eens kijken of we constructief met de PVV mee kunnen denken over oplossingen op milieugebied. Wat ons betreft, is dat een volledige stop op lozingen van GenX, zowel in het water als in de lucht. Is mijn collega het daarmee eens?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb net al aangegeven dat de PVV voor schoon en veilig drinkwater is. Daar moet ik naar kijken: in welke hoedanigheid kunnen stoffen wel of niet in ons drinkwater zitten. Wij staan voor schoon en veilig drinkwater. Of het dan nul moet zijn of niet, laat ik in het midden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn collega heeft net een flink statement gemaakt over wat de provincie wel of niet doet. Hij vindt dat de minister hierbij meer verantwoordelijkheid moet nemen. Ik vraag mijn collega of hij het met mij eens is dat je dan moet zeggen dat er zo veel onrust en zo veel onzekerheid is over GenX — het staat al op de lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen — dat we gewoon toe moeten naar een stop op emissies, net zoals het bedrijf ook in de VS doet.

De heer Van Aalst (PVV):

Nogmaals: de PVV pleit voor schoon en veilig drinkwater. We hebben geconstateerd dat de provincie blijkbaar niet in staat is om daar de juiste vergunning voor te verlenen en het juiste toezicht op te houden. Wij zeggen dan: laat het ministerie dan zijn verantwoordelijkheid nemen, kiezen voor de regierol, ervoor zorgen dat wij schoon en veilig drinkwater hebben en de omwonenden daarover geruststellen.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Van Aalst heeft het over de regierol, maar wij zien dat GenX door verschillende bedrijven op verschillende momenten is geloosd. Het bevoegd gezag zegt elke keer: dat hoort niet; we gaan handhaven. Als er inderdaad een patroon in die illegale lozingen lijkt te zitten, zou het Openbaar Ministerie daar dan niet naar moeten kijken om te zien of er strafrechtelijk iets fout is gegaan? Is de heer Van Aalst dat met me eens?

De heer Van Aalst (PVV):

Volgens mij hebben we voornamelijk gezien dat Chemours een vergunning heeft. Je kunt discussiëren over de vraag of die vergunning te ruim is, maar Chemours heeft volgens mij geloosd volgens vergunning. Daar kun je van alles van vinden. Wij hebben geconstateerd dat de provincie niet in staat is om daar adequaat op te reageren. Vandaar dat wij al in het vorige debat een motie hebben ingediend waarin wordt verzocht om dit nou goed bij één vergunningverlener onder te brengen, bijvoorbeeld het ministerie.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik zou er sowieso voor zijn om dat inderdaad weer bij een ministerie onder te brengen. Het gaat er nu om dat het ook is aangetroffen in drie Brabantse gemeenten. Op het moment dat daar iets structureel fout gaat, gaat het dus niet meer alleen om Chemours. De uitstoot vindt breder plaats, ook bij de afnemers van Chemours of bij bedrijven die voor Chemours werken. Zou daar niet een keer onderzoek naar gedaan moeten worden in plaats van dit alleen maar te zien als incidentele gevallen?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik zie het als een onderbouwing van mijn verhaal: breng dit nu onder bij één bevoegd gezag, waaronder het ministerie. Dat kan volgens mij landelijk bekijken wat waar gebeurt, wat er wordt geloosd, wat niet voldoet en wat wel voldoet. Dat zorgt in ieder geval voor de garantie dat ons drinkwater schoon en veilig blijft.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Want waar moet dit heen? Mogen alle opkomende stoffen in ons drinkwater worden geloosd mits ze maar onder de grenswaarde blijven? Dat betekent dat er uiteindelijk een cocktail van opkomende stoffen in ons drinkwater zit. Afzonderlijk zijn ze te verdund om gezondheidsschade aan te richten, maar gezamenlijk veroorzaken ze mogelijk risico. Daarom roep ik de minister op om regie te nemen op dit dossier en moedig ik de andere partijen aan om hun steun uit te spreken voor een gecentraliseerde aanpak.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sienot heeft nog een vraag.

De heer Sienot (D66):

Ik zit er nog even op te kauwen dat de provincie het nu gedaan heeft. Want dat is eigenlijk net zoiets als de politie ervan de schuld geven dat er veel verkeersovertreders zijn. We zien een bedrijf dat de regels aan zijn laars lapt. Die regels zijn helder: het mag niet. Het gebeurt toch, en u zegt: de provincie faalt. Dat is me te makkelijk.

De heer Van Aalst (PVV):

Nee, voorzitter. Als in een bepaalde stad in het verkeer een overtreding wordt begaan, dan moet de lokale politie dat oplossen. In dit geval constateren we een probleem dat landelijk is en dat laten we niet de lokale politie oplossen. Als de provincie niet in staat is om op dit probleem inzake de veiligheid van ons drinkwater adequaat te reageren, dan vind ik dat je die rol bij iemand anders moet neerleggen, bijvoorbeeld bij het ministerie.

De heer Sienot (D66):

Volgens mij krijgt de lokale politie — ik blijf bij uw voorbeeld — juist van de landelijke ontzettend veel ondersteuning, extra kennis en expertise om dit op te sporen. Nogmaals, de bron van de fout kun je het bevoegd gezag niet verwijten. De overtreder is nu eenmaal de overtreder. Daar ligt de verantwoordelijkheid.

De heer Van Aalst (PVV):

Om met het laatste punt van "de overtreder is de overtreder" te beginnen: in dit geval hebben we geconstateerd dat Chemours niet de overtreder was, maar zich hield aan zijn vergunning. Vervolgens hebben de minister en de staatssecretaris in meerdere debatten aangegeven dat zij altijd het bevoegd gezag, de provincie, ondersteunen. Volgens mij hebben we nu geconstateerd dat we niet tot een adequate oplossing komen. Dan is volgens mij nu het moment dat het ministerie in moet grijpen. Wij hebben in het vorige debat al gevraagd om de vergunningverlening bij één bevoegd gezag onder te brengen. Helaas heeft de meerderheid hier dat niet gesteund. Ik vind het dus jammer dat u mij hier nu bevraagt over het bevoegd gezag, terwijl u in een vorig debat al de kans heeft gehad om dit te steunen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Aalst. Dan geef ik nu het woord aan de heer Laçin namens de SP-fractie, die fluitend naar het spreekgestoelte loopt.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Eén ding moet ik Chemours nageven: het is nooit saai rondom het bedrijf. Nadat Chemours jarenlang van incident naar incident hobbelde, weigerde het bedrijf recentelijk om een lijst met GenX afnemende bedrijven te overleggen aan de overheid. Het bedrijf weigerde om te betalen voor bloedonderzoek op PFOA en C8 voor omwonenden in Sliedrecht. Nadat er vorig jaar op verschillende plaatsen in Zuid-Holland al GenX was aangetroffen, werd deze chemische troep recent ook gevonden op verschillende plaatsen in Brabant. Hierna besloot afvalverwerker ATM om het afvalwater van Chemours niet meer te accepteren.

Twee weken terug kwam Chemours opnieuw in het nieuws, vanwege de emissie van het gevaarlijke PFIB, een soort gifgas. Vorige week concludeerde het RIVM dat omwonenden binnen een straal van 1 kilometer niet te veel en niet te vaak groente en fruit moesten eten uit hun eigen tuin. Ook vond er vorige week een ongeluk plaats, waarbij een auto en een trein van DB Cargo betrokken waren. De trein had net grondstoffen, waaronder chloroform, gelost bij Chemours. Dat roept bij ons de vraag op hoe GenX wordt vervoerd naar afnemers. Hoe vaak gebeurt dit? Welke risico's zijn er op het moment van ongelukken? Kan de minister hier ons nog wat meer over zeggen?

Ik noemde het al: het RIVM waarschuwt omwonenden binnen een straal van 1 kilometer om niet te vaak en niet te veel gewassen uit eigen tuin te eten. Het is nog steeds niet duidelijk hoe we de samenhang tussen concentraties PFOA en GenX op gewassen in relatie tot concentraties in de bodem moeten duiden. Daarmee wordt niet tegemoetgekomen aan de dringende behoefte van bewoners, die onderhand snakken naar duidelijkheid en zich terecht afvragen hoeveel onderzoeken deze minister nog nodig heeft voordat er daadwerkelijk wordt ingegrepen. Velen van hen hebben de hoop op een goede afloop al opgegeven. Ook op dit dossier rijst de vraag in hoeverre de overheid er is voor de burger. We voeren debatten, proberen maatregelen te treffen en zetten Chemours onder druk, maar toch loost dit bedrijf al bijna 50 jaar chemische troep in ons milieu en ons lichaam. Dat moet wat de SP betreft zo snel mogelijk stoppen.

Voorzitter. Tijdens het AO Externe veiligheid op 18 januari en het plenaire debat op 22 februari over schoon drinkwater hebben we het gehad over die lijst met bedrijven waaraan Chemours GenX levert. Die lijst is door een aantal Kamerleden vertrouwelijk ingezien. Kan de minister aangeven hoe groot het risico is dat GenX ook opduikt in andere delen van het land, waar het nu nog niet is aangetroffen? Welke stappen gaat zij proactief nemen om dit inzichtelijk te maken? We kunnen niet wachten op een volgende situatie waarin GenX wordt aangetroffen in ons milieu of drinkwater. Daarom roep ik de minister op om regie te voeren en om te onderzoeken waar dat nodig is. Graag een reactie.

Voorzitter. Tot slot. In de structurele aanpak opkomende stoffen uit puntbronnen in relatie tot bescherming drinkwaterbronnen geeft de minister aan dat zij de mogelijkheid onderzoekt om de informatievoorziening over de effecten van geloosde stoffen te verbeteren. Wanneer wordt dit voornemen concreet ingevuld en wordt de Kamer hierover geïnformeerd? De SP vindt dat bedrijven verantwoordelijkheid moeten dragen voor de bewaking van de kwaliteit van hun afvalwater door een actueel overzicht bij te houden en hun afvalwater continu te monitoren.

De voorzitter:

Gaat u afronden?

De heer Laçin (SP):

Laatste zin. Ik vraag de minister wanneer zij meer duidelijkheid kan geven over de mogelijkheid om GenX op de lijst met zeer zorgwekkende stoffen te plaatsen. Wat de SP betreft kan dit niet snel genoeg gebeuren. Welke mogelijkheden zijn er om GenX te verbieden als het is aangemerkt als zeer zorgwekkende stof?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Ziengs namens de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Nog niet zo lang geleden was ik in Zeeland en toen kwam mij daar het verhaal ter ore dat daar water onttrokken werd aan de Oosterschelde om gebruikt te worden om mosselen af te spoelen, waarna dat water, dat aan de zwaarste eisen moest voldoen, weer terug kon in de Oosterschelde. Dan denk je: als die eisen daar zo zwaar gesteld worden, hoe zit het dan in Noord-Brabant?

Op 5 december 2017 stond ik hier ook in het vragenuur en toen ging het inderdaad over verontreinigde grond die niet afgevoerd mocht worden. Ondertussen zien we iedere keer het onderwerp terugkomen op de agenda. Dat baart onze fractie best wel grote zorgen. Sowieso wil ik een compliment maken aan de minister en uiteraard ook de staatssecretaris die op dit dossier actief is. Chemours moest uiteindelijk gegevens beschikbaar stellen waar het ging om afnemers van de stof die dat bedrijf produceert. Dat is uiteindelijk met enige dwang gelukt. Daarvoor in ieder geval de complimenten.

We weten allemaal dat de zaak zo georganiseerd is, dat de provincie het bevoegd gezag is, toezicht houdt en moet gaan handhaven, en dat Rijkswaterstaat uiteindelijk de handhaver is. Maar toch wil ik de minister vragen of zij binnen haar bevoegdheden nog meer denkt te kunnen doen. Op 16 januari heeft zij een brief verzonden, waarin ze allerlei maatregelen opsomt. We zien ook dat ze daarin voortvarend te werk is gegaan. Maar hoe gaan we nu verder? Hoe vaak moeten we hier nog debatten gaan voeren over dit onderwerp? Want het gaat tenslotte om de burger die in die omgeving woont en die nu moet constateren dat er al een waarschuwing afgegeven wordt om het kropje sla, de boerenkool, de witlof en whatever je allemaal in een tuin kunt verbouwen niet te eten, althans om daar met mate mee om te gaan. Te zot voor woorden! Het gaat er uiteindelijk om dat die bewoner de rust heeft dat het water gewoon voorzien is van een veiligheidskeurmerk en dat die niet bang behoeft te zijn om het voedsel te nuttigen dat in zijn of haar eigen tuintje verbouwd wordt. De rust moet terugkeren. Ik wil dan ook graag weten of de minister voornemens is om nadere voorwaarden te stellen naar aanleiding van de commotie rondom GenX.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik hoor een pleidooi dat de rust moet terugkeren en dat er iets gedaan moet worden. Het blijft mij dan nog wel een beetje onduidelijk wat er volgens de VVD-fractie dan gedaan moet worden. Is de VVD-fractie het met GroenLinks eens dat er een stop moet komen op verdere lozingen en uitstoot van GenX?

De heer Ziengs (VVD):

We hebben in vorige debatten ook kunnen constateren dat soms bij een productieproces bepaalde zaken niet voorkomen kunnen worden. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat het drinkwater schoon moet zijn maar ook de lucht. Dat is voor ons van belang. Het zal aan de beantwoording van de minister liggen hoe we daar verder mee gaan. Wat kun je wel en wat kun je niet? Daar wil ik graag duidelijkheid over.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het bedrijf in kwestie in Amerika zorgt ervoor dat het niet in het water komt. Ze hebben daar een manier waarop ze het kunnen filteren en opslaan. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat er in de VS anders grote schadeclaims komen. Blijkbaar schat het bedrijf hier die risico's anders in en wil het die kosten niet maken. Dus het kan wel degelijk. Je zou kunnen zeggen: dat productieproces blijft, maar dan zonder uitstoot. Daar zouden we heel graag steun van de VVD voor krijgen.

De heer Ziengs (VVD):

Die vraag was duidelijk.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan was dat de eerste termijn van de kant van de Kamer. Ik schors de vergadering tot kwart voor drie.

De vergadering wordt van 14.35 uur tot 14.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik heb altijd een beetje ruzie met het spreekgestoelte. Nu gaat het weer veel te veel omhoog. Anders sta ik zelf de hele tijd tegen die microfoon aan te kijken en dat is vervelend; ik zie liever de Kamerleden.

Voorzitter. Ik ben altijd blij om weer een debat in de Kamer te mogen voeren, maar het is op zich heel vervelend dat we voortdurend over GenX moeten debatteren. Je zou namelijk willen dat het probleem de wereld uit zou raken.

Ik begin maar gewoon met de beantwoording van de vragen van de heer Wassenberg, de aanvrager van en eerste spreker in het debat. Een van zijn vragen was hoe GenX nou eigenlijk in het oppervlaktewater terechtkomt. Dat is indirect al wel in het debat aan de orde geweest. GenX mag gewoon gebruikt worden en mag binnen de voorwaarden van de verordening, van de vergunning waar het bedrijf onder valt, daadwerkelijk geloosd worden. Er is dus niet specifiek sprake van toeval of een ongeluk. Zolang zij zich aan de voorwaarden van de vergunning houden, mogen zij dit gebruiken.

Zijn deze gevallen nou niet te complex geworden voor alle verschillende bevoegde gezagen? Dat was ook een vraag. Aanvankelijk is de provincie Zuid-Holland hier natuurlijk als eerste bevoegd gezag bij betrokken geraakt. Naderhand zijn er helaas meer bevoegde gezagen bij betrokken geraakt, waaronder de gemeenten Helmond en Eindhoven, die u al noemde. Ook de waterschappen zijn aan boord gekomen. Ik kan u zeggen dat wij daar als ministerie ook graag bij betrokken zijn, juist om dit uitdagende probleem gezamenlijk op te pakken en de bevoegde gezagen daarbij te ondersteunen. De samenwerking is buitengewoon goed. Iedereen is buitengewoon doordrongen van de ernst van dit probleem, dus de bereidheid om alles met elkaar af te stemmen en te delen is ontzettend groot. Ik geef maar meteen aan in de richting van de heer Van Aalst dat ik niet denk dat die verbeterd zou kunnen worden doordat één bevoegd gezag in heel Nederland dit soort dingen allemaal zou doen. De samenwerking is buitengewoon goed, dus ik zie geen noodzaak om dat anders te gaan doen. Ieder bevoegd gezag pakt zijn rol goed op, zo hebben wij kunnen constateren. Wij helpen daar graag bij. Dat geldt ook voor het RIVM enzovoort.

De voorzitter:

Is de minister klaar met dit stuk?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Op zich wel, ja hoor.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het lijkt me goed om, voordat we met het debat beginnen, even helder te hebben wat het probleem is. In haar inleiding geeft de minister aan dat het bedrijf een vergunning heeft en de stof dus mag lozen; dat zit gewoon in de vergunning. Vervolgens zegt ze: iedereen is doordrongen van de ernst van dit probleem. Wat is wat de minister betreft het probleem waar we voor staan met GenX in het oppervlaktewater, in de bodem, in de lucht et cetera?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

We hebben het niet voor niets onder de potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen geschaard. Dat zijn stoffen waarvan we nog niet precies weten bij welk niveau ze daadwerkelijk gevaarlijk zouden kunnen zijn. We hebben natuurlijk wel richtwaarden. Daar wordt ook naar gekeken. Gelukkig is het bij drinkwater en overigens ook bij oppervlaktewater nog niet in een gevarenzone gekomen, maar die stof staat niet voor niets op de lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen; dat zegt u terecht. Er zijn echt grote vraagtekens bij te zetten. In het kader van "beter te voorzichtig dan dat je achteraf spijt krijgt" wil je deze stof wel ontzettend goed in de gaten houden. Bij vergunningverlening moet je daar dus bijzondere aandacht aan schenken, zodat je daar zo zorgvuldig mogelijk mee om kunt gaan en precies weet waar het blijft bij productieprocessen waarin het nog gebruikt mag worden. Als het opeens op een plek elders, in Brabant, wordt aangetroffen, denkt iedereen: hé, hier zit helemaal geen bedrijf met een vergunning hiervoor. Dan ga je na hoe dat kan. Aangezien Chemours de enige in Nederland is die hier een vergunning voor heeft, is het allemaal terug te voeren op contacten met Chemours. Dan is het zaak om die stromen helder in beeld te krijgen. Dat is meteen ook de beantwoording van een andere vraag. Vandaar dat we ook de lijst van afnemers van Chemours hebben opgevraagd bij het bedrijf. Het heeft even geduurd, maar die hebben we ook gekregen. De heer Laçin heeft verzocht om die vertrouwelijk ter inzage te krijgen. Dat is inmiddels gebeurd. Maar we hebben die informatie op het moment dat wij die kregen, ook al gedeeld met de bevoegde gezagen elders in het land, zodat zij met de waterschappen in de betreffende gebieden kunnen controleren of daar mogelijk ook GenX-sporen aangetroffen worden. Tot op heden zijn die gelukkig nergens anders aangetroffen, maar dat onderzoek gaat nog door. Mocht daar wel iets uitkomen, dan zult u dat natuurlijk direct horen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik dank de minister voor dit uitgebreide antwoord. Eigenlijk vind ik één aspect van het antwoord heel erg belangrijk. Er wordt aangegeven dat we zo'n stof niet voor niets op die lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen zetten en dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn. Je moet het eigenlijk voor zijn. Zolang er nog zo veel onduidelijkheid is over de echte impact van GenX maar er wel heel veel indicaties zijn over hoe gevaarlijk het is, zou je voorzichtig moeten zijn. Dat brengt mij richting het voorzorgsbeginsel. Dat is iets waar wij een grote voorstander van zijn. Mijn vraag aan de minister luidt: hoe gaan we er nu voor zorgen dat we met die hele lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen echt een voorzorgsbeginsel introduceren voordat wij inderdaad vergunningen verlenen?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik denk dat in eerste instantie natuurlijk het bedrijf zelf echt aan de lat staat om aan dat voorzorgsbeginsel en die zorgplicht invulling te geven. Dan beantwoord ik meteen ook maar even een vraag over ATM. Wie valt hier nou iets te verwijten? Ik vind dat het bedrijf Chemours ATM hiervan op de hoogte had moeten stellen. Dat heeft het niet gedaan. Zodra ATM daarvan op de hoogte was, is er meteen met de inname gestopt. Als bedrijf weet je dat je deze stof gebruikt. Dan ben jij degene die die informatie ook aan anderen moet verstrekken. Dat signaal mag, wat mij betreft, heel helder zijn.

Hetzelfde geldt voor het volgende. Mevrouw Kröger had in haar inbreng ook een heel terecht punt over het onderzoek waarvan in mei een nadere uitkomst beschikbaar zou moeten zijn. Dat loopt natuurlijk ook via het bevoegd gezag van Zuid-Holland. Maar ook daar zou ik dan maar, ik denk mede namens u, willen uitstralen dat het bedrijf er heel verstandig aan zou doen om dat zo snel mogelijk op te pakken. Anders krijgen ze toch echt een beetje de uitstraling van: het interesseert ons Chemours, geen moer. Ik denk dat ze dat echt moeten willen vermijden. Ik zeg het misschien hard, maar ik denk dat het heel goed is dat ze ook laten zien dat zij hun uiterste best doen om die zorgplicht serieus te nemen en alle onderzoeken die ze moeten doen, ook zo snel mogelijk af te ronden.

De heer Wassenberg (PvdD):

De minister zegt dat GenX op de lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen staat. Ik heb daarnaar gekeken. Ik heb ook gekeken naar de gevaren van GenX. Het RIVM schrijft dat het mogelijk kankerverwekkend en in ieder geval leverbeschadigend is. De stof wordt pas acht jaar gebruikt. Over de langetermijneffecten weten we nog helemaal niets. We weten ook nog helemaal niet of het cumulatief is, of het ophoopt in het lichaam. Is er niet alle reden om zo snel mogelijk die stof GenX op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen te plaatsen en om te zeggen dat we die stof eigenlijk helemaal niet in de omgeving willen hebben. Je weet het niet tot drie cijfers achter de komma, maar je weet wel dat je het niet daar wilt hebben. Moet het niet snel op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik begin weer bij het onderzoek dat gedaan moet worden. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren en dat moet kwalitatief goed zijn. Het RIVM is daar ook druk mee doende. Zodra we die gegevens hebben, kunnen we ook verder doorpakken. We zijn er in Europees verband ook in het kader van de REACH-verordening natuurlijk mee aan de slag. Dus wat ons betreft volop snelheid in dat proces.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan zou ik er toch voor pleiten om het op die lijst te zetten. Mocht het allemaal meevallen, dan kunnen we het er altijd weer van afhalen. Bovendien wil ik ook even kijken naar de gemeenten. De minister zegt dat het bevoegd gezag in dit geval de gemeente is. Maar er zijn 388 gemeenten in Nederland. Ik heb gekeken naar de lijst van afnemers van Chemours. Dat zijn er geen 388 maar wel een aantal, en in verschillende gemeenten. Je kunt toch niet aan al die gemeenten gaan vragen: zorg dat jullie nou ook een expert op het gebied van GenX zijn en zorg dat jullie de problemen zelf kunnen aanpakken, controleren en handhaven? Dan vraag je toch veel te veel aan al die gemeenten?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Daar heeft de heer Wassenberg helemaal gelijk aan, maar dat vragen we ook niet aan die gemeenten. We hebben uitdrukkelijk alle experts bij elkaar gebracht, ook met de mensen van het RIVM. Van degenen die er in eerste instantie mee gestart zijn, is natuurlijk het bevoegd gezag de provincie Zuid-Holland, de vergunningverlener aan het bedrijf. Daar zit ook de meeste expertise. Het is aan ons — we hebben ook steeds hulp aangeboden — om dat verder goed te verspreiden. Het is dus niet zo dat iedere gemeente waar mogelijk iets aan de hand zou kunnen zijn, wat gelukkig elders nog niet is gebleken … Maar mocht dat wel zo zijn, dan zullen zij ook ondersteund worden door degenen die er helaas al eerder ervaring mee hebben.

De heer Van Aalst (PVV):

De minister beantwoordde mijn vragen over regie nemen. Daarbij gaf zij aan dat er volop samenwerking is tussen al die verschillende instanties. Ik heb er een heleboel voorbij horen komen: gemeenten, RIVM, milieudiensten, de provincie als bevoegd gezag. Dan komt er nog wat spierballentaal over: ik wil niet hebben dat ze denken dat het allemaal geen moer, "Chemours", interesseert. Waar ik nou juist op doelde was: laat de minister nu gewoon eens een keer met de vuist op tafel slaan en zeggen "jongens ik ben klaar met die onrust, we gaan dit nu met elkaar oplossen", inclusief de chemiesector. We lossen dit op, we creëren rust in de omgeving, waar dan ook in Nederland, in plaats van maar door te sudderen, debat na debat. Dit is nu het vijfde debat en we hebben elke keer exact dezelfde inbreng met exact dezelfde reactie van de minister, en we schieten helemaal niets op. We roepen de minister op om nu gewoon de regierol te pakken. Ik vraag niet om per definitie het bevoegd gezag over te nemen, maar pak gewoon die regierol, sla met de vuist op tafel en los het nu op.

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd. De minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Voorzitter. Ik ben het met de heer Van Aalst eens dat we rust willen op dit dossier, maar ik geloof niet dat het eraan bij zou dragen als ik met de vuist op tafel zou slaan. Dat is ook niet nodig, want de bevoegde gezagen zijn er gewoon goed mee bezig. Ik denk dat het belangrijker is dat we met elkaar samen optrekken dan dat ik nou een hoop stennis ga maken. Dat lijkt me niet constructief.

De heer Van Aalst (PVV):

Dit zou juist heel erg goed werken. Dit is denk ik nu het vijfde debat op rij, met verrassing na verrassing die elke keer weer voorbijkomt, waar wij als Kamerleden maar ook als omwonenden mee geconfronteerd worden. Het wordt nu echt tijd dat de minister gewoon doorpakt en zegt: jongens, ik ben hier de baas, en zo gaan we het doen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik ben blij dat de heer Van Aalst erg veel vertrouwen in de minister heeft en dat hij denkt dat als ik het zou doen, het allemaal meteen goed zou komen, maar ik denk dat het echt niet nodig is dat de bevoegde gezagen echt hun rol pakken. Het zou iets anders zijn als we zouden zeggen: provincie of waterschappen gooien er met de pet naar, maken er een potje van. Dat is absoluut niet het geval. Die zitten erbovenop en nemen het probleem zeer serieus. Het is dan verstandiger dat we elkaar helpen dan dat we elkaar de hersens inslaan.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, ik zie u staan, maar ik stel voor dat de minister even verder gaat met haar antwoorden, en dan krijgt u de gelegenheid om nog een keer te interrumperen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Dan was ik nog steeds bij de heer Wassenberg en zijn vragen. Hij heeft ook gevraagd of het misschien niet tijd wordt om strafrechtelijk onderzoek te doen en of er daarvoor voldoende aan de hand is. Daar kan ik hier in het openbaar het antwoord op geven dat dat niet aan ons is. De normale weg is dat een bevoegd gezag, mocht het denken dat er sprake is van een dergelijk handelen, dat moet aankaarten bij het functioneel parket. Dus dat is niet aan ons.

Dan kom ik bij mevrouw Kroger. U hebt eigenlijk gevraagd naar de soort Zwitserlandroute van Chemours en u vraagt of dat misschien een gebruikelijke procedure is en wat ik daarvan vind. Laat ik zeggen, ik vind het op zijn minst opmerkelijk dat dit zo gebeurt. Wij hebben op het ministerie geen signalen dat dit nou een wijdverbreid gebruik is of iets dergelijks.

De vraag over ATM heb ik denk ik al net in het interruptiedebatje beantwoord.

Over welke mogelijk additionele voorwaarden of vergunningen wil de minister in gesprek met de bevoegde gezagen? Zoals ik al zei, zijn wij in heel goed overleg met de bevoegde gezagen. Wij zijn druk bezig met alle beschikbare instrumenten zoals de voorlopige lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen, het handboek emissietoets, de handreiking voor de ABM-toets en de verdere uitwisseling van kennis tussen de bevoegde gezagen. Dat heeft onze aandacht en die van alle partners.

De voorzitter:

Zijn hiermee de vragen van mevrouw Kröger beantwoord?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik heb er nog twee liggen.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat u die ook beantwoordt.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Mevrouw Kröger had ook nog gevraagd of Chemours nu echt alle gegevens heeft geleverd en wanneer er een norm komt voor GenX. U gaf zelf al aan dat Chemours in mei, als het goed is, met resultaten moet komen. Als ze dat doen, zal de hele procedure waarschijnlijk tot het eind van dit jaar duren, maar ook dat is aan de provincie Zuid-Holland en het RIVM. Ik zal in ieder geval regelmatig informeren hoe het ermee staat en ik zal er van onze kant druk op houden om zo veel mogelijk snelheid in dat proces te houden.

De informatieplicht van bedrijven. Naar aanleiding van de motie ingediend bij het wetgevingsoverleg Water van november heb ik inderdaad onderzoek uitgezet bij Royal Haskoning. Dat was ook een vraag van onder anderen de heer Sienot. Er komt advies over de mogelijkheden van zo'n informatieplicht. Bij de stakeholdersbijeenkomst Drinkwater is ook naar de mening van de drinkwaterbedrijven gevraagd en, middels de VNCI, naar die van de chemische bedrijven. Hun input is welkom en zal worden meegenomen. Zodra dat onderzoek is afgerond, zal ik de Kamer informeren over de manier waarop ik invulling aan die motie kan geven. Ik wil de Kamer toezeggen dat dat uiterlijk bij het AO Water van 27 juni aanstaande zal gebeuren.

Voorzitter, dat waren de vragen.

De voorzitter:

Dan mag mevrouw Kröger nu iets vragen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Een vervolgvraag op de situatie rond ATM. In mijn bijdrage schetste ik dat ATM het óf niet wist, óf het niet goed heeft verwerkt. De minister geeft nu aan dat ATM niet op de hoogte was dat het afvalwater dat zij vanuit Chemours kregen GenX bevatte, als ik het goed begrijp.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan is mijn vraag of Chemours daarmee in overtreding is en welke sancties hier dan op volgen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik denk dat wij nu hier juist weer zo'n grensgeval hebben inzake de informatieplicht en de zorgplicht. Daarom is het ook goed dat we daarover met alle stakeholders in gesprek gaan. Ik zei net al dat ik vind dat een bedrijf als Chemours dit had horen te melden of had moeten melden uit eigen beweging aan een bedrijf als ATM dat hiermee te maken krijgt. Dat is niet gebeurd, want ATM was er niet van op de hoogte. Dat vind ik iets wat in de toekomst onder een informatieplicht of hoe je het ook anders zou willen vormgeven, wel zou moeten gebeuren.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Nu ben ik toch ietwat in verwarring, want op het moment dat bedrijven afvalwater aanleveren bij een afvalverwerker als ATM, leveren zij daar ook een lijst met afvalstoffen bij. Dan had GenX daar op moeten staan, toch?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik weet niet helemaal hoe het precies is aangeleverd. Feit is dat ATM heeft aangegeven dat het bij hen niet bekend was en dat ze ook per direct tot een innamestop zijn overgegaan. Welke informatie er dan precies wel bij ATM bekend was, moet ik u even schuldig blijven. Als u het goedvindt, wil ik daar best op terugkomen en aan u laten weten hoe dat precies zit.

De voorzitter:

In de tweede termijn of schriftelijk? Wat is handig?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Schriftelijk, denk ik, want dat zullen we bij ATM moeten navragen en ik denk niet dat ik dat in een korte schorsing voor elkaar krijg, voorzitter.

De voorzitter:

Goed.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het gaat mij dus om wat ATM wist over wat Chemours heeft aangeleverd, maar vooral om dit: als Chemours stoffen wil lozen waar een vergunning voor nodig is, geldt die vergunningsplicht dan niet ook als die stof in afvalwater zit dat naar een afvalverwerker gaat? Volgens ons begrip zouden dat type afvalstoffen wel degelijk gemeld moeten worden en is Chemours hier in overtreding geweest.

De voorzitter:

Goed. De minister komt daarop terug.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja, dat gaan we even precies voor u op papier zetten. Ik denk dat dat het verstandigste is, want in een dossier als dit moet je het allemaal heel zorgvuldig omschrijven.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan de heer Sienot. Hoe kijkt de minister aan tegen de huidige vergunning van Chemours? Nou, het zal geen verbazing wekken dat ik de provincie van harte steun bij de actie om die vergunning te reviseren. Dat gebeurt nog dit jaar. Of die huidige vergunning dan afdoende is, moet uit het proces blijken. Nogmaals, daar zijn ook de onderzoeksgegevens et cetera voor nodig.

Welke rol speelt een veilige keten in de totstandkoming? Nou ja, uiteraard is bij waterkwaliteit de ketenbenadering zeker essentieel. Dus ik ben het zeer eens met de heer Sienot dat daarom ook de verschillende rollen bij de verschillende bevoegde gezagen naadloos op elkaar aan moeten sluiten en dat de bron, de producent, de EU-regelgeving van REACH, in elkaar moeten passen, zodat dat veilig drinkwater en veilig oppervlaktewater oplevert. Dus nogmaals: samenwerking is daar heel hard nodig.

Hoe gaan de extra bijdragen uit het regeerakkoord de minister helpen? Die gaan we zeker inzetten. In de brief aan de Tweede Kamer over de 275 miljoen voor natuur en grote wateren heb ik daarover al iets gezegd. In dat kader zullen we natuurlijk in de bestuurlijke afspraken met de watersector nadere afspraken gaan maken. We hebben al een eerste bedrag van €400.000 subsidie kunnen geven aan het Waterschap Aa en Maas, om daar een nieuwe innovatieve manier om het water nog beter te kunnen zuiveren te gaan ontwikkelen. Dat is pas het eerste, en ik denk dat we daar nog heel veel goed werk kunnen doen, waarbij we de kwaliteit van ons drinkwater, ook in het kader van medicijnresten enzovoorts, echt weer een slag verder kunnen helpen.

Ja, de heer Van Aalst zegt eigenlijk: de minister moet het bevoegd gezag maar overnemen. Ik denk dat we daarover in het interruptiedebat al voldoende hebben gezegd.

De heer Laçin had het over het specifieke transport. Daarvoor zou ik u eigenlijk willen verwijzen naar het eerstvolgende algemeen overleg over externe veiligheid, met de staatssecretaris. Want dat gaat in brede zin over het transport van gevaarlijke stoffen. Welke mogelijkheden heeft de minister om GenX te verbieden zodra het een zeer zorgwekkende stof is? Daarvan moet ik aangeven dat, ook al is het een zeer zorgwekkende stof, het niet meteen een-op-een de mogelijkheid geeft om iets zonder meer helemaal te verbieden. Maar je kunt dan wel eisen stellen om alles zo veel mogelijk uit het milieu te weren. Nou ja, dan mag misschien een stof wel in het productieproces worden gebruikt, maar niet meer worden geloosd of uitgestoten. Het is dus niet een-op-een zo dat een zeer zorgwekkende stof nergens meer in het productieproces mag voorkomen. Maar je kunt natuurlijk zeer stringent opleggen dat die stof uit het milieu geweerd moet worden en dus alleen in een gesloten productieproces nog gebruikt zou mogen worden. U vroeg ook nog naar de samenhang tussen GenX en gewassen en bodem. Daarvoor zou ik u willen verwijzen naar de brief die de staatssecretaris in een AO over externe veiligheid nog gaat behandelen, waarbij onder andere, huiselijk gezegd, het moestuintjesonderzoek aan de orde komt.

Dan heb ik tot slot nog de heer Ziengs.

De voorzitter:

Maar de heer Sienot had een vraag. De heer Sienot.

De heer Sienot (D66):

Ik wachtte heel even tot de minister haar verhaal bijna af had en ik dacht: nu komt het niet meer. Ik vroeg ook wanneer we het Bestuursakkoord ongeveer mogen verwachten en hoe snel dat gaat, zeker omdat u net zelf ook terecht zegt dat het allemaal puzzelstukjes zijn die in elkaar moeten vallen en dat we gestroomlijnd samen moeten werken. Dan is het ook zaak dat daar snel spijkers met koppen worden geslagen. Hoe ziet u dat?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

U doelt op het Bestuursakkoord Water, neem ik aan. Dat hoop ik binnen een paar maanden te kunnen afsluiten. Daar hebben we nog wel een paar onderwerpen aan toegevoegd. Zo hebben we uitdagingen op het gebied van cybersecurity toegevoegd aan de wateragenda. We hebben natuurlijk een nieuwe aanpak op het gebied van medicijnresten. Dan is er nog, niet te vergeten, de klimaatadaptatie. Ik wil dat ook echt goed laten landen in dat akkoord. U gaat dat in ieder geval vóór de zomer meemaken.

De voorzitter:

U was in uw betoog bij de vragen van meneer Ziengs gebleven.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De heer Ziengs vroeg of ik voornemens ben nadere actie te ondernemen naar aanleiding van de problematiek met GenX. Eigenlijk zijn we daar vrijwel continu mee bezig, meneer Ziengs. Er is voortdurend overleg en we trekken voortdurend aan de bel, ook met de ILT. Zo hebben we de gegevens ook in handen gekregen. We overleggen voortdurend met de provincies, met Rijkswaterstaat, met de betrokken gemeentes en met de omgevingsdiensten in Brabant. Zowel op het gebied van vergunning als handhaving en toezicht zijn alle betrokken partijen echt alert. U hebt de lijst van afnemers vertrouwelijk in kunnen zien en we zullen, als er onverhoopt toch elders nog iets aangetroffen zal worden, ervoor zorgen dat mogelijke nieuwe bevoegde gezagen een spoedcursus GenX krijgen om hen ook te ondersteunen om zo'n situatie zo goed mogelijk op te pakken. Dus alles wat daarvoor nodig is, zullen we zeker doen.

Dan ben ik volgens mij klaar met de beantwoording, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Is er een vraag blijven liggen, mevrouw Kröger?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, zou ik nog een vraag mogen stellen?

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag over de Zwitserlandroute. Die werd behandeld in een blokje met ATM en nog wat onderwerpen. Ik hoor de minister erkennen dat deze Zwitserlandroute, deze papieren schijnconstructie, gebruikt wordt door Chemours. De minister zei ook dat er op het ministerie is rondgevraagd en dat het er niet op lijkt dat het verder gebruikt wordt. Ik vind het heel zorgelijk dat Chemours dit doet en ik zou daar toch meer duidelijkheid over willen hebben. Wordt dit door andere bedrijven in de chemische industrie ook gedaan? Wil de minister daar toch ook nog op terugkomen en verkennen of andere chemische bedrijven eenzelfde soort constructie gebruiken?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Laat ik mevrouw Kröger toezeggen dat we eens bij de ILT zullen informeren of zij daar meer inkleuring bij kunnen geven en of ze dat elders tegen zijn gekomen. We zullen bij de instanties die daar vaker mee te maken hebben eens nagaan of zij het idee hebben dat dit op grote schaal voorkomt, of niet.

De heer Laçin (SP):

Er is volgens mij nog één vraag van mij blijven liggen, namelijk over het voornemen van de minister om de informatievoorziening over geloosde stoffen te verbeteren in een structurele aanpak van opkomende stoffen uit puntbronnen in relatie tot bescherming van drinkwaterbronnen. Wanneer denkt zij dit concreet in te vullen en gaat zij ons hierover informeren?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Even kijken wanneer wij u daarover kunnen informeren. Er komt nog een Kamerbrief, die specifiek gaat over chemische stoffen. Die brief komt van de staatssecretaris en die is toegezegd vóór de komende zomer. Dus de staatssecretaris zal daar dan op terugkomen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu naar de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik geef de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren het woord. U heeft één minuut spreektijd. Ik zie u met heel veel moties rondlopen, dus u mag meteen beginnen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nee, voorzitter, het zijn twee moties. Maar ik heb ook kopietjes, want stel je voor dat er dadelijk een vraag komt en ik mijn moties al heb afgegeven. Dan weet ik niet waar het over gaat. Nu ja, dat weet ik wel, maar dan weet ik niet precies welke overweging bedoeld wordt.

Voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ze zei dat GenX niet op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen staat. Ik heb aangegeven dat dat wat mij betreft zo snel mogelijk wel zou moeten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat GenX nog niet op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen is geplaatst;

constaterende dat het RIVM concludeert dat GenX leverschade veroorzaakt en mogelijk kankerverwekkend is;

verzoekt de regering om alles op alles te zetten om GenX vóór de zomer op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen te plaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg, Laçin en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 69 (28089).

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn tweede motie gaat over inschakeling van het functioneel parket.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat GenX-stoffen giftig zijn, schadelijke effecten voor de lever hebben en mogelijk kankerverwekkend zijn en dat GenX absoluut niet in de omgeving, het water of de lucht thuishoort;

constaterende dat GenX op verschillende momenten via het bedrijf Chemours in Dordrecht in de omgeving terecht is gekomen;

constaterende dat GenX eveneens op verscheidene plekken in Noord-Brabant in de omgeving terecht is gekomen;

overwegende dat de herhaalde uitstoot van GenX op een structureel karakter lijkt te wijzen;

verzoekt de regering om de afdeling Milieucriminaliteit van het functioneel parket te laten onderzoeken of de uitstoot van GenX als een vorm van milieucriminaliteit dient te worden aangemerkt en vervolgd dient te worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 70 (28089).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Een tweetal moties, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Chemours, dat patentrecht heeft op de GenX-techniek, verzocht is om een overzicht met afnemers te verstrekken, maar dit pas na intensief overleg en lange tijd heeft willen leveren aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT);

van mening dat veel maatschappelijke kosten bespaard hadden kunnen blijven indien de ILT tijdig een overzicht had ontvangen van alle stromen van GenX in Nederland, inclusief de stromen naar afvalverwerkers;

tevens van mening dat het van maatschappelijk belang is dat de ILT bij milieuvervuiling afzet- en transportlijsten van (chemische) bedrijven moet kunnen opvragen;

verzoekt de regering te onderzoeken welke wettelijke belemmeringen er momenteel zijn voor de ILT om bij ernstige milieuvervuiling afzet- en transportenlijsten snel op te vragen, en hierover de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 71 (28089).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 2018 de provincie Zuid-Holland de vergunning van Chemours opnieuw zal beoordelen, en dat dit ook de mogelijkheid geeft om de vergunning verder aan te scherpen;

overwegende dat GenX-stoffen steeds verder van de fabriek aangetroffen worden;

verzoekt de regering in overleg met de provincie Zuid-Holland te onderzoeken welke aanvullende voorwaarden voor vergunningverlening kunnen worden gesteld, en of op basis van best beschikbare technieken een verbod op uitstoot en lozing van GenX kan worden gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72 (28089).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wilde eigenlijk alleen even zeggen dat wij als D66 wel verheugd zijn over de antwoorden van de minister. Er gaat extra geld naar het beschermen van ons drinkwater. Er vindt een nog betere afstemming in de keten plaats. De puzzelstukjes komen beter in elkaar. Rond de zomer horen we hoe dat klinkt. We zijn dus heel benieuwd naar die brief, dat wilde ik maar even uitspreken. We kijken daar reikhalzend naar uit.

Ik wil graag mijn steun uitspreken voor de tweede motie die mevrouw Kröger zojuist heeft ingediend. Ik wil die graag meeondertekenen. Ik weet niet of dat langs deze weg mag, maar dat was mijn vraag.

De voorzitter:

Als uw naam wordt toegevoegd, kunnen we die alsnog meenemen.

De heer Sienot (D66):

Dat was bij dezen mijn bijdrage.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sienot. Ik geef het woord aan de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank voor de antwoorden van de minister. Ik ben iets minder blij met de antwoorden dan mijn collega van D66. Het is jammer dat de minister de regierol niet wil oppakken om het probleem op te lossen, maar dat zij kiest voor spoedcursussen GenX. Daar zien wij niet zo heel veel in. We zien elkaar binnenkort waarschijnlijk wel weer in het volgende debat rondom GenX.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Aalst. Ik geef het woord aan de heer Laçin namens de SP.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Ik heb in mijn bijdrage gevraagd of we kunnen bekijken in hoeverre het risico van GenX zich over het hele land verspreidt, zodat we niet weer achter de feiten aan lopen als het ergens opduikt. Ik dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afgelopen maanden GenX op meerdere onverwachte locaties is opgedoken;

constaterende dat er meerdere afnemers van GenX zijn in Nederland;

van mening dat het achteraf reinigen van grond- en oppervlaktewater zo veel mogelijk voorkomen dient te worden;

verzoekt de regering proactief te onderzoeken hoe de omgevingsveiligheid bij de GenX-afnemers van Chemours is geborgd en daarbij tevens de afvalstromen van de betreffende bedrijven in kaart te brengen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 73 (28089).

De heer Laçin (SP):

Ik heb nog één vraagje. Dat gaat over de best beschikbare techniek. Dat is onderdeel van de vergunning. Ik ben op werkbezoek geweest bij drinkwaterbedrijf Oasen. Ze maken daar gebruik van membraanfiltratie, waarbij alle stoffen uit het water worden gehaald en de goede stoffen vervolgens terug worden geplaatst. Is dat op dit moment een betere techniek dan de koolstoffilters die Chemours heeft? Zo ja, moeten we Chemours dan vragen, zo niet dwingen om ook over te gaan op die techniek?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, Laçin. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik kijk even naar de minister. Kan zij direct antwoorden? Nee, het verzoek is om de vergadering tien minuten te schorsen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik heb de moties nog niet allemaal.

De voorzitter:

Oké. De laatste motie wordt zo gekopieerd.

De vergadering wordt van 15.21 uur tot 15.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Er is nog één vraag gesteld door de heer Laçin. Die wil ik graag eerst beantwoorden. Zouden membraanfilters beter kunnen zijn dan koolstoffilters? Ik kan de heer Laçin aangeven dat de koolstoffilters vooralsnog de beste lijken te zijn, maar dit is precies een onderdeel van het hele revisietraject en van het onderzoek dat daarbij zal plaatsvinden. De best beschikbare techniek zal daar dus uit moeten komen. Mocht een nieuwe membraantechniek dan toch beter zijn, dan zal die zeker voorgeschreven gaan worden.

Dan de moties. De eerste motie verzoekt de regering om alles op alles te zetten om GenX voor de zomer op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen te plaatsen. Dat klinkt heel erg sympathiek, maar ik wil deze motie toch ontraden, niet omdat ik niet wil dat er zo snel mogelijk duidelijkheid over de stof komt maar omdat ik niet op de stoel van het RIVM wil gaan zitten. Dit is de bevoegdheid van het RIVM, dat hier zeer actief mee is.

Ook de motie op stuk nr. 70 zou ik willen ontraden, want wij zijn niet het bevoegde gezag.

De motie op stuk nr. 71 van mevrouw Kröger gaat over de vraag welke wettelijke belemmeringen er zijn voor ILT. Er zijn eigenlijk geen wettelijke belemmeringen. Het is allemaal wettelijk geregeld hoe dat kan. Dat is ook de reden om de motie te ontraden.

De voorzitter:

Een korte vraag, mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Misschien was in mijn voorlezen niet helder dat het woordje "wettelijk" tussen haakjes staat. Het gaat om belemmeringen. We hebben de situatie gehad dat het maanden en heel veel maatschappelijke kosten heeft gevergd om duidelijk te krijgen wat de bron van die vervuiling was, omdat de ILT niet snel die lijsten kon krijgen. Mijn vraag is dus welke belemmeringen er zijn en of dat uitgezocht kan worden, zodat we het de volgende keer allemaal een stuk sneller kunnen regelen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

We kunnen het nog eens bij ILT navragen, maar volgens mij zitten er niet echt duidelijke belemmeringen in. Het gaat er vooral om of een bedrijf uit zichzelf vlot of heel erg snel iets aanlevert of dat je daar echt op moet aandringen, waarna het bedrijf het toch doet. Maar dat zit dan meer bij het bedrijf dan dat dit nou echt specifieke belemmeringen zijn. Ik blijf dus toch bij het oordeel om deze motie te ontraden.

De motie op stuk nr. 72 is van mevrouw Kröger en de heer Sienot, die de motie via een omweg toch nog ondersteunt. Toch niet, meneer Sienot? Ik wilde net een positief oordeel gaan geven.

De heer Sienot (D66):

De verwarring is compleet. Dat komt doordat ik "de tweede motie" zei. Ik had "de eerste motie" moeten zeggen. Dat was de motie op stuk nr. 71, die u zojuist ontraden heeft.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dus de motie op stuk nr. 72 is niet namens de heer Sienot, maar toch laat ik het oordeel aan de Kamer, want in de motie wordt de regering verzocht om in overleg met de provincie Zuid-Holland te onderzoeken hoe die vergunning in de toekomst beter kan. Natuurlijk onder de voorwaarde dat de provincie Zuid-Holland ook zal willen dat wij daarin meedenken — dat denk ik wel, want we trekken heel goed samen op — willen we uiteraard graag met de provincie Zuid-Holland meedenken en willen we kijken hoe we daar de meest adequate vergunning kunnen krijgen. Ik laat het oordeel over die motie dus aan de Kamer.

De voorzitter:

De heer Laçin over dezelfde motie van mevrouw Kröger.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

De heer Van Aalst. Geeft niet, voorzitter.

De voorzitter:

Wat zei ik?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb een vraag aan de minister. In het tweede gedeelte lees ik over een verbod op uitstoot en lozing. Wil de minister werken in de richting van een verbod? Begrijp ik dat goed?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Er staat "en of". We kijken dus gewoon naar de mogelijkheden. Als er straks uit komt dat het potentieel een zeer zorgwekkende stof is en dat het potentieel kankerverwekkend is — dat moeten we ook even afwachten — dan denk ik dat we daar wel aan zouden kunnen denken.

De voorzitter:

Goed, nu komt u bij de heer Laçin.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja, nu kom ik bij de heer Laçin. De motie op stuk nr. 73 wil ik ontraden, niet omdat ik het niet eens ben met de gedachte maar gewoon omdat wij als Rijk op dit punt niet het bevoegd gezag zijn. U zou dit bij de provincie Zuid-Holland, bij uw partij daar, kunnen aankaarten, omdat de provincie het bevoegd gezag is.

De heer Laçin (SP):

Zij zijn bevoegd gezag wat betreft Chemours, maar mijn motie gaat veel verder. In het debat werd al aangegeven dat er meer afnemers van GenX en dat dit zich spreidt over het hele land. Volgens mij is de provincie Zuid-Holland niet het bevoegde gezag voor het hele land. Vandaar de vraag aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Daar heeft de heer Laçin gelijk in, maar dan zijn andere bevoegde gezagen aan zet. Die zullen het samen goed moeten afstemmen. Wij zijn in ieder geval niet dat bevoegde gezag. Vandaar het ontraden van deze motie.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Laçin.

De heer Laçin (SP):

Het klopt dat de rijksoverheid niet het bevoegde gezag is, maar de minister kan ook gezien de ernst van de problemen en de zorgen die er zijn, wel de regie nemen en met verschillende bevoegde gezagen hierover in gesprek gaan om het in ieder geval te leiden.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Wij vervullen onze rol ondersteunend, wij helpen iedereen zo goed mogelijk en wij brengen mensen bij elkaar, maar de bevoegde gezagen zijn tot nu toe heel goed in staat om dit op een goede manier te doen. Als zij daarbij onze hulp nodig hebben, zullen wij daar graag voor klaar staan. Ik zie echter geen enkele aanleiding om het bij hen weg te trekken en naar mezelf toe te halen, omdat zij het tot nog toe gewoon goed doen.

De heer Ziengs (VVD):

De minister gaf net een positief oordeel op de motie op stuk nr. 72 van mevrouw Kröger. Wellicht kan zij die dan gewoon overnemen als de rest van de leden daar ook zo over denkt?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik zie er inhoudelijk geen bezwaar tegen om die motie over te nemen. Dat is aan mevrouw Kröger.

De voorzitter:

De motie-Kröger (28089, nr. 72) is overgenomen.

Daarmee zijn wij ook aan het einde gekomen van dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de Kamerleden. Over de moties zullen wij volgende week stemmen.

De vergadering wordt van 15.36 uur tot 16.01 uur geschorst.

Naar boven