8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor de volgende debatten van de agenda af te voeren:

  • -het dertigledendebat over de aangekondigde acties in het voortgezet onderwijs;

  • -het dertigledendebat over de eerste 100 dagen van het kabinet-Rutte.

Voorts stel ik voor het VSO over het rapport Licht op schaduwonderwijs van de agenda af te voeren nu alle ingeschreven sprekers zich hebben teruggetrokken.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Financiën het lid Aukje de Vries tot lid in plaats van het lid Azmani.

Aangezien voor een aantal stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft de volgende ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 34721-1; 34557-(R2074)-1.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 32793-303; 27565-168; 31936-466; 31936-473; 29665-298; 34775-XIII-109; 34775-XII-50; 34775-XII-49; 34775-XII-48; 34950-12.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Toepassing artikel 68 Grondwet, met als eerste spreker mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Ellemeet namens GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We wisten dat de macht en de invloed van de farmaceutische industrie op de zorg al groot was. Nu hebben we in juli in een artikel in de Volkskrant kunnen lezen dat de farmaceutische industrie de artsen nóg meer sponsort dan voorheen. Daarover zou ik graag in debat willen gaan met de minister voor Medische Zorg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Zeker een punt dat ons interesseert, maar wij zouden graag een brief van de minister willen hebben en die meenemen in een AO Geneesmiddelenbeleid.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, van harte steun voor het verzoek van mevrouw Ellemeet.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Steun namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter, geen steun. Het is een onderwerp dat heel goed betrokken kan worden bij het notaoverleg Medicijnen dat we nog gaan houden.

De heer Van Gerven (SP):

Van harte steun voor het debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het lijkt me goed om dit onderwerp te bespreken bij een AO of eventueel het notaoverleg op basis van de initiatiefnota van ook mevrouw Ellemeet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ik kan me aansluiten bij de vorige spreker.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Graag ook inderdaad de brief en onderbrengen in het AO.

De voorzitter:

Geen meerderheid, mevrouw Ellemeet.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Nee, voorzitter, dat is erg jammer. Een groot onderwerp dat we niet zomaar een-twee-drie veranderen en waar meer voor nodig is dan alleen een notaoverleg. Maar ik zie dat wel 30 leden steun hebben gegeven, dus graag een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan voegen we dit debat aan de lijst met dertigledendebatten toe. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dank u wel. De minister van Buitenlandse Zaken wilde prikkelen en hij heeft weten te prikkelen. Niet alleen in heel Nederland maar ook ver over de grenzen heen heeft men kennis kunnen nemen van het verdorven maatschappijbeeld van Blok. Zijn ware aard kwam boven, en daar schrokken wij wel van.

De voorzitter:

U wilt een debat.

De heer Kuzu (DENK):

Mensen zouden in een multiculturele samenleving niet vreedzaam kunnen samenleven. Het is vooral erg dat de vicepremiers en de minister-president het afdoen als "een zomerdingetje" en "we moeten het niet groter maken dan het is". Daarom wil ik de Kamer verzoeken om zo snel mogelijk een debat te houden met de minister van Buitenlandse Zaken, in aanwezigheid van de minister-president, met zes minuten spreektijd.

De voorzitter:

Dus twee verzoeken: een debat en zes minuten spreektijd. De heer De Graaf namens de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Eindelijk een minister die op een paar punten de waarheid spreekt. Interessant, laten we er maar over gaan babbelen.

De voorzitter:

Dus u steunt het. Mevrouw Ploumen namens de PvdA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun voor het debat, voorzitter.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter, ik vrees ook dat hij de waarheid heeft gesproken, dat hij zijn gedachten heeft uitgesproken. Dat zijn zeer vergaande uitspraken, uitspraken die ook onhoudbaar zijn voor een minister van Buitenlandse Zaken. Zeer spoedig een debat, steun daarvoor.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, het is zeer belangrijk dat wij op korte termijn dat debat voeren, maar wat mij betreft alleen met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, goed om opheldering te krijgen van de minister van Buitenlandse Zaken. Maar wat ons betreft graag met de minister van Buitenlandse Zaken. Die heeft de uitspraken gedaan. Met hem gaan we het debat aan.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Steun voor het debat, voorzitter.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, ik ga ervan uit dat de minister van Buitenlandse Zaken namens het hele kabinet heeft gesproken, dus ik vind het prima als de minister-president erbij is. Maar van mijn fractie hoeft dat niet per se. Ik vind het wel heel belangrijk dat wij snel debatteren, maar dat vindt iedereen. Hoe langer de spreektijd hoe beter. Ik hoorde "zes minuten". Dat lijkt mij om te beginnen prima.

De heer Dijkhoff (VVD):

Voorzitter, steun voor het debat, wel met de minister van Buitenlandse Zaken; voor ons hoeft de premier er niet bij te zijn. En de spreektijden? Ik heb aan vier minuten genoeg, maar ik zal wel geïnterrumpeerd worden, dus ik kom wel aan mijn verhaal.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, gelet op de ontstane ophef is een debat niet verkeerd wat de SGP-fractie betreft. Maar over de spreektijden zou ik zeggen: hoe korter hoe beter.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, steun voor een debat met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ook steun voor het debat met de minister van Buitenlandse Zaken. Praktisch gezien mag de spreektijd wat mij betreft ook wel iets korter. Vaak geven we de ernst van een debat aan in de lengte van de spreektijd, maar hier moet de inbreng toch echt wel in een minuut of vier gedaan kunnen worden. Met dertien fracties vind ik vier minuten niet zo gek.

De heer Baudet (FvD):

Nou zegt een VVD'er een keer iets wat klopt en dan wordt-ie teruggefloten. Daar moeten we het absoluut over hebben met elkaar. Steun.

De voorzitter:

De heer Kuzu, het is helder dat u een meerderheid heeft voor het houden van een debat met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Kuzu (DENK):

Ja, volgens mij hebben we een unicum.

De voorzitter:

Iedereen wil het, dus dat gaan we plannen.

De heer Kuzu (DENK):

Ik dank de collega's, voorzitter. We hebben een unicum te pakken: unaniem.

Voorzitter, kan ik overgaan tot mijn tweede verzoek?

De voorzitter:

Ja.

De heer Kuzu (DENK):

Al jaren lijden de Rohingya onder onderdrukking, vervolging, verkrachting, geweld, en in een onlangs gepubliceerd VN-rapport wordt geconcludeerd dat de hoge militaire leiders in Myanmar daarom vervolgd moeten worden voor genocide en oorlogsmisdaden. Aangezien Nederland zetel is van het Internationaal Gerechtshof, wil ik met de minister van Buitenlandse Zaken in debat over de vraag wat Nederland op EU-niveau en in ander internationaal verband kan doen om hieraan een vervolg te geven en de daders niet straffeloos te laten gaan.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun voor het debat, ook omdat Nederland dit jaar een zetel heeft in de VN-Veiligheidsraad en het daar ook besproken zou moeten worden.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het debat.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Steun voor het debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, ik werd even afgeleid, maar ik sta hier omdat ik het verzoek van de heer Kuzu van harte ondersteun. We hebben vaak over Myanmar gesproken. Het is heel goed om dat nu weer te doen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, geen steun om dit apart te doen, omdat we dit onderwerp echt regelmatig bespreken, zowat elke maand. Ook recentelijk nog hebben we dat gedaan in een apart debat. Ik vind het onwaarschijnlijk belangrijk, maar ik wil de heer Kuzu uitnodigen om ook een keer bij die debatten te verschijnen.

De voorzitter:

U krijgt zo de gelegenheid, meneer Kuzu. Mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

Ik sluit mij daarbij aan, voorzitter. Geen steun van de VVD voor een apart debat.

De heer Van Helvert (CDA):

Ik sluit mij aan bij de heer Sjoerdsma.

De voorzitter:

De heer Kuzu, u heeft geen meerderheid.

De heer Kuzu (DENK):

Ik zie inderdaad geen meerderheid. Ik laat het wel opnemen op de lijst van dertigledendebatten. Ik wil overigens tegen de heer Sjoerdsma zeggen dat ik naast hem zat tijdens het laatste AO Myanmar. Dat is hij vergeten.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Agema namens de PVV. Nee, ik zie dat zij wordt vervangen. De heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Namens mijn collega Agema wil ik graag een debat met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aanvragen over het alarmerende bericht dat uit vergelijkend onderzoek van de Consumentenbond naar 50 inspectierapporten blijkt dat er maar liefst 48 thuiszorgorganisaties zijn die ondermaats presteren. Het is ongelofelijk dat ouderen gedwongen worden om langer thuis te blijven, terwijl de kwaliteit van de zorg thuis te wensen overlaat en totaal niet op orde is. Mensen worden vastgezet in hun rolstoel. Ongeschoold personeel dient insuline toe.

De voorzitter:

Ja.

De heer Markuszower (PVV):

Er worden grote risico's genomen met thuiswonende hoogbejaarden. Ik wil daarom, en ook nog om andere redenen, heel graag een debat aanvragen.

De voorzitter:

Een debat. Dank u wel. De heer Kerstens namens de PvdA.

De heer Kerstens (PvdA):

Voorzitter, ik heb de minister er al verscheidene malen op aangesproken hoe belangrijk het is om bovenop misstanden te zitten.

De voorzitter:

Dus u steunt het.

De heer Kerstens (PvdA):

Hij zegt dat hij dat doet, maar dat blijkt in de praktijk niet zo, dus steun voor het debat.

De heer Hijink (SP):

Steun, voorzitter.

De heer Slootweg (CDA):

Dit is een ontzettend belangrijk onderwerp. We spreken volgens mij volgende week donderdag over de wijkverpleging en twee weken later over de Wmo. Volgens mij zijn dat de plekken om dit belangrijke onderwerp aan bod te brengen. We moeten dit niet op de lange baan schuiven door er hier een debat over te beginnen.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Slootweg (CDA):

Ik wil dit dus graag bij een AO bespreken.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, geen steun voor het debat. Ik wil er snel over praten. We kunnen dat binnenkort doen bij het AO Wijkverpleging of het AO Wmo.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Voorzitter. Het zijn zeer zorgwekkende resultaten, dus ook van harte steun namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter. Volgens mij is er al een brief onderweg. Die kan wat mij betreft besproken worden bij een AO.

De voorzitter:

Dus geen steun. Mevrouw Sazias namens 50PLUS.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Als de brief inderdaad onderweg is, dan hoef ik daar niet meer om te vragen. Ik was namelijk benieuwd naar de achtergrond van de inspectierapporten. Steun voor het debat.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij wat ik in ieder geval hoorde van collega Bergkamp: dus betrekken bij een van de AO's.

De voorzitter:

De heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Is er wel genoeg steun voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Ja.

De heer Markuszower (PVV):

Dan zet ik het graag op de lijst.

De voorzitter:

Doen we. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Arno Rutte namens de VVD.

De heer Arno Rutte (VVD):

Voorzitter. Zo af en toe kun je wel op reces zijn, maar lees je toch een bericht waarvan je het koud om het hart krijgt. Op 3 augustus stond in De Telegraaf het bericht dat in de El-Tawheed moskee in Amsterdam onderdak werd gegeven aan IS-gangsters en aan terroristen. Daaroverheen kwam nog het bericht dat de politie geen toegang heeft, althans Nederlandse agenten niet; alleen agenten die door de moskee zelf zijn uitgekozen, hebben toegang. Dat geeft een buitengewoon groot gevoel van onveiligheid en dan zeg ik het heel vriendelijk. Ik zou hier op korte termijn een brief en een debat over willen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun, voorzitter. Ik heb begrepen dat de minister zich ook grote zorgen maakt. Ik wil dus graag een brief hebben om te zien wat er aan te doen is.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun hiervoor, voorzitter.

De heer De Graaf (PVV):

Het is een schande dat die haatkeet nog steeds open is, dus steun voor een debat.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Steun voor een brief. Naar aanleiding daarvan wil ik kijken of ik ook een debat steun.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. De heer Sjoerdsma, D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor een brief en een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Arno Rutte (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Diks namens GroenLinks.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Goedemiddag. Ik wil graag het verzoek doen om het geplande dertigledendebat over de voorgenomen verhuizing van de marinierskazerne in Doorn om te zetten in een debat nadat we alle reeds door de staatssecretaris toegezegde informatie hebben ontvangen.

De voorzitter:

Dus eerst informatie en dan een debat.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Eerst informatie. Daarnaast het verzoek om het dertigledendebat om te zetten in een gewoon debat.

Mevrouw Belhaj (D66):

Met dien verstande dat inderdaad eerst de informatie er moet zijn, kan ik instemmen met het verzoek van GroenLinks.

De heer Kerstens (PvdA):

Goedemiddag. Ook wat de PvdA betreft steun voor een debat.

De voorzitter:

De heer Bosma, Bosman — met een n! — namens de VVD.

De heer Bosman (VVD):

Dank u wel, voorzitter, zo is het. Heel belangrijk dat eerst alle informatie beschikbaar komt. Volgens mij staat er gewoon een dertigledendebat. Dat kunnen we prima inplannen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Het is goed dat erbij wordt gezegd dat alle informatie er dan moet zijn, maar ik zou ook graag een kabinetsstandpunt willen hebben over het onderzoek. Dan kunnen we het debat voeren.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Steun voor het verzoek namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het verzoek.

De heer Stoffer (SGP):

Wat ons betreft ook steun.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de ChristenUnie, dus nu nog even geen steun omdat natuurlijk het onderzoek en het standpunt er moeten zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Nou, dat dacht ik ook toen ik het goed bekeek!

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

U heeft nog een verzoek.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag. Eind augustus stond een gruwelijk bericht in het Algemeen Dagblad, namelijk dat Defensie al jarenlang zenuwgas test op cavia's en ratten. Daarover zou ik ook heel graag een debat met de minister van Defensie willen en met steun van de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren ook met de minister van Landbouw daarbij.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, nog een kleine toevoeging. Ik heb hier vorige week dinsdag Kamervragen over gesteld, ook aan beide ministers. Het testen van zenuwgas en chemische wapens op dieren, hoe ziek kun je het hebben? Ik zou het wel fijn vinden dat die vragen beantwoord zijn voordat het debat er komt.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen of wel steun?

De heer Wassenberg (PvdD):

Het verzoek is mede namens mij gedaan, ook om er een extra minister bij te halen. Eerst wil ik dus nog de beantwoording van de vragen, maar dat zal waarschijnlijk wel gebeuren, neem ik aan.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Dit soort zaken moet in alle zorgvuldigheid gedaan worden. Het gaat wel over de veiligheid van Nederland en van Nederlanders. Natuurlijk hebben we dan onderzoeken nodig. Die moeten in alle zorgvuldigheid gebeuren. Mijn voorstel zou zijn om eerst te weten wat er precies aan de hand is. Misschien een goede brief van het kabinet voordat we overgaan tot het doen van allerlei aannames, want dat lijkt me onverstandig. De VVD steunt geen debat. Eerst een brief.

De heer De Groot (D66):

Voorzitter, daar sluit ik mij bij aan.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor het verzoek.

De heer Beertema (PVV):

Geen steun voor een debat, wel steun voor een brief.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun voor een brief, niet voor een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Geen meerderheid.

De voorzitter:

Nee.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik neem aan dat naar aanleiding van de informatie het debat vanzelf zal volgen, dus dan probeer ik het nogmaals. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dank, voorzitter. 50PLUS wil graag een brief van en een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "Huurverhoging jaagt inflatie op". Dit kabinet belooft een stijging van de koopkracht van een half procent dit jaar, maar door de huurverhoging is elke koopkracht weg. Daar willen wij graag een debat over.

De voorzitter:

Wie hierover? De heer De Jong namens de PVV.

De heer De Jong (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, geen steun voor een debat, wel voor een brief.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Wiersma (VVD):

Geen steun.

De heer Azarkan (DENK):

Steun voor het verzoek.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, ik begrijp dat de coalitie het heel vervelend vindt dat er geen enkele vorm van koopkracht is voor de burgers, maar ik zie dat er in ieder geval 30 leden voor zijn, dus ik stel voor om het debat op de lijst te zetten.

De voorzitter:

Ja, dat gaan we doen. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Uw volgende verzoek.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Ook hier zouden wij graag een brief en een debat over hebben ...

De voorzitter:

Het is bijna niet te verstaan.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Wij zouden graag een brief van en een debat met de minister van Sociale Zaken willen hebben over het bericht "Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland", want wij vinden dat echt een heel slechte zaak in het kader van de integratie. Maar het zou wat ons betreft eventueel ook toegevoegd mogen worden aan het debat over de Turkse inmenging naar aanleiding van de jihadpreek in de moskee in Hoorn. Ik hoor graag van de collega's wat zij daarvan vinden. Of we voeren een apart debat, of we voegen het samen. O, sorry, voorzitter, neem ik uw taak over?

De voorzitter:

Nee hoor. Alleen, wat is eigenlijk precies uw verzoek? Het is of-of.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dat snappen ze vast.

De voorzitter:

De heer Pieter Heerma knikt van wel. Hij snapt precies wat u bedoelt.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Volgens mij geldt dat voor meerdere woordvoerders die hier staan. We hebben een debat staan dat niet alleen gaat over de preek in Hoorn, maar ook over intimidatie van parlementariërs vanuit Turkije. Daar heeft de voorzitter voor de zomer ... Daar hebben we volgens mij inmiddels zeven minuten spreektijd voor staan. Dit onderwerp kan daar wat mij betreft prima bij betrokken worden.

De voorzitter:

Is iedereen het daarmee eens? Dank jullie wel. Dan is dat opgelost.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Kijk, zo simpel kan het ook zijn. Dan zien we graag de brief tegemoet.

De voorzitter:

Ja. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Gerven namens de SP.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Vandaag ook weer heel actueel in het nieuws: de pogingen van een roofkapitalist, fabrikant Leadiant, om pillen op de markt te brengen die honderd keer duurder zijn dan dezelfde pil die die fabrikant een aantal jaren geleden op de markt bracht. De minister keurt dat af — hij heeft vandaag weer geantwoord — maar doet eigenlijk veel te weinig. Hij moet gewoon optreden. Daarom wil ik een debat met de minister voor Medische Zorg over de praktijken van Leadiant en het middel CDCA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. In het gewone leven zou dit "oplichting" heten. Steun voor het debat.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Daar sluit ik me bij aan. Steun van GroenLinks.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Daar sluit ik mij eveneens bij aan, voorzitter. Steun.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Wij hadden er zelf ook vragen over gesteld. We erkennen dus zeker het belang van het onderwerp. Maar we willen graag een brief, en het meenemen in het AO of in het notaoverleg.

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit is een heel belangrijk onderwerp. Ik wil er graag snel over spreken. Volgens mij is de beste route echt via een algemeen overleg.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Raemakers (D66):

Geen steun. Het kan betrokken worden bij een AO.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik zie dat de coalitie weer een snel debat blokkeert.

De voorzitter:

Niet uitlokken. Dank u wel.

De heer Van Gerven (SP):

Laten we in ieder geval een dertigledendebat noteren. We komen daar zeer spoedig op terug.

De voorzitter:

Ja.

De heer Van Gerven (SP):

Dan mijn tweede verzoek. Dat betreft eveneens een debat met de minister voor Medische Zorg, over de beslissing van Treant, een zorginstelling in het noorden van het land, om de klinische verloskunde in de ziekenhuizen Refaja in Stadskanaal en Bethesda in Hoogeveen te sluiten. De minister horen of zien wij helemaal niet, terwijl het absoluut onaanvaardbaar is dat ...

De voorzitter:

U wilt een debat.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil daar een debat over met de minister.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. We hebben daar in juni uitgebreid met elkaar over gesproken. Toen heeft de minister aangegeven dat hij zelfs van plan was om in de wet op te nemen dat er fatsoenlijk overleg moet zijn. Ik zou van de minister wel graag in een brief willen horen of hij vindt dat er fatsoenlijk overleg is geweest bij deze besluitvorming.

De heer Raemakers (D66):

Eens met het CDA. Steun voor een brief, maar geen steun voor een debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

We hebben recent natuurlijk uitgebreid gesproken over regionale ziekenhuizen. Ik denk niet dat een extra debat nu daar nog iets aan toevoegt. Ik moet ook eerlijk zeggen: die kinderartsen toveren we ook niet echt uit de hoge hoed in Drenthe.

De heer Van Gerven (SP):

Nou, nou, nou, nou.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter. Het is een urgente situatie, waarover op korte termijn gesproken zou moeten worden. Dus steun voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. We hebben hier onlangs over gesproken en de lijst met plenaire debatten is lang. Ik steun wel de brief, maar dus niet nog een apart debat hierover.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De SGP wil ook graag een brief hierover, zodat we daarna kunnen beoordelen of er nog een apart debat hierover nodig is.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Het is hier weer hetzelfde patroon. Laten we dit dertigledendebat dus noteren. Het laatste woord hierover is nog niet gesproken.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Rooijen namens 50PLUS.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Ik vraag een interpellatiedebat aan met minister Hoekstra van Financiën over het apart indienen van het wetsvoorstel tot het afschaffen van de dividendbelasting, dit in lijn met de motie van senator Hoekstra, die in de Eerste Kamer met unanimiteit is aangenomen in november 2015. Die motie stelt: geen koppeling van eigenstandige wetsvoorstellen. Mijn oordeel is dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer het apart moeten kunnen beoordelen en er apart over moeten kunnen stemmen.

De heer Baudet (FvD):

Een uitstekend voorstel. Volop steun.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Hier spreekt een man met ervaring en verstand. Vandaar volop steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Hoe je ook denkt over de dividendbelasting — dat is redelijk verschillend in de politiek — het zou heel goed zijn als het niet wordt weggemoffeld in het Belastingplan. Daarover wil het kabinet geen duidelijkheid verschaffen. Daarom lijkt mij een interpellatie door de heer Van Rooijen, die dit debat ook heeft meegemaakt met senator Hoekstra, een uitgelezen, goed instrument om te hanteren.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Dit onderdeel veroorzaakt grote maatschappelijke onrust en er is grote maatschappelijke betrokkenheid. Daarom lijkt het ons goed om dat eruit te halen. Dus volop steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Tweede Kamerleden en Eerste Kamerleden moeten niet in het pak genaaid worden door één wet. Dus volop steun voor dit verzoek.

De heer Snels (GroenLinks):

Steun. Volgens mij is het een kwestie van parlementair fatsoen dat de Eerste Kamer en de Tweede Kamer er apart over kunnen besluiten.

De voorzitter:

Meneer Van Rooijen, u heeft een interpellatiedebat, want meer dan 30 leden hebben het gesteund.

Mevrouw Leijten, een procedurele opmerking, niet een inhoudelijke.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat heb ik net ook niet gedaan, voorzitter.

De voorzitter:

Keurig! Ik weet niet hoelang u dat volhoudt, maar ik vind het heel goed.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zal mijn best doen. Dag één is al geslaagd! Ik wil u, voorzitter, vragen om dit interpellatiedebat — dat is een recht van een lid, bij steun van 30 leden — te plannen voordat de stukken voor Prinsjesdag worden gepresenteerd. Dit procedurele verzoek moet namelijk wel voor die tijd uitonderhandeld worden. Ik weet dat u die macht heeft. Dus ik leg het dan maar in uw handen, voorzitter.

De voorzitter:

Nee. Dit betreft een interpellatiedebat, geen dertigledendebat. Bij een dertigledendebat heb ik inderdaad de gelegenheid, de bevoegdheid om te plannen. Maar bij een interpellatiedebat is dat niet zo. Zo staat het echt in het Reglement.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Mijn vraag, aansluitend bij die van mevrouw Leijten, is of het debat met spoed kan worden gehouden.

De voorzitter:

Daarvoor heeft u een meerderheid van de Kamer nodig. Als een meerderheid dat wil, dan wordt het zo gepland.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik leef in de veronderstelling dat een interpellatie op korte termijn wordt gehouden. Blijkbaar is onze interne regeling op dat punt veranderd. Maar: van harte steun. Dit vereist een spoedige behandeling, het liefst nog deze week. Eventueel zou volgende week ook nog kunnen.

De voorzitter:

Dus de vraag nu van de heer Van Rooijen is of het zo snel mogelijk kan worden gepland. Begrijp ik dat goed?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja.

De voorzitter:

Daarvoor is een meerderheid van de Kamer nodig. Dus dan ga ik opnieuw een vraag stellen: vindt een meerderheid dat zo'n interpellatiedebat op korte termijn moet plaatsvinden?

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het moet deze week of volgende week. Dat is inherent aan het voorstel. Het heeft geen zin om dit na de behandeling van het Belastingplan te doen. Het moet dus voor Prinsjesdag.

De heer Snels (GroenLinks):

Het recht op interpellatie is een recht van de Kamer. Dus de logica zou zeggen dat de coalitie nu ook toestaat dat dit afgesproken recht op interpellatie plaatsvindt op een moment dat het ook nog nuttig is.

De heer Azarkan (DENK):

Steun.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Baudet (FvD):

Steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Er is brede steun van de oppositie, voorzitter, maar ik hoor de coalitiepartijen niet. Als u graag een meerderheid wilt hebben, lijkt mij dit een recht van de Kamer. Wij hebben het net besloten en er moeten 30 leden zijn om dit fatsoenlijk in te plannen. Ik doe daarom een beroep op de coalitiepartijen — en ik ken wel een paar collega's die altijd zeer op de rechten van de Kamer hameren — om dit ook te steunen.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

Net geen meerderheid.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het recht op interpellatie is een belangrijk recht. Nu dit bij meerderheid niet aan één lid wordt gegund, zou ik aan dit ene lid het voorstel willen doen om er een dertigledendebat van te maken, want daarmee geeft u, meneer Van Rooijen, de Voorzitter de kans om wel iets op korte termijn met spoed te plannen juist omdat de hele oppositie iets wil. Ik hoef dan niet met spreektijd in te schrijven; ik laat het dan volledig procedureel aan de heer Van Rooijen. Maar ik vind het echt een schoffering van onze parlementaire middelen dat een interpellatie niet wordt toegestaan.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik neem dit voorstel graag over, omdat ik vind dat hierover in elk geval deze week een debat moet plaatsvinden. Het heeft geen enkele zin als minister Hoekstra na de indiening van de Miljoenennota daar nog kennis van neemt, want dan is het spel gespeeld. Ik constateer dat de coalitie in ieder geval de Tweede Kamer monddood maakt vanaf het eerste moment dat wij over de dividendbelasting gaan spreken.

De voorzitter:

Nee, nee, nee, meneer Van Rooijen!

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Monddood! Voorzitter, leeuw of lam. Leeuw of lam.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat was hem.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Nee, voorzitter, mijn vraag is nu of u met spoed een dertigledendebat kunt inplannen, want ik heb 30 leden.

De voorzitter:

Nee, ik ga niet hier bij de regeling ... Ik kijk hoeveel dertigledendebatten er op de lijst staan. Dat zijn er 85.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar artikel 133 over het interpellatierecht spreekt erover dat als er veel spoed vereist is, de Voorzitter daarover een oordeel kan geven. Ik heb hier de tekst.

De voorzitter:

Ik ook. Nee, meneer Van Rooijen.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Wie plant een interpellatiedebat?

De voorzitter:

Dat wordt gepland bij een meerderheid van de Kamer. Dat staat in het Reglement van Orde, artikel 133. De interpellatie.

De heer Stoffer (SGP):

Het interpellatiedebat is afgewezen?

De voorzitter:

Ja.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Nee.

De voorzitter:

Nou ja, het is niet afgewezen, maar er is voorgesteld om er een dertigledendebat van te maken.

De heer Stoffer (SGP):

Het interpellatiedebat is volgens mij door ons aangenomen. Wie plant vervolgens het interpellatiedebat? Als u dat bent, dan kunt u dat interpellatiedebat toch plannen?

De voorzitter:

Nee, meneer Stoffer. Ik ga over dertigledendebatten; die zijn aan de Voorzitter. Maar als het om een interpellatiedebat gaat ... Je hebt 30 leden nodig om een interpellatiedebat op de agenda te zetten, maar over de planning gaat een meerderheid van de Kamer en een meerderheid van de Kamer, net niet, heeft dus niet gezegd dat dit interpellatiedebat volgende week moet worden gepland.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik doe een klemmend beroep op onze collega's om dit voor Prinsjesdag te plannen.

De voorzitter:

Dat is wat anders.

De heer Snels (GroenLinks):

Ik schat zo in dat alle dertigledendebatten die nu nog op de agenda staan, allemaal van de oppositie zijn. Als wij als oppositie nu allemaal zeggen dat dit debat vóór alle andere dertigledendebatten gaat, dan zou het toch mogelijk moeten zijn om dit debat deze of volgende week te houden?

De voorzitter:

Nee, als een meerderheid daar niet voor is, ga ik dat niet doen.

De heer Nijboer (PvdA):

Nee, voorzitter, dat laatste begrijp ik wel ...

De voorzitter:

Ik ga niet onze eigen regels met voeten treden. Dat kan niet, dat kan niet.

De heer Nijboer (PvdA):

We zijn op zoek naar het inplannen van dat debat, dus ik doe toch nog een andere poging. Er is voldoende steun voor een interpellatiedebat geweest. Dat was er, want daar heb je 30 leden voor nodig en die waren er. Die heeft de heer Van Rooijen. Over de planning gaat de meerderheid.

De voorzitter:

Ja.

De heer Nijboer (PvdA):

Maar dat interpellatiedebat zou ingepland moeten worden. Dat is aangenomen. De meerderheid heeft niet gezegd dat het niet op korte termijn ingepland kan worden. Ik heb de coalitiepartijen namelijk niet gehoord.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Monddood.

De heer Nijboer (PvdA):

Laten ze er dan maar voor uitkomen en zeggen wat ze willen en dat het interpellatiedebat dat is aangenomen door de Kamer, niet moet worden ingepland.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Geldt hier niet: wie zwijgt stemt toe?

De voorzitter:

Nou, dat niet. Meneer Van Rooijen, ik ga hier toch even iets van zeggen. U heeft uw punt gemaakt. U heeft de steun voor een interpellatiedebat. Een meerderheid heeft nu niet aangegeven volgende week of de week daarop te gaan debatteren.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ...

De voorzitter:

Dan is dat gewoon zo. Daar gaan we niet nog een keer een rondje over houden, want dat is ook wat bij deze Kamer hoort.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

U kunt er zeker van zijn, ...

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

... dat ik hierop terugkom ...

De voorzitter:

Dat staat u vrij.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

... opdat de minister tijdig hierover in debat gaat; voor Prinsjesdag.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Een debat wordt aangevraagd met een meerderheid van de Kamer en dan kan een meerderheid beslissen dat het morgen gehouden wordt. Dat hebben we net aan de hand gehad. Een debat dat geen steun heeft van een meerderheid, maar de oppositie of een klein deel van de oppositie de kans geeft iets te agenderen, heet een dertigledendebat en dan gaat de Voorzitter — u zelf — over de agendering. U zegt net dat het niet volgens de regels is, of dat die u niet de vrijheid geven, om het volgende week te plannen. Dat begrijp ik niet helemaal. Als wij allemaal een beroep op u doen, vanuit de volledige oppositie, om dit dertigledendebat volgende week te plannen en u zegt hierop "nee, dat ga ik niet doen", dan overtreedt u uw eigen regels, de Kamerregels.

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, mevrouw Leijten. We hebben 85 dertigledendebatten op de lijst en wij kijken elke keer welk debat aan de beurt is; in overleg, omdat er informatie moet komen, omdat het dringend is, enzovoorts; ook in goed overleg met degenen die het debat aanvragen. Ik ga nu niet, omdat de oppositie dit onderwerp zo snel mogelijk wil behandelen, maar er geen meerderheid voor is, zeggen dat ik hier een uitzondering voor maak, met al die 85 debatten, waar ook debatten tussen zitten die ook om goede redenen misschien volgende week hadden moeten worden gepland, en wat we niet doen. Dat doe ik dus niet.

Mevrouw Leijten (SP):

Maar, voorzitter, daarmee maakt u het instrument van een dertigledendebat ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, nee, mevrouw Leijten, kom op, dit is niet helemaal zuiver wat u doet.

Mevrouw Leijten (SP):

Het verzoek wat de heer Van Rooijen heeft met de interpellatie, is een procedureel verzoek, wat een oordeel vraagt van de Tweede Kamer, voordat de Prinsjesdagstukken worden gepresenteerd. Daarom zeg ik ook, hoezeer ik ook de dividendbelasting inhoudelijk wil bespreken, dat ik dat procedurele verzoek steun.

De voorzitter:

Dat is uw goed recht.

Mevrouw Leijten (SP):

Het moet op korte termijn.

De voorzitter:

Maar er is geen meerderheid en daarmee is het klaar.

Mevrouw Leijten (SP):

U neemt toch ook een loopje met de regels? U zet toch ook de Kamer voor schut door een interpellatie van de heer Van Rooijen in januari te laten doen, terwijl we dan net het Belastingplan hebben afgetikt?

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, in een democratie houd je rekening met minderheden, maar je houdt ook rekening met meerderheden en dat is in dit geval. Natuurlijk wil de oppositie daar zo snel mogelijk over spreken. Dat is uw goed recht. Maar om het te plannen heb je een meerderheid nodig. Ik ga geen uitzondering maken voor dit debat, terwijl er 85 debatten op de lijst staan, van individuele Kamerleden die ook vinden dat hun debat zo snel mogelijk moet worden gepland. Dan ga ik niet zeggen: omdat u dit wil, de rest wijkt daarvoor. Dat doe ik gewoon niet. Hiermee zijn we klaar met dit punt. Dat ga ik niet doen. Dank u wel. Nee, meneer Van Rooijen, dank u wel.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Het debat heeft geen zin meer na Prinsjesdag.

De voorzitter:

U kunt bij de Algemene Politieke Beschouwingen ook uw punt maken. U had nog een punt? Nee, dit was het laatste. Dank u wel. O ja, u heeft er nog een. Gaat u verder.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Vastgoedbeleggers komen volgens De Telegraaf massaal in opstand tegen een nevenmaatregel bij het afschaffen van — daar hebben we 'm weer — de dividendbelasting; ik hoop dat ik erover mag blijven debatteren in dit huis, want ik ga daaraan twijfelen. Ook pensioenfondsen krijgen hier last van. Volgens Frank van Blokland van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland heeft het kabinet zich niet voldoende gerealiseerd wat de gevolgen zijn. Een flinke hap uit het rendement lijkt nu onvermijdelijk ...

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

De zoveelste tegenvaller ...

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik wil hierover een debat met minister Koolmees over speciaal de gevolgen voor de pensioenfondsen.

De voorzitter:

Wie hierover? Ik dacht: we hebben net reces gehad en iedereen zit er ontspannen in.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar voorzitter, dit was toch niet een te lange toelichting?

De voorzitter:

Mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Hoezeer ik ook dag in, dag uit over de dividendbelasting wil praten, lijkt het me gerechtvaardigd om dat te doen bij een apart wetsvoorstel. Daarom steunde ik wel het interpellatieverzoek van de heer Van Rooijen, maar dit verzoek niet.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, toch steun voor dit debat, en volgende week plannen.

De heer Van Weyenberg (D66):

Geen steun, voorzitter.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

De heer Snels (GroenLinks):

Volgens mij is hier geen extra debat voor nodig, dus geen steun.

De voorzitter:

U kijkt me aan: u kunt ook tellen, hè?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, maar ik laat u vandaag tellen. U bent zo duidelijk in sommige dingen.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar wel dertig leden. Dank u wel.

De voorzitter:

Ja, die heeft u wel. Dank u wel.

Ik geef nu de heer Hijink namens de SP het woord.

De heer Hijink (SP):

Dank u wel, voorzitter. We konden afgelopen week bij EenVandaag een mooie reportage zien over Roelofje. Roelofje is geboren in Staphorst en is destijds niet gevaccineerd. Zij kreeg polio, belandde in een rolstoel en zit tegenwoordig 24 uur per dag aan de beademing. Het laat maar zien hoe belangrijk het is dat wij in ons land vaccinaties hebben. Helaas is de vaccinatiegraad aan het dalen. Daar is veel discussie over geweest en er zijn acties van artsen geweest. Ik wil over die dalende vaccinatiegraad graag een debat met de staatssecretaris van VWS.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie steunt dit debatverzoek, maar volgens mij komt het kabinet nog met een brief waarin het toelicht hoe het van plan is de vaccinatiegraad omhoog te krijgen. Het lijkt me goed om die brief af te wachten en dan het debat in te plannen.

Mevrouw Diertens (D66):

Er is al een debat aangevraagd over infectieziekten. Het lijkt me dat dit onderwerp daarbij goed behandeld kan worden, want het is belangrijk.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek van de heer Hijink.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter, ik denk dat de zorg over de daling van de vaccinatiegraad breed gedeeld wordt, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Kuik (CDA):

Steun nadat de brief er is.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

De heer Renkema (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Er was hierover inderdaad al een brief aangekondigd. Als die brief er is, lijkt het ons volstrekt voor de hand liggen dat we daarover van gedachten wisselen; dus steun daarvoor.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Meneer Hijink, u heeft een meerderheid, dus het is gelukt.

De heer Hijink (SP):

Dat is hartstikke goed.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, omdat u ook om een brief vroeg.

Uw volgende verzoek.

De heer Hijink (SP):

Ja, mijn tweede verzoek. Vanochtend was overal in het nieuws dat er een leegloop dreigt in de zorg. Ieder jaar vertrekt tot 13% van de zorgverleners uit de sector. Dat heeft te maken met de werkdruk, met de bureaucratie en met de bezuinigingen en ontslagen van de afgelopen jaren. Wij maken ons daar grote zorgen over en zouden daarover graag met de minister van VWS in debat willen.

De heer De Lange (VVD):

Geen steun voor het debat. Wij willen ook graag die discussie aangaan, maar er staat op 11 oktober al een groot debat over de arbeidsmarkt gepland. Dit kan er prima bij.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik sluit me aan bij de VVD, voorzitter.

De heer Kerstens (PvdA):

Voorzitter. Torenhoge werkdruk, mensen die uitvallen, zorg die niet verleend kan worden: meer dan genoeg aanleiding om deze debataanvraag te steunen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, het is een belangrijk onderwerp. Het lijkt me heel goed om het te betrekken bij het grote debat dat we op 11 oktober hebben over de arbeidsmarkt.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Van harte steun voor het verzoek.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter, het is een ontzettend belangrijk onderwerp. Er dreigt niet alleen een leegloop, er is al sprake van een leegloop. Ik ben het wel eens met de collega's die zeggen dat we 11 oktober al een groot debat hebben. We kunnen kijken of we dan voldoende spreektijd hebben, maar ik stel voor om het daarbij onder te brengen.

De heer Markuszower (PVV):

Steun voor het verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij collega Ellemeet.

De heer Van der Staaij (SGP):

Heel goed om hierover te spreken, maar wat de SGP-fractie betreft dan ook in het overleg dat hierover al gepland is.

De voorzitter:

Meneer Hijink, u heeft geen meerderheid voor dit verzoek.

De heer Hijink (SP):

Nee, dat heb ik ook geteld.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan mevrouw Diertens namens D66.

Mevrouw Diertens (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou graag een debat willen aanvragen over de WRR-Policy Brief over sociale en economische gezondheidsverschillen. Dit is een pleidooi voor een preventieve aanpak om die verschillen tussen hoge en lage economische groepen te verkleinen. Helaas zijn die verschillen de afgelopen jaren nauwelijks afgenomen. Ik zou daar graag over debatteren.

De heer Hijink (SP):

Van harte steun voor dit verzoek.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter, ik denk dat het goed is dat het kabinet eerst een reactie geeft op het rapport. Dus ik zou steun willen uitspreken voor een brief met een reactie van het kabinet en dan kunnen we alsdan bepalen of het nodig is om een debat te voeren. Dus nu geen steun.

Mevrouw Kuik (CDA):

Ook graag eerst een brief. Daarna kan die dan misschien betrokken worden bij het preventieakkoord. Dat zou een suggestie kunnen zijn.

De heer Renkema (GroenLinks):

Steun voor het debat.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Het was een heftige conclusie van de WRR en ik denk dat het beleid daarop afgestemd moet worden. Een reactie van het kabinet lijkt mij prima. Verder steun voor het debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Volgens de ChristenUnie past dit onderwerp inderdaad prima bij het debat dat er gaat komen over het preventieakkoord. Dus nu geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Diertens (D66):

Dan graag een dertigledendebat.

De voorzitter:

Ja, u wilt een dertigledendebat op de lijst. Dan doen we dat ook. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Intussen zitten er mensen op de publieke tribune. Van harte welkom! Ze komen speciaal voor de regeling van werkzaamheden heb ik begrepen.

Het woord is aan de heer Beertema namens de PVV, die mevrouw Popken vervangt.

De heer Beertema (PVV):

Namens de PVV, voorzitter, en namens mijn colllega Popken, vraag ik graag een debat aan met de minister van Defensie over het bericht dat meneer Stegeman, die onderzoeksjournalist, langs de bewaking kon glippen en een nepbom kon plaatsen. Vanmiddag heeft collega Kerstens daarover al mondelinge vragen gesteld. Ik had de indruk dat hij absoluut niet overtuigd was door de antwoorden van de minister. Datzelfde hoorde ik ook bij D66 en dat geldt voor ons ook. Het ging erg over procedures in plaats van over een cultuur van veiligheid. Ik denk dat het erg de moeite waard is om daarover een debat te houden.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het was een verhelderend vragenuur waarin de minister aangaf dat ze ook een aantal stappen gaat nemen. Daarom geen steun voor het debat, maar wel voor een brief met daarin antwoorden op de volgende twee vragen. Welke aanvullende maatregelen gaan er op langere termijn verder genomen worden en wordt er ook gewerkt met mysteryguests?

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter, volgens mij was de minister glashelder. Waar we voor op moeten passen, is dat we weer in de kramp schieten met extra regels en dat soort zaken. Volgens mij had de minister aangegeven dat er regels zijn en dat die alleen wel moeten worden gehandhaafd. Dat is cruciaal. Geen steun voor het debat, wel steun voor de brief.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Het is niet voor het eerst dat dit gebeurt, dus moeten we dit bespreken. Steun voor het debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, het is een ernstige zaak. Het is helaas absoluut niet de eerste keer dat de beveiliging niet deugt. Dus steun voor het debat.

De heer Stoffer (SGP):

Geen steun. Wel steun voor een brief.

De heer Van Kent (SP):

Steun namens de SP.

De voorzitter:

Meneer Beertema, u heeft geen meerderheid.

De heer Beertema (PVV):

Wel voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Ja.

De heer Beertema (PVV):

Dan in ieder geval een dertigledendebat. Dank u wel.

De voorzitter:

Oké, dan zullen we dit debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Voorzitter, dank u wel. Deze zomer hebben we heel direct de gevolgen van klimaatverandering gemerkt. Nederland was drooggevallen en nog steeds kampen we met een feitelijk watertekort, ook al plenst het af en toe flink. Dit kabinet doet veel aan het beperken van klimaatverandering maar ook aanpassen aan klimaatverandering is urgent. Deze droogte zullen we vaker zien. Is Nederland daar goed op voorbereid? En wat kunnen we leren van deze periode? Daarom wil D66 graag een debat over dit onderwerp. Omgaan met wateroverlast kunnen we, maar wat kunnen we doen om ook de gevolgen van droogte te beperken voor de vele, heel verschillende, gedupeerden?

De voorzitter:

Dus u wilt een debat.

De heer Sienot (D66):

Ik zou daar graag een debat over willen voeren in dit huis.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van harte, maar ik zou vooraf ook wel graag een brief willen ontvangen, waarin ik graag wil lezen hoe het kabinet Nederland gaat voorbereiden op droogte in de toekomst.

Mevrouw Beckerman (SP):

Steun.

De heer Van Aalst (PVV):

Absoluut geen steun.

De heer Stoffer (SGP):

Het lijkt mij heel verstandig. Steun.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, eerst maar eens een brief. Dan kijken we wat daarin staat en op basis daarvan oordelen we. Geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

De Partij voor de Dieren heeft ook Kamervragen over de droogte in Nederland gesteld, dus daarom van harte steun voor dit verzoek en ook voor een brief.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor dit verzoek, maar het lijkt me ook goed om de minister van Landbouw uit te nodigen voor het debat. Dan kunnen we het afronden. En ik hoop dat u het debat snel kunt inplannen, voorzitter.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Het liefst deze week nog! Van harte steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik was even verrast dat sommige dingen schijnbaar heel snel kunnen.

Het was een fantastische zomer, dus ik stel voor dat we hier zeker over praten. Ik zou in de brief ook een aantal andere zaken mee willen nemen als dat kan, zoals de effecten van de droogte op de fundering van huizen en de verzilting door het terugtrekkende water. Ik zou willen dat die zaken in ieder geval meegenomen worden, en ook de klimaatadaptatie in z'n geheel.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Graag een brief, voorzitter, en het dan betrekken bij een AO Water of een WGO Water.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Sienot.

De heer Sienot (D66):

Wat zegt u?

De voorzitter:

Een meerderheid!

De heer Sienot (D66):

Prachtig! Op naar het debat. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Mag de microfoon iets lager, voorzitter?

De voorzitter:

Ja. Is het zo goed?

De heer Azarkan (DENK):

Ja, zo is het goed. Dank, voorzitter.

Voorzitter. Staatssecretaris Harbers staat op het punt om Nederlands-Armeense kinderen aanstaande zaterdag te laten uitzetten. Wij hebben gezien dat dat onze samenleving heel erg veel doet. We zagen ook dat prinses Laurentien zei: "Daar moeten we met z'n allen een betere oplossing voor kunnen verzinnen". Vandaar dat ik graag nog een poging wil ondernemen om samen met de Kamer en de staatssecretaris te kijken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat Lili en Howick niet afgevoerd worden, maar een plek in onze samenleving krijgen. Ik vraag daarom om een debat met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Mevrouw Leijten (SP):

Wat mij betreft laten we deze twee jonge mensen niet verrekken en houden we daar nog deze week een debat over, omdat we weten dat de uitzetdatum zaterdag is.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Er zijn natuurlijk heel veel zaken die we nog met elkaar moeten bespreken, zoals een breder kinderpardon en het beleid hierachter. Maar concreet gaat het nu over die twee kinderen die inderdaad ontzettend in de rats zitten en zaterdag uitgezet dreigen te worden. Dat willen we echt niet laten passeren ...

De voorzitter:

... dus u steunt het verzoek?

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ja, heel graag steun voor het debat.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun voor het debat.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Ook namens de Partij voor de Dieren van harte steun. Graag zo snel mogelijk inplannen vanwege de uitzetdatum.

De heer Groothuizen (D66):

Het is een verdrietige casus, maar we hebben de goede gewoonte om in dit huis niet over individuele zaken te spreken. Geen steun voor het debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Geen steun voor het debat. Wij gaan over het beleid en niet over de uitkomst van individuele beslissingen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP voert de consistente lijn geen debat te willen voeren over individuele zaken. Daarom geen steun voor dit verzoek. Het is ook aan de rechter. We vinden het wel van belang om het onderliggende punt, namelijk hoe het kan dat er zo lang een verblijf in het land is zonder dat er tot uitzetting of goedkeuring wordt overgegaan, bij de begrotingsbehandeling opnieuw aan de orde te stellen.

De heer Baudet (FvD):

Ook geen steun, maar we kunnen ons wel afvragen of de uitspraak van Laurentien, die toch onder ministeriële verantwoordelijkheid valt, eigenlijk wel gepast is voor iemand van het Koninklijk Huis. Dat leg ik hier maar even ter overweging neer.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Het parlement kent geen bevoegdheid in individuele zaken, dus volgens mij moeten wij ook niet doen alsof wij dat wel hebben. Daarom geen steun voor dit debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook al gaat het lot van Lili en Howick ons als fractie zeer aan het hart, het zijn individuele zaken. Daar gaat de staatssecretaris over. Wij moeten het besluit van de staatssecretaris daarover afwachten.

De voorzitter:

Meneer Azarkan, geen meerderheid.

De heer Azarkan (DENK):

Ik tel wel 30 leden. Nou weet ik nooit hoe een koe een haas vangt. Ik weet niet hoe lang het nog duurt voor die uitzetting plaatsvindt. Dus ik laat 'm toch even staan. Dank.

De voorzitter:

Dan voegen we het debat toe aan de lijst van dertigledendebatten. Dank u wel.

De heer Omtzigt, namens het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteren is de Mensenrechtentulp uitgereikt. Dat is de hoogste prijs voor mensenrechten in Nederland. Die is uitgereikt aan prins Zeid, de uitgaande Hoge Commissaris. Dat was een wat verbazingwekkende keuze, en het was ook een verbazingwekkende procedure. De minister heeft dat namelijk zelf besloten, er is geen commissie geweest, er is geen openbare verkiezing geweest. We hoorden gewoon twee weken geleden dat hij die prijs zou krijgen. Daarom zou ik namens het CDA en D66 willen vragen om een brief over de procedure die gevolgd is. En daaronder liggend: is de minister bereid om een reglement voor te stellen voor de wijze waarop deze belangrijke prijs wordt toegekend in een volgend jaar? Ik wil een brief over de wijze waarop wordt omgegaan met de klokkenluiders die zwaar geschoffeerd zijn door de prijswinnaar. Want de regering zegt: daar doen we wat aan. Ik wil ten derde weten of er excuses aan de klokkenluiders zijn aangeboden. Na die brief zouden wij graag een debat gepland zien.

De heer Kuzu (DENK):

Hoewel het gaat om een individueel geval, wil ik van harte steun geven.

Mevrouw Becker (VVD):

Er zijn ook schriftelijke vragen door de minister beantwoord. Ik zou een brief niet in de weg willen staan, maar volgens mij is het voeren van een debat daarover nu nog niet aan de orde. Het is wat mij betreft ook een onderwerp dat we, na ommekomst van de beantwoording van de vragen, prima in een algemeen overleg kunnen behandelen. Dus geen steun vanuit de VVD.

De heer De Roon (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor de vragen die de heer Omtzigt ook stelt, dus voor de brief. Maar ook steun aansluitend voor het debat.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan houden we daar een dertigledendebat over. Het is van groot belang dat dit debat gevoerd wordt voordat deze prijs een volgende keer wordt uitgereikt.

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dan het tweede verzoek. Wij hebben in juni aan de fiscus gevraagd: heeft u een evaluatierapport over het terugvorderen van de kinderopvangtoeslagen? En dat rapport bestond niet. Daarop stelden we aanvullende Kamervragen. Afgelopen vrijdag bleek het rapport wel te bestaan en is het ter vertrouwelijke inzage aan de Kamer gegeven. En vanmorgen had Trouw dat rapport. Dit gaat om een lange casus, een casus waarbij in 2014 kinderopvangtoeslagen zijn stilgezet en waarbij mensen jarenlang geen kinderopvangtoeslag kregen terwijl de rechter zei dat zij daar wel recht op hadden. Dus de ouders hebben moeten stoppen met werk en dergelijke.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat?

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil hierover een debat met de staatssecretaris van Financiën. Dat wil ik dus in plaats van het algemeen overleg dat morgen gepland staat. Maar ik wil gewoon dat voor die tijd deze stukken openbaar worden gemaakt. Ik heb een aantal van de vertrouwelijke stukken ingezien, dus ik begrijp dat een of twee stukken niet volledig openbaar kunnen zijn, omdat die echt informatie bevatten die herleidbaar is tot personen. Maar we kunnen morgen geen debat hebben als die stukken niet openbaar zijn. En ik wil dit keer ook weten of het alle stukken zijn, want het feit dat we vanmiddag nog een brief kregen waarin stond dat ze nog twee stukken gevonden hebben — toevallig de stukken die Trouw ook had, die eerst niet leken te bestaan — is natuurlijk onbestaanbaar.

De voorzitter:

Bent u klaar?

De heer Omtzigt (CDA):

Ja. Of mag ik nog even doorgaan?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks steunt dit verzoek van de heer Omtzigt van harte. Alle stukken moeten op tafel en die moeten we ook kunnen bekijken. Dat AO morgen gaat over de commissie, dat weet ik. Dat kan dan niet doorgaan, maar steun voor een plenair debat hierover.

Mevrouw Leijten (SP):

We zijn hier al lang mee bezig. Ook mijn fractie heeft hier meerdere keren Kamervragen over gesteld. Het feit dat wij over de Belastingdienst niet alle informatie krijgen die we graag wensen is ook al een lang slepende kwestie. Ik dacht: mooi, we spreken daar morgen over in een algemeen overleg. Laten we dat vooral houden en laten we al die stukken die onder de pet worden gehouden bij de Belastingdienst, vooral iedere keer aankaarten, maar niet een algemeen overleg dat ook een perspectief tot oplossing kan bieden daarmee uitstellen. Dus ik zou liever het algemeen overleg morgen houden.

De voorzitter:

Dat doet u bij de procedurevergadering.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, misschien moet u eens opmerken dat ik een keer een debat niet steun!

De heer Azarkan (DENK):

Dames, dames ...

De voorzitter:

Mannen doen het ook, hoor.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ik ben het van harte eens met de heer Omtzigt. We zijn hier echt al lang mee bezig. Er is in dit dossier nog zo veel te bespreken en elke keer hebben we het idee dat we nu alles hebben, maar we zien elke keer dat we net niet goed geïnformeerd worden, voor de zoveelste keer. Ik vind dat dat echt verdient dat we een goed debat met de staatssecretaris hebben, met alle stukken. Dus ik ben het eens met het voorstel, geen AO morgen.

De voorzitter:

Even in algemene zin ...

De heer Omtzigt (CDA):

Het ging om een debat hier.

De voorzitter:

Precies.

De heer Omtzigt (CDA):

Het AO moet ik op een ander moment ...

De voorzitter:

Een algemeen overleg uitstellen kan, maar dat moet echt in de commissie, niet hier plenair. Dus daarom maakte ik die opmerking. Het gaat hier om een debat en u steunt dat niet, begrijp ik. Wel? Dat is het nadeel van te veel woorden, want dan weet je het niet meer. Meneer Azarkan, u steunt het verzoek?

De heer Azarkan (DENK):

Ik steun het verzoek. Ik sloot me aan bij de woorden van de heer Omtzigt, gaf ik aan. Ik geef richting de collega's aan dat wat mij betreft het AO morgen niet hoeft door te gaan.

De voorzitter:

Dat moet in de procedurevergadering.

De heer Azarkan (DENK):

Dat gaf de heer Omtzigt net ook aan, dus ik steun ook hier de heer Omtzigt.

De voorzitter:

U moet niet slechte voorbeelden volgen, dat is helemaal niet goed.

De heer Omtzigt (CDA):

Sorry.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het spijt me, voorzitter, maar dan heb ik toch een vraag. Ik wil een debat erover, het maakt me niet uit of dat morgen het AO is of een debat, maar het is een van tweeën, niet beide. Dus ik wil hier best zeggen dat ik het debat steun, maar dan op voorwaarde dat morgen het AO niet doorgaat en als ik dat hier niet kan ... Dat is de verwarring, voorzitter, dus het is een van tweeën. Of we houden het AO morgen zoals we het allemaal hebben voorbereid, of het debat, een van tweeën.

De voorzitter:

Meneer Omtzigt, is het een idee dat jullie morgen eerst even misschien onderling bespreken of het algemeen overleg wel of niet doorgaat en dat u gewoon morgen bij de regeling een verzoek doet?

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, voorzitter.

De voorzitter:

Dan ga ik verder.

De heer Omtzigt (CDA):

Misschien ter toelichting, het is een heel principieel punt. We hebben ook bij de erf- en schenkbelasting gehad dat we de stukken niet hadden en twee weken later hoorden dat er stukken waren.

De voorzitter:

Het is goed.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik ga morgen dat AO niet aan zonder die stukken.

De voorzitter:

Ik ga naar mevrouw Lodders.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dit is een kwestie die al heel erg lang sleept en verschillende collega's hebben daar aandacht voor gevraagd, dus er moet duidelijkheid komen. Maar dat kan alleen als de stukken die openbaar zijn of die openbaar kunnen, ook openbaar gemaakt worden. Dus ik steun het verzoek van de heer Omtzigt met de vraag om die stukken openbaar te maken, zo veel als mogelijk, en daarna het debat te hebben. Dus ik steun het debat maar doe wel een beroep op de heer Omtzigt om dat eventueel om te zetten, om de kwestie wel zo snel als mogelijk af te handelen.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter. Namens collega Van Weyenberg geen steun. Wat ons betreft kan het morgen in het AO. Wel alle steun voor zo veel mogelijk openbaarheid van die stukken.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Over het AO durf ik niks meer te zeggen, dat zal ik niet doen. Ik heb wel een pesthekel aan de enorme stapel vertrouwelijke stukken die we inmiddels hebben gekregen als Kamer.

De heer Omtzigt (CDA):

Daar ging het over.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat is echt ongekend. Ik steun dus ook van harte dit verzoek. Maar eerlijk gezegd, er ligt bij de Belastingdienst op heel wat thema's een hele set vertrouwelijke stukken, die lang niet allemaal vertrouwelijk hoeven te zijn en die in de openbaarheid moeten. Daar moeten we als Kamer wel scherp op letten. Ik prijs de heer Omtzigt dat hij dat nu doet, maar er zijn nog wel meer stapels te vinden van de Belastingdienst die echt de openbaarheid verdienen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

Dan heeft u toch een meerderheid, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de Belastingdienst even de tijd geven, opdat er niet nog wat stukken opduiken. Mijn vraag is of we binnen een week die brief kunnen hebben, met alle stukken die in de openbaarheid kunnen worden gebracht. Kan het eerder, dan heel graag, maar ik wil dit keer echt volledige volledigheid hebben.

De voorzitter:

Oké. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Jasper van Dijk. Meneer Van Kent, vervangt u hem?

De heer Van Kent (SP):

Ja.

De voorzitter:

Prima.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Eerder vandaag, tijdens het vragenuurtje, ging het al over de massale uitkeringsfraude door Poolse arbeidsmigranten. De minister zei toe dat er eind deze maand een brief zou komen met meer informatie. De SP vindt het heel erg belangrijk dat we zo snel mogelijk na het verschijnen van die brief een debat hierover kunnen voeren. Dat verzoek zou ik bij dezen willen doen.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Ik heb net bij de vorige debataanvragen gezien dat we iets van 90 dertigledendebatten hebben staan.

De voorzitter:

Ja, intussen bijna wel.

De heer Van Kent (SP):

Maar dit wordt natuurlijk een meerderheidsdebat.

De heer De Jong (PVV):

Ik wil steun verlenen aan dit debat. Maar goed, met de coalitiepartijen weet je het maar nooit. Mocht het niet zo zijn en mocht er een dertigledendebat worden gepland, dan zou mijn voorstel zijn om dat toe te voegen aan een debat dat ik al eerder heb aangevraagd over de fraude met Turken in de bijstand en om van dat debat een breder debat te maken over fraude met onze sociale zekerheid.

De voorzitter:

Dat is een nieuw verzoek dat even tussendoor is gedaan. We gaan eerst even kijken naar dit verzoek.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter, steun voor het verzoek van de heer Van Kent. Ik denk dat het, gegeven alle toezeggingen die de minister in het vragenuur deed, a. goed is om de brief af te wachten en b. daarna zo snel mogelijk dat debat te voeren. Ik zou geen steun willen geven aan het verzoek van de PVV-fractie, omdat ik dat echt een ander debat vind.

De heer Van Kent (SP):

Mee eens.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Dus steun voor een apart debat dat de SP hier aanvraagt.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Die brief krijgen we inderdaad. U gaat over de planning, voorzitter, maar gezien de grote meerderheid die er is, wil ik graag dat het debat zo snel mogelijk wordt ingepland.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Volgens mij zit er weinig licht tussen de partijen hier. Steun voor het verzoek.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun, voorzitter.

De heer Jetten (D66):

Steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Kent (SP):

Mooi.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Kent (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Beckerman namens de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. De problemen rondom de zoutwinning stapelen zich op. Lekkages, pekelwater, diesel weggelekt, mogelijke vervuiling van grondwater, vervuilde putten, bodemdaling, zinkgaten en nu ook aardbevingen. We hebben een goed traject met rondetafels en technische briefings. Ik denk dat het inmiddels zo'n groot onderwerp is dat het vraagt om een plenair debat. Ik hoop dat ik daar steun voor krijg van de collega's. Een brief erbij mag ook nog wel.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter, steun voor de brief. Wij hebben deze maand een AO Mijnbouw. Ik zou het graag daar willen bespreken. Dus op dit moment geen steun voor het debat.

De heer Kops (PVV):

Steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Een brief en dan bij het AO aansluiten, alstublieft.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik vind het wel heel jammer, want bij het AO moeten we ook andere zaken bespreken, en dit is wel heel erg groot. Ik zou het voorlopig toch graag willen toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten.

De voorzitter:

Dat doen we. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Nijboer namens de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Het is deze maand tien jaar geleden dat de financiële crisis losbarstte, die enorme effecten heeft gehad in de wereld, maar ook op de Nederlandse economie. Het is wel echt een moment waarop we als parlement zouden kunnen terugkijken. Wat hebben we nou geleerd, wat is er gebeurd, wat is er nog niet gebeurd en wat moet er nog gebeuren? Er is ook een parlementaire enquête over gehouden. Het is dus zeer de moeite waard om daar een keer een goed debat over te voeren. Dat zou ik willen voorstellen aan de Kamer.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het was een historische crisis en tien jaar later valt er nog heel veel te bespreken en terug te kijken, dus ik vind het wel een leuk idee. Steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, wij vinden het wel iets meer dan "een leuk idee". Het lijkt erop dat de bankensector weinig geleerd heeft van de crisis, dus steun voor het debat.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Geen steun voor een debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, het is een heel relevant onderwerp. Ik zou daar eigenlijk langere tijd speciale aandacht voor willen vragen aan de Kamer en ik zou zeggen: het moet niet beginnen met een debat, maar het zou moeten eindigen met een debat. Dus nu geen steun voor een debat, maar de suggestie aan de heer Nijboer om een wat uitgebreider traject uit te stippelen, met bijvoorbeeld briefings of hoorzittingen en dergelijke. Dan kunnen we uiteindelijk toewerken naar iets waar we als Kamer langere tijd mee bezig zijn, maar op dit moment geen steun voor dit verzoek.

De heer Sneller (D66):

D66 vindt het ook een sympathiek idee en ik denk dat het goed is om het inderdaad in de procedurevergadering te hernemen, zodat we het goed kunnen voorbereiden. Wat ook recht doet aan het onderwerp, volgens mij.

De heer Azarkan (DENK):

Ook DENK vindt het een sympathiek idee. Vandaar ook steun.

De heer Ronnes (CDA):

Het CDA vindt dat we het wat breder zouden moeten aanvliegen en dat we inderdaad zouden moeten beginnen met bijvoorbeeld een hoorzitting, om op die manier wat inhoud te geven aan een debat. Dus voorlopig geen steun voor een debat, voorzitter.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter, volledige steun, goed idee, en eerlijk gezegd komen de argumenten van de coalitiepartijen ook op mij over als steun, maar vervolgens trekken zij dan toch een andere conclusie. Dat vind ik vrij vreemd.

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter. Dit is inderdaad een memorabel moment, na tien jaar, alleen worstel ik een beetje met waar we het dan met z'n allen over gaan hebben. Ik vrees een herhaling van zetten. Deze onderwerpen komen gewoon heel vaak langs, dus op voorhand geen steun. Maar als er een interessante invulling komt, kunnen we verder praten.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek, maar inderdaad ook mij spreekt de gedachte aan waarop ik de heer Nijboer non-verbaal al positief zie reageren om daar wel een rondetafelgesprek of hoorzittingen aan vooraf te laten gaan. Maar dat komt dan verder in de commissie aan de orde.

De heer Nijboer (PvdA):

Zo is het. Ik proef een boel constructieve inbrengen.

De voorzitter:

Ja!

De heer Nijboer (PvdA):

Ik wou het dertigledendebat laten staan. Ik ga een voorstel doen voor een hoorzitting of rondetafelgesprek en als ik het zo hoor, dan proef ik steun om dat dertigledendebat na een goede hoorzitting te zijner tijd om te zetten in een plenair debat. Dat gaat helemaal goed komen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Alkaya namens de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Vandaag is bekend geworden dat ING een schikking heeft getroffen voor 775 miljoen, want er zijn miljoenen witgewassen bij die bank en zij zijn nalatig geweest bij het voorkomen daarvan, terwijl ze die plicht wel hebben. Een astronomisch hoge boete dus, en dit laat weer zien dat de banken nog steeds niet helemaal te vertrouwen zijn. De minister noemde dat vandaag zelf "buitengewoon ernstig" en hij roept de ING-top op het matje. Het lijkt mij goed dat wij het ook hier met de minister daarover hebben. De beste manier om dat te doen, lijkt mij om het dertigledendebat dat nu op de planning staat over de naleving van de wet- en regelgeving door banken, op te waarderen tot een meerderheidsdebat, zodat we ook dit onderwerp volwaardig daarbij kunnen bespreken.

De voorzitter:

Welk debat bedoelt u precies?

De heer Alkaya (SP):

Het dertigledendebat nummer 17 of 19, zeg ik uit mijn hoofd.

De voorzitter:

Ik hoor hier nummer 15. Oké. Het lijkt wel bingo hier, maar goed: ik ga naar de heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Volgens mij stond er een ander verzoek op de regeling, namelijk een verzoek voor een debat. Maar nu wordt er een debat omgezet?

De voorzitter:

Ja, dat klopt. U heeft gelijk.

De heer Alkaya (SP):

Het verzoek is dus om dat reeds aangevraagde dertigledendebat op te waarderen tot een meerderheidsdebat en dit onderwerp daarbij te bespreken. Dat lijkt mij nuttiger dan een apart debat over dit onderwerp te gaan voeren.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Oké. Kijk, ik heb in de media gelezen dat de minister zich zelf eerst nog moet gaan laten informeren over wat hier precies is gebeurd tussen het OM en ING. Ik wil eerst maar gewoon die brief afwachten en kijken wat daar in komt te staan. Het is ernstig genoeg om eerst maar eens de minister schriftelijk te laten reageren.

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter. De VVD steunt een debat wel. We vinden dit echt een ernstig probleem. Ik worstel wel een beetje met het omzetten van dat dertigledendebat, want dat heb ik niet voor ogen. Ik zou wel heel graag eerst de minister de kans willen geven om een brief hierover te schrijven, zodat we echt gewoon de feiten op tafel hebben. Anders zijn we hier alleen maar bezig om boos te zijn, terwijl we de feiten niet bij de hand hebben.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag dit debatverzoek steunen, ook de brief. Ik zou ook graag een uitspraak willen van de minister die iets breder is dan alleen deze casus. Er wordt immers heel veel geschikt in de financiële sector, in tegenstelling tot alle andere sectoren, en dat raakt aan het rechtvaardigheidsgevoel. Dus ook een wat bredere kijk op dit vraagstuk. En dan steun voor het plenaire debat.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ik vond het een vrij logische aanhaking van de heer Alkaya bij regelgeving. Het gaat over naleefregelgeving. Die is hier verzuimd. Honderden miljoenen euro boete. Verstandig om hier op korte termijn over te spreken. Vandaar ook steun voor dit debat.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Je denkt elke keer "erger kan het niet", maar toch ... Hoe halen ze het nu weer in hun hoofd? Een miljoen salarisverhoging beloven en vervolgens kom je erachter dat ze op grote schaal hebben witgewassen. Steun voor het debat. Misschien een praktische invulling: ik zou gewoon de debatsteun incasseren en dan kunt u altijd uw dertigledendebat intrekken. Dan heeft u het precies zoals u het hebben wil.

De voorzitter:

Dank voor de tip. De heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Steun voor het verzoek van de heer Alkaya, maar het lijkt me wel goed om eerst die schriftelijke toelichting te krijgen.

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Ook steun voor het debat. Logisch dat we hier een debat over voeren. Wel zou ik willen verzoeken om eerst een brief te krijgen met daarin ook een reactie van de minister voor Rechtsbescherming, om ook de ins en outs van de schikking mee te krijgen, wat zich daar heeft afgespeeld.

De voorzitter:

Meneer Alkaya, u heeft een meerderheid. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Özdil namens GroenLinks.

De heer Özdil (GroenLinks):

Dank u, voorzitter. Overheidsambtenaren die zich bemoeien met de definitie van "terrorisme" in een rapport van een Amsterdamse hoogleraar om landen in het Midden-Oosten niet voor het hoofd te stoten: één voorbeeld uit een reeks onderzoeksartikelen in NRC waaruit blijkt dat niet alleen grote bedrijven maar ook de overheid de wetenschappelijke onafhankelijkheid in ons land bedreigt. Daarom vraag ik namens mijn fractie een debat aan met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voorafgegaan door een brief.

De heer Futselaar (SP):

Steun voor het debat. De overheid moet juist zorgen dat wetenschap onafhankelijk blijft. En ook de informatie die we als Kamer krijgen, moet niet gekleurd zijn. Ook dat is in het verleden weleens misgegaan. Dus absoluut steun.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Wel steun voor de brief, maar ik vind het eigenlijk wel een goed idee om vaker een AO Wetenschapsbeleid te hebben. Dit punt zou daar heel mooi ingevoegd kunnen worden. Maar geen steun voor een plenair debat.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Van harte steun. Als Kamer moeten wij weten waarover wij spreken en moeten we de feiten op een rijtje hebben. Dus dit is zeer belangrijk.

De heer Van Meenen (D66):

Belangrijk om hierover te spreken, maar dat doe ik liever bij een AO. Ik sluit me aan bij de heer Bruins.

Mevrouw Tielen (VVD):

Geen steun voor het debat maar wel steun om erover te spreken in een AO.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun, voorzitter.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Rog (CDA):

Geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Geen meerderheid, meneer Özdil.

De heer Özdil (GroenLinks):

Dat is jammer, voorzitter. Begrijp ik hieruit dat ik wel steun voor een brief heb?

De voorzitter:

Voor een brief heeft u geen steun nodig. U heeft het recht om een brief te vragen.

De heer Özdil (GroenLinks):

O ja, dat is waar.

De voorzitter:

Dus ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Pieter Heerma, namens het CDA.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Vanochtend berichtte De Telegraaf over het promotieonderzoek van Mohammad Soroush aan de universiteit van Tilburg naar salafisme in Nederland. Hij heeft drie jaar lang onderzoek gedaan, duizenden uren veldwerk gedaan en komt tot zorgwekkende conclusies over wat er in salafistische organisaties gepredikt en gesproken wordt, namelijk dat dit anti-integratief is en jongeren opzet tegen de Nederlandse samenleving. Zeer zorgwekkend en wat mij betreft alle reden om een debat te houden met minister Koolmees over de vraag hoe we hiertegen op kunnen treden en hoe we onze jongeren kunnen beschermen tegen dit soort vergiftigende ideeën.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun voor dit verzoek, voorzitter.

Mevrouw Becker (VVD):

Ook steun voor dit verzoek, voorzitter. Het zou een goed idee zijn, denk ik, om in reactie op dit rapport een brief aan de minister te vragen, voorafgaand aan het debat. Dan weten we alvast hoe het kabinet erover denkt.

De heer Özdil (GroenLinks):

Steun, voorzitter.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer De Graaf (PVV):

Niks nieuws gelezen nog. Misschien in het onderzoek zelf. Maar laten we er inderdaad maar weer over gaan praten. Dat is prima. Altijd goed, zo veel mogelijk.

De heer Van der Staaij (SGP):

Van harte steun voor dit verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Hoewel het een individuele promotie betreft, toch steun voor het verzoek.

De heer Van Meenen (D66):

Steun!

De heer Baudet (FvD):

Ja, laten we erover praten.

De heer Van Raak (SP):

De politiek heeft veel te lang weggekeken als het gaat om salafisme. Nu zien we de gevolgen. Van harte steun voor het debat.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid, meneer Heerma.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Dank. De suggestie om een brief te vragen lijkt mij waardevol.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Tot slot de heer Baudet, namens Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FvD):

Ik wil graag een debat aanvragen en niet zomaar een debat, maar een spoeddebat met minister Grapperhaus van Justitie over de abominabele situatie bij de politie. De onderhandelingen over een nieuwe cao zijn nu gaande, maar wij moeten ons als Kamer daarover uitspreken. Wij moeten de minister aansturen om niet een beetje loonsverhoging bij de politie te realiseren, maar een veel structurelere loonsverhoging en verbetering van de arbeidsomstandigheden. De komende jaren zal ongeveer een derde van de actieve politiemacht in Nederland gaan uitstromen. Er is geen zicht op nieuwe instroom, dus dat betekent dat we acute tekorten gaan krijgen.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat.

De heer Baudet (FvD):

Er is 7% à 8% arbeidsverzuim, wat de werkdruk nog verder omhoog brengt. Er zijn veel te veel politiebureaus gesloten. Kortom, de situatie is nijpend. Ik heb er geen vertrouwen in dat Grapperhaus, zonder dat wij als Kamer hem boodschappen meegeven, het juiste gaat doen bij de onderhandelingen, dus heel graag een spoeddebat.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de Kamer.

De heer Van Raak (SP):

De agenten voelen zich echt in de steek gelaten door de politiek. Ik zie wat politici die boos zijn over de acties. Ik ben trots op de mannen en vrouwen dat zij in actie zijn gekomen. Wij moeten heel snel een debat hebben met de minister om ervoor te zorgen dat de politie haar werk kan doen.

De heer Azarkan (DENK):

Bij werkbezoeken bij de politie horen wij dit soort verhalen uit de eerste hand. Ik nodig de heer Baudet uit om een keer mee te gaan. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. Juist de flexibiliseringsagenda is heel problematisch. Er wordt gezegd: je krijgt bij de politie pas capaciteit erbij als je eerst ermee instemt dat de arbeidsvoorwaarden flexibeler worden. Dat is echt niet aanvaardbaar.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Laat vooropstaan dat mijn fractie de cao-acties van harte ondersteunt. Ik heb dat bij werkbezoeken in het reces steeds gedaan en ik zal dat blijven doen. Ik wil het debatverzoek graag steunen, maar ik heb van de minister begrepen dat hij binnen twee weken eruit denkt te zijn. Ik heb liever dat de minister voortmaakt en dat er een cao komt, maar als stok achter de deur wil ik het debat wel steunen.

De heer Arno Rutte (VVD):

Er zijn inderdaad grote uitdagingen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van de politie. Daarover heeft de Kamer meerdere keren onderhandeld, precies op de punten die de heer Baudet benoemde, dus die hebben we ook meegegeven aan de minister. Daarover moet hij op dit moment heel goed onderhandelen. Debatteren tijdens de onderhandelingen is te laat. Dat hebben we gelukkig al eerder gedaan, dus geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):

Voorzitter. Ook de Partij voor de Dieren ondersteunt de cao-actie van de politie van harte. Wij hebben eerder in het AO Politie aandacht gevraagd voor de werkdruk, het verdwijnen van de politiebureaus en het ontstaan van de pop-upbureaus, waarop we de minister ook hebben gewezen. Van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun voor de acties van de politie en steun voor het debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij hebben de afgelopen periode heel veel debatten gevoerd over de politie om de minister enige richting en een opdracht mee te geven. Die is hij aan het uitvoeren, dus daar moeten we dan niet tussendoor gaan fietsen. Nu moeten we even wachten of de minister tegemoet kan komen aan de verzoeken die wij, zeker ook als coalitie, hebben gedaan.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek niet.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Volgens mij is het in het belang van de politiemannen en -vrouwen om nu ruimte aan de minister te geven, dus geen steun voor dit debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP ziet uit naar een verbetering van de werkomstandigheden voor de politie; begrip voor die wensen. Er is inderdaad het nodige meegegeven richting de minister. Wij vinden dat wij nu eerst moeten afwachten waar de minister mee komt en dan een debat daarover moeten voeren, maar niet lopende de onderhandelingen.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. De heer Jetten.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter. Ook D66 vindt dat het in het belang van de politie is dat er zo snel mogelijk een akkoord over een nieuwe cao komt. Dat lukt alleen als wij de minister de ruimte geven om met de bonden daarover te onderhandelen, dus nu geen steun voor dit debat.

De voorzitter:

Meneer Baudet, u heeft geen meerderheid voor het houden van een meerderheidsdebat.

De heer Baudet (FvD):

Nee, maar ik heb net geleerd dat u gaat over de agendering van dertigledendebatten. Ik wil u dus verzoeken, mevrouw de voorzitter, om dit dertigledendebat, waarvoor veel meer dan 30 leden steun hebben uitgesproken, met spoed te agenderen, omdat het argument van de coalitie dat we de minister de ruimte moeten geven natuurlijk geen houdt snijdt. Want de afgelopen jaren is elke keer gebleken dat daar niets mee wordt gedaan, dus we moeten als Kamer daar druk op uitoefenen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Rog

Naar boven