5 Vragenuur: Vragen Özütok

Vragen van het lid Özütok aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, bij afwezigheid van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, over het bericht dat het Nederlands bedrijfsleven afgelopen jaar nul topvrouwen heeft aangesteld.

De voorzitter:

Tot slot geef ik het woord aan mevrouw Özütok namens GroenLinks voor haar vragen aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat het Nederlands bedrijfsleven afgelopen jaar nul topvrouwen heeft aangesteld.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen jaar zijn er welgeteld 0,0 extra topvrouwen bij gekomen. Dat was afgelopen weekend de kop in de Volkskrant. Maar 6% van alle bestuurders van beursgenoteerde bedrijven is een vrouw. Dat is net zoveel als vorig jaar. Ook het percentage vrouwen in de raden van commissarissen is nog steeds maar 25%, dus nog lang niet de afgesproken 30%. Jaar na jaar krijgen we dit bericht. Sinds 2013 zijn er al afspraken met het bedrijfsleven over meer vrouwen aan de top, maar keer op keer durft het kabinet niet over te gaan tot echte maatregelen. De minister van Emancipatie in dit kabinet doet niet anders dan haar voorganger. Zij vindt het beschamend en diep teleurstellend. Zij wil dat het bedrijfsleven in de benen komt, maar echte actie is er niet. Daarom heb ik de volgende vragen. Deelt het kabinet de mening van GroenLinks dat het echt onacceptabel is dat er niet meer vrouwen aan de top van het bedrijfsleven komen? Aangezien de inspanningen tot nu toe niet werken en de minister zei dat zij wil dat het bedrijfsleven de eindsprint inzet, vraag ik: wat gaat het kabinet doen om te zorgen dat er meer vrouwen aan de top van het bedrijfsleven komen en dat de streefcijfers worden gehaald? Of waren de woorden over de eindsprint loze woorden?

Voorzitter. Het geduld raakt op. GroenLinks wil weten welke dwingende acties dit kabinet nu wil gaan nemen zodat we in 2019 wel die 30% halen.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Slob:

Ik dank mevrouw Özütok voor de gestelde vragen over een onderwerp dat mijn collega, die ik hier vervang, ook zeer bezighoudt. Zij heeft inderdaad opnieuw het woord "beschamend" in de mond genomen. Zij had het over 30 gemiste kansen bij bedrijven die volledig uit mannen bestonden. Het ging om 77 bedrijven waar 30 vacatures waren, waar men alleen maar weer mannen heeft benoemd. Het is duidelijk dat we willen dat het wettelijke streefcijfer dat we al in 2013 met elkaar geformuleerd hebben, gerealiseerd gaat worden. Daar is in dit kalenderjaar al uitvoerig met uw Kamer over gesproken. U heeft 6 maart een uitvoerige brief gehad, waarin ook duidelijk is gemaakt wat we gaan doen richting 2020 op het moment dat deze streefcijfers niet gehaald worden. U weet dat er in 2019 wat dat betreft een heel belangrijk moment is. Dan wordt de balans definitief opgemaakt. Als je kijkt wat er uit deze Female Board Index is gekomen, kun je inderdaad concluderen dat het teleurstellend is. Maar er zal ook nog een wat breder onderzoek worden gedaan: de Bedrijvenmonitor. Die wordt onder 5.000 bedrijven gehouden. De uitkomsten daarvan komen ook in de loop van 2019.

Mijn collega Van Engelshoven heeft inmiddels aan de SER gevraagd om ons te adviseren over wat goede maatregelen zouden zijn om dat streefcijfer, dat ook nog een minimaal streefcijfer is, wel te halen. Die adviesaanvraag is voor de zomer naar de SER gegaan. Er is ook gevraagd om ons in de loop van 2019 te adviseren.

Dus voor de langere termijn, voor 2019, zijn dit de lopende activiteiten. Voor de korte termijn is er het volgende gepland. Er zal volgende week een brief de deur uitgaan die ondertekend is door de heer De Boer, de voorzitter van VNO-NCW, en mijn collega Van Engelshoven. Die brief zal richting de beursgenoteerde ondernemingen gaan. Zij zullen indringend worden gewezen op de gemaakt afspraken. Bedrijven die achterblijven — die soms teleurstellend achterblijven — zullen ook in contact worden gebracht met bedrijven die het wel goed doen, want die zijn er ook. Er zijn ook hele goede voorbeelden te vinden. Op die manier hopen we ook meer beweging te krijgen in dit onderwerp dan tot nu toe gelukt is.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Bedankt voor de antwoorden. Dank u wel, minister. Maar dit is echt de tweede keer in korte tijd dat ik hier sta in verband met dit onderwerp. De vorige keer, in een dertigledendebat, zei de minister dat zij geen enkele harde maatregel schuwt als het gaat om het invoeren van quota, maar zij werd niet concreet. Nog steeds is het niet duidelijk wat dit kabinet nu gaat doen om te zorgen dat er meer vrouwen aan de top gaan komen. Met het tempo dat we nu zien, zijn we overgeleverd aan het bedrijfsleven en gaan we die streefcijfers dus never nooit halen. De minister vindt de cijfers teleurstellend, maar ik vind het teleurstellend dat dit kabinet geen maatregelen durft te nemen en zelfs niet met ons gaat praten over welke maatregelen het gaan worden.

Waarom sta ik hier en kaart ik dit onderwerp aan, voorzitter? Omdat het niet vanzelf gaat, terwijl het zo belangrijk is, zowel voor bedrijven zelf als voor al die jonge vrouwen die rolmodellen nodig hebben. Als de top van het bedrijfsleven altijd maar uit mannen blijft bestaan, dan benutten we de talenten van onze samenleving niet. Het geduld is op, dus ik vraag het kabinet nog een keer: komt u in actie?

Minister Slob:

Met de Kamer is al uitvoerig gedebatteerd over dit onderwerp. Er is ook aangegeven hoe het tijdstraject eruitziet. 2019 is daarbij inderdaad een belangrijk jaar, op basis van de cijfers die we dan krijgen. Het cijfer dat nu naar buiten kwam, was teleurstellend, maar dat is nog maar een heel beperkt deel van het onderzoek. Als de cijfers bekend worden van de bedrijvenmonitor in zijn geheel, met die 5.000 bedrijven die onderzocht worden, en als — dat is een nieuwe actie geweest — er ook het SER-advies ligt, waarin effectieve maatregelen worden gevraagd om toch ons doel te bereiken, dan is dat ook het moment om te bezien wat er nog nodig is in aanvulling op de acties die al lopen. Laten we dat zorgvuldig doen, zoals we ook met elkaar hebben afgesproken. Ik denk dat de uitkomsten van de Female Board Index een extra stimulans zijn om daar niet in te versagen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Özütok.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Kunnen wij dwingende maatregelen van het kabinet verwachten? Dat is mijn allerlaatste vraag.

Minister Slob:

Voorzitter. Mijn collega heeft aangegeven dat ze stevige maatregelen niet zal laten op het moment dat die nodig zijn. 2019 is genoemd als een ijkmoment, maar het is ook wel heel belangrijk dat ... Je kunt heel stevig zijn, maar als het geen effect heeft, heeft het ook niet zo veel zin. Het is dus ook belangrijk om de effectiviteit van maatregelen goed met elkaar te overzien. Daartoe hebben wij de SER om advies gevraagd. Dat is een lopend proces en we hebben gevraagd om ons in de loop van 2019 te adviseren. Laten we dat betrekken bij wat ongetwijfeld een stevig debat zal worden en waar de Kamer zich, denk ik, ook weer in zal roeren.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Özütok. Mevrouw Van den Hul namens de PvdA.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Waar geen wil is, is een wet. Anders staan we hier over tien jaar nog. Dus wij kijken uit naar wat er komen gaat. Bij het thema emancipatie blijkt vaker het geval te zijn dat wij het altijd maar hebben over vrouwen. Achter elke topvrouw staat ook een flexibele en faciliterende man. Ik hoor graag of de minister dat met ons eens is. En zo ja, wat gaat dit kabinet doen om te bewerkstelligen dat die man wat meer gaat zorgen?

Minister Slob:

Interessante vraag. Ik denk dat het altijd goed is om dit soort discussies breder te voeren dan je alleen te focussen op de cijfers, maar dat was wel de uitkomst van die Female Board Index. Als wij met elkaar afspraken maken over streefcijfers en dan ook nog een keer minimale streefcijfers, is het van groot belang dat wij ons maximaal inspannen om de gewenste voortgang uiteindelijk ook te boeken. U weet dat het kabinetsbeleid in de breedte is om gezinnen te ondersteunen, om kinderopvang te faciliteren. Daar is ook veel geld voor uitgetrokken. Ook dat biedt gezinnen de mogelijkheid om betaalde arbeidstaken uit te voeren. Het biedt ook vrouwen de mogelijkheid om dit soort topfuncties te vervullen, want we weten dat er genoeg vrouwen in Nederland zijn die dat ook graag zouden willen. Er moet wel ruimte voor ze gaan komen.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het eind gekomen van dit mondelinge vragenuur.

De vergadering wordt van 14.56 uur tot 15.03 uur geschorst.

Naar boven