10 Energie

Aan de orde is het VAO Energie (AO d.d. 24/11). 

De voorzitter:

De VAO-spelregels zijn nog steeds hetzelfde: twee minuten spreektijd, inclusief het indienen van eventuele moties, die bij voorkeur kort en bondig zijn. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Veel mensen zijn bezorgd over het behoud van het onderzoek naar duurzame energie in Petten. Daarom heb ik daarover een motie opgesteld. We hebben er in de commissie ook uitgebreid over gesproken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende het belang van het onderzoek van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) voor een duurzame toekomst en het belang van ECN voor de werkgelegenheid in de noordelijke regio van Noord-Holland; 

verzoekt de regering, in te zetten op het behoud van werkgelegenheid bij de combinatie van ECN en TNO in Petten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 227 (31239). 

Mag ik de leden die willen overleggen, vragen of ze dat op de gang willen doen? 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik kom op het hoogspanningstracé in Groningen. Het gaat de mensen daar om het traject van het tracé. Zij voelen zich op dat punt onvoldoende gehoord, terwijl er wel weer nieuwe feiten zijn. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de sloop van de bestaande 220 kV-verbinding, waarlangs de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding Eemshaven-Vierverlaten wordt aangelegd, de mogelijkheid geeft voor een heroverweging van andere tracévarianten; 

verzoekt de regering, in samenspraak met de bevolking, maatschappelijke organisaties en overheden te onderzoeken of er een beter alternatief kan worden ontwikkeld voor het huidige voorkeurstracé, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 226 (31239). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hebben ook nog met elkaar gesproken over de inspanningen van de energie-intensieve industrie op het gebied van energiebesparing. Ik hoor graag van de minister of het overleg op een goede manier wordt vervolgd, omdat de minister in oktober nogal stellig was in zijn uitspraken maar in het tweede gedeelte van het laatstgehouden AO wel iets meer ruimte zag. Ik hoop dat die ruimte op een goede manier wordt benut, zodat de berekeningen op een goede manier tegen het licht kunnen worden gehouden om te zien of de doelstellingen kunnen worden gehaald. 

Voorzitter, ik heb de indruk dat de minister mij een vraag wil stellen. 

De voorzitter:

Dat kan. De minister mag een vraag stellen. Dat is geen enkel probleem. 

Minister Kamp:

Ik wil straks graag een goed antwoord geven op de vraag van mevrouw Mulder, maar ik was haar motie nog aan het uitschrijven. Misschien kan zij dus nog even zeggen waar het over gaat. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De energie-intensieve industrie heeft zich gecommitteerd aan het halen van de doelstelling voor energiebesparing. In oktober — volgens mij was het rond 5 oktober — zei de minister: de doelstellingen worden niet goed genoeg gehaald, dus ik ga verplichtingen opleggen; ze moeten nu wel leveren, want ze doen het niet zoals ik wil. Daar gaat het om. Ik kreeg de indruk van de industrie dat die heel veel voorstellen had ingediend en dat er misschien toch ergens miscommunicatie was ontstaan, ook doordat de minister in eerdere instantie had gezegd dat er ook een mogelijkheid zou zijn voor financiële constructies, om het voor de industrie aantrekkelijk te maken om te investeren. Ik hoor graag van de minister hoe het daarmee staat en of er nu wel voortgang wordt geboekt. 

De voorzitter:

Heel goed. Ja, de minister is een man, hè, en wij kunnen maar één ding tegelijk. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Mijn eerste motie gaat over de salderingsregeling voor mensen die zonnepanelen op hun dak hebben. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat steeds meer mensen zonnepanelen op hun huis willen; 

overwegende dat er nu heel veel onzekerheid bestaat rond de salderingsregeling van Zon-PV; 

verzoekt de regering om de salderingsregeling voor zonne-energie in stand te houden tot in ieder geval 2023, en daarmee burgers, net zoals bedrijven, gedurende de periode van het energieakkoord investeringszekerheid te bieden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan Vos en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 228 (31239). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb hierover een vraag aan de PvdA-fractie. Er komt heel binnenkort een evaluatie van die salderingsregeling naar de Tweede Kamer. Ik vraag me af waarom de PvdA die niet even afwacht, want die evaluatie zou volgens mij aan het eind van het jaar komen. En hoe solidair is eigenlijk een salderingsregeling waarvan mensen voordeel hebben die in de gelukkige omstandigheid zijn dat ze geld hebben liggen en kunnen investeren in zonnepanelen? De mensen die dat niet kunnen, die mogelijk in een woningcorporatiewoning zitten, betalen eigenlijk voor die regeling. Hoe solidair vindt de PvdA dat? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Het zijn juist de woningbouwcorporaties, waar mevrouw Mulder heel terecht aan refereert, die heel graag zekerheid willen over de regeling. Zij plannen op dit moment namelijk heel veel nieuwe woningen en zij verduurzamen ook veel bestaande woningen. Dat is een heel grote opgave om Nederland energiezuiniger te maken. Die woningbouwcorporaties willen hun huurders ook graag zonnepanelen aanbieden. Ze willen graag zekerheid over hoe de regeling eruitziet. De minister heeft meerdere malen geïndiceerd dat hij twijfelt over de manier waarop hij de regeling verder wil vormgeven. Daarom vragen wij met deze motie een Kameruitspraak, ook van de partij van mevrouw Mulder. Willen we de minister bij de evaluatie meegeven dat hij het allemaal wel een beetje kan inkrimpen? Of gaan we echte stappen zetten naar verduurzaming en zorgen we ervoor dat deze regeling wordt voortgezet? Die regeling is heel populair bij veel Nederlanders die eigen zonnepanelen hebben en zelf investeren, en dat overigens ook kunnen doen met steun van overheidsfondsen die beschikbaar zijn als zij zelf niet de middelen hebben. Gaan we deze regeling gewoon voortzetten en echt iets doen aan een duurzame toekomst voor Nederland? Want er moet natuurlijk wel boter bij de vis. 

De voorzitter:

Ik aarzel even om u het woord te geven, mevrouw Mulder, want ik ben zo bang dat er een heel debat op gang komt en … 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, maar voorzitter, dit is ook eigenlijk niet … 

De voorzitter:

Ik maak even mijn … 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

… besproken in … 

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, ik maak even mijn zin af! Het antwoord van de heer Vos is op zich duidelijk. U bent het er misschien niet mee eens, maar dit is niet de plaats voor een discussie daarover. Ga uw gang. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dan maak ik toch een ordepunt, want er stond geen aparte brief over de salderingsregeling op de agenda van het AO. Deze motie is dus een beetje vreemd aan de orde van de dag. Dat kan natuurlijk. Daar kan voor gekozen worden, maar ik vind het wel een beetje voor de bühne en ik vind het ook een beetje goedkoop dat de evaluatie niet wordt afgewacht. We willen immers juist een regeling voor de toekomst die echt duurzaam is. Nu wordt daarop alvast wat voorgesorteerd. Ik vind dat een gemiste kans, want we willen juist iedereen hier goed bij betrekken. Dat is de zorg van het CDA. 

De voorzitter:

Mij blijkt overigens dat er ook brieven over het energieakkoord bij het AO betrokken waren, waaraan dit onderwerp gerelateerd zou kunnen worden. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Die mening van u deel ik. 

De voorzitter:

Het was meer een advies. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Maar als mevrouw Mulder vragen heeft, ben ik altijd bereid om die te beantwoorden. 

Ik dien de volgende motie in over wind op land. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat RVO een onderzoek heeft uitgebracht waarin gewaarschuwd wordt voor het buiten gebruik nemen van ca. 1.300 MW aan wind-op-landvermogen; 

overwegende dat hiermee de doelstellingen van het energieakkoord in gevaar komen; 

verzoekt de regering, de voortzetting van kleinschalige windprojecten beter mogelijk te maken, en daarmee in de vormgeving van de SDE+-regeling 2017 rekening te houden door een verhoogd SDE+-tarief voor kleinschalige windprojecten op te nemen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 229 (31239). 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik kom op de bij- en meestook van biomassa. De minister heeft bekendgemaakt dat er heel veel miljarden naar houtsnippers, pellets, gaan die in kolencentrales worden opgestookt. Het is alleen niet duidelijk geworden hoeveel eigenlijk. Het departement maakt dat niet bekend, het energiebedrijf ook niet. Mijn vraag aan de minister is om hoeveel geld het nu eigenlijk gaat. Ik wil er ook een motie over indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er opnieuw subsidie is aangevraagd voor de bij- en meestook van biomassa in kolencentrales; 

overwegende dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in 2016 heeft berekend dat de grondstofkosten van biomassa in de periode tot 2050 gaan stijgen van 4 dollar per gigajoule naar 28 dollar per gigajoule; 

overwegende dat de kostprijs van wind op zee en Zon-PV steeds verder daalt; 

verzoekt de regering, de verstrekking van nieuwe SDE+-subsidie voor de bij- en meestook van biomassa in kolencentrales per direct, dan wel zo snel mogelijk, stop te zetten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan Vos, Van Veldhoven, Van Tongeren, Smaling, Dik-Faber, Ouwehand, Monasch, Klein en Öztürk. 

Zij krijgt nr. 230 (31239). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Er is een energieakkoord gesloten. Een van de onderdelen is de bij- en meestook van biomassa in kolencentrales om onze duurzame doelstellingen te halen. Als dit voorstel van de PvdA door zou gaan, halen we mogelijk de doelen van het energieakkoord niet. Hoe weegt de heer Vos dat? 

De heer Jan Vos (PvdA):

We hebben hier al uitgebreid en meerdere malen over gedebatteerd. Er is een heel goed rapport verschenen van CE Delft, een gerenommeerd onderzoeksbureau. Dat hebben wij ook gekregen en hier ook besproken. Zoals mevrouw Mulder weet, staan daarin uitstekende alternatieven. Je kunt heel goedkoop wind op zee bouwen voor €0,06, €0,07 per kWh. Je kunt meer investeren in biostoom, zonnepanelen of aardwarmte. Wat hier biomassa heet, is in feite gewoon een houtsnippersubsidie. Bomen worden gekapt en versnipperd in Canada, daarna gaan ze op de boot naar Rotterdam en worden de snippers in de kolencentrale geschept. Daar geven wij miljarden aan uit en dat noemen we dan duurzame energie. Ik denk dat het gewoon een onzinnig project is en dat we ermee moeten stoppen. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De heer Vos hecht altijd aan het halen van tijdlijnen. 

De voorzitter:

Ik ook. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Denkt de heer Vos dat het mogelijk is om de doelen van 2023 nog te halen als we hiermee stoppen? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Die van 2023 zeker. Die van 2020 worden lastig, maar ook dat kan. In het rapport waaraan ik refereerde, is dat beschreven. Ik denk dat er betere alternatieven zijn voor duurzame energie dan deze houtsnippersubsidie. Ik hoop ook op de steun van de CDA-fractie, die deze motie nog niet heeft meegetekend, maar blijkbaar wel belangstelling heeft voor het onderwerp. 

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Dankzij dit kabinet van VVD en PvdA en de door de hele Kamer zo vurig gewenste dure energietransitie verrijzen straks reusachtige windmolens in de Veenkoloniën. In Oostermoer staan sommige zelfs op nog geen 500 meter afstand van woningen. De PVV is altijd duidelijk geweest. Wij willen niet dat ons land wordt verpest door windmolens, niet op zee, niet in Drenthe en niet in Nederland. Dat zeggen wij al jaren. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering om geen windmolens te plaatsen in de Drentse Veenkoloniën, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klever en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 231 (31239). 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik ben benieuwd naar de uitkomst van stemming straks. Ik ben benieuwd welke partijen de wensen van de lokale bevolking nu echt serieus nemen. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Complimenten aan de minister voor de Energieagenda die wij gisteren hebben ontvangen. Wij spreken daar vandaag niet over, maar het is fijn dat die agenda is. Wij komen daar nog over te spreken. 

Ik heb ook een motie over Drenthe. Die is iets langer en misschien iets genuanceerder dan de motie van mevrouw Klever, maar de motie ademt wel een beetje dezelfde geest. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de onrust en wanhoop in en rond de Drentse Veenkoloniën over de voorgenomen bouw van grote windparken al lange tijd ernstig is en niet vermindert; 

constaterende dat de plaatsing van de turbines fysieke schade en ernstige reputatieschade toebrengt aan een internationaal toonaangevend sterrenkundig instituut en zijn meetopstellingen; 

verzoekt de regering, een periode van bezinning in te lassen en een zoektocht naar alternatieven te starten die dezelfde hoeveelheid duurzame energie opleveren en die kunnen rekenen op lokaal en provinciaal draagvlak, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 232 (31239). 

De heer Smaling (SP):

Mijn tweede motie heeft min of meer hetzelfde onderwerp. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in Nederland een proces van energietransitie is ingezet, waarin ook wind op land een belangrijke rol speelt; 

overwegende dat het van belang is dat de lasten en lusten van deze energietransitie eerlijk verdeeld worden; 

overwegende dat de waardevermindering van woningen een belangrijk punt van zorg is bij bewoners, en de huidige planschadevergoeding onvoldoende is om de echte schade te compenseren; 

verzoekt de regering, binnen de nieuwe Omgevingswet een regeling te ontwerpen die initiatiefnemers verplicht om ten minste gedurende vijftien jaar eigenaren van onroerend goed bij verkoop de feitelijke vastgestelde waardedaling te vergoeden van hun onroerend goed als gevolg van de energiewinning in hun directe omgeving, onder aftrek van eerder uitgekeerde planschade, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 233 (31239). 

De heer Smaling (SP):

Dan zit de tijd er helaas al weer op, voorzitter. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb drie moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het ministerie van Economische Zaken de rijksinpassingsprocedure 380kV Noord-West tot dusver strikt juridisch heeft ingevuld; 

constaterende dat de inbreng van betrokken burgerwerkgroepen en maatschappelijke organisaties op geen enkele wijze zichtbaar is in het proces; 

verzoekt de regering, de Groningse burgerwerkgroepen en maatschappelijke organisaties te betrekken in het vaststellen van een 380 kV-tracé waarin Groninger waarden en belangen betrokken worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 234 (31239). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de aanvullende energiebesparingsdoelstelling uit het energieakkoord niet gehaald wordt; 

overwegende dat er nog geen een-op-eenafspraken met de energie-intensieve industrie zijn; 

verzoekt de regering om vanaf 1 januari 2017 over te gaan tot het stellen van verplichtende energiebesparingsmaatregelen voor de energie-intensieve industrie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 235 (31239). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Wet normering topinkomens van toepassing is op energiebedrijven in publieke handen; 

verzoekt de regering om te onderzoeken of de Wet normering topinkomens goed wordt uitgevoerd bij publieke bedrijven in de energiesector, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 236 (31239). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik heb vier moties. Ik begin snel. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat windmolens binnen de twaalfmijlszone bij de kust worden geplaatst omdat de nationale MKBA aangeeft dat de nationale maatschappelijke baten hoger zijn dan de kosten, maar dat kustgemeenten hiervan lokaal wel negatieve economische consequenties kunnen ervaren; 

verzoekt de regering om met de betreffende kustgemeenten in overleg te gaan over een mogelijke participatie of compensatie waarmee de negatieve consequenties kunnen worden opgevangen door een versterking van de lokale economie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 237 (31239). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er in Groningen een nieuwe hoogspanningslijn wordt aangelegd, en het van belang is dat omwonenden daarbij inspraak hebben; 

verzoekt de regering om Groningse burgerwerkgroepen en maatschappelijke organisaties te betrekken bij het vaststellen van het traject van de hoogspanningslijn en het afwegen van alternatieven, en zichtbaar te maken op welke manier hun inbreng wordt meegenomen in het proces, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 238 (31239). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat een onderzoeksinstituut duurzame energie van belang is voor de energietransitie; 

overwegende dat bij een bundeling van krachten tussen TNO en ECN het risico bestaat dat het duurzame karakter van een nieuwe onderzoeksorganisatie onvoldoende geborgd is; 

verzoekt de regering om bij de vormgeving van het nieuwe onderzoeksinstituut te waarborgen dat het instituut blijvend onderzoeksondersteuning biedt aan de opgaven van de energietransitie en daarbij gebruik kan maken van een programmatische aanpak en een apart budget voor duurzame energie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 239 (31239). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat gaswinning onder de Waddenzee plaatsvindt met het "hand aan de kraan"-principe om de bescherming van de ecologie te waarborgen; 

overwegende dat er opnieuw een veel groter dan verwachte daling van de Waddenplaat bij Pinkegat is gemeten, waarvan bij de laatste meting niet duidelijk is of dit een daadwerkelijke daling of een meetfout is; 

verzoekt de regering om met de NAM ervoor te zorgen dat de onzekerheden in de metingen worden verkleind, en ervoor te zorgen dat de rapporten daarover voor een breed publiek leesbaar zijn; 

verzoekt de regering om in kaart te brengen wanneer deze gemeten dalingen leiden tot een overschrijding van de toegestane gebruiksruimte en daarbij aan te geven in welk geval dan wordt overgegaan tot het (gedeeltelijk) stilleggen van de gaswinning in dat gebied en wat de gevolgen daarvan zijn, en dit nog voor het debat over de mijnbouw naar de Kamer te sturen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 240 (31239). 

De voorzitter:

Ik dank u zeer. Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de termijn van de zijde van de Kamer. 

De vergadering wordt van 13.40 uur tot 14.00 uur geschorst. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Mevrouw Mulder spreekt in de motie op stuk nr. 227 uit dat de regering moet inzetten op het behoud van werkgelegenheid bij de combinatie van ECN en TNO. Ik denk dat het de beste garantie voor het behoud van werkgelegenheid is dat je je werk effectief en efficiënt doet. Wat wij nu aan het organiseren, onderzoeken en uitwerken zijn, is hoe we, nadat ECN in grote financiële problemen kwam en zelfstandig niet kon voortgaan, het onderzoek van ECN door het te combineren met TNO kunnen behouden. Wij gaan nu na op welke wijze we dat kunnen uitwerken en invullen. Hoe kan het gecombineerde ECN-TNO in de toekomst gaan werken? Het is niet goed om te zeggen dat het tot behoud van werkgelegenheid moet leiden, want dan ga je arbeidsplaatsen optellen. Het is beter om een structuur te maken die zodanig is dat ook in de toekomst effectief en efficiënt gedaan kan worden wat er op dit punt noodzakelijk is en waar behoefte aan is. Daar wordt nu aan gewerkt. Dit als punt neerzetten, vind ik niet het juiste accent. Vandaar dat ik deze motie van mevrouw Mulder ontraad. 

De voorzitter:

Wij hebben vijftien moties te behandelen en de agenda staat onder grote tijdsdruk. Ik wil zowel de minister als de leden verzoeken om het zo compact mogelijk te doen. Dat wil niet zeggen dat er geen vragen kunnen worden gesteld, maar van beide kanten graag zo compact mogelijk. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Tijdens het AO heb ik gepleit voor het uitbreiden van het onderzoek door ECN en TNO samen. Dan kunnen ze nog efficiënter, maar wel met behoud van deze werkgelegenheid aan de slag en uitgroeien tot een internationaal vermaard centrum, met name voor zonne-energie. Daarom heb ik het op deze manier opgeschreven. 

Minister Kamp:

Ik heb al een paar jaar meegemaakt dat de problemen bij ECN steeds groter werden. Op het laatst moest men melden dat er, als ik niks deed, in no-time surseance van betaling zou komen. Op dat moment heb ik bekeken hoe we de zaak overeind konden houden, ook in het belang van de werkgelegenheid en de taken die daar vervuld worden. Als je de onderzoekstaak, de adviestaak in stand wilt houden, moet je daar een nieuwe, goede constructie voor vinden. Die zoeken we op dit moment met TNO. Dan moet je niet bij voorbaat zeggen: je moet de werkgelegenheid in stand houden. Nee, je moet bij voorbaat zeggen: je moet zorgen dat er een goede advieseenheid komt, die het werk goed kan doen. We zien wel hoe dat precies vormgegeven moet worden, met hoeveel mensen en op welke plek. Nogmaals, we moeten niet bij voorbaat zeggen dat de werkgelegenheid in stand moet worden gehouden. Dat is het verkeerde uitgangspunt. Ik ontraad de motie. 

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 226. 

Minister Kamp:

Met deze motie vraagt mevrouw Mulder ons om in samenspraak met de bevolking een beter alternatief te zoeken voor het huidige voorkeurstracé in Groningen. Het lijkt mij heel vreemd om dat te gaan doen. In Groningen hebben we de wettelijke procedure gevolgd. We hebben een m.e.r.-procedure gevolgd. Er is veel overleg geweest met de betrokkenen in het gebied. Vervolgens heb ik extra onderzoek laten doen naar de mogelijkheid van gedeeltelijk ondergrondse aanleg. Dat is uitgezocht en uit dat onderzoek bleek dat de kosten daarvan veel hoger zijn dan de baten. Het zou dus niet verstandig zijn om dat te doen. De nieuwe constructie waarin er een nieuwe leiding komt en er een oude bovengrondse leiding verdwijnt, leidt ertoe dat het van 66 gevoelige bestemmingen, woningen waar de mensen last hadden van die leiding, teruggaat naar 3 gevoelige bestemmingen; van 66 naar 3. Ik denk dus dat er sprake is van een aanmerkelijke vooruitgang. We hebben dit proces heel zorgvuldig en diepgaand doorlopen. Ik denk dat we het nu gauw moeten afronden, omdat het noodzakelijk is om te besluiten en ervoor te zorgen dat de elektriciteit die we op het net zetten, op een goede manier vervoerd kan worden. Daar moeten we geen problemen mee krijgen. Ik ontraad de motie. 

Dan de motie op stuk nr. 228 waarmee de heer Vos de salderingregeling in stand wil houden tot het jaar 2023. Ik ben zeer verrast door deze motie. Wij hebben met elkaar besloten om in het jaar 2016 te starten met een evaluatie van die salderingsregeling. Ik probeer die eigenlijk nog dit jaar af te ronden en de Kamer daarover te informeren. Dan zullen we ook de resultaten van de evaluatie kunnen vergelijken met de andere mogelijkheden die er zijn. Het is nuttig om dat te doen, omdat de salderingsregeling twee tot drie keer zo duur is als dit doel proberen te bereiken via de SDE+-regeling. Het is dus gewoon goed om die evaluatie tot ons te nemen en te bekijken wat we daarmee moeten doen. Om nu bij voorbaat, want nog voordat de evaluatie is afgerond, al te zeggen dat de boel tot 2023 in stand moet blijven, lijkt mij geen uiting van behoorlijk bestuur. Ik denk dat ik daarom niet anders kan doen dan de motie op stuk nr. 228 ontraden. 

In de motie op stuk nr. 229 van de heer Vos staat dat kleinschalige windprojecten beter mogelijk gemaakt moeten worden door de SDE+-regeling te vervangen en een apart verhoogd tarief voor kleinschalige windprojecten op te nemen. Ik denk dat we dat niet moeten doen. Ik denk dat wij ervoor moeten zorgen dat het geld dat we investeren in windmolens op land, zo veel mogelijk elektriciteit oplevert. We moeten verder voorkomen dat we te veel windmolens neerzetten en dat die te veel subsidies nodig hebben. Dat is wat er zou gebeuren als we dit zouden gaan doen en vandaar dat ik de motie op stuk nr. 229 van de heer Vos ontraad. 

In de motie op stuk nr. 230 staat dat we moeten stoppen met de bij- en meestook van biomassa. Ook daar ben ik door verrast. De bij- en meestook van biomassa wordt als duurzame energie aangemerkt in de richtlijn van de Europese Commissie. Op grond daarvan hebben wij een regeerakkoord gesloten met een ambitie voor duurzame energie. Die ambitie voor duurzame energie hield ook de bij- en meestook van biomassa in. Het is logisch dat het vervolgens in het energieakkoord een vervolg heeft gekregen in de afspraak te komen tot maximaal 25 petajoule bijstook van biomassa. 

Als we stoppen met het gebruik van biomassa zullen we absoluut de doelstelling van 14% in 2020 niet halen. Die doelstelling laten we dan echt los, want om die bijstook te vervangen zouden we in deze periode twee grote windmolenparken op zee extra moeten aanleggen. Dat is onmogelijk. Dat krijg je niet voor elkaar en bovendien zou ik daarmee een zeer gevoelig proces verstoren. Ik zeg "zeer gevoelig", want in een periode van vijf, zes jaar leggen wij de vijf grootste windmolenparken ter wereld aan voor de kust van Nederland. Wat hier staat, kan echt niet. Daar komt nog bij dat die 25 petajoule al beschikt is op grond van de normale procedures, procedures die ik op een normale manier heb doorlopen. De motie op stuk nr. 230 ontraad ik. 

De voorzitter:

De heer Vos heeft een vraag over het oordeel van de minister. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Het is eigenlijk meer een punt van orde. Ik heb de minister gevraagd hoeveel er eigenlijk wordt uitgegeven aan die houtsnippersubsidie voor de bijstook van biomassa. 

Minister Kamp:

Wat de heer Vos nu opeens een houtsnippersubsidie noemt, komt erop neer dat je bomen die CO2 gebonden hebben, verbrandt, zodat de CO2 weer vrijkomt. Het is dus een gesloten proces. De biomassa die in Nederland gebruikt mag worden, voldoet aan de hoogste standaarden. De hoogste certificatie zit daarop en die certificatie zijn we ook nog eens met de natuur- en milieubeweging overeengekomen. Die biomassa wordt naar Nederland vervoerd en wij zien dat als een goede mogelijkheid om straks beter gebruik van biomassa te maken door via cascadering daar een paar tussenstappen in te bouwen. 

Het is iets waarover we al vele malen in de Kamer hebben gesproken. Nu heet het plotseling een houtsnippersubsidie. Die zou gestopt moeten worden, maar daardoor zouden we ook de doelstelling van het regeerakkoord en het energieakkoord los moeten laten. Het is mij een raadsel. Ik kan echt niet anders dan de motie ontraden. 

De voorzitter:

Ik ben ook in verwarring, mijnheer Vos. U maakte een punt van orde, maar dat snap ik niet want de minister geeft gewoon een advies over de motie. Wat is het punt van orde nou eigenlijk? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Toen ik daarnet daar stond vroeg ik de minister hoeveel miljard er nu eigenlijk wordt uitgegeven aan die houtsnippersubsidie. 

De voorzitter:

We hebben het nu over deze motie. Wat is uw punt van orde dan? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Laat ik het op een andere manier zeggen, voorzitter. 

De voorzitter:

Dus u had geen punt van orde? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Jawel, ik wil graag antwoord op de vraag die ik zojuist ook al stelde, namelijk … 

De voorzitter:

Maar dat staat hier los van. Dat komt dan misschien aan het end of … 

De heer Jan Vos (PvdA):

… hoeveel miljard er wordt uitgegeven aan … 

De voorzitter:

Maar we hebben het nu over deze motie. 

De heer Jan Vos (PvdA):

… die subsidie. Ik wacht nu op het antwoord van de minister. 

De voorzitter:

Wat is dan uw punt van orde over de motie? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Dit is een voortgezet algemeen overleg. Daarin kunnen wij vragen stellen of iets vertellen. Ik heb één vraag gesteld aan de minister in het verhaal dat ik heb verteld. Hoeveel miljard wordt er uitgegeven aan wat de minister biomassa noemt en wat ik een houtsnippersubsidie noem? De minister zegt nu heel terecht dat we het daar al heel vaak over gehad hebben in de debatten. Dat is waar. Het woord "houtsnippersubsidie" is inderdaad al heel vaak gevallen. De minister zegt dat hij verrast is, maar wij hebben keer op keer gewaarschuwd dat we dit geen echte duurzame energie vinden … 

De voorzitter:

Maar nu gaat u de discussie aan … 

De heer Jan Vos (PvdA):

… en hij kan dus niet verrast zijn. Ik vraag het kabinet hoeveel er wordt uitgegeven aan bomen die worden gekapt in Canada, over de oceaan worden gesleept en hier in de kolencentrale worden gegooid, terwijl de Kamer wil dat die kolencentrales dichtgaan. 

De voorzitter:

U geeft geen antwoord op mijn vraag, mijnheer De Vos. Wat is uw punt van orde nou eigenlijk? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Mijn vraag aan de minister is — en aan u, als punt van orde — hoeveel geld er wordt uitgegeven aan de bij- en meestook van biomassa, aan de houtsnippersubsidie. Maar ik krijg geen antwoord van het kabinet! Hoeveel miljard is het nou eigenlijk? Dat is mijn vraag aan de minister. 

De voorzitter:

Dat is geen punt van orde. De minister gaf een oordeel over de motie. Daar kunt u het niet mee eens zijn of daar kunt u vragen over hebben. Dat is allemaal prima, maar dit was geen punt van orde. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Maar nu debatteren wij. Ik wil graag met de minister debatteren. Ik wil graag van hem horen hoeveel miljard wij uitgeven aan houtsnippers die in kolencentrales gaan. Dat is mijn vraag aan de minister. U kunt nog zo lang met mij debatteren, maar ik wil graag met de minister debatteren. 

De voorzitter:

Mijnheer Vos, ik debatteer niet met u. Ik deel u mee dat het niet is toegestaan om misbruik te maken van een punt van orde. 

Minister Kamp:

De heer Vos vraagt hoeveel miljard er naar biomassa gaat. Die informatie kan natuurlijk aan de heer Vos beschikbaar worden gesteld, zoals wij daar de afgelopen jaren ook voortdurend transparant over zijn geweest. Uit de SDE+-regeling blijkt duidelijk welke bedragen er maximaal naar biomassa kunnen gaan. De 25 petajoule, de maximale hoeveelheid die hiervoor in aanmerking komt, is ook bekend. Ik wil de berekening best nog een keer maken en weer aan de Kamer geven, maar dat is de afgelopen jaren nooit een vraag geweest. Dit is altijd transparant geweest. De heer Vos zegt dat de biomassa, die nu plotseling houtsnippersubsidie heet, geen duurzame energie is, maar wat wel of niet duurzame energie is, staat in de Europese richtlijn die wij in de wet hebben vastgelegd en die wij als basis voor het regeerakkoord én voor het energieakkoord hebben gebruikt. Ik sta hier geen dingen te verzinnen. Het is allemaal vastgelegd in wetten en afspraken. 

Als ik zou besluiten dat er geen biomassa meer mag worden verstookt, wordt de 14% losgelaten. Biomassa is goed voor meer dan één procentpunt van die 14%. Zonder biomassa komen we dus beneden de 13% uit. Daarmee zouden we doelstellingen uit het regeerakkoord en het energieakkoord loslaten. Ik heb in deze Kamer al vaker gezegd dat ik daar niet toe bereid ben, omdat ik het een verstandige doelstelling vind die wij moeten vasthouden en realiseren. 

De voorzitter:

U blijft dus bij het oordeel ontraden. 

De heer Bosman (VVD):

Ik heb ook een vraag over de motie, ter verduidelijking. In het verleden was de Partij van de Arbeid groot voorstander van het energieakkoord. Als de motie wordt aangenomen, wat is dan de consequentie ten aanzien van de gesprekken die met de andere partners in het energieakkoord zijn gevoerd? Welke consequenties zou dit mogelijk kunnen hebben? 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb een punt van orde. 

De voorzitter:

Ga uw gang. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De gebruikelijke orde is dat alleen de indieners van een motie een vraag kunnen stellen. We krijgen nu een heropening van een debat dat wij al heel vaak gevoerd hebben. De voorzitter heeft een beroep op de leden gedaan om kort en bondig te zijn en alleen vragen over het oordeel van de minister over de eigen motie te stellen. 

De voorzitter:

Ik heb de hele ochtend niet anders meegemaakt dan dat sommige leden af en toe ook een vraag stelden over het oordeel van de minister over een motie van iemand anders. Dat laat onverlet dat ik heb gevraagd om het allemaal compact te doen. Dat gaan we dus vanaf nu ook doen. Maar de heer Bosman heeft wel het recht om dit te vragen. 

Minister Kamp:

De heer Bosman vraagt wat de consequenties voor het energieakkoord zijn. In het energieakkoord zitten vele afspraken tussen 47 partijen. Die kijken allemaal verschillend tegen onderdelen van de afspraken aan. Er is één groot pakket gemaakt. Iedere partij was voor en tegen bepaalde dingen, maar uiteindelijk sloeg de balans voor iedere partij positief door en daarom hebben alle partijen het geheel voor hun rekening genomen. Als we vervolgens allerlei onderdeeltjes toch weer ter discussie gaan stellen, valt het energieakkoord uit elkaar. Dat is in sterke mate het geval als degene die het hele proces heeft gestuurd, namelijk het kabinet, aan de afspraken gaat sleutelen. Wij hebben het initiatief genomen en de totstandkoming van het energieakkoord van begin tot eind ondersteund. Nu zijn we voorlopers in de uitvoering daarvan. Als wij die afspraken over biomassa en de doelstelling voor het jaar 2020 loslaten, dan is dat funest voor het energieakkoord. 

In de motie op stuk nr. 231 wordt gevraagd om geen windmolens te plaatsen in de Drentse Veenkoloniën. Ik heb met alle provincies afspraken gemaakt over het plaatsen van windmolens. De provincie Drenthe heeft een locatie aangewezen waar dat zou kunnen. Daarvoor zijn plannen ingediend, die vervolgens de procedure hebben doorlopen. Ik kan daarom niet anders dan deze motie ontraden. 

Mevrouw Klever (PVV):

De Partij van de Arbeid heeft een bommetje onder het energieakkoord gelegd door middel van een motie over de houtsnippersubsidies. Gezien de brede ondertekening en het feit dat de PVV de motie waarschijnlijk ook zal steunen, zal die wel worden aangenomen. Daarmee is er dus geen energieakkoord en is er geen regeerakkoord meer op dit punt. Kan de minister nu eens echt voor de bevolking opkomen en de motie van de PVV om geen windmolens in de Drentse Veenkoloniën te plaatsen van een positief oordeel voorzien? Ik denk dat ook heel veel VVD'ers blij zullen zijn als daar geen windmolens komen. 

Minister Kamp:

Ik kom op voor het belang van de bevolking door te doen wat 197 landen in Parijs met elkaar hebben afgesproken, namelijk dat we het klimaatprobleem moeten aanpakken, dat we de uitstoot van CO2 moeten terugdringen, dat we de omschakeling naar duurzame energie moeten maken en dat we aan energiebesparing moeten doen. Dat opkomen voor het belang van de bevolking houdt in dat de overgang naar duurzame energie wordt gemaakt en dat er windmolens op zee en op land worden geplaatst, ook in Drenthe op de plek die door het provinciaal bestuur is aangewezen. Daarvoor hebben wij de wettelijke procedure zorgvuldig doorlopen. Ik denk dat deze motie door mij niet anders dan ontraden kan worden. 

In zijn motie op stuk nr. 232 over Drenthe vraagt de heer Smaling om een bezinning in te lassen en alternatieven te zoeken. Om dezelfde reden als bij de vorige motie ontraad ik ook deze motie. 

In de motie op stuk nr. 233 vraagt de heer Smaling samen met de heer Vos om binnen de nieuwe Omgevingswet een regeling te ontwerpen die initiatiefnemers verplicht om tenminste gedurende vijftien jaar eigenaren van onroerend goed bij verkoop vergoedingen te geven. Voor het geven van vergoedingen bij wijzigingen van ruimtelijke-ordeningsplannen hebben wij de Omgevingswet. Op 19 december komt de invoeringswet voor de Omgevingswet aan de orde, waaraan een viertal AMvB's gekoppeld is. Er is een notaoverleg over met de minister van I en M. Dat is de gelegenheid om schadevergoedingsregelingen te bespreken. Ik geef de indiener in overweging om de motie aan te houden. Doet hij dat niet, dan ontraad ik de motie. 

De voorzitter:

Leidt dat de indiener tot beweging? 

De heer Smaling (SP):

Het probleem met dit onderwerp is dat het op het scheidsvlak van de mandaten van deze minister en de minister van I en M ligt. Ik heb al vaker meegemaakt dat het dan wordt doorverwezen naar de collega. Ik begrijp dat wel, maar de minister kan ook een oordeel geven over de motie. Dan kunnen we erover stemmen en ligt er op 19 december een al dan niet aangenomen motie. 

Minister Kamp:

Als de motie nu blijft liggen, dan zal ik die ontraden. Ik vind het noodzakelijk dat wij onze opgave van 14% duurzame energie in 2020 halen. Dat is de vaste overtuiging van het kabinet. Daar doen we ook alles voor. Voor de windmolens hebben we de wettelijke regeling, die op 19 december aan de orde komt. En we hebben een afspraak, een code die opgesteld is door de partijen die de windmolens realiseren, waarover ook afspraken zijn gemaakt met de natuur- en milieuorganisaties. Ik denk dat de combinatie van het toepassen van die code en het overleg dat in het kader van de Omgevingswet kan plaatsvinden, het juiste pakket is en dat daarover nu geen uitspraak moet worden gedaan die dat doorkruist. Om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 233. In de motie op stuk nr. 234 vragen mevrouw Van Tongeren en de heer Vos om de Groningse burgerwerkgroepen en de maatschappelijke organisaties te betrekken bij het vaststellen van een 380kV-tracé. Ik heb net al aangegeven bij een andere motie die over Groningen ging, wat daar speelt. We hebben die leiding nodig om te zorgen dat het elektriciteitsnetwerk in Nederland stabiel blijft. We hebben daar de wettelijke procedure voor gevolgd, met bovendien ook nog veel overleg met alle betrokkenen in het gebied. We hebben die procedure nog een keer onderbroken om te bekijken of een gedeelte ondergronds zou kunnen gaan. We zijn tot de conclusie gekomen dat dit niet zo is. Wat we nu doen, vermindert het aantal gehinderde percelen van 66 naar 3. Om die reden ontraad ik de motie. 

In de motie op stuk nr. 235 vraagt mevrouw Van Tongeren om vanaf 1 januari over te gaan tot het stellen van verplichtende energiebesparingsmaatregelen voor de energie-intensieve industrie. Dat is ook een moeilijk punt uit het energieakkoord. Die industrie moet 9 petajoule extra aan besparing realiseren, heeft ze zelf afgesproken. Ik ben nu in overleg met alle betrokkenen bij het energieakkoord om te kijken welke conclusies we hierover moeten trekken. Ik heb er deze maand nog voor om dat overleg af te ronden. Vooruitlopend daarop nu een Kameruitspraak doen, zou het proces doorkruisen. Ik ontraad de motie. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het energieakkoord is gesloten in 2013. Vindt de minister niet, net zoals GroenLinks, dat 1 januari 2017 dan misschien wel het moment is om alle partijen er verplichtend aan te houden? 

Minister Kamp:

Ik kom straks op dit onderwerp nog terug bij een motie die mevrouw Mulder heeft ingediend. Dit is iets waarvan wij gezegd hebben dat het moet gebeuren. Voor het eind van het jaar moet er op dit punt ook duidelijkheid zijn. Ik heb twee keer uitstel gegeven aan de industrie om met voorstellen te komen. Nu moeten de conclusies getrokken worden. Daar wil ik graag deze maand voor gebruiken. Het dient het hele proces niet dat de Kamer, terwijl ik daarmee bezig ben, alweer zegt wat er moet gaan gebeuren. Ik ben ervoor om te zorgen dat dit soort processen in een goede uitkomst resulteert. Dat zou doorkruist worden als ik deze motie zou moeten uitvoeren. Vandaar dat ik de motie ontraad. 

In de motie op stuk nr. 236 wordt de regering gevraagd om te onderzoeken of de Wet normering topinkomens goed wordt uitgevoerd bij publieke bedrijven in de energiesector. De Wet normering topinkomens wordt goed uitgevoerd, want daar is het normale toezichtsregime op van toepassing. Ik heb op dit moment geen bijzondere aanleiding om op onderdelen onderzoeken te gaan doen. Ik heb daar op zichzelf niets op tegen, maar heb daarvoor geen aanleiding. Vandaar dat ik deze motie ontraad. 

In de motie op stuk nr. 237 wordt de regering gevraagd door mevrouw Van Veldhoven om met kustgemeenten in overleg te gaan over mogelijke participatie of compensatie voor negatieve consequenties. We hebben studies laten verrichten naar de effecten van de windmolens op zee, waarbij de kustgemeenten nauw zijn betrokken. Daaruit is gebleken dat er geen significante negatieve effecten optreden op toerisme, recreatie en waarde van onroerend goed. Compensatie is dan ook niet aan de orde. Ik heb wel in de kavelbesluiten voor de windparken vastgelegd dat de vergunninghouder zich aantoonbaar moet inspannen om het park zodanig te ontwerpen, te bouwen en te exploiteren dat het actief bijdraagt aan de versterking van de lokale en de regionale economie. De vergunninghouder moet daartoe een plan van aanpak opzetten. De inwoners in het gebied en de lokale bedrijven kunnen op deze manier ook participeren in het proces dat daar speelt. Het is denkbaar dat burgerparticipatie in de financiering een onderdeel van het plan van aanpak is, maar het is zeker niet de enige mogelijkheid. De motie beoogt dat we meer doen dan wat we op dit moment al doen. Ik denk dat we het maximale doen. Ik heb ook met de gemeenten afgesproken dat waar er negatieve effecten zijn, we gezamenlijk gaan proberen om die van het goede antwoord te voorzien, en dat waar er positieve effecten te verwachten zijn, we gezamenlijk gaan proberen om die zo groot mogelijk te laten zijn. Meer doen dan wat afgesproken is, heeft geen meerwaarde. Daarom ontraad ik de motie. 

De motie op stuk nr. 238 van mevrouw Van Veldhoven gaat ook weer over Groningen. Het is de derde motie over Groningen. Het antwoord is hetzelfde als dat ik net heb gegeven. Ik kan nog het volgende aangeven. Behalve dat het aantal gehinderde bestemmingen van 66 naar 3 wordt teruggebracht, heb ik besloten om een zeer ruim budget van meer dan 7 miljoen euro voor landschappelijke inpassing in het gebied beschikbaar te stellen. Dat is een extra overweging om de motie op stuk nr. 238 te ontraden. 

De motie-Van Veldhoven/Jan Vos op stuk nr. 239 verzoekt de regering om bij de vormgeving van de TNO/ECN-combinatie te waarborgen dat het instituut blijvend onderzoeksondersteuning biedt aan de opgave van de energietransitie en dat het daarbij gebruik kan maken van een programmatische aanpak en een apart budget voor duurzame energie. Daarin wordt door de Kamer al tot in detail gezegd wat daaruit moet komen, maar wij hebben TNO en ECN samengebracht om een zodanig instituut vorm te geven dat wij daar in de toekomst goed van kunnen profiteren. Daar is een traject voor afgesproken en een kwartiermaker voor aangesteld. Er wordt overleg over gepleegd met de mensen die bij beide kanten werken en op een andere manier verantwoordelijkheid dragen. Dat hele proces moeten wij rustig doorlopen zodat wij de beste uitkomst krijgen. Van tevoren al in detail vertellen wat daar moet gaan gebeuren, zou geen positieve bijdrage aan het proces zijn. Dat helpt ook niet om tot een goede uitkomst te komen. De motie op stuk nr. 239 ontraad ik. 

Onder de motie op stuk nr. 240 staat weer de handtekening van de heer Jan Vos en mevrouw Van Veldhoven. Daarin staat dat de regering in kaart moet brengen wanneer de gemeten dalingen in de Waddenzee een overschrijding van de toegestane gebruiksruimte opleveren om dan de gaswinning in het gebied stil te leggen. Ik weet niet welke recente ontwikkelingen daar precies zijn omdat er meetfouten zouden zijn gemaakt. Wij zoeken dat uit omdat het onze taak is om te monitoren wat er in dat gebied gebeurt. Dat monitoren doen wij. Wij zullen de Kamer over de gevolgen en inzichten informeren. In deze motie wordt gevraagd om de Kamer nog voor het debat over de mijnbouw die brief te sturen. Ik begrijp dat dat debat over de mijnbouw eind januari is gepland. Het lijkt mij mogelijk om te doen wat er in deze motie wordt gevraagd. Vandaar dat ik het oordeel over de motie op stuk nr. 240 graag aan de Kamer laat. 

Dank u wel, mijnheer de voorzitter. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u zeer. Ik stel voor om volgende week dinsdag te stemmen over de ingediende moties. 

Na de schorsing gaan wij eerst stemmen. 

De vergadering wordt van 14.27 uur tot 14.50 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven