4 Weidevogels

Aan de orde is het VAO Weidevogels (AO d.d. 09/11). 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat huidig onderzoek laat zien dat circa 35.000 hectare zwaar beheerd areaal aan weidegebied extra nodig is om een redelijke stand van weidevogels te waarborgen; 

verzoekt de regering, in het nationaal plan van aanpak weidevogels te streven naar een stapsgewijze uitbreiding van het zwaar beheerd areaal weidevogelgebied met circa 35.000 hectare in de komende jaren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Grashoff en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 5 (34530). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat volgens huidig onderzoek een budget, oplopend tot structureel circa 20 miljoen euro per jaar, nodig is om boeren redelijk te vergoeden voor het beheren van het benodigde extra areaal intensief beheerd weidevogelgebied; 

constaterende dat het Rijk op basis van de EU-Vogelrichtlijn een verplichting heeft voor de duurzame instandhouding van de weidevogelpopulatie; 

constaterende dat op basis van de nieuwe Natuurbeschermingswet en het Natuurpact met de provincies sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk en provincies op het gebied van natuurbescherming; 

verzoekt de regering, in overleg te treden met het Interprovinciaal Overleg over cofinanciering van de beheervergoedingen die nodig zijn voor de realisatie van het benodigde extra areaal aan intensief beheerd weidevogelgebied, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Grashoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 6 (34530). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat vanggewassen een zeer beperkte meerwaarde hebben voor de biodiversiteit, waaronder de kievit en veldleeuwerik; 

verzoekt de regering, het pakket vanggewassen uit de lijst van beheermaatregelen voor de Ecological Focus Area's (EFA's) te verwijderen; 

verzoekt de regering tevens, een specifiek beheergebied voor de EFA's te ontwikkelen ten behoeve van weidevogels en akkervogels op akkerland, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Grashoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 7 (34530). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. We hebben een debat gehad over signaaldieren. Het is nooit goed als je een signaaldier wordt genoemd. De weidevogels, de boerenlandvogels nemen drastisch in aantal af, wat een belangrijk signaal is voor de toestand van onze ecosystemen en de robuustheid van onze natuur. Daarmee is het zeer, zeer slecht gesteld. We hebben bij de landbouwbegroting en tijdens dit algemeen overleg verschillende vragen gesteld. Eigenlijk is het allerbelangrijkste dat de intensieve landbouw stopt. Voedsel is van het platteland verdwenen. Voorheen voedsel- en kruidenrijke weilanden zijn nu verworden tot monoculturen, tot platgemaaide biljartlakens waarop veel kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Kuikens van weidevogels die geboren worden in zo'n omgeving komen uit het ei op een plek waar geen insecten te vinden zijn en geen voedsel. Als ze pech hebben, komen ze in de maaiers terecht. Dat is de structurele situatie die moet veranderen. Daar is de Kamer nog niet aan toe. De Partij van de Arbeid heeft wel wat vraagjes gesteld, maar er zijn ook moties verworpen waarin wordt gevraagd om een echte transitie naar natuurinclusieve landbouw. Zolang die intensieve landbouw niet beëindigt, zijn pogingen om de weidevogels te redden te omschrijven als "dweilen met de kraan open". We steunen de initiatiefnota van GroenLinks zeker — we moeten alles doen wat we kunnen — maar we hameren erop dat de intensieve landbouw het onmogelijk maakt om de natuur in Nederland voldoende te beschermen. Dat blijft het pleidooi en de inzet van de Partij voor de Dieren. Iedereen die meent dat de stand van de weidevogels moet verbeteren, zou er goed aan doen om afstand te nemen van de intensieve landbouw. 

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voorzitter. We hebben een uitgebreide wisseling van standpunten gehad bij de behandeling van de initiatiefnota, maar ook bij de begrotingsbehandeling van enkele weken geleden. Daarom dien ik slechts één motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de weidevogelstand te lijden heeft onder predatoren; 

overwegende dat structureel predatorenbeheer weidevogelkuikens meer overlevingskansen geeft; 

verzoekt de regering om predatorenbeheer onderdeel te laten zijn van elk plan van aanpak om de weidevogelstand te verbeteren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Rudmer Heerema, Geurts en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 8 (34530). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Van Dam:

Voorzitter. In de motie-Voortman c.s. op stuk nr. 5 wordt gevraagd om 35.000 hectare extra zwaar beheerd areaal weidevogelgebied te realiseren. Vorige week is een motie aangenomen van de heer Leenders en de heer Grashoff, waarin werd gevraagd om plannen uit te werken. Dat zal ik doen. Deze motie loopt vooruit op die plannen. Om binnen een week zelf de plannen in te vullen, dat gaat me te snel. Daarom ontraad ik deze motie. Ik vind dat we nu niet vooruit moeten lopen op hoe die plannen er precies uit gaan zien. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan wil ik deze motie graag aanhouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Voortman stel ik voor, haar motie (34530, nr. 5) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Van Dam:

De motie-Voortman/Grashoff op stuk nr. 6 gaat over het overleg met het IPO over eventueel extra middelen. 

De voorzitter:

Het Interprovinciaal Overleg. 

Van Dam:

De Kamer heeft daarover bij de begrotingsbehandeling al een motie aangenomen. Dat was een motie van mevrouw Dik-Faber. Daarin werd me ook gevraagd om overleg te voeren. Ik heb het daar zelfs gisteren over gehad met het Interprovinciaal Overleg. Ik ben dus bezig met het uitvoeren van die motie. Het lijkt mij overbodig om daar nog eens een motie bovenop te leggen. Daarom ontraad ik ook deze motie. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is goed om te horen dat de staatssecretaris zo voortvarend te werk is gegaan. Misschien kan hij ons informeren over hoe dat overleg is verlopen. Ik kan deze motie aanhouden. 

De voorzitter:

Maar onder die conditie, begrijp ik. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is goed dat u daar zo scherp op bent, voorzitter. Ik zou het inderdaad waarderen als de staatssecretaris ons wil informeren over hoe dat overleg is verlopen. Als hij dat doet, dan wil ik de motie aanhouden. 

Van Dam:

Het overleg met het Interprovinciaal Overleg over natuur verloopt altijd zeer constructief, dus ook het overleg op dit punt. Op het moment dat we daar inhoudelijk iets over te melden hebben, hoort u dat van mij. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik hou de motie aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Voortman stel ik voor, haar motie (34530, nr. 6) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Van Dam:

In de motie-Voorman/Grashoff op stuk nr. 7 wordt de regering verzocht om het pakket vanggewassen uit de lijst van beheermaatregelen te verwijderen. Het pakket vanggewassen is echter op verzoek van de Kamer in de lijst van beheermaatregelen opgenomen. Als mij nu wordt gevraagd om het eruit te halen, dan ga ik in tegen een verzoek van de Kamer. Dat lijkt mij niet de manier waarop het hier werkt. Als de Kamer tot een ander oordeel komt over het pakket vanggewassen, dan hoor ik dat wel. Zolang de Kamer vindt dat het pakket er zo uit moet zien, hoor ik mij daaraan te houden. Ik moet die motie dan ook ontraden; omwille van uw eigen consistentie, zou ik haast zeggen. U bent degene die mag beslissen om daarvan af te wijken. Ik ben gewoon gehouden aan de opdracht die ik van de Kamer heb meegekregen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Hier wreekt zich dat ik deze debatten normaal niet doe, maar ik heb begrepen dat er juist een amendement is aangenomen over precies dit punt en dat dit er heel goed bij zou passen. Als de staatssecretaris erop staat dat we een uitspraak van de Kamer hierover vragen, dan kan dat natuurlijk en dan kan elke fractie voor zichzelf besluiten wat ze hiermee doet. 

Van Dam:

De Kamer heeft eerst gevraagd om het pakket vanggewassen op te nemen in de lijst van beheermaatregelen en dat een onderdeel te maken van de vergroening van het GLB. Er is discussie over de vraag in hoeverre de vergroeningsmaatregelen van het GLB voldoende effectief zijn. Die discussie wordt ook hier in de Kamer gevoerd. Op het moment dat de Kamer op basis daarvan van mening is dat er een aanpassing moet komen van het pakket vanggewassen in het kader van de vergroening, dan hoor ik dat wel. Zolang de Kamer echter zegt dat het pakket er zo uit hoort te zien, ben ik daaraan gebonden. Daarom ontraad ik deze motie. Als de Kamer daar nu anders over denkt, dan merk ik dat wel. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik breng deze motie wel in stemming. 

Van Dam:

In de motie-Geurts/Dijkgraaf op stuk nr. 8 wordt verzocht de regering om predatorenbeheer onderdeel te laten zijn van elk plan van aanpak weidevogels. Dat is het al. Deze motie is dus ondersteuning van beleid. In de brief die ik heb gestuurd, staat ook dat predatorenbeheer een onlosmakelijk onderdeel is van een gebalanceerd instrumentarium. Dat zal ook zo blijven. De motie is dus ondersteuning van beleid. Ik laat het oordeel daarover aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik stel voor om volgende week dinsdag over de ingediende moties te stemmen. 

Naar boven