9 Post

Aan de orde is het VAO Post (AO d.d. 05/12). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Mei Li Vos namens de Partij van de Arbeid. De spreektijd is twee minuten, zoals altijd bij een VAO, inclusief het indienen van eventuele moties. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben een paar bewogen weken gehad vanwege de eventuele overname van PostNL. PostNL heeft gisteren het bod afgewezen maar het gevaar is nog niet geweken. Wij hebben hier uitgebreid over gesproken in de Kamer. Daarom dien ik twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de raad van bestuur van PostNL opnieuw het bod van bpost heeft afgewezen; 

overwegende dat een ander bedrijf op een later moment alsnog een poging kan doen om PostNL over te nemen; 

overwegende dat PostNL nog steeds van groot publiek belang is voor Nederland, zowel vanwege de universele postdienstverlening (UPD) als vanwege de werkgelegenheid; 

van mening dat de UPD in stand moet blijven en uitgevoerd moet worden door een door de Nederlandse regering rechtstreeks aan te spreken partij; 

verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze de UPD gewaarborgd kan blijven voor Nederland en welke opties hiervoor beschikbaar zijn, waarbij vastgelegd wordt dat de opbrengsten van de UPD primair bedoeld zijn ten behoeve van de uitvoering van de UPD in Nederland, waarbij ook een versoberd rendement kan horen dat lager is dan de op dit moment geldende 11,1% die geldt voor de return on sales; 

verzoekt de regering tevens om voor het kerstreces hierover en over de financiële en logistieke gevolgen hiervan te rapporteren aan de Kamer, en dit tevens mee te nemen in de spoedig te verschijnen beleidsvisie over de post, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mei Li Vos, Gesthuizen, Agnes Mulder en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 131 (29502). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de raad van bestuur van PostNL opnieuw het bod van bpost heeft afgewezen; 

overwegende dat een ander bedrijf op een later moment alsnog een poging kan doen om PostNL over te nemen; 

overwegende dat PostNL nog steeds van groot publiek belang is voor Nederland, zowel vanwege de universele postdienstverlening (UPD) als vanwege de werkgelegenheid; 

van mening dat de UPD in stand moet blijven en uitgevoerd moet worden door een door de Nederlandse regering rechtstreeks aan te spreken partij; 

van mening dat dit ook het geval is als een toekomstige raad van bestuur van PostNL wel zou instemmen met een toekomstig vriendelijk bod; 

verzoekt de regering om de wenselijkheid te onderzoeken om een aandeel van 10% te nemen in PostNL, eventueel gekoppeld aan bijzondere bevoegdheden voor de overheidsaandeelhouder; 

verzoekt de regering tevens om de wenselijkheid te onderzoeken van de overname door de Staat van de Stichting Continuïteit PostNL, waarbij middels een statutenwijziging deze stichting onder overheidscontrole gebracht kan worden; 

verzoekt de regering voorts om voor het kerstreces hierover te rapporteren aan de Kamer, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mei Li Vos, Gesthuizen en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 132 (29502). 

De heer Remco Bosma (VVD):

Voorzitter. PostNL is een beursgenoteerd bedrijf. De raad van commissarissen en de raad van bestuur hebben besloten ook het vernieuwde bod af te wijzen. Dat is hun goed recht en misschien zelfs wel een verstandige keuze, maar dat is volledig aan hen. De overheid is immers geen shareholder maar alleen stakeholder. Vanuit de rol van de stakeholder hebben wij ons verdiept in de vraag of een eventuele overname tot ontoelaatbare risico's zou leiden voor de consument en voor de uitvoering van de UPD dus. Voor ons zijn er geen aantoonbare risico's naar voren gekomen. Wij zullen naar alle waarschijnlijkheid de moties die er komen over het introduceren van beschermingsconstructies dan ook niet steunen. 

Nog een andere opmerking: het is fijn dat D66 nu ook bij dit debat aansluit. Wij hebben ze gemist en zijn benieuwd naar hun inbreng. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Al tien jaar ben ik woordvoerder op dit dossier en ik heb altijd gewaarschuwd voor verdere liberaliseringen. Helaas kwam ik te laat in de Kamer om dit met een paar Kamerleden tegen te houden. Ik vind namelijk dat bedrijven als KLM en PostNL nooit in private handen hadden moeten komen. Dat moeten gewoon overheidsbedrijven zijn. Het zijn de grootste particuliere werkgevers in Nederland. Ze zijn van nationaal belang. Helaas zitten we nu in een second-besttraject: we kunnen niet meer doen dan wat dingen tegen te houden en de schade te minimaliseren. Vandaar dat ik enkele moties van de PvdA mee heb ondertekend. Daar moet ik het helaas nu bij laten. Ik vind het heel erg dat we niet meer doen om echte oer-Hollandse bedrijven te beschermen. Wat ik nog veel schandaliger vind — ik wil dat nogmaals gezegd hebben — is dat de markt steeds verder geliberaliseerd is en dat er een ongelijk speelveld is ontstaan. Er is helemaal geen sprake van een gelijk speelveld! Dan moet je natuurlijk nooit liberaliseren. Alle landen om ons heen geven staatssteun, waarvan onze bedrijven mogelijk de dupe worden, en misschien zijn ze dat al. 

Gezegende dag verder. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We hebben de afgelopen tijd intensief met elkaar gesproken over de mogelijke overname van PostNL door bpost. Het CDA heeft daarbij iedere keer aangegeven dat het voor ons van belang is dat de Postwet op een goede manier ook in de toekomst kan worden uitgevoerd. De universele postdiensten moeten op een goede manier doorgaan, zonder dat reorganisaties bij buitenlandse overnemende partijen worden afgewenteld op de Nederlandse inwoners, waardoor mogelijk op termijn de postprijzen omhoog gaan. Dat zijn allemaal effecten die we niet willen, waardoor wellicht werkgelegenheid hier verloren gaat. Daarom hadden we grote moeite met het bod van bpost op PostNL. Die zorgen hebben wij hier geuit. De heer Graus zei het al: jaren geleden zijn wij, vanwege Europees beleid, overgegaan tot liberalisering van markten. De ons omringende landen hebben dat niet gedaan, waarmee het nationaal-strategische belang van heel veel investeringen in Nederland in de knel is gekomen. Dat hebben we ook gezien bij de overname van KLM door Air France, en we zien dat ook op andere markten gebeuren. Ik denk daarbij aan de splitsing van energiebedrijven. Buitenlandse bedrijven kopen dan onze bedrijven op. Het is gebeurd, je kunt er wat van vinden, maar wij willen als CDA aandacht voor het nationaal-strategische belang. Vandaar dat ik daarover een motie heb ingediend. Helaas weigert de minister haar uit voeren, omdat er volgens hem een aantal onmogelijkheden in zitten. Ik denk dat de Kamer verder op zoek moet gaan naar de haakjes die we wel kunnen vinden. Dat is de moeite waard. Laten we trots zijn op onze Nederlandse bedrijven en deze beschermen op momenten waarop het echt moet. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik kon niet bij het AO zijn, dus ik zal in alle bescheidenheid hier wat korte punten maken, ook omdat er de afgelopen dagen weer veel dingen zijn gebeurd. Excuses daarvoor. 

PostNL heeft het bod uiteindelijk afgewezen, en bpost legt zich daarbij neer. Het lijkt erop dat je kunt zeggen: eind goed, al goed. Maar toch moet ik helaas wel constateren dat het met name de afgelopen dagen op een soort soap, een soort schimmenspel, een symboolpolitieke discussie begon te lijken, waarbij PostNL zich lijkt te verschuilen achter minister en Kamer. Er waren ook berichten dat de minister in augustus zou zijn bijgepraat over de ontwikkelingen. Mijn vraag is dan hoe dat nou zit en, als de minister bereid is om daar antwoord op te geven, waarom de biedbrief niet openbaar is gemaakt, zodat we ook een inhoudelijke afweging hadden kunnen maken in plaats van alleen in te kunnen gaan op de politieke vraag of je voor of tegen de overname van een privaat bedrijf bent. Als de minister bereid is om daar antwoord op te geven, zou ik hem daar zeer erkentelijk voor zijn. 

Tegen de heer Bosma kan ik zeggen dat wij niet voor of tegen een overname zijn, maar dat we wel willen kunnen afwegen wat de gevolgen zijn van zo'n overname. Daarvoor is het nodig om te weten wat er allemaal bij die overname komt kijken. Daar hebben we als Kamer eigenlijk niet volledig zicht op gekregen, bijvoorbeeld omdat de biedbrief nooit openbaar is gemaakt. Beschermingsconstructies invoeren, zonder de inhoud en de risico's te kennen, komt op D66 vreemd over. Niet alleen omdat het een privaat bedrijf is, maar ook omdat het personeel er volgens mij terecht op heeft gewezen dat deze overnamepartner wel eens een veel minder slechte zou kunnen zijn dan degenen die zich in de toekomst gaan melden. Ik ben benieuwd wat deze Kamer dan allemaal zal zeggen en doen. Maar voor nu zijn wij vooral terughoudend. Veel dank dat ik deze twee vragen nog aan de minister kon stellen. 

De voorzitter:

De minister kan meteen antwoorden. Het woord is aan hem. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik begin met de heer Verhoeven, die door omstandigheden niet bij de overleggen over dit onderwerp aanwezig kon zijn. Hij vroeg of ik in augustus ben bijgepraat door de heer Van Gerven van bpost, zoals de heer Van Gerven heeft beweerd in een interview dat hij heeft gegeven aan dagblad De Tijd in België. Ik heb nooit met de heer Van Gerven contact gehad. De heer Van Gerven heeft mij wel op 4 december een mail gestuurd, waarin hij zei: we hebben nog nooit contact gehad en ik wil graag een keer met u spreken. Hij heeft zelf dus bevestigd dat ik nooit contact met hem heb gehad. 

Ik las ook ergens dat er gezegd zou zijn dat ik hem op 6 november onder vreselijke politieke druk zou hebben gezet. Los van het feit dat ik nooit contact met hem heb gehad, was ik op 6 november in Nieuw-Zeeland en met heel andere dingen bezig dan met de heer Van Gerven of met bpost. 

Ik heb twee moties gekregen. In de motie-Mei Li Vos c.s. op stuk nr. 131 wordt mij gevraagd om te onderzoeken op welke wijze de UPD gewaarborgd kan blijven en de Kamer daarover te rapporteren. De ontwikkelingen van de afgelopen maanden hebben mij aanleiding gegeven om de borging van de universele postdienst nog eens goed tegen het licht te houden. Ik heb dat ook met de Kamer gewisseld. Wanneer we nagaan hoe het zit, een en ander tegen het licht houden, bekijken of het allemaal goed is geregeld, dan wel naar aanleiding van recente ontwikkelingen toch nog de vinger op zere plekken moeten leggen, is het nuttig om de zaken die in die motie worden genoemd uit te zoeken. Ik zal zo veel mogelijk van de bevindingen die ik al heb, meenemen in de brief die ik heb beloofd om de Kamer voor kerst te sturen. Zaken waar ik meer tijd voor nodig heb om uit te zoeken, zal ik meenemen in de evaluatie van de UPD en de beleidsvisie die daarop komt. Dat zal zijn aan het eind van het eerste kwartaal, begin van het tweede kwartaal. Op die manier zal ik uitvoering kunnen geven aan die motie van mevrouw Vos. Ik laat het oordeel over die motie graag aan de Kamer. 

In de motie-Mei Li Vos c.s. op stuk nr. 132 wordt de regering gevraagd om te onderzoeken of we als Staat een aandeel van 10% in PostNL kunnen nemen en of wij de Stichting Continuïteit PostNL onder overheidscontrole kunnen brengen. Ik wil graag op beide punten ingaan. Het eerste punt is iets dat ik onwenselijk vind. Wij hebben voor deelnemingen de nota Deelnemingenbeleid. Die is gewisseld met de Kamer en die is vastgesteld. Daarin staat dat onze lijn is dat als er belangen zijn die geborgd moeten worden, we dat via wet- en regelgeving willen doen en dat het niet de bedoeling is om meteen als Staat belangen in bedrijven te gaan nemen. Dat betreft het algemene beleid. Wat betreft de gedachte om als Nederlandse Staat een deelneming van 10% te nemen in PostNL: ik heb gezegd dat ik het een stap terug zou vinden als de Nederlandse Staat eruit stapt en de Belgische Staat erin stapt, maar ik vind het ook een stap terug als de Nederlandse Staat erin stapt, er weer uit stapt en er dan weer in stapt. Ook dat is niet in lijn met het proces dat wij hier in Nederland gedurende een aantal jaren bewust hebben gevolgd. Om die beide redenen vind ik het ongewenst om dit te doen. Daarom ontraad ik dit onderdeel van de motie. 

In het tweede deel van het dictum van de motie wordt mij verzocht om de Stichting Continuïteit PostNL onder overheidscontrole te brengen. Die stichting is een privaat instrument. Het is ook belangrijk dat zulke private instrumenten er zijn. Die stichtingen blijken in de praktijk ook goed te functioneren. Ik denk dat het een verkeerde ontwikkeling zou zijn om die stichting onder overheidscontrole te brengen. Bovendien is dat in strijd met het Europese recht. Het Europees Hof van Justitie heeft een uitspraak gedaan in een TPG-zaak, met als strekking dat het niet de bedoeling is om het zo te doen. Om die beide redenen kan ik ook het tweede onderdeel van deze motie niet voor mijn rekening nemen. Dat is voor mij de reden om de motie op stuk nr. 132 van mevrouw Vos c.s. te ontraden. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik verzoek met name om beter te onderzoeken waarom dit wel of niet zou kunnen en om daarbij ook de omgeving, de lidstaten, te betrekken. Nederland is immers het enige land dat geen aandeel heeft in het eigen postbedrijf. Ook in Nederland zelf zijn er, zoals ook blijkt uit de nota Staatsdeelnemingen, genoeg stichtingen waarin de overheid participeert. Ik noem Holland Casino en er is nog een stichting in de gokmarkt, waar we om allerlei redenen in zaten. Als deze motie wordt aangenomen, wil ik dus graag meer vergelijkingen en argumenten waarom we dat wel of niet zouden moeten doen, ook in relatie tot het buitenland, dan waar de minister nu mee komt. 

Minister Kamp:

Holland Casino was een overheidsbedrijf. Als daar een stichtingsconstructie aan gekoppeld is, is die situatie niet vergelijkbaar met private bedrijven waarvan de aandelen op de beurs zijn, maar die toch aanleiding hebben gezien om een Stichting Continuïteit in het leven te roepen. Ik denk dat het heel gek zou zijn om vanuit de overheid een Stichting Continuïteit onder je controle te brengen. Bovendien heb ik al gezegd dat dit in strijd is met het Europese recht. Om die redenen denk ik echt dat we dit niet kunnen doen. Iets wat we niet kunnen doen, wil ik ook niet onderzoeken. Om die reden ontraad ik deze motie. 

Mevrouw Mulder heeft gezegd dat het Nederlandse belang in de knel is gekomen door liberalisering. Die opvatting van mevrouw Mulder deel ik niet. Ze had het natuurlijk over energie. Op dat terrein hebben we geliberaliseerd. We hebben in Nederland een zeer goed werkende energiemarkt, waarop volop concurrentie plaatsvindt tussen aanbieders van energie. Het transport van energie naar de afnemers is in overheidshanden gebleven en kan dus gegarandeerd worden. Ik denk dus dat we dit in Nederland op de energiemarkt goed hebben geregeld en dat we van die liberalisering profiteren. Hetzelfde zie je in de telecommarkt, die we ook hebben geliberaliseerd. Ook op dat terrein is er een uitstekende concurrentie. We hebben in Nederland drie vaste netten en vier mobiele netten. Er is volop concurrentie en daar profiteren we met z'n allen van. 

We profiteren ook van de liberalisering die op de postmarkt heeft plaatsgevonden. De Nederlandse tarieven voor de zakelijke markt liggen op €0,25. In geen enkel ander Europees land is het zo goedkoop. De Nederlandse zakelijke klanten hebben ongekend veel mogelijkheden om te kiezen uit diensten. Ze kunnen tijdkritische bezorging kiezen, waarbij precies duidelijk is op welke dag het product moet komen. Ze kunnen ook kiezen voor niet-tijdkritische bezorging, die nog wat goedkoper is. Ze kunnen de printing overlaten aan, in dit geval, PostNL. Ze kunnen ook de facturering aan het bedrijf overlaten. Ik denk dat daar door de zakelijke klanten in Nederland echt van geprofiteerd wordt. Dat is waarschijnlijk ook de reden geweest waarom die zakelijke klanten hebben gezegd dat zij het zelfstandige voortbestaan van PostNL zeer waarderen. 

De Nederlandse pakketmarkt is de meest innovatieve en de meest ontwikkelde in heel Europa. Ook op dat punt profiteren we dus van die liberalisering. Externe onderzoekers die naar het bedrijf kijken, zeggen dat het een uitzonderlijk efficiënt bedrijf is. Omdat er geen overheid achter zit — net als gelukkig bij de meeste andere bedrijven is er dus geen vangnet van de overheid achter het bedrijf — wordt het bedrijf maximaal uitgedaagd om innovatief te zijn en om klanten binnen te halen en te behouden. Ik denk dat dit iets is waarvan we met zijn allen als gevolg van de liberalisering profiteren. Ik heb het al meer gezegd: PostNL is een zeer efficiënt bedrijf met grote groeimogelijkheden op de pakketmarkt en het kan winst maken op de UPD binnen de marges die wij daarvoor hebben geboden in de wet. Ik denk dat er een goede toekomst is voor het bedrijf PostNL. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik stel voor om vanmiddag over de ingediende moties te stemmen. 

Ik dank de minister. Nu hij er toch is, gaan we meteen door naar het verslag van een algemeen overleg Energie. 

Naar boven