3 Participatiewet

Aan de orde is het VAO Participatiewet (AO d.d. 27/10). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Voortman. Zij staat al klaar. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Eerst dien ik een motie in over de alternatieve AMvB die naar ik meen door veertien andere gemeenten is ingediend. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het kabinet het ontwerpbesluit Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet aan de Kamer heeft gestuurd; 

overwegende dat er vanuit wetenschappelijke hoek kritiek is op de wetenschappelijkheid van de experimenten in de huidige vorm, met name vanwege de "intensiveringsgroep" en de onmogelijkheid om uit het experiment te stappen; 

overwegende dat verschillende gemeenten aangeven dat dit ontwerpbesluit geen recht doet aan de initiatieven tot experimenten die gemeenten willen nemen en daarom een alternatieve Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) hebben opgesteld met meer experimenteerruimte, waarin zij tevens tegemoet zijn gekomen aan de kritiek van wetenschappers; 

verzoekt de regering, deze alternatieve Algemene Maatregel van Bestuur over te nemen en het ontwerpbesluit conform de voorstellen van de gemeenten aan te passen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Koşer Kaya, Karabulut en Klein. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 42 (34352). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het kabinet het ontwerpbesluit Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet aan de Kamer heeft gestuurd; 

constaterende dat dit ontwerpbesluit kaders stelt voor de inrichting van de experimenten, zoals het instellen van een intensiveringsgroep en een halfjaarlijkse controle of een deelnemer voldoende inspanning heeft geleverd om werk te zoeken; 

overwegende dat gemeenten graag zo veel mogelijk ruimte krijgen om experimenten naar eigen inzicht vorm te geven; 

overwegende dat de aangenomen motie-Voortman c.s. (24515, nr. 318) aangaf dat er ruimte voor variatie moest zijn in de experimenten; 

verzoekt de regering om binnen het voorgestelde ontwerpbesluit gemeenten maximaal de ruimte te geven om hun eigen experiment vorm te geven en uit te voeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Karabulut, Klein en Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 43 (34352). 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik vind het van belang dat wij ook voor de toekomst duidelijk maken dat wij graag zo veel mogelijk ruimte willen creëren met de Algemene Maatregel van Bestuur. Gemeenten moeten dus de ruimte krijgen om experimenten zo in te richten dat zij tot echte inzichten leiden. Ruimte geven aan de gemeenten: dat is waar het mij om gaat. 

De voorzitter:

Mevrouw Schouten zie ik niet. Als ik het goed zie, zal de heer De Graaf alleen interrumperen als hij daaraan behoefte heeft. Dan is het woord aan de heer Kerstens. 

De heer Kerstens (PvdA):

Voorzitter. Toen wij het algemeen overleg vorige week begonnen, had ik al drie moties in mijn tas zitten. Ik ga die vandaag niet indienen omdat de staatssecretaris ruiterlijk toezeggingen heeft gedaan. Daarvoor zeg ik haar nogmaals dank. Het gaat hierbij met name over het geld dat door gemeenten nog niet is besteed omdat zij, althans naar mijn zin, niet hard genoeg lopen bij het invullen van de doelstelling voor beschut werk. Deze middelen voor de bonus, die vorig jaar op Prinsjesdag zijn genoemd, blijven beschikbaar. 

Ik vind het erg belangrijk om nog een van de andere toezeggingen te noemen. Er zal een beleidsdoorlichting plaatsvinden inzake jonggehandicapten. Op mijn verzoek zal daarbij ook worden gekeken naar een toch wat eigenaardige fenomeen. Op het moment dat Wajongeren die een baan hebben gevonden, hun eerste loonstrookje krijgen, moeten zij namelijk constateren dat hun totale inkomen lager is dan het zou zijn indien zij geen baan zouden hebben gevonden en alleen een uitkering zouden hebben gekregen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat dit in de beleidsdoorlichting wordt meegenomen. Voor zover ik dat de vorige keer onvoldoende heb gedaan, benadruk ik hier nog een keer dat dit een heel vreemd fenomeen is. In deze Kamer vinden wij allemaal dat werken moet lonen en dat dit zeker zou moeten gelden voor de mensen over wie wij het nu hebben. Voor hen is het vinden van een baan geen automatisme. Zij moeten vaak net even wat harder lopen dan wij allemaal. Met die intentie heb ik de staatssecretaris gevraagd om daar nadrukkelijk naar te kijken. 

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Ik dien één motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de economische, technologische en maatschappelijke dynamiek het nodig maakt na te denken over een stelsel van sociale zekerheid dat past in de 21ste eeuw; 

overwegende dat moderne bijstand ruim baan betekent voor experimenten met het basisinkomen op grond van artikel 83 Participatiewet zoals in de initiatiefgemeenten Groningen, Utrecht, Wageningen en Tilburg; 

overwegende dat die initiatieven interessante voorstellen voor experimenten zijn om de bijstand meer en meer te laten ontwikkelen tot een vorm van basisinkomen; 

overwegende dat de principes die ten grondslag liggen aan het basisinkomen zoals gelijke kansen, vertrouwen en meer ruimte voor eigen keuzes en ondernemerschap ondersteund worden; 

overwegende dat het basisinkomen de grote complexiteit van het stelsel van sociale zekerheid vermindert; 

verzoekt de regering, de oorspronkelijke opzet van de experimenten te implementeren in de AMvB Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet zodat daardoor in de eerste helft van de komende kabinetsperiode duidelijkheid kan komen over de haalbaarheid en wenselijkheid van de invoering van een basisinkomen in Nederland, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klein. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 44 (34352). 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Omdat de experimenten zo ingewikkeld zijn gemaakt en de AMvB daarin op een zodanige wijze is opgenomen dat de gemeentes echt extra kosten moeten gaan maken, heb ik de motie gemaakt die ik zo zal voordragen. Mocht echter een van de moties van mevrouw Voortman, die ik heb meeondertekend, worden aangenomen, dan zal ik mijn eigen motie intrekken. Zo niet, dan niet, want dit moet ook financieel op orde zijn. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat meerdere gemeenten concrete plannen hebben voor experimenten conform artikel 83 van de Participatiewet om te onderzoeken hoe bijstandsgerechtigden beter gestimuleerd kunnen worden om te participeren; 

constaterende dat de regering bij de ontwikkeling van de AMvB specifiek de plannen van vier gemeenten heeft betrokken; 

constaterende dat wetenschappers betrokken bij de experimentplannen van deze gemeenten hun zorgen hebben geuit over de extra voorwaarden die in de AMvB gesteld worden aan het onderzoek; 

constaterende dat die extra voorwaarden niet in de plannen van de gemeenten zaten en ook geen wens zijn van de gemeenten om in het onderzoek op te nemen; 

constaterende dat door die extra voorwaarden de AMvB complex is geworden, waardoor de onderzoekskosten hoger uitvallen dan oorspronkelijk begroot; 

overwegende dat bij een eerder experiment dat op basis van artikel 83 van de Participatiewet werd uitgevoerd, een tegemoetkoming in de kosten van het experiment is verstrekt; 

verzoekt de regering, de financiering van de meerkosten die voorvloeien uit de extra voorwaarden in de AMvB beschikbaar te stellen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 45 (34352). 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Vandaag vervang ik mijn collega Karabulut, die is verhinderd wegens ziekte. Wij dienen de volgende moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking daalt; 

constaterende dat veel jongeren uit het praktijkonderwijs tussen wal en schip vallen omdat zij niet meer mogen instromen in de sociale werkvoorziening; 

verzoekt de regering, af te stappen van de sterfhuisconstructie voor sociale werkbedrijven en zo spoedig mogelijk nieuwe instroom mogelijk te maken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 46 (34352). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat inleenverbanden via uitzendbureaus en payrollbedrijven weinig perspectief bieden op een duurzame aanstelling van arbeidsgehandicapte werknemers; 

overwegende dat de banenafspraak als doel heeft om extra banen te creëren voor arbeidsgehandicapten bij de werkgever waar zij daadwerkelijk arbeid verrichten; 

verzoekt de regering om het besluit registratie inleenverbanden en aanwijzing categorieën arbeidsbeperkten en werknemers voor berekening quotumtekort, die het meetellen van inleenverbanden bij de inlenende werkgever voor de quotum banenafspraak mogelijk maakt, in te trekken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 47 (34352). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Voorzitter. Ik dank de Kamerleden voor hun inbreng die zij bij wijze van moties hebben geleverd. Kortheidshalve ga ik meteen de moties langs. Ik begin bij de motie op stuk nr. 42 van mevrouw Voortman. Zij verzoekt om een alternatieve AMvB over te nemen en het ontwerpbesluit conform de voorstellen van de gemeenten aan te passen. De gemeenten hebben mij bij monde van de VNG laten weten dat zij de AMvB die nu voorligt voldoende vinden om mee aan de slag te gaan. Ik wil daarom deze AMvB graag doorzetten en naar de Raad van State sturen. Ik ben er dus niet voor om hem aan te passen. Ik ontraad de motie. 

In de motie op stuk nr. 43 wordt de regering verzocht om binnen het voorgestelde ontwerpbesluit gemeenten maximaal de ruimte te geven om hun eigen experiment vorm te geven en uit te voeren. Dat is natuurlijk al het geval, in die zin dat de AMvB het kader is op basis waarvan je de experimenten vormgeeft. We hebben met de vier gemeenten waarmee ik alles heb voorbereid, afgesproken dat zij binnen dat kader hun eigen inkleuring kunnen geven. Ik ga ervan uit de indieners met de motie niet bedoelen dat de regering wordt verzocht om het ontwerpbesluit aan te passen. Ik ga ervan uit dat wordt bedoeld dat de regering ervoor zorgt dat gemeenten ermee kunnen werken op een zodanige manier dat zij op onderdelen een eigen invulling kunnen geven. De AMvB is echter wel leading. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb in deze motie inderdaad gezet: binnen het voorgestelde ontwerpbesluit. Het gaat mij om de beleidsvrijheid. Geef gemeenten ruimte om binnen de kaders te werken, bijvoorbeeld door open te laten of je het extra controle of extra begeleiding noemt. Op die manier moeten gemeenten de ruimte krijgen. Ik vind het heel erg belangrijk dat gemeenten er ook voor kunnen zorgen dat mensen er iets uit kunnen halen. Ik denk dat dit stimulerend kan werken. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Ja. Dat hebben we ook met z'n allen gewisseld. Leading is de AMvB zoals die voorligt. Dat is voor iedereen glashelder. De VNG heeft erover gezegd dat ze er goed mee uit de voeten kan. Als ik de motie zo mag lezen dat de AMvB de kaders biedt, kan ik het oordeel erover aan de Kamer laten. Ik merk dat mevrouw Voortman datgene heeft aangepast wat zij in eerste aanleg voornemens was om in te dienen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat heeft de staatssecretaris goed gezien. Het gaat mij erom dat we het duidelijk maken, ook voor de toekomst. Met deze uitleg kan ik goed leven en de gemeenten en de mensen om wie het gaat ook, denk ik. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Voordat ik naar de derde motie ga, ga ik nog even in op de inbreng van de heer Kerstens. Hij zei dat hij drie moties in zijn zak had, maar dat hij deze niet hoefde in te dienen, omdat de staatssecretaris een aantal toezeggingen had gedaan tijdens het AO. Ik denk dat het voor de Handelingen goed is dat ik nog eenmaal beklemtoon dat de vijf keer 20 miljoen die beschikbaar is voor nieuw beschut werk voor gemeenten beschikbaar blijft, met dien verstande dat ik de gemeenten oproep om ze te blijven inzetten voor beschut werken in de brede zin van het woord. Ik heb toegezegd dat ik mijn uiterste best zal doen om dat bij de Voorjaarsnota te regelen. Voor de beleidsdoorlichting jonggehandicapten heb ik toegezegd te laten onderzoeken hoe het kan dat Wajongeren die aan de slag gaan, aan het einde van de maand minder overhouden dan Wajongeren die niet aan de slag gaan. Die toezegging heb ik reeds gedaan en voor de Handelingen doe ik die hier nog een keer. 

Ik kom bij de inbreng van de heer Klein. Over de punten die hij naar voren bracht, hebben we tijdens het algemeen overleg en in andere debatten gesproken. De heer Klein denkt dat een AMvB de onderlegger zou kunnen zijn voor het onderzoeken van het basisinkomen. Dat is dit niet. Daar zijn we allebei zeer helder over. Het zal de Kamer dus niet verbazen dat ik de motie op stuk nr. 44 ontraad. 

In haar motie op stuk nr. 45 verzoekt mevrouw Koşer Kaya de regering om de financiering van de meerkosten die voortvloeien uit de extra voorwaarden in de AMvB beschikbaar te stellen. Uitgangspunt bij het ontwerpbesluit is steeds geweest dat gemeenten de uitvoerings- en onderzoekskosten betalen. Ik heb altijd gezegd dat ik bereid ben om ZonMw te vragen om het hele traject te begeleiden, waarbij alle onderzoeksrapporten worden gebundeld aan het einde van de rit. Dat traject wil ik wel vanuit het Rijk financieren. Ik ontraad de motie omdat zij verdergaat dan dat. 

Ik kom op de moties van mevrouw Siderius. In haar motie op stuk nr. 46 verzoekt mevrouw Siderius de regering om af te stappen van de sterfhuisconstructie voor sociale werkbedrijven. Ik hecht eraan om plenair, in de boezem van de Kamer, nog eens te onderstrepen dat een sterfhuisconstructie niet aan de orde is noch is geweest. Net als de leden van de SP-fractie ben ik van mening — volgens mij geldt dat breed in de Kamer en ook bij de SER, want werkgevers en werknemers hebben dat nog een keer onderstreept — dat sociale werkbedrijven een groot goed zijn in ons land en dat ze recht overeind moeten blijven. De regering heeft middelen beschikbaar gesteld op basis van een amendement van de heer Kerstens om de sociale werkbedrijven van de 21ste eeuw te kunnen maken. Ik merk dat sociale werkbedrijven daar druk mee doende zijn. De sociale werkbedrijven zijn een prima instrument binnen de arbeidsmarktregio en ik doe er namens het kabinet alles aan om de infrastructuur van die werkbedrijven recht overeind te houden, bijvoorbeeld door het realiseren van nieuw beschut werk. Het wetsvoorstel daartoe ligt bij de Kamer. Het nieuwe beschutte werk kan gewoon vorm en inhoud krijgen bij het sociale werkbedrijf. Deze motie ontraad ik dus, want het is niet aan de orde. De nieuwe instroom is de hele tijd al aan de orde. Dat mag helder zijn, zo zeg ik voor de Handelingen. 

De motie op stuk nr. 47 gaat over de andere AMvB, die het mogelijk maakt dat je bij de banenafspraak ook inleenconstructies, dus detacheringen, meetelt. Dat hebben we afgesproken in de Kamer en dat bleek heel goed te werken. Het enige wat deze AMvB doet, is dat ook mogelijk maken als onverhoopt het quotum van stal gehaald moet worden. Het is een uitwerking van hetgeen wij bij wet reeds geregeld hebben. Deze motie ontraad ik dus, want dit is wat ik bijna verplicht ben te doen. Dat was staccato mijn advies bij de moties. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de moties zal volgende week dinsdag worden gestemd. Ik dank de collega's en de staatssecretaris voor hun inbreng. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven