10 Wet aanvullende biedboekgegevens

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen in verband met het verstrekken van gegevens ten behoeve van het biedboek voor de veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen (Wet aanvullende biedboekgegevens) ( 34443 ).

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw De Caluwé namens de VVD-fractie. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Voorzitter. Dit lijkt niet het meest spannende onderwerp te zijn dat wij dit jaar in de Kamer bespreken, maar schijn bedriegt. De wet die wij vanmiddag bespreken heeft als doel het bevorderen van marktwerking langs het rijkswegennet. Bij het veilen van een verkooppunt van brandstof is het belangrijk dat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd, zodat er eerlijke concurrentie is. Dit is goed voor zowel de ondernemers als de consument. Het is jammer dat de pomphouders niet tot afspraken konden komen over het delen van gegevens over de brandstofverkoop. Dat had onze voorkeur gehad. 

De VVD staat achter het idee van het creëren van een gelijk speelveld. Daarvoor kan het nodig zijn gegevens aan te leveren over het aantal liters dat aan de pomp wordt getankt. Het wetsvoorstel dat voorligt, gaat echter tevens over het toevoegen van de zogenaamde shopomzet aan de zaken die ondernemers moeten prijsgeven in het biedboek. Dat is de reden waarom de VVD graag hier over dit wetsvoorstel wil spreken. Dit is wat de VVD betreft geen goed idee. De shopomzet is namelijk niet alleen afhankelijk van de locatie, maar ook van de inzet, de creativiteit en de verkooptalenten van de huurder van het tankstation. Deze omzet zegt niet direct iets over de verkoopresultaten van andere potentiële huurders van hetzelfde station. De shopomzet is daarmee concurrentiegevoelige informatie, die de biedingen kan opdrijven en daarmee uiteindelijk ook de prijzen voor de consument. Een pomphouder die met bloed, zweet en tranen zijn station tot een goed draaiend bedrijf weet te maken, kan zich door zijn goede resultaten in de vingers snijden bij de veiling van zijn eigen locatie. De prijs wordt opgedreven, alleen grote concerns kunnen het nog betalen en de hogere prijs wordt uiteindelijk dan toch weer doorberekend aan de consument. Het toevoegen van de shopomzet is volgens de VVD dus geen goed idee, vooral voor de kleinere ondernemer en de consument. Ik heb daarom een amendement op dit wetsvoorstel ingediend dat voor het verwijderen van de shopomzet uit het wetsvoorstel moet zorgen. 

Dan nog een ander punt. Zoals ik zei, is het creëren van een gelijk speelveld erg belangrijk voor zowel ondernemers als consumenten. Als wij dit willen bereiken, lijkt het mij van belang dat zo veel mogelijk mensen toegang hebben tot de veiling waarover deze wet spreekt. Het kabinet heeft gezegd hiervoor een elektronische veiling te willen organiseren, zodat niet alleen kan worden voorkomen dat er een geringe opkomst is, maar ook dat hierdoor een locatie voor een te geringe prijs wordt geveild. Deze elektronische veilingen moeten vanaf 2017 worden georganiseerd en dat is het al bijna. Ik vraag de minister hier vaart achter te zetten, zodat de eerstvolgende veiling, die gepland staat voor december 2017, al langs die elektronische weg kan plaatsvinden. Zowel door het elektronisch organiseren van de veilingen als door het verwijderen van de shopomzet uit het wetsvoorstel, zullen de veilingen daadwerkelijk op een gelijk speelveld kunnen rekenen. Op deze manier kunnen zowel ondernemers als consumenten hiervan profiteren. 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Ik kan het heel kort houden. Het heeft de nodige tijd gekost, maar nu behandelen wij dan toch de Wet aanvullende biedboekgegevens. Mijn fractie vindt het heel belangrijk dat nieuwe toetreders voldoende informatie hebben om een goed onderbouwd bod te doen. Daarom steunen wij deze wet. 

Ik heb net als mevrouw De Caluwé nog één wens, al gaat die wel een andere richting op. Wij hebben een amendement ingediend waardoor in het biedboek gegevens per jaar worden opgenomen in plaats van gemiddelden over de laatste drie jaar. Daarmee kan de bieder ook zien hoe de omzet zich ontwikkelt in die drie jaar. Graag een reactie van de minister op dat amendement. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Voorzitter. Ik was gisteren bezig met de voorbereiding. Ik zette dat op Facebook en kreeg meteen een reactie: jullie maken in het parlement ook overal wetten over. Ja, dacht ik toen, als het helaas nodig is omdat men vrijwillig niet tot afspraken komt, moeten wij het wel bij wet regelen. Ik vind het wel jammer dat men niet vrijwillig tot een overeenkomst is gekomen. 

De PvdA vindt dat voorafgaand aan een veiling alle geïnteresseerde partijen over dezelfde informatie moeten kunnen beschikken die relevant is voor het bepalen van het hoogste bod. Daarbij horen wat ons betreft ook de in het wetsvoorstel genoemde gegevens ten aanzien van het aantal verkochte liters motorbrandstof op de locatie, de doorzet, het aantal liters met een merkgebonden kaart, de kaartliters, en de omzet uit de verkoop van andere producten dan brandstof, de shopomzet. Wij kunnen ons dan ook vinden in het voorstel en hopen dat het door dit wettelijk te verankeren tot een eerlijker veiling gaat komen. 

De heer Koolmees (D66):

Ik sprak daarnet over een amendement, maar dat is nog niet officieel ingediend. Het zal straks verschijnen onder stuk nr. 8, maar ik wil het nu op papier aan de minister geven, zodat hij weet waar het over gaat. 

Minister Blok:

Dat wil ik dan wel even bekijken, voorzitter. 

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Blok:

Voorzitter. Zowel mevrouw De Caluwé als mevrouw Fokke wees erop dat bij eerste beoordeling misschien het gevoel zou kunnen ontstaan: waarom is er eigenlijk een hele wet nodig voor het veilen van benzinepompen? Mevrouw De Caluwé gaf zelf al het antwoord op die vraag: het is in het belang van de consument dat er concurrentie is op de locatie van die benzinepompen. Een automobilist onderweg van A naar B reist niet het hele land af op zoek naar een benzinepomp. Daardoor is het kwetsbaar voor misbruik van aantrekkelijke locaties. Het is inderdaad een technische wet maar een hoop technische wetten samen maken een land tot een goed leefbaar land! Ik behandel deze wet zelf — ik neem aan dat de Kamerleden dat ook doen — met plezier. 

Mevrouw De Caluwé heeft een amendement ingediend met als strekking de shopomzet erbuiten te laten. Het is het doel van deze wet om de consument te dienen. De consument is ermee gediend dat er scherp wordt geboden op de veiling, want dan moeten de bieders ook in hun bedrijfsvoering scherp opereren. Het is altijd in het belang van de zittende partij om zo min mogelijk informatie aan te leveren. Een gedachtenexperiment: als er überhaupt geen informatie beschikbaar is, moet er blind worden geboden en is de kans dat er een reëel bod uit komt het kleinst. Langs die redenering vind ik het onverstandig om stukjes uit de informatiestroom te halen. 

De shopomzet is inderdaad afhankelijk van het ondernemerschap, maar eerlijk gezegd is de benzineomzet dat volgens mij ook. Ook daar moet je immers de bekende keuzes maken. Dat geldt niet voor de plaats, want die moet worden geveild, maar verder moet je ook keuzes maken bij je promoties en je benzineprijs. Ik vind het daarom niet in het belang van een goed verloop van de veiling en daarmee van de consument om een deel van de informatie niet te verstrekken. Ik ontraad daarom het amendement van mevrouw De Caluwé. 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Ik bedank de minister voor zijn antwoord. 

Het gaat mij niet alleen om het belang van de consument maar ook om het belang van de kleine shophouder. Die kleine shophouder is de zittende shophouder over wie de minister het net had. Als die het goed doet door te zorgen voor schone toiletten, goede koffie en weet ik wat nog meer om ervoor te zorgen dat mensen liever bij hem dan vijf kilometer verderop stoppen, dan kan dat weleens de prijs opdrijven. Juist voor een kleine pomphouder is het daardoor heel erg lastig om in die biedingen goed mee te kunnen draaien. Juist voor die grote bedrijven kan een locatie interessant zijn en dan is men ook best bereid om wat meer te bieden om een locatie in handen te krijgen. Juist voor de kleine benzinepomphouder zou het dus heel erg lastig kunnen zijn. Als je het goed doet, word je namelijk gestraft doordat de prijs voor jouw locatie omhoog gaat. 

Minister Blok:

We hebben de ACM laten onderzoeken of er echt sprake is van onredelijk concurrentiegevoelige gegevens als je die gegevens over de shopomzet zou verstrekken. Ook de ACM kwam tot de conclusie dat het voor een optimaal verlopend veilingproces van belang is om alle informatie te verstrekken. En nogmaals, ik ben het er niet mee eens dat de benzineverkoop niet afhankelijk zou zijn van ondernemerschap. Je hebt toch zeker verschillende aanbiedingen qua prijs, zegeltjes, handdoeken en schelpjes. Zelfs de kwaliteit van de koffie en de toiletten heeft invloed, in ieder geval bij frequente rijders, op de vraag of ze bij die pomp tanken of toch een endje verderop. 

Ik vrees dat ik bij mijn lijn blijf dat voor een goed veilingproces, en dus voor de consument, openheid over alle omzetgegevens van belang is. 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

De minister heeft het over de schelpjes en dan kom je heel snel uit bij de grote aanbieders. Daar gaat het mij nu juist om want er zijn heel veel middelgrote en grote aanbieders. De kleine aanbieders en ondernemers die nog niet op die markt actief zijn, hebben gewoon wat lastigere kansen. Dat was de inzet van mijn amendement. 

Minister Blok:

De schelpjes worden toevallig door … Ik weet niet eens of het nog gebeurt. Ik hoop het niet eigenlijk, want ik vond het niet zo natuurvriendelijk. Maar goed, de handdoeken worden inderdaad door grotere concerns ingezet. Dat is natuurlijk nog geen reden waarom een lokale kleine ondernemer niet een soortgelijk promotie-instrument kan inzetten. Ik blijf erbij, ook gehoord hebbend de ACM, dat voor de veiling gewoon de relevante omzetgegevens beschikbaar moeten zijn. Ik ontraad het amendement dus. 

De heer Koolmees heeft heet van de naald het amendement op stuk nr. 8 ingediend om de gegevens per jaar in het biedboek te laten opnemen in plaats van een gemiddelde over drie jaar. Een gemiddelde is van belang omdat je daarmee gekke effecten uitmiddelt. Daarmee is er tevens geen mogelijkheid om te gaan sturen. Redenerend vanuit het slechte in de mens, dat gelukkig niet heel frequent voorkomt maar wel nog weleens als er geld in het geding is, kun je namelijk gaan sturen op een lage omzet in het laatste jaar. Met een driejarig gemiddelde wordt sturen niet erg aantrekkelijk en haal je bovendien de schommelingen die er om andere redenen kunnen zijn, uit de cijfers. 

De heer Koolmees (D66):

Ik begrijp dat je een ontwikkeling in de tijd wilt zien en dat daarom voor de periode van drie jaar is gekozen. Dat begrijp ik. Het scheelt echter wel of de omzet naar beneden gaat of omhooggaat. Dat kan relevant zijn voor de bieding. Een gemiddelde over drie jaar zorgt er juist voor dat "de rare jaren", om het zo maar te zeggen, een effect hebben. De bedoeling van dit amendement is juist om meer inzicht te geven in de ontwikkeling in de loop van de tijd. 

Minister Blok:

Met het gevaar van sturing erop. Dat zou ik niet onderschatten bij processen waarbij toch echt forse bedragen in het geding zijn. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

Minister Blok:

Vandaar dat ik ook dit amendement per saldo ontraad. 

Als ik mevrouw Fokke goed heb begrepen, juicht zij het toe dat wij hier staan en ziet zij deze wet graag van kracht worden. Dat ben ik met haar eens. 

De algemene beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de behandeling van dit wetsvoorstel. Over het wetsvoorstel en de ingediende amendementen zullen wij volgende week dinsdag stemmen. Ik dank de minister. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven