10 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over: 

  • -de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken over het EU-voorstel: Herziening detacheringsrichtlijn (34439, nr. 1); 

  • -de brief van het Presidium over de parlementaire behandeling van de verantwoordingsstukken over het jaar 2015 (31428, nr. 9); 

  • -de aangehouden motie-Klein (32043, nr. 310). 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten in verband met het van toepassing worden van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2013, L 269) (Wet aanpassingen aan het Douanewetboek van de Unie) (34409); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisis- en herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEU 2014, L 124) (implementatie herziening mer-richtlijn) (34287); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de evaluatie van de Wet van 29 juni 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol (34197); 

  • -het wetsvoorstel Regeling van de arbeidsvoorwaarden van gedetacheerde werknemers in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van de detacheringsrichtlijn en tot wijziging van de IMI-verordening over de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie) (34408); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet in verband met het tijdelijk uitbreiden van het werkgebied van toegelaten instellingen met het oog op het huisvesten van vergunninghouders (34403). 

Op verzoek van het lid Van Toorenburg stel ik voor, haar motie op stuk 29754, nr. 355 opnieuw aan te houden. 

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 34233-66; 25657-234; 25657-232; 25657-235; 31288-499; 31288-526; 31288-525; 34300-IV-49; 32336-46; 31066-255; 29383-253; 25834-103; 29517-106; 25422-126; 28642-66; 34302-108; 34302-113; 33529-210; 34300-XIII-87; 34248-9; 21501-30-365; 33529-216; 33529-209; 31239-210; 34284-1; 34284-3; 34196-19; 32013-116; 34300-IX-11; 32013-118; 21501-03-94; 29023-200; 30196-401; 29023-202; 25422-112; 33043-63; 33561-24; 33626-4; 33626-5; 30196-427; 33612-62; 25422-120; 33561-25; 2016Z04639; 30950-70; 29544-541; 30950-80; 30950-85; 30950-84; 34300-VII-53; 34300-IV-30; 34300-IV-26; 31568-167; 34300-IV-5; 2015Z17311; 2015Z16052; 31568-166; 33900-13; 33845-11; 31839-453; 2015Z12106; 34000-IV-45; 34000-IV-44; 34000-IV-43; 32893-5; 34000-IV-41; 19637-2083; 32847-205; 2015Z21513; 19637-2053; 32847-202; 33104-9; 29407-204; 32847-182; 24036-411; 33750-IV-49; 33750-IV-52; 31839-425; 34300-IV-7; 33436-38; 33750-XVIII-4; 33756-12; 32730-16; 29453-328; 32847-75; 31757-48; 27926-203; 26643-277; 33750-XII-55; 33118-9; 31490-137; 32847-109; 25268-79; 33798-11; 33798-13; 32757-96; 32847-126; 33606-13; 32317-374; 21501-20-1053; 21501-20-1063; 33966-5; 32847-117; 33043-34; 32757-103; 22112-1902; 27926-234; 32757-104; 29453-355; 2014Z23005; 2015Z25107; 27923-218; 34360-7; 34263-(R2055)-8; 34332-(R2062)-8; 21501-07-1336. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg, met als eerste spreker het lid Jasper van Dijk namens de SP; 

  • -het VAO Voortijdig schoolverlaten en kwaliteitsafspraken in het mbo, met als eerste spreker het lid Siderius namens de SP; 

  • -het VAO Hoofdlijnen herziening pensioenstelsel, met als eerste spreker het lid Ulenbelt namens de SP; 

  • -het VSO Evaluatie bankenbelasting (32545, nr. 48), met als eerste spreker het lid Neppérus namens de VVD. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Twee weken geleden ging de grootste thuiszorgorganisatie, TSN, failliet. Toen heb ik een debat aangevraagd. Dat is gesteund door een meerderheid van deze Kamer. Ik doe het verzoek om volgende week te debatteren over dit faillissement. Als dat volgende week niet kan omdat we een dag niet vergaderen in verband met het referendum, wil ik het in ieder geval de week daarna. Ik zal uitleggen waarom. Er zijn duizenden cliënten en thuiszorgmedewerkers voor wie nog geen oplossing beschikbaar is. Mensen verliezen hun baan. Dat is in strijd met een aangenomen motie van dit parlement. Op 25 april zijn we gewoon te laat. Daarom wil ik de Kamer verzoeken om dat debat gewoon voor die tijd te houden. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Vorige week stond mevrouw Leijten hier ook met dit verzoek. Volgens mij hebben we toen afgesproken dat het debat komende week of de week daarna zou zijn. Volgens mij is dat het verzoek dat nu gedaan wordt. Steun dus. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Er is sprake van veel onzekerheid en veel onduidelijkheid. Daar vraagt mevrouw Leijten terecht aandacht voor. D66 steunt het voorstel van de SP. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het voorstel. 

De heer Mohandis (PvdA):

Namens collega Otwin van Dijk: wij hebben dit type verzoeken vaak gesteund. Het lijkt ons wel op zijn plaats om eerst de lopende gesprekken binnen gemeenten in een brief te vermelden. Op basis van de meest actuele informatie willen wij overgaan tot het wel of niet steunen van een debat. 

De voorzitter:

Dus eerst een brief. 

De heer Mohandis (PvdA):

Ja. 

Mevrouw Leijten (SP):

U hebt het debat al gesteund, hoorde ik u zeggen. 

De voorzitter:

Ja, het is gesteund. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat over het inplannen van het debat. 

De voorzitter:

Ja. 

De heer Mohandis (PvdA):

Maar dan moet die brief er zijn. Dat is mijn punt. 

Mevrouw Leijten (SP):

Als wij zeggen dat wij volgende week het debat houden, kunnen we de staatssecretaris ook houden aan het sturen van die brief. 

De heer Mohandis (PvdA):

Dat is net iets anders, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Ik steun de PvdA hierin. Over de procedure moeten we helderheid hebben. Daarna kunnen we hierover debatteren. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, ik zou toch ook naar u willen kijken. Ik zou het echt heel slecht vinden als wij als parlement te laat een debat houden over zo'n belangrijk onderwerp; 25 april is wel de echte deadline. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik denk dat het kabinet daarmee ook kennisneemt van de discussie die hier is gevoerd over de datum. 

Het woord is aan de heer Rog. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. De cao-onderhandelingen voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zijn geklapt. Dat heeft ernstige consequenties voor onderwijspersoneel en voor leerlingen. Eerder is hierover gesproken in de commissies voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want de ketenbepaling in de Wet werk en zekerheid gooit roet in het eten. Ik vraag hierover graag een debat aan, voorafgegaan door een brief waarin beide bewindslieden, Dekker en Asscher, ingaan op de ontstane situatie, aangeven hoe zij de onderhandelingen vlot kunnen trekken en ingaan op de gevolgen van het onderscheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Ik doe dit verzoek mede namens de ChristenUnie. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun. 

De heer Bisschop (SGP):

Dit verzoek had bij wijze van spreken ook namens de SGP gedaan kunnen worden; wij zijn het er van harte mee eens. 

Mevrouw Straus (VVD):

Ook steun, maar in eerste instantie vooral voor de brief. Het besluit om al dan niet een debat te hebben, zou ik daarna willen nemen. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

Mevrouw Straus (VVD):

Inderdaad, maar wel een brief van beide bewindslieden. 

Mevrouw Ypma (PvdA):

Daar sluit ik mij bij aan. 

De heer Beertema (PVV):

Steun voor een brief. 

De voorzitter:

Niet voor het debat. 

De heer Beertema (PVV):

Dat klopt. 

De voorzitter:

Mijnheer Rog, u hebt geen meerderheid. 

De heer Rog (CDA):

Voor het debat niet, maar volgens mij wel voor de brief. Daar ben ik heel blij mee. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Uit een intern stuk in handen van De Telegraaf blijkt dat het ministerie van Veiligheid en Justitie bijna 1 miljard tekortkomt. Dat is een dermate desastreus bedrag dat ik denk dat we zo snel mogelijk daarover moeten debatteren. 

De voorzitter:

Dat is een heel kort en krachtig voorstel. 

De heer Van Nispen (SP):

De SP steunt dit voorstel. De financiële problematiek is inderdaad groot. We horen van alles en krijgen van alles toegestuurd, maar ik vind het op zijn plaats dat het ministerie van Veiligheid en Justitie nu eens inzage geeft. Ik krijg dus het liefst per omgaande een brief. Natuurlijk steun ik het verzoek tot het houden van een debat. 

De heer Pechtold (D66):

Ik steun het verzoek om hierover te praten. Ik heb echter ook een beetje gekeken naar de lijst. Volgens mij staan er nu 69 debatten op. Op nummer 7 staat het debat dat ik dertien maanden geleden heb aangevraagd over hetzelfde onderwerp. Het is dus nog steeds een actueel onderwerp. Ik stel aan mevrouw Van Toorenburg voor, en hoop daarvoor ook de steun van de coalitie te krijgen, om beide samen te voegen in één debat. 

De heer Recourt (PvdA):

Wij steunen in ieder geval niet het voorstel dat nu door mevrouw Van Toorenburg wordt gedaan. Het is een intern stuk, bedoeld voor onderhandelingen binnen het kabinet. Laat eerst het kabinet onderhandelen. Daarna is de Kamer aan de beurt, bij de behandeling van de Voorjaarsnota. 

De heer Bisschop (SGP):

De SGP steunt het verzoek van mevrouw Van Toorenburg. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ook de VVD steunt het verzoek niet. Het lijdt geen twijfel dat we onder meer bij de Voorjaarsnota nog zullen praten over de financiën. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van mevrouw Van Toorenburg. 

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het houden van een debat. De heer Pechtold heeft de suggestie gedaan om dit onderwerp te betrekken bij het debat dat hij had aangevraagd en dat al op de lijst staat. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat is een verstandig idee. Ik denk dat we het moeten samenvoegen. Het door hem aangevraagde debat ging vooral over de investeringen in de veiligheidsketen. Dat is heel belangrijk. Mijn verzoek gaat erover dat ze niet eens meer boven water komen. Laten we de titel als volgt verbreden: de enorme tekorten en de noodzakelijke investeringen. Dan kunnen we het op de lijst houden, zodat we er misschien in ieder geval op enig moment plenair over mogen spreken. 

De voorzitter:

Maar er is geen meerderheid voor uw verzoek om een debat te houden. Wel heeft de heer Pechtold de suggestie gedaan om het te betrekken bij het debat voor het houden waarvan hij een meerderheid heeft verkregen. Wat betreft het samenvoegen: het staat u vrij om het erbij te betrekken. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik vraag u of dan de titel van het debat kan worden verbreed. Het is een ideaal dat we nog kunnen investeren — dat moet ook — maar nu zien we dat er een enorm tekort is. Misschien wil de heer Pechtold hier nog iets over zeggen. 

De heer Pechtold (D66):

Mevrouw Van Toorenburg slaat de spijker op de kop. Het is namelijk dezelfde thematiek. Het kabinet is ontzettend van plan om te investeren. Er zit nu in vak-K ook weer een minister, namelijk de minister van Defensie, die die ambitie uitspreekt. Wat mij betreft is dit veiligheidsonderwerp heel breed en heel actueel. Sterker nog, ik zou mevrouw Van Toorenburg en die meerderheid in de Kamer die er dertien maanden geleden al was, willen zeggen dat dit debat er wat mij betreft ook nog voor de Voorjaarsnota kan komen, want dan kunnen we als Kamer nog sturen. Deze Kamer en overigens ook onze overburen hebben begrotingen van Justitie goedgekeurd, maar wel met het idee dat er wat gaat veranderen, bij Voorjaarsnota. 

De heer Recourt (PvdA):

Dit gaat via een achterdeurtje. Dit is toch weer een poging om dit onderwerp op de agenda te krijgen nog voordat het kabinet eruit is. Inderdaad hebben we bij de behandeling van de begroting van V en J moties aangenomen, maar die zien op de Voorjaarsnota. Dat is realistisch. Dat is ook hetgeen is afgesproken. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ik sluit me daarbij aan. 

De heer Van Nispen (SP):

Ik vind het nog steeds heel gek dat wij van alles horen en toegestuurd krijgen, maar dat wij van het kabinet niet fatsoenlijk inzage krijgen in de acute financiële problematiek die mevrouw Van Toorenburg en de heer Pechtold aan de orde hebben gesteld. Als de coalitie niet bereid is om het fatsoenlijke verzoek tot het houden van een debat hierover te steunen, dan wil ik op zijn minst wel inzage in de financiële problematiek. Dat is toch wel het minste. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Feit blijft wel dat er geen meerderheid is voor het houden van een debat voor de behandeling van de Voorjaarsnota. Dat begrijp ik uit de inbreng van een aantal Kamerleden. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Dit debat is aangevraagd voor de vorige Voorjaarsnota. Ik zou niet weten waarom het idee Voorjaarsnota na dertien maanden wachten van mijn kant nu opeens een belemmering zou zijn. Ik wil de coalitie geruststellen: wij zullen niet alleen over de financiën praten, het gaat ons natuurlijk om de kwaliteit. De oppositie heeft de laatste jaren toch breed wel wat credits verdiend door het steunen van de coalitie. Dit debat staat op de lijst op nummer zeven en het zou mijn wens zijn dat het voor de Voorjaarsnota aan de beurt komt. Volgens mij moet dit lukken. Laat de coalitie gerust zijn, want ik ken mevrouw Van Toorenburg, wij gaan er niet via een titel opeens een heel ander debat van maken. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Hiermee zijn wij aan het einde van de regeling van werkzaamheden gekomen. 

Naar boven