3 Vragenuur: Vragen Tanamal

Vragen van het lid Tanamal aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president over het bericht dat dieselrook schadelijker is voor werknemers dan gedacht. 

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Voorzitter. Jaarlijks sterven ruim 3.000 mensen aan een beroepsziekte. Volgens gegevens van de Long Alliantie sterven 2.000 van hen door het werken met schadelijke stoffen. Zij krijgen daardoor een beroepsziekte. Jaarlijks gaan er duizenden gezonde levensjaren verloren door longziekten als gevolg van ongunstige arbeidsomstandigheden. Volgens de inspectie worden dagelijks meer dan een miljoen werkenden op de werkvloer blootgesteld aan giftige stoffen. En nu komt de dieselrook er ook nog bij. Een week geleden werd op het NOS Journaal melding gemaakt van een rapport van de Gezondheidsraad over het risico dat werknemers lopen wanneer ze worden blootgesteld aan dieselrook. Afgelopen zondagavond was dit een groot item in De Monitor. Is de minister het met mij eens is dat dit zeer verontrustende berichten zijn? Zijn de berichten over dieselrook nieuw voor hem? In de uitzending van De Monitor kwam de woordvoerder van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf aan bod. Hij gaf aan dat het GVB bereid was om iets doen voor de vele zieke chauffeurs, die hun pensioen vaak niet eens halen, maar ook dat het GVB bewijs nodig heeft dat dit door dieselrook komt. In hoeverre kan de minister werkgevers in de toekomst nog beter ondersteunen bij het herkennen en voorkomen van beroepsziekten? Wat vindt hij van de uitspraak van het Longfonds van vorige week dat het dieseltijdperk voorbij moet zijn? Is de minister bereid om op korte termijn een strenge norm vast te stellen voor dieselrook en de mate waarin werknemers hieraan mogen worden blootgesteld? 

Minister Asscher:

Voorzitter. Inderdaad zijn dit verontrustende berichten. Dieselrook is gevaarlijk. Met name de deeltjes die uit oude dieselmotoren komen, kunnen schade veroorzaken. Het is belangrijk dat werkgevers ervoor zorgen dat mensen op het werk niet blootstaan aan hoge concentraties van die rook. Het is hun primaire verantwoordelijkheid om te zorgen voor een gezonde werkplek. 

Ja, ik wil een wettelijke grenswaarde instellen voor het werken met dieselrook. Daarvoor heb ik twee dingen nodig: een helder advies van de Gezondheidsraad en een vertaling daarvan door de SER. Het advies waarover in het NOS Journaal werd gesproken, was niet van onze Gezondheidsraad, maar van The Nordic Expert Group, een soort Scandinavische gezondheidsraad. Onze Gezondheidsraad komt in 2016 met een advies daarover. Dat neem ik mee naar de SER. Dan kan het worden vertaald in een strenge grenswaarde voor Nederlandse bedrijven. Tot die tijd blijven werkgever ervoor verantwoordelijk dat hun werknemers het werk in gezonde werkomstandigheden kunnen doen. 

Wat kun je doen om bedrijven daarbij te ondersteunen? We hebben eerder al een brief gestuurd over de arbeidsgerelateerde zorg. Dat wordt vertaald in een wetsvoorstel. Twee dingen daarin zijn belangrijk. In de eerste plaats wordt de positie van de bedrijfsarts zelf sterker. Als een bedrijfsarts een beroepsziekte op het spoor is, kan hij dat met kracht aan het bedrijf overbrengen. Er wordt tevens gewerkt aan het uitdelen van informatie aan sectoren en beroepsgroepen. Als bij het ene bedrijf een ziekte wordt ontdekt die te maken lijkt te hebben met het werk, dan wordt dat gedeeld met andere bedrijven. Dan kun je een preventief beleid beter vormgeven om te voorkomen dat mensen ziek worden. Is de tijd van diesel voorbij? De tijd van dit soort oude dieselmotoren is in ieder geval voorbij. Die zijn gevaarlijk. Bij nieuwe motoren is de concentratie aan schadelijke deeltjes aanzienlijk lager. In sectoren waar nog veel wordt gewerkt met dit soort oude motoren hebben werkgevers een grote verantwoordelijkheid om de blootstelling te beperken. 

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Ik ben blij met wat de minister aangeeft over diesel, vooral als het gaat om de oude dieselmotoren. Hij stelt dat die veel schade teweegbrengen, maar het was nog niet bekend dat het zo ernstig is. Is de minister bereid om in kaart te brengen welke factoren gezond werken in ieder geval belemmeren en een breed actie op te stellen om ziekmakende arbeidsomstandigheden gewoon keihard aan te pakken? Er komen steeds meer verhalen naar boven hoe ziek mensen worden van hun werk, niet altijd omdat de werkgever misschien niet doet wat hij moet doen, hoewel dat ook regelmatig voorkomt — laten wij dat niet vergeten — maar ook omdat er steeds meer schandalen naar boven komen. Het gaat nu om dieselrook. Kan de minister een breed actieplan maken en aangeven wat zijn doelstellingen zijn als het gaat om het voorkomen van beroepsziekten en het zo snel mogelijk helpen van mensen die nu ziek zijn? 

Minister Asscher:

Zeker, wij zijn daar ook al mee bezig. Daar ging die brief aan de Kamer ook over. Daarin wordt ingegaan op wat je kunt doen met de inspectie, de bedrijfsartsen, de reguliere gezondheidszorg en de sociale partners om beroepsziekten verder terug te dringen, die snel te onderkennen en werknemers daartegen te beschermen. Dat is een belangrijk maatschappelijk doel waar iedereen het mee eens is. Wij werken daar hard aan. Er komt dus een aantal verbeteringen naar de Kamer toe. Denk ook aan het recht van werknemers om een second opinion te vragen bij een ander dan de eigen bedrijfsarts, juist vanwege de noodzaak van een onafhankelijk oordeel. 

Ook met het andere punt heeft mevrouw Tanamal gelijk. Het is heel moeilijk om als zieke werknemer je schade te verhalen. Vaak is een heel lang juridisch traject nodig om het verband aan te tonen. Soms maak je het zelf niet meer mee, want zo dramatisch is het soms met beroepsziekten. Dat is al langer bekend. De mogelijkheid om daar een onafhankelijke instantie voor aan te wijzen, vind ik interessant. Dat is ook bepleit. Wat mij betreft gaan wij de komende maanden de juridische haken en ogen daarvan in kaart brengen. Op zich ben ik er voorstander van om te bekijken hoe wij de individuele zieke werknemer die ernstig ziek is als gevolg van een beroepsziekte, kunnen ondersteunen bij het halen van zijn recht. 

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Ik heb uiteraard het rapport gelezen waarin het voorstel inzake een onafhankelijk instituut wordt gedaan. Ik ben blij dat de minister sowieso voorstander is om mensen die hun recht willen halen daarbij te ondersteunen. Dit zou een mooie stap kunnen zijn. Ik hoop dat de minister zo snel mogelijk naar de Kamer kan komen met zijn visie op dat onafhankelijk instituut, zodat wij zo snel mogelijk daarmee aan de slag kunnen. 

Minister Asscher:

In januari spreek ik met de Kamer over de arbeidsgerelateerde zorg. Wat kunnen wij daarin verbeteren? Wat kan daar vanuit de verschillende geledingen aan gedaan worden? In het tweede kwartaal van 2016 heb ik een oordeel over het onafhankelijk instituut. Daar wordt goed naar gekeken. Na de zomer zullen wij dat in de Kamer kunnen bespreken. 

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Dank u wel. 

De heer Ulenbelt (SP):

Het kenmerk van een beroepsziekte is dat wij er heel veel van weten. In feite zouden wij beroepsziekten dus kunnen voorkomen. Dit jaar bestaat het Bureau Beroepsziekten van de FNV vijftien jaar. De minister zegt dat hij volgend jaar komt met een grenswaarde voor dieselrook, maar waarom doet hij geen oproep aan alle Nederlandse werkgevers met een bedrijf waar dieselauto's naar binnen worden gereden en waar dieselmotoren binnen staan te draaien, om die dingen te vervangen en voortaan vrachtwagens, bussen elektrisch naar binnen te slepen? Dat is preventie. 

Minister Asscher:

Zeker. Ik ben blij met de hernieuwde aandacht die er voor dit probleem komt, want de dieselrook uit oude dieselmotoren is hartstikke gevaarlijk. Daarom ook begon ik mijn antwoord met erop te wijzen dat werkgevers ook nu al, ook zonder een wettelijke grenswaarde, wettelijk verplicht zijn om blootstelling aan dieselrook voor hun werknemers tot een technisch minimum te beperken. Ik zou die oproep aan de werkgevers dus niet hoeven te doen, maar bij dezen doe ik die toch: zorg dat je als werkgever je wettelijke verantwoordelijkheid naleeft en dat je de mensen niet aan dieselrook blootstelt. Wij snappen allemaal dat je, in een garage waar ook oude dieselmotoren onderhouden moeten worden, het voorkomen van dieselrook niet tot nul kunt terugbrengen, maar ook dan kun je als werkgever heel veel doen om blootstelling te voorkomen. Daar ben ik het zeer mee eens. 

De voorzitter:

Ik dank u voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven