8 Aloysius College

Aan de orde is het VAO Aloysius College (AO d.d. 23/09). 

De voorzitter:

We hebben nog een lange avond voor de boeg. Ik zie dat de heer Van Dijk al klaarstaat om namens de SP het woord te voeren. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik ga in rap tempo drie moties voorlezen. Let u maar eens op. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het plan van aanpak voor de sluiting van het Aloysius College slechts voorziet in overname van "elementen" van het onderwijsprogramma van de afdeling Gifted Education; 

constaterende dat de regering voornemens is om het onderwijsprogramma van de afdeling Gifted Education niet in de huidige vorm voort te laten bestaan; 

van mening dat de opgedane kennis, ervaring en expertise binnen de afdeling Gifted Education van grote waarde is voor het onderwijs aan de hoogbegaafde leerlingen van het Aloysius College; 

verzoekt de regering, de verworven kennis, ervaring en expertise van de afdeling Gifted Education van het Aloysius College te behouden én de twee betreffende scholen die de hoogbegaafde leerlingen overnemen, te verplichten het huidige onderwijsprogramma in dezelfde vorm voort te zetten en hiervoor de benodigde financiële middelen vrij te maken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Siderius. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 256 (31289). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het sociaal plan voor het onderwijspersoneel van het Aloysius College weinig concreet en zeer vrijblijvend is; 

verzoekt de regering, docenten van wie de arbeidsplaats bij het Aloysius College vervalt een recht te geven op een vast bedrag voor ondersteuning, scholing en/of coaching uit het nog in te richten fonds uit het sociaal plan, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Siderius. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 257 (31289). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering heeft toegezegd dat het adagium "geld volgt leerling" van toepassing is bij de overplaatsing van leerlingen van het Aloysius College naar andere scholen; 

constaterende dat het adagium "geld volgt leerling" slechts van toepassing is bij de overplaatsing van leerlingen van het Aloysius College naar andere scholen binnen de regio Den Haag; 

verzoekt de regering dat voor leerlingen van het Aloysius College die worden overgeplaatst naar een school buiten de regio Den Haag het adagium "geld volgt leerling" van toepassing is, ondanks dat de leerling na de teldatum van 1 oktober 2015 overstapt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Siderius. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 258 (31289). 

De voorzitter:

Hartelijk dank, mijnheer Van Dijk. Ik denk dat ik ook mevrouw Siderius moet bedanken. Zij is nu niet aanwezig in de zaal, maar de heer Van Dijk diende al zijn moties mede namens haar in. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind het belangrijk om hier nog eens duidelijk te stellen dat het wat de fractie van GroenLinks betreft wenselijk was geweest als van meet af aan was ingezet op sluiting van de school niet tijdens het schooljaar, maar na afloop van het schooljaar. Ik acht het weinig zinvol om daarover nu een motie in te dienen, omdat ik de toekomst van zo'n motie kan voorspellen. Ik kan echter wel zeggen dat mijn fractie de moties die zojuist door de heer Van Dijk zijn ingediend, van harte zal steunen. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Namens mijn hele fractie wil ik de volgende twee punten nog even aan de orde stellen. Wij ontvangen van ouders en leerlingen bezorgde berichten over de voortgang van gifted education. Komen de leerlingen wel terecht op de scholen die er zijn en hoe gaan we dat borgen? Voor de zekerheid zal ik daarover een motie indienen. Ik wil de staatssecretaris ook vragen of hij wat meer licht kan laten schijnen op de financiële situatie. Deze leerlingen zouden per jaar tot €8.000 meer kosten. Zijn daarvoor voldoende middelen beschikbaar? Hoe wordt dit in samenwerking met het samenwerkingsverband gerealiseerd? Voor de zekerheid dien ik de volgende twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat twee scholen in de Haagse regio zich bereid hebben verklaard elementen van gifted education van het Aloysius College over te nemen; 

overwegende dat niet duidelijk is wat bedoeld wordt met het overnemen van elementen van gifted education, met name wat wel wordt overgenomen en wat niet; 

overwegende dat het van belang is dat de veranderingen het algehele kwaliteitsniveau van gifted education op de nieuwe school niet te veel aantasten; 

verzoekt de regering, in overleg met de school die gifted education gaat overnemen ervoor te zorgen dat het algehele kwaliteitsniveau van de gifted education in stand blijft, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rog. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 259 (31289). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het voor hoogbegaafde kinderen belangrijk is dat zij een speciaal op hun behoeften aangepast onderwijsprogramma krijgen aangeboden, net als zorgleerlingen; 

constaterende dat deze vorm van onderwijs duurder is dan regulier onderwijs; 

verzoekt de regering, te onderzoeken of de huidige bekostigingsstructuren voldoende zijn om duurzaam kwalitatief goed hoogbegaafdenonderwijs aan te bieden en de Kamer daarover voor de Voorjaarsnota te berichten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rog. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 260 (31289). 

Mevrouw Straus (VVD):

Voorzitter. Tijdens het AO heb ik naast het belang van een goede oplossing voor alle leerlingen aandacht gevraagd voor de leerlingen die op de speciale afdeling voor hoogbegaafden van het Aloysius College zitten. Het is niet alleen belangrijk dat deze leerlingen weer op een goede plek terechtkomen; het zou ook zonde zijn als de specifieke expertise die is opgebouwd met dit onderwijs aan dit type leerlingen, verloren gaat. Ik heb het dan zowel over het onderwijsprogramma en de aanpak van de afdeling gifted education als over de expertise die is opgebouwd in het kader van de class for the gifted. Uit de brief van de staatssecretaris constateer ik dat hij tevreden is over het plan van aanpak voor de andere leerlingen, maar dat hij op dit punt nog zorgen heeft. Die zorgen deel ik met hem. 

Graag wil ik van de staatssecretaris een toezegging dat de kinderen van de afdeling gifted education een goede oplossing wordt aangeboden en dat hij daar bovenop blijft zitten. De geluiden die ik gehoord heb over de voorlichtingsbijeenkomst vanmiddag op het Zandvlietcollege zijn in ieder geval niet erg bemoedigend. Bovendien vinden we het erg belangrijk dat de betreffende expertise, inclusief de expertise van de class for the gifted, in het samenwerkingsverband behouden blijft. Ik vraag de staatssecretaris om de Kamer hierover een brief te sturen. Die kan dan worden meegenomen in de eerstvolgende voortgangsrapportage passend onderwijs. Wat de VVD betreft is deze casus in Den Haag een testcase voor de werking van passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. 

De voorzitter:

Mevrouw Straus was de laatste spreker. Ik begrijp dat de staatssecretaris meteen kan antwoorden. Daar zijn wij hem zeer erkentelijk voor. 

Staatssecretaris Dekker:

Voorzitter. Wij spraken elkaar op 23 september over het Aloysius College. Inmiddels is er een plan van aanpak en heeft de Kamer een brief ontvangen met mijn reactie daarop. Mevrouw Straus stelde een aantal vragen. Zij vroeg hoe tevreden wij daarmee zijn. Over de hele linie zijn wij tevreden met het plan van aanpak, maar we hebben nog wel zorgen over het onderwijs aan de kinderen die nu in de klassen voor hoogbegaafden op het Aloysius College zitten. Ik wil graag de toezegging doen dat er ook voor deze kinderen een passende plek wordt gevonden op een nieuwe school, volledig volgens de filosofie van passend onderwijs. Ik zal daar bovenop zitten. Volgens mij hebben wij daar al eens een goed debat over gehad. We hebben toen gezegd: het is de normaalste zaak van de wereld dat je met passend onderwijs, ook als dat meer geld kost, zorgt voor een passende plek voor kinderen met een laag IQ en dat moet ook gelden voor kinderen met een hoog IQ. Mevrouw Straus ontvangt hierbij dus die toezegging van mij. Ik zal de verdere uitwerking daarvan meenemen in de voortgangsrapportage passend onderwijs of in de nadere brief die ik de Kamer zal toesturen over de concrete uitwerking van het plan voor het Aloysius College. 

Mevrouw Straus (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor de toezegging. Ik zou het heel prettig vinden als die informatie inderdaad in de voortgangsrapportage passend onderwijs wordt opgenomen of als bijlage daarbij aan de Kamer wordt gestuurd. Dan kunnen we de eerstvolgende keer dat wij over passend onderwijs spreken daadwerkelijk bekijken hoe dat hier in Den Haag geland is. Het gaat natuurlijk zeker over de leerlingen, maar heel specifiek ook over de opgebouwde expertise met het onderwijsprogramma. We moeten daar ook naar kijken, opdat die niet verloren gaat. 

Staatssecretaris Dekker:

Die toezegging kan ik doen. 

Voorzitter. In de motie-Jasper van Dijk/Siderius op stuk nr. 256 wordt de regering verzocht om alles in precies dezelfde vorm over te nemen. Ik heb al eerder aangegeven dat dit niet kan. Daarom ontraad ik deze motie. Het is aan scholen om het uiteindelijke onderwijsaanbod te bepalen. Uiteraard moet dat vervolgens passend zijn voor iedere leerling. 

In de motie-Jasper van Dijk/Siderius op stuk nr. 257 wordt gevraagd om extra geld voor docenten in het sociaal plan. Ik wijs erop dat het sociaal plan iets is van de sociale partners. De mr, ook de personeelsgeleding van de mr, heeft ingestemd met het plan van aanpak van het Aloysius College. Dat geeft voor mij aan dat daar draagvlak is. Er is ook gesproken met de bonden. Het is aan de sociale partners om een goed sociaal plan vorm te geven. Daarbij is het goed om te zeggen dat als er helemaal geen sociaal plan zou zijn geweest, er aan het einde van het jaar sprake zou zijn geweest van een faillissement, waarvan de leraren echt de dupe zouden zijn geweest. Een sociaal plan is misschien niet ideaal op alle punten, maar is in ieder geval beter dan een koud faillissement. Daarom ontraad ik deze motie. 

Het punt dat de heer Van Dijk en mevrouw Siderius maken in hun motie op stuk nr. 258 vind ik terecht. Zij stellen dat het principe "geld volgt leerling" niet alleen zou moeten gelden voor de scholen die in dit plan zijn meegenomen, maar dat hetzelfde principe zou moeten worden toegepast wanneer een van de leerlingen zou zeggen dat hij bijvoorbeeld in Zoetermeer of in Wassenaar naar school gaat. Deze motie is wat mij betreft ondersteuning van beleid. Het oordeel erover laat ik aan de Kamer. 

Ik denk dat ik met mijn toezegging van zojuist aan mevrouw Straus en met wat ik heb geschreven in mijn brief, precies doe wat de heer Rog in zijn motie op stuk nr. 259 vraagt. We hebben steeds tegen de ouders gezegd — dit staat ook letterlijk zo in het plan van het Aloysius College — dat het niet zo is dat alles wat op het Aloysius College gebeurde rond gifted education-onderwijs een-op-een zal worden overgenomen, maar dat er wel een passende plek moet komen voor deze leerlingen. Dat vertaal ik maar even naar een algeheel kwalitatief goed niveau voor deze leerlingen. Daarmee heb ik mijn toezegging herhaald en zou deze motie overbodig moeten zijn. 

De motie-Rog op stuk nr. 260, waarin wordt gevraagd om nader onderzoek, wil ik ontraden. Ik vind nader onderzoek in dezen niet nodig. We hebben steeds gezegd dat er voldoende geld is in het passend onderwijs. Bij het samenwerkingsverband Den Haag zit dat ook nog eens aan de goede kant van de verevening. Er is extra geld naar de samenwerkingsverbanden gegaan, juist ook om de gifted education, het passend onderwijs voor hoogbegaafden, nog verder vorm te geven. Er gaat de komende jaren in het kader van het toptalentenbeleid ook nog extra geld naar scholen in hun reguliere lumpsum. Al met al is er voldoende geld en zouden scholen in hun afweging rond passend onderwijs samen met de samenwerkingsverbanden deze leerlingen een passende plek moeten geven. Daarvoor is geen nader onderzoek nodig. 

De voorzitter:

Wat is uw oordeel over deze motie? 

Staatssecretaris Dekker:

Ik ontraad die. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik dank de leden voor hun inbreng en de staatssecretaris voor zijn antwoorden. Over de moties, zo zeg ik ook tegen iedereen die meekijkt en -luistert, wordt komende dinsdag gestemd. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven