8 Afscheid van de leden Van Ojik en De Rouwe

Aan de orde is het afscheid van de leden Van Ojik (GroenLinks) en De Rouwe (CDA). 

De voorzitter:

Ingekomen zijn twee brieven. Ik lees de eerste voor: 

Geachte Voorzitter, beste Anouchka, 

Op 12 mei heb ik per brief aan de leden van mijn partij uitgelegd waarom ik stop als Kamerlid voor GroenLinks. Ik veronderstel dat wat ik daar uiteenzet over mijn beweegredenen via diverse media inmiddels ook bij u als collega's in grote lijnen bekend is. Het vertrouwen is hersteld, de partij gaat een nieuwe fase in, daar hoort naar mijn mening nieuw leiderschap bij. Korter kan ik het niet zeggen. 

Het was voor mij een groot voorrecht in uw midden in het Nederlandse parlement te mogen werken. Weinig landen kennen een democratisch stelsel dat zo vitaal, toegankelijk en representatief is. Dat moet toch maar weer eens worden gezegd. Ik geloof dat we ons best wat meer mogen verzetten tegen de sfeer van crisis en malaise die nogal eens rond de politiek hangt. 

Dat de kiezer steeds kritischer en minder voorspelbaar is, zie ik niet als een probleem. Het houdt ons alert. Dat de verhouding tussen coalitie en oppositie minder vastgevroren zit, beschouw ik ook al als een stap vooruit. Ik hoop dat bewindslieden, ook als het straks misschien niet strikt nodig is, draagvlak voor beleid zoeken dat verdergaat dan de helft plus één. 

En de kloof tussen burger en politiek dan? Ook die zou ik willen relativeren. Ik ken geen collega die niet elke week wel een keer zijn of haar licht opsteekt buiten wat we afkeurend de "Haagse kaasstolp" zijn gaan noemen. En ik ben in de afgelopen jaren op straat, in de tram en in de trein talloze burgers tegengekomen die weliswaar kritisch zijn, maar tegelijkertijd ook zeer betrokken. Dat leidt, zoals wij allemaal ervaren, nou juist tot de flinke discussies die tot de mooiste aspecten van ons vak behoren. 

Ja, het is een vak: je kunt het tot op zekere hoogte leren en je moet ook bereid zijn daar moeite voor te doen. Maar niet te veel want je moet als politicus ook authentiek en daardoor herkenbaar blijven. Het is soms een ingewikkelde spagaat: gewoon jezelf zijn is goed, maar het moet niet te gek worden. 

Sinds ik in 1993 ruim een jaar in de Tweede Kamer zat, is er veel veranderd en veel ook niet. Natuurlijk, er waren geen mobiele telefoons maar piepers, er was geen internet, je kreeg geen mails maar brieven en elke dag een strekkende meter aan Kamerstukken. Aan je voeten stond een heel grote prullenbak waar je wat nu "deleted items" zijn, in hoog tempo in liet verdwijnen. Slecht voor het regenwoud natuurlijk, maar verder best te doen. 

Wat nog het meest veranderde, is het tempo waarin we politiek bedrijven. Ook toen al moesten politici overal verstand van hebben, maar je mocht er tenminste nog even over nadenken. Dat is voorgoed voorbij. Ik heb grote bewondering gekregen voor al die collega's die nog geen vijf minuten na het verschijnen van de nieuwste CPB-cijfers bij de patatbalie of op Twitter de meest doorwrochte analyses ten beste geven. Zelf was ik daar iets minder bedreven in. Toen ik onmiddellijk na het verschijnen van een zestien pagina's tellende artikel 100-brief over actie tegen IS door journalisten werd gevraagd of GroenLinks die actie zou gaan steunen, antwoordde ik naar eer en geweten dat ik nog maar net op pagina 2 van de brief was aangeland, en dat ze de volgende dag nog maar eens terug moesten bellen. Het duurde maar heel even voordat het eerste bericht verscheen dat GroenLinks weer verdeeld was over een vredesoperatie. 

Ten slotte wil ik via u, mevrouw de voorzitter, allen die hier werken — de schoonmakers (hopelijk snel weer in vaste dienst), de bodes, de catering, de griffie, de beveiliging, de inhoudelijk ondersteuners — bedanken. Ook zij maakten het tot een voorrecht hier te mogen werken. 

Met vriendelijke groet, 

Bram van Ojk 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 

Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Een brief vereist een antwoord. 

Geachte heer Van Ojk, beste Bram, 

De dag nadat jij je vertrek aankondigde, berichtte De Speld over de "controversiële Van Ojk, die niemand onberoerd liet". Je zou je eerste fractievergadering hebben geopend met de harde woorden: welkom allemaal. Je daadkracht leverde je bijnamen op als de "Haagse Hannibal" en de "Tank van links". Wij moesten en wij moeten er allemaal om lachen, want je staat juist bekend als een aimabel politicus: rustig en evenwichtig, vriendelijk en bedachtzaam. Tijdens plenaire debatten verdedig je je standpunten met verve. Soms doe je dat in alle scherpte, soms met een grap, maar altijd beleefd en met respect voor je politieke opponent. 

Tegelijkertijd weet je haarfijn waar je heen wilt met je partij. Niemand zou bij de verkiezingen van 2012 hebben voorspeld dat je kort na je aantreden fractievoorzitter van GroenLinks zou worden, maar na het vertrek van Jolande Sap moest iemand de handschoen oppakken. Het is niet zo gek dat de partij naar jou keek. Je stond immers aan de wieg van GroenLinks, als een van de drijvende krachten achter de fusie tussen de PSP, de EVP, de CPN en jouw eigen partij, de PPR. 

Je werd fractievoorzitter op een voor GroenLinks moeilijk moment, maar met tomeloze energie reisde je het hele land door om in gesprek te gaan met je achterban. Het ging jou overduidelijk om de toekomst van jouw GroenLinks. Die liefde voor je partij klinkt door in je besluit om nu al ruimte te geven aan een nieuwe generatie. We zagen die ook op de foto's in de kranten waarop je je opvolger, Jesse Klaver, omhelsde. 

Wie het artikel in De Speld nog een keer leest, realiseert zich dat het meer waarheden bevat dan je op het eerste oog vermoedt. De daadkracht waar sprake van is in het artikel, klopt aardig. In de tijd dat je Kamerlid was, 1.361 dagen om precies te zijn, heb je veel bereikt. Je bereidde een initiatiefwetsvoorstel voor over de beperking van het gebruik van tropisch hardhout. Je schreef samen met Sharon Gesthuizen en Joël Voordewind een initiatiefvoorstel over de opvang en terugkeer van vluchtelingen. Je zat aan tafel bij belangrijke onderhandelingen met het kabinet en was klip-en-klaar over wat voor GroenLinks wel en niet acceptabel was. Je steunde het nieuwe leenstelsel, maar bijvoorbeeld de versoepeling van het ontslagrecht en de verkorting van de WW waren wat jou betreft onbespreekbaar. In 2013 verkoos de parlementaire pers je tot politiek talent van het jaar, vanwege de rol die je speelde bij de totstandkoming van het herfstakkoord. Een groot succes boekte je tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2013, toen je met de PvdA een plan presenteerde voor investeringen in de kinderopvang, een plan dat door minister Asscher van SZW werd overgenomen. 

Jouw politieke carrière ging wat anders dan gebruikelijk. Zo hield je in 2012 je tweede maidenspeech. Die tweede maidenspeech ging over gezinsmigratie. "Ik had vanochtend niet gedacht dat ik vandaag nog mijn maidenspeech zou houden, maar de omstandigheden vragen erom, zal ik maar zeggen", zo opende jij je betoog. Daarna dook je gelijk de inhoud in. Je kreeg ook direct wat je wilde: de aanscherping van eisen voor gezinsmigratie werd uitgesteld tot de komst van een nieuw kabinet. "Luchtigheid is niet mijn specialiteit", zei je ooit over jezelf. De drive om de diepte op te zoeken hebben we in al jouw bijdragen kunnen zien. 

Bram, 

In Afrika, en misschien ook in Benin, het land dat je hart heeft gestolen, zeggen ze: gras groeit niet door aan de sprieten te trekken, maar door de wortels water te geven. Dat is wat jij hier, in jouw fractie en in de Kamer, hebt gedaan, op jouw eigen kalme en gelijkmatige manier. Je bleef en blijft dicht bij jezelf. Bij je beëdiging zei je het Kamerlidmaatschap heel eervol te vinden en het mooiste beroep dat er is. Ik kan dat natuurlijk niet ontkennen en dat wil ik ook niet. Maar ik weet zeker dat er met jouw positieve instelling en oprechte betrokkenheid bij wat er gebeurt in de wereld, nog veel moois op je pad zal komen. 

Het ga je goed. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Ja, en dan heb je van die dagen dat er twee van zulke brieven binnenkomen. De tweede ga ik ook voorlezen. 

Beste Anouchka, zeer geachte Voorzitter, 

Na ruim acht jaar lidmaatschap van de Tweede Kamer is het moment van afscheid aangebroken. Het is alweer een hele tijd geleden, maar toch voelt het als de dag van gisteren dat ik op 1 maart 2007 werd beëdigd door uw evenzeer gewaardeerde voorganger Gerdi Verbeet. Van de kiezer, van mijn partij, maar ook van dit parlement kreeg ik in dezen al het vertrouwen dat nodig was om mijn taak als volksvertegenwoordiger te vervullen. Ik heb dat elke dag weer zeer gewaardeerd. 

Het werk van een Kamerlid wordt soms eervol genoemd. Dat is het, maar gelukkig lang niet alleen. Onderdeel zijn van een publiek domein met daarin een publieke verantwoordelijkheid maakt dat je tijdelijk stevig invloed kunt uitoefenen op de koers van ons land. Dit is belangrijk en zeer serieus werk. Het vraagt veel van jezelf en van de omgeving waar je om geeft. En zeg ik: ja, dat is meer dan de moeite waard. Parlementaire besluitvorming en vrije controle op de regering maken wezenlijk onderdeel uit van de vrijheid die wij onlangs nog mochten vieren en gedenken op 4 en 5 mei. Nog steeds ben ik elke keer geroerd als ik beelden zie in landen waar dit volstrekt geen vanzelfsprekendheid is. 

Met het beëindigen van mijn Kamerlidmaatschap begint een nieuwe publieke invulling van mijn wens om actief aandeelhouder te blijven van onze samenleving. Dichtbij, vertrouwd, maar ook toekomstgericht mag ik met een nieuwe Friese coalitie het dagelijkse bestuur vormen van mijn thuisprovincie Fryslân. Ik kijk hier erg naar uit. Evenzeer kijk ik uit naar de nieuwe ontmoetingen met de leden van dit parlement en iedereen die daaraan verbonden is. In een nieuwe rol, maar met eenzelfde glimlach én ambitie. 

Met een glimlach en veel dankbaarheid neem ik dan ook afscheid van u allen. In goede en in slechte tijden mocht mijn gezin ervaren dat dit parlement ook veel warmte en collegialiteit in huis heeft. Ik markeer het moment dat ons gezin onverwachts onze zoon Jesse moest verliezen. Naast dit intense verdriet mochten wij vijfmaal vreugde delen en ontvangen bij het nieuwe leven dat ons gezin deze Kamerperiode gegeven werd. 

Met deze brief dank ik iedereen die ik de afgelopen jaren mocht ontmoeten. Allereerst u, al mijn collega's in de Tweede Kamer, maar ook de medewerkers in dit huis, de parlementaire pers en vanzelfsprekend al die burgers en organisaties waarmee ik namens het CDA in contact mocht komen. Het was mij een waar en groot genoegen om u allen te ontmoeten. Ik wens u alle goeds toe voor nu en de toekomst. En wellicht oant sjen, tot ziens, in die mooie provincie van ons allemaal, daar achter die Afsluitdijk. 

Sander de Rouwe. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Ook van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Geachte heer De Rouwe, beste Sander, 

Na acht jaar Kamerlidmaatschap neem je vandaag afscheid. Met 34 jaar ben je nog steeds een van de jongere leden van deze Kamer, maar je hebt al een hele politieke carrière achter je. Op je 21ste werd je lid van de gemeenteraad in Bolsward om vijf jaar later als Kamerlid je eerste stappen op het landelijke politieke toneel te zetten. 

Je bent een politiek dier in hart en nieren. Je weet in debatten feilloos de kern van de zaak te benoemen, je hebt een neusje voor timing en een goed gevoel voor waar de kansen liggen. Daarnaast word je, door zowel collega's als Kamermedewerkers, geroemd om je prettige manier van samenwerken. Dat heeft ongetwijfeld te maken met je vrolijkheid, je enthousiasme en je open manier van communiceren. 

Je bent ook een getalenteerd spreker. Aan het begin van je periode in de Kamer won je al de Ciceroprijs bij een debattoernooi voor nieuwe Kamerleden. Ik herinner me felle debatten met de heer Elias van de VVD, tegen wie je ooit zei: "Op zich heb ik helemaal geen bezwaar tegen rechts inhalen, zeker politiek gezien niet en vooral niet als de VVD links aan het boemelen is". 

Het grootste deel van je Kamerperiode heb je je beziggehouden met infrastructuur en mobiliteit. Vooral je inzet op het gebied van verkeersveiligheid heeft indruk gemaakt. Je was oprecht betrokken bij verkeersslachtoffers en hun naasten, en hebt je fanatiek ingezet voor maatregelen zoals het alcoholslot en het puntenrijbewijs. Ook bij de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/u hamerde je er steeds op dat de verkeersveiligheid er niet onder mocht lijden. 

Het kan speciaal vandaag niet onvermeld blijven dat jij samen met mevrouw Van Veldhoven aan de wieg stond van de Fyra-enquête, die op dit moment loopt. Je hebt het Fyradossier kritisch gevolgd en benadrukte daarbij steeds het belang van een volledige en objectieve informatievoorziening aan de Kamer. Toen de NS in juni 2013 besloot om definitief met de Fyratreinstellen te stoppen, wisten jullie je collega's te overtuigen van de noodzaak om een parlementaire enquête te houden. Een mooi voorbeeld van je vasthoudendheid en van je vermogen om effectieve coalities te vormen. 

Hoezeer je in de Tweede Kamer ook op je plek bent, als geboren en getogen Fries heb je je afkomst nooit verloochend. Je hebt het Kamerlidmaatschap in Den Haag altijd weten te combineren met jouw gezin en met jouw thuis in Friesland. 

De afgelopen jaren zijn niet altijd makkelijk geweest. Je zei het zelf ook al in je eigen brief. In 2011 verloor je je zoontje Jesse, een verschrikkelijke gebeurtenis, die ook je collega's in de Kamer diep raakte. Na enkele maanden thuis keerde je terug in de Kamer en ging je weer aan de slag, met minstens zo veel energie en bevlogenheid als voor het ongeluk. Je omschreef jezelf in hetzelfde jaar als "een rijk mens, nog altijd met veel plezier in het leven". Het optimisme dat spreekt uit de manier waarop je dat grote verlies hebt verwerkt, is heel bijzonder en kenmerkend voor hoe jij in het leven staat. 

Sander, 

Bij de aftrap van je lijsttrekkerschap in Friesland zei je: "Mien hartsje foor Friesland ston in Den Haag op een waakvlammetsje". Dat vlammetje mag nu vrij ontbranden. En Friesland zal daar zeker van gaan profiteren. 

Maar we laten je niet zomaar gaan. Ik mag je vertellen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd om jou te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. 

Mag ik je verzoeken om naar voren te komen, zodat ik je de versierselen kan opspelden die horen bij deze benoeming. 

(De Voorzitter speldt de heer De Rouwe de versierselen op die behoren bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau) 

(Applaus) 

Naar boven