9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het dertigledendebat over de Natuurambitie grote wateren 2050, het dertigledendebat over het niet uitvoeren van de Wet normering topinkomens en de interpellatie over tekortkomingen in de Europese begroting van de lijst af te voeren. 

Tevens stel ik op verzoek van de aanvragers voor om het debat over de bedreigde terminale thuiszorg en het debat over het bericht "Gemeenten saboteren mantelzorgers" van de lijst af te voeren. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (Trb. 2014, 207) (34114); 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (Trb. 2014, 210) 34115; 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (Trb. 2014, 160)( 34116); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Kaderwet adviescolleges houdende vermindering van het maximum aantal leden en het laten vervallen van de verplichte kabinetsreactie (33817); 

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde leeftijd willen blijven werken (Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd) (34073); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd (34083). 

Op verzoek van het lid Pieter Heerma stel ik voor, zijn motie op stuk 34000-XV, nr. 21 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen. 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik: 

  • -in de commissie voor de Werkwijze het lid Van Oosten tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid De Caluwé tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Aukje de Vries tot lid in plaats van het lid Neppérus. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Leefomgeving, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 februari, met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren; 

  • -het VAO Preventiebeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 februari, met als eerste spreker de heer Krol van 50PLUS; 

  • -het VAO Vervanging F-16, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 februari, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Smaling van de SP. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Het zal ook u bekend zijn dat op 1 april de melkquotering afloopt. Voor het geval u het vergeten was, is dat bij dezen even gemeld. Deze Kamer en ook de andere Kamer wachten op uitsluitsel van de staatssecretaris van Economische Zaken, die normaal altijd heel punctueel is, maar wij weten nog niet wat er gaat gebeuren als de melkquotering op 1 april vervallen is. In het slechtste geval kan dat leiden tot een explosieve groei van het aantal koeien in Nederland. We hebben hierover gedebatteerd. De meeste fracties hebben geconcludeerd dat dit niet de bedoeling is. Ik verzoek om een debat hierover, met daaraan voorafgaand een brief waarin duidelijk wordt wat er aan de hand is en wat we voor 1 april kunnen verwachten. Ik hoop dat de twee regeringsfracties, die blijkbaar wel in conclaaf zijn met de staatssecretaris, daar enig uitsluitsel over kunnen geven. Het lijkt nu namelijk een beetje op een stallenstrijd. In melkveehouderstaal gaat die strijd tussen Sjoera 17 en Helma 24, maar het zou mooi zijn als de hele Kamer daarvan deelgenoot kan worden. 

De voorzitter:

De heer Smaling verzoekt om steun voor een brief en een debat over de Wet verantwoorde groei melkveehouderij. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik was afgelopen zaterdag in de Lopikerwaard en was daar in gesprek met melkveehouders. Zij wachten met smart op de AMvB. Die zou er voor 1 maart zijn, maar die is er niet. Ik steun het verzoek van de heer Smaling dus van harte. Heel graag een brief en zo spoedig mogelijk een debat, want nu zijn de melkveehouders de dupe van de onzekerheid en de ruzie tussen de coalitiepartijen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat het in de coalitie moeilijk ligt, wisten we al, maar het is goed als de Kamer weet wat de uitkomst is van de gesprekken tot nu toe. Zoals de heer Smaling al zegt, is het niks voor de staatssecretaris om een afspraak niet na te komen. Ik hoop dat zij deze week een brief kan sturen. Daarna moeten we zo snel mogelijk debatteren. 

De heer Schouw (D66):

De staatssecretaris moet met de billen bloot en de afspraak nakomen. Ik wil die brief voor morgen 12.00 uur hebben. Het debat moet ook heel snel plaatsvinden, want we kunnen de sector niet in de kou laten staan. 

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor een brief en een debat. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Er is ons voor het eind van deze maand een brief beloofd met een AMvB. Die brief willen wij eerst even afwachten. We kunnen aan de hand van wat er dan uitgekomen is, een goed debat voeren. 

De voorzitter:

Dus u geeft geen steun aan beide verzoeken. U wacht nog even. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Uw conclusie klopt. 

De heer Geurts (CDA):

Ik had bijna gevraagd, voorzitter, wat u doet met de kennis dat op 1 april het melkquotum afloopt, maar dat gaat nu niet. Dat doen we wel op een andere manier. Geen steun voor een debat. We wachten de brief en de invulling van de AMvB af. Ik heb begrepen dat die brief snel komt. 

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun. We hebben vorige week een brief gekregen waarin de staatssecretaris heeft aangekondigd dat de AMvB medio maart komt. We wachten dus af. 

De voorzitter:

Ook u geeft geen steun aan beide verzoeken. 

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Geen steun voor het verzoek. We zouden hierover wel erg graag willen debatteren, maar pas na ommekomst van de AMvB. We wachten dus nog even. 

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor de verzoeken. 

Mijnheer Smaling, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een debat, laat staan voor een snel in te plannen debat, in ieder geval niet plenair. 

De heer Smaling (SP):

We hebben vorige week een brief gekregen van de staatssecretaris, maar die is voor haar doen erg vaag. Er hoeft geen hele diarree aan brieven deze kant op te komen, maar ik wil — ik spreek mede namens D66 en GroenLinks — hierover meer duidelijkheid hebben. Het is immers bijna 1 april. Ik wil graag een dertigledendebat op de lijst zetten zolang nog niet duidelijk is welke kant het op gaat. 

De voorzitter:

Ik ga dat doen. Ik ga het debat toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie. Er zijn veel leden die wel om een brief hebben gevraagd. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om met een verduidelijkende brief te komen. 

Het woord is aan de heer Pechtold van D66. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Wij werden afgelopen vrijdag verblijd met het nieuws dat het kabinet van plan is om extra te investeren in veiligheid. Wij hebben de afgelopen maanden daarover twee debatten gevoerd met een aantal fractievoorzitters en het kabinet. Vrijdag moest ik de vraag nog aanmelden naar aanleiding van een krantenbericht, maar inmiddels is er ook een brief van het kabinet. Het lijkt mij tijd om hierover een debat met het kabinet te houden, deze week of de week erna. Ik vraag dit debat aan mede namens de collega's Buma, Van der Staaij, Slob, Van Ojik en Roemer. 

De voorzitter:

Het is een verzoek om een debat met de minister-president over de brief die het kabinet heeft gestuurd over het investeren in de veiligheidsketen. 

De heer Dijkhoff (VVD):

Het is voor ons geen probleem om zo'n debat te voeren. Tijdens het vorige debat is nadrukkelijk gevraagd of het mogelijk is om vooraf een hoorzitting te organiseren. Moet deze dan nog eerst plaatsvinden? 

De heer Pechtold (D66):

Dat zou kunnen. Het belangrijkste vind ik dat het kabinet in de afgelopen debatten heeft gezegd dat het onderzoek laat doen. Dat onderzoek zou bij de eigen diensten zijn. Als de weerslag van dit onderzoek met de Kamer wordt gedeeld, vind ik het prima dat wij dat als eerste aanleg gebruiken voor dit hoofdlijnendebat. Vervolgens kan in de desbetreffende vakcommissie, misschien met nog een nadere hoorzitting, de verfijning plaatsvinden. Ik denk dat het debat zich zal toespitsen op de hoofdlijnen en de vraag waar het geld vandaan komt en naartoe gaat. 

De heer Dijkhoff (VVD):

Steun. 

De heer Van Dam (PvdA):

Ik steun het verzoek om het debat. Volgens mij heeft de heer Buma verzocht om het houden van een hoorzitting. Het lijkt ons een logische route om hieraan nu gehoor te geven en dit eerst te organiseren en dan pas het debat. Ik doe een ander voorstel. De heer Heerma heeft een verzoek om een debat naar aanleiding van de brief over het verbieden van organisaties die zich tegen de democratie keren. Mijn voorstel is om dat ook in dit debat onder te brengen, omdat dit heel veel met elkaar te maken heeft. 

De voorzitter:

Misschien moeten wij dat dan doen als dat punt aan de orde is. Dat is handiger en overzichtelijker. 

De heer Van Dam (PvdA):

Ik wil dat zeker doen, maar het leek mij handig voor u om dit vast aan te kondigen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar u, mijnheer Buma, want het verzoek dat de heer Pechtold doet, wordt mede namens u gedaan. Eerder hebt u gezegd dat u liever eerst een hoorzitting wilt en nu wordt het voorstel gedaan om in ieder geval voor een hoofdlijnendebat te gaan, te houden deze of volgende week. Ik zag u instemmend knikken. Kan ik concluderen dat wij dit voor volgende week gaan inplannen? 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Beide kan wat mij betreft. Ik kijk ook even naar de heer Pechtold. Het hangt een beetje af van de vraag op welke termijn die hoorzitting kan worden gepland. 

De voorzitter:

Ik snap het. Ik ga het volgende voorstellen. Ik heb gehoord … 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik was even in verwarring door het verzoek van de heer Van Dam, maar dat slaat op een ander onderwerp. 

De voorzitter:

Ja, dat slaat op een ander onderwerp. We gaan het volgende doen. We gaan proberen om het voor volgende week in te plannen. Ik houd contact met u. Als het u lukt om een hoorzitting te plannen of als u het liever nog een weekje doorschuift, dan horen wij het wel. In principe gaan we dit debat voor volgende week inplannen met vier minuten spreektijd per fractie. Het gaat tenslotte om een hoofdlijnendebat. 

De heer Pechtold (D66):

Het zal u verbazen, maar ik leg mij bij de vier minuten neer. 

De voorzitter:

Het verrast me, maar het verbaast me niet. 

De heer Pechtold (D66):

De weerslag van het onderzoek dat het kabinet heeft gedaan om dit besluit te kunnen nemen — dit was mijn verzoek in het eerste deel van mijn inleiding — zou ik wel graag in de Kamer willen hebben voor het debat. Dit zal veel van onze vragen misschien bij voorbaat wat kunnen sturen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Bashir van de SP. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Tot en met vorig jaar kon je je belastingaangifte doen door een aangifteprogramma op je computer te downloaden. Dit jaar gaat het anders. Vanaf zondag — veel te laat overigens — kun je op de website van de Belastingdienst je belastingaangifte doen. Dat leidt tot veel verwarring, bijvoorbeeld over het wel of niet opgeven van de kapitaalverzekering, tot de onmogelijkheid om je schulden op te geven maar ook tot capaciteitsproblemen. Er moeten zo'n 7,5 miljoen aangiftes worden gedaan, maar er is maar capaciteit voor 10.000 mensen tegelijkertijd. Er is ook een probleem voor mensen die niet constant internet hebben. Mijn verzoek is om hierover een debat te voeren met de staatssecretaris van Financiën. We kunnen dat debat achterwege laten als de staatssecretaris zo snel mogelijk het aangifteprogramma alsnog beschikbaar stelt. Ik weet namelijk dat het programma beschikbaar is. Het is ergens op de website van de Belastingdienst weggestopt. Als het beschikbaar wordt gesteld, kan iedereen dit jaar als een overgangsjaar zien en hoeft het debat niet te worden gehouden. 

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om steun voor het houden van een debat over de aangifte bij de Belastingdienst. 

De heer Koolmees (D66):

Ik steun het verzoek om een debat niet. Ik wil wel een brief, die we dan kunnen betrekken bij het AO Belastingdienst van naar ik meen volgende maand. 

De heer Groot (PvdA):

Ook ik verzoek om een brief. Ook ons is bekend geworden dat er knelpunten zijn bij de aangifte. Ik wil ook de vraag van de heer Bashir aan de staatssecretaris of het aangifteprogramma alsnog kan worden opengesteld, in de brief beantwoord zien. Ik wil dus eerst een brief. Daarna bekijken we of een debat nodig is. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook ik steun het verzoek om een debat niet. Ik wil wel een brief. Er zijn inderdaad knelpunten. Ik begrijp overigens dat er hard wordt gewerkt om die aan te pakken. Dat moeten we er ook wel even bij vermelden. Het is goed als de staatssecretaris ons daar nog nader over informeert, evenals over een eventuele openstelling van het programma. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun het verzoek om een debat en wil ook een brief. Ik heb ook schriftelijke vragen gesteld over de bereikbaarheid afgelopen zondag. Het was een valse start. Het kan niet zo zijn dat de website niet bereikbaar is voor de mensen die belasting moeten betalen. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik stelde zondag vast dat de website bereikbaar was. Ik wil wel een brief, maar steun niet het verzoek om een debat. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil ook een brief. Die moet er snel komen, wat mij betreft voor donderdag. Dan kunnen we beoordelen of het nodig is om heel snel te debatteren of dat we dat in het reeds geplande AO over een maand kunnen doen. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik wil graag dat die brief snel komt. Daarna bekijken we of het onderwerp in het AO thuishoort. Ik geef dus nog geen steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is wel grote steun voor en behoefte aan een brief met uitleg. Dat geldt ook voor het doorgeleiden van het verzoek dat u al deed. 

De heer Bashir (SP):

Graag, voorzitter. Ik verzoek daarbij om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, want als de mensen straks geen aangifte kunnen doen, lopen zij het risico dat zij belastingrente en een boete moeten betalen. Het zou dus fijn zijn als we die brief snel kunnen ontvangen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Een tijd geleden ging de huishoudelijke verzorging van Pantein-Vivent failliet. Vele medewerkers waren daarvan de dupe. Het eindigde in de bezetting van het gemeentehuis van Oss afgelopen donderdag. Afgelopen zaterdag zijn de actievoerende thuiszorgmedewerkers daar vertrokken, omdat er toezeggingen zouden zijn gedaan over hun werk. Het ministerie van VWS en het ministerie van Sociale Zaken zijn uitgebreid betrokken geweest bij het vinden van deze oplossing. Omdat die betrokkenheid er is geweest, wil ik graag een debat met de staatssecretaris over de volgende vragen. Wat is daar precies toegezegd? Hoe gaat hij de thuiszorghulp in Oss en omgeving helpen? Kan dat ook een oplossing zijn voor alle thuiszorghulpen in het land? 

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om steun voor het houden van een debat met alleen de staatssecretaris van VWS, niet met de staatssecretaris van Sociale Zaken, die u ook noemde, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Nee, het ministerie van Sociale Zaken heeft ook meegesproken, maar ik wil het debat voeren met staatssecretaris Van Rijn. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik had de eer om samen met mevrouw Leijten daar in Oss te zijn. Ik heb de verhalen gehoord. Het is zeer schrijnend. Ik wil heel graag het verzoek om een debat steunen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Op 24 maart is er een uitspraak van de rechtbank inzake twee kwesties waarbij is gekort op huishoudelijke verzorging. Alles wat mevrouw Leijten naar voren brengt, heeft daarmee te maken. Daarom steun ik dit verzoek. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het debat. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Wel graag een brief, geen steun voor het debat. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor het debat. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun voor een brief, geen steun voor het debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Eerst een brief en dan zien wij of wij het verzoek steunen of het betrekken bij het debat dat in april 2015 wordt gehouden. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief met nadere uitleg. 

Mevrouw Leijten (SP):

Met het oog daarop moeten wij dan wellicht wat nadere vragen stellen. Het feit dat de tarieven in heel het land te laag liggen om fatsoenlijke thuiszorg te kunnen betalen, kan daarin ook worden meegenomen. Ik zou het debat willen omzetten in een dertigledendebat. In reactie op de opmerking van mevrouw Keijzer meld ik dat er op 11 maart 2015 ook een paar uitspraken worden gedaan. 

De voorzitter:

Ik zal het volgende doen. Ik kijk heel even naar u, mevrouw Leijten. U wilt graag dat wij via de commissiegriffier inventariseren welke vragen en zaken in die brief aan de orde moeten komen. Dat zal ik verzoeken aan de griffier. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering alvast doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan de heer Oskam van het CDA. 

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. De minister van Veiligheid en Justitie had al aangekondigd dat er politiebureaus dicht moesten in Nederland. De fracties van de SP en het CDA hebben gevraagd om hoeveel bureaus het ging en waar die bureaus liggen. Inmiddels heeft RTL Nieuws daarover bericht. Het gaat om 200 bureaus. Er vindt vooral in de regio een kaalslag plaats en dat geeft veel onrust onder burgers en politiemensen. Daarom vraag ik samen met mevrouw Kooiman een debat aan met de minister van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor het houden van een debat over het sluiten van politieposten. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

We hebben hierover nog niet zo lang geleden, twee of drie weken, in een algemeen overleg gesproken. Ik snap dat er behoefte is om er nog een keer over te spreken, maar dan liever in een algemeen overleg over politie. Een debat zal immers veel langer gaan duren. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit raakt aan de leefbaarheid en de veiligheid van het platteland en de regio. De ChristenUnie-fractie heeft hierover grote zorgen en steunt het verzoek om een debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Het zijn zorgelijke berichten. De bereikbaarheid van de politie is ongelooflijk belangrijk, juist ook in landelijke gebieden. Wij steunen het verzoek om een debat. 

De heer Bontes/Van Klaveren):

De politie zal op deze manier nog verder van de burgers af komen te staan. Dat kan echt niet. Er moet een debat komen. Steun dus! 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun! 

Mevrouw Helder (PVV):

Uit de veiligheidsmonitor blijkt al dat de burger zich hierover grote zorgen maakt. Het is dan altijd goed om erover te spreken, liefst zo snel mogelijk. Ik vind dat het in de plenaire zaal moet, dus steun voor het verzoek. 

De heer Marcouch (PvdA):

Ik sluit me aan bij de woorden van collega Berndsen. Wij hebben er niet zo lang geleden over gesproken. De minister heeft toegezegd met informatie te komen over de politiebureaus die het betreft. Ik meen dat collega Oskam ook een VAO heeft aangevraagd. Daarin kan dan het debat verder gevoerd worden. 

De voorzitter:

Geen steun voor een apart plenair debat dus. 

De heer Marcouch (PvdA):

Vooralsnog geen steun voor een apart debat. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook geen steun voor een debat. Ik zie onder punt 30 voor de procedurevergadering van morgen staan dat het wordt toegevoegd aan een volgend AO Politie. Dat lijkt mij de juiste gelegenheid. 

De voorzitter:

Mijnheer Oskam, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een plenair debat. Er is wel behoefte om erover te spreken, maar dan op een andere plek. 

De heer Oskam (CDA):

Dan wil ik graag een dertigledendebat. Wij kunnen dan zien hoe het zich ontwikkelt. 

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Door het overgangsrecht hebben mensen die nu nog aanspraak kunnen maken op zo'n €1.100 zorg in de maand, straks nog maar aanspraak op enkele honderden euro's zorg in de maand. Dit betreft vooral ouderen. In het mondelinge vragenuur is al geprobeerd daarover duidelijkheid te krijgen. Volgens mij is dat niet gelukt. Daarom vraag ik een debat aan met de staatssecretaris van VWS, voorafgegaan door een brief, waarin een flink aantal vragen die nog zijn blijven liggen, beantwoord kan worden. 

De voorzitter:

Dat debat gaat dan over de extramuralisatie van de zorg? 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het gaat over het bericht dat ouderen weer terug moeten verhuizen naar verzorgingshuisplekken, terwijl die er eigenlijk niet meer zijn. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over het verhuizen van ouderen naar verzorgingshuizen. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

De antwoorden waren inderdaad ver onder de maat, dus steun voor het verzoek. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt het verzoek. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik vond dat wij net met een kluitje het riet in werden gestuurd en heb dus ook behoefte aan een dergelijk debat. 

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Een brief waarin een en ander netjes op een rij wordt gezet, lijkt mij goed. We hebben in april al een AO gepland over de voortgang van de hervormingen. Dat lijkt me een mooie plek om het ook hierover te hebben. Wij geven dus wel steun aan een brief, maar niet aan een apart debat. 

Mevrouw Leijten (SP):

Omdat dit een apart debat verdient, steun ik het verzoek. Door alles weg te moffelen in één AO wordt het er niet beter op. Dan kunnen we er beter hier over spreken. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het debat. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor het debat. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun voor het debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt brede steun voor een brief. Een meerderheid van de Kamer steunt u niet in uw verzoek om een apart plenair debat over dit onderwerp. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat heb ik gezien. Het is jammer dat de coalitie dat tegenhoudt. Er is wel brede steun waardoor een dertigledendebat kan worden ingepland. Dat wil ik dan ook graag aan u vragen, net als een inventarisatie van de vragen die wij beantwoord willen hebben in de brief, waarvoor wel een meerderheid is. 

De voorzitter:

Ik zal aan de griffier van de commissie vragen om de inventarisatie van de vragen te doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering alvast doorgeleiden naar het kabinet. Ook zal ik het debat toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan de heer Pieter Heerma van het CDA. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter. Tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling van Sociale Zaken is zeer uitgebreid gesproken over partijen die de sharia zouden willen invoeren en over partijen die de democratische rechtsorde omver zouden willen werpen. Tijdens dat debat is een motie ingediend waarin het kabinet wordt gevraagd om dit soort partijen te kunnen verbieden. Het kabinet heeft tot twee keer toe uitstel gevraagd voor het geven van een stemadvies over deze motie. Er is gisteren een heel uitgebreide analyse gekomen, maar van de conclusies van het kabinet is moeilijk gehakt te maken. Daarom zou ik, in plaats van de motie in stemming te brengen, nu willen voorstellen om hierover een debat te houden, zodat in ieder geval duidelijk is wat het kabinet gaat doen als deze motie wordt aangenomen. 

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor het houden van een debat over het verbieden van partijen die de democratische rechtsorde willen afschaffen. 

De heer Segers (ChristenUnie):

De brief roept nog heel veel vragen op. Het is een ontzettend belangrijk thema. De weerbaarheid van de democratie is een cruciaal thema. Wij steunen dus van harte het verzoek om een volwaardig debat hierover. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het was een verrassende brief, zo zal ik het maar noemen, over een belangrijk onderwerp. Wij steunen van harte het verzoek om een debat. 

De heer Van Dam (PvdA):

Ik zei dit zonet al bij de aanvraag van een vorig debat. Dat gaat namelijk over de dreiging van terrorisme. Het debat dat nu wordt aangevraagd, gaat over extremisme. Die twee horen bij elkaar. Sterker nog, ik vind het onverstandig om debatten te houden die sec over terrorisme gaan en om daarbij niet de voedingsbodem te betrekken, namelijk extremistische opvattingen. Het lijkt mij dus een goed idee om deze debatten bij elkaar te voegen, misschien met een uitbreiding van de spreektijd. Dat voorstel leg ik hier dan maar eerst neer. 

De voorzitter:

Maar het verzoek dat voorligt, is of u het ook in een apart debat zou willen steunen. 

De heer Van Dam (PvdA):

Dat heb ik gehoord, maar ik doe een tegenvoorstel. 

De voorzitter:

Ik heb het tegenvoorstel gehoord. Dat ga ik zo meteen in overweging nemen. Ik concludeer dan dat u een apart debat over dit onderwerp niet steunt. 

De heer Van Dam (PvdA):

Misschien moet u eerst afwachten wat iedereen van het tegenvoorstel zegt. Vervolgens kan ik u aangeven of wij alsnog dit voorstel kunnen steunen. Dat lijkt mij het meest logisch. 

De heer Potters (VVD):

Ik reageer eerst maar even op het verzoek van de heer Heerma. Er ligt een heel goede analyse van het kabinet. Het is de eerste keer dat wij een dergelijke analyse van het kabinet hebben gezien. Wij vinden het heel belangrijk om dit onderwerp goed te bespreken, dus ik stel voor dat we hierover als commissie in een AO met elkaar van gedachten wisselen. Op dit moment geven wij nog geen steun aan een debat, maar dat wil niet zeggen dat we het niet een heel belangrijk onderwerp vinden. 

De voorzitter:

Op dit moment geeft u dus geen steun aan een debat. U wilt het liever in een AO bespreken. 

De heer Kuzu/Öztürk):

Het is goed dat de heer Heerma dit agendeert voor een debat, ook omdat hij het vooral heel breed oppakt. Wat ons betreft, gaat het over alle vormen van extremisme. Daarom verlenen wij steun aan het verzoek om een debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Geen steun. 

De voorzitter:

Mijnheer Heerma, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat in de vorm die u hebt voorgesteld. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik kan tellen. Laat ik duidelijk zijn. Hoewel de PvdA-fractie ambigu is, voel ik er niets voor om een debat over veiligheid, geweld en geld voor veiligheidsdiensten samen te voegen met een debat over onze democratie en de vraag of je met democratische middelen de democratische rechtsorde mag afschaffen. Kan de PvdA-fractie nu aangeven of zij het oorspronkelijke voorstel wel steunt? Dat is in ieder geval relevant voor een dertigledendebat. 

De heer Van Dam (PvdA):

Het leek mij een logische combinatie en ik heb van de andere collega's niet gehoord dat zij die debatten niet in elkaar willen schuiven, maar als de aanvrager er niets voor voelt, is het aan de Kamer om ervoor te zorgen dat zij het debat over terrorisme breder trekt. Wij kunnen een debat steunen. Wat ons betreft kan dat ook in de vorm van een algemeen overleg worden gevoerd. Dan kan het volgens mij eerder plaatsvinden. Wellicht is dat handig. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u een plenair debat ook steunt. 

De heer Van Dam (PvdA):

Dat zei ik, voorzitter. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Mij lijkt dat dit ook in een algemeen overleg kan. Gezien het onderwerp en de verbreding ervan, betrek ik er graag de minister van Veiligheid en Justitie bij. Zonder die minister kan dit debat volgens mij sowieso niet worden gevoerd. 

De voorzitter:

Steunt u een plenair debat, mevrouw Karabulut? 

Mevrouw Karabulut (SP):

Nee. Mij lijkt dat wij dit sneller in een algemeen overleg kunnen regelen. 

De voorzitter:

Mijnheer Heerma, u hebt nog steeds niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat over dit onderwerp. Ik proef naar aanleiding van de brief die al ontvangen is, wel grote behoefte aan een bespreking hiervan tijdens een algemeen overleg. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik kan nog steeds tellen. De 30 ledendrempel is in ieder geval gehaald. Ik zie dit debat graag toegevoegd aan de lijst van dertigledendebatten. Dan zien we in de commissie wel of er steun ontstaat voor het houden van het hier aangekondigde algemeen overleg. 

De voorzitter:

Ik voeg het debat toe aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vermoed voor een rappel ten aanzien van mijn vragen over de giftigafvalwaterinjectie, die de minister nog moet beantwoorden? 

De voorzitter:

Ik dacht dat u een debat wilde aanvragen, want daarvoor hebt u zich aangemeld. Ga uw gang. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij werden vanmorgen opgeschrikt door nieuws in de Volkskrant dat de provincies veel te weinig steun geven voor het realiseren van de al niet zo ambitieuze plannen uit het energieakkoord. Wij vinden dat heel zorgelijk, want de twee pijlers onder het energieakkoord zijn wind op zee en wind op land. Met wind op land gaat het niet lukken, dus ik stel voor dat wij hierover op behoorlijk korte termijn met de minister van Economische Zaken van gedachten wisselen. 

Ik wacht overigens ook nog op antwoord op mijn vraag over de giftigafvalwaterinjectie. 

De voorzitter:

Die hebt u niet aangemeld, dus die mag u morgen stellen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dan stel ik die tweede vraag morgen. 

De voorzitter:

Verzocht wordt om een debat over de vertraging in de bouw van windmolens. Dat houdt verband met het energieakkoord. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het lijkt ons van belang om het hierover te hebben, want de CDA-fractie heeft eerder gezegd dat er heel weinig draagvlak is. Als de minister doorgaat op de door hem ingeslagen weg, zal het draagvlak alleen maar verder afnemen. Het lijkt ons dus goed om het hierover nog eens met elkaar te hebben. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Vanmiddag debatteren we over het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. De gaswinning in Groningen is drastisch gereduceerd. We hebben in de toekomst dus andere energiebronnen nodig. Duurzame energie is daarvan natuurlijk de hoofdmoot. Het kabinet heeft een ambitieuze agenda. Het is dan ook niet verwonderlijk dat die agenda hier en daar enige vertraging oploopt. 

De voorzitter:

Het verzoek ging over de bouw van windmolens. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Daarom steun ik het verzoek van de fractie van GroenLinks graag om op korte termijn over de uitvoering van die agenda te debatteren. 

Mevrouw Klever (PVV):

Wat de provincies er ook van vinden, de minister drukt de bouw van windmolens op land gewoon door met steun van de hele Kamer behalve de PVV. Wij debatteren er graag over, dus steun voor het verzoek. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is van belang dat de plaatsing van windmolens, hoe belangrijk die ook is, zorgvuldig gebeurt. Ik steun het verzoek om dit debat dus van harte. 

De heer Smaling (SP):

Het risico bestaat dat die windmolens ondanks de mensen en niet met de mensen worden geplaatst. Wij vinden het dus zinvol om hierover te debatteren. Ik heb nog een dertigledendebat openstaan dat hierover gaat, al richt het zich op Drenthe. Het is dus niet precies hetzelfde als het debat waarom mevrouw Van Tongeren vraagt. Misschien is het wel nuttig om die debatten in elkaar te schuiven. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat lijkt me een zinvolle suggestie. Ook de ChristenUnie wil hier graag over spreken. Wij vinden windenergie heel belangrijk, maar participatie en draagvlak ook, en die zijn nu onvoldoende. We zullen dit debat dus graag aangrijpen om dat weer aan de orde te stellen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij steunen het voorstel en steunen ook de suggestie van de SP om de debatten in elkaar te schuiven. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, ik stel vast dat u de steun van de meerderheid hebt voor het houden van een debat over windmolens. Dat zal inclusief het dertigledendebat zijn dat alleen over de windmolens in Drenthe ging. Nu gaat het over de windmolens in alle provincies. Dan coveren we Drenthe ook gelijk. Ik plan het in met vier minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Vanavond spreekt de Kamer over de gaswinning in Groningen en het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. De Kamer heeft eerder met de grootst mogelijke minderheid verzocht om de aanwezigheid van de minister-president daarbij. Het kabinet heeft laten weten de minister-president niet af te vaardigen. Ik doe een laatste prangende oproep aan een van de coalitiepartijen, maar allebei mag ook. Mijn fractie vindt dat hier echt de hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid van alle inwoners van Nederland aan de orde is. Wij willen daar vragen over stellen aan de minister-president. Ook de minister-president moet zich hier verantwoorden. Ik zou graag een laatste oproep doen aan de coalitiepartijen om partijen die dat nodig en belangrijk vinden, daartoe in de gelegenheid te stellen en de oproep te steunen om ook de minister-president vanavond aanwezig te hebben bij het debat over de gaswinning in Groningen. 

De voorzitter:

Wil iemand reageren op het herhaalde verzoek, dit keer gedaan door de Partij voor de Dieren, om ook de minister-president dringend te verzoeken aanwezig te zijn bij het debat van hedenavond? Nee? Mevrouw Ouwehand, ik stel vast dat de dringende oproep gedaan is, maar dat daar niet op gereageerd wordt. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat concludeer ik ook. Dan zullen de vragen die we vanavond in de richting van de minister-president stellen door de minister van Economische Zaken behandeld moeten worden. Ik vind dat het er niet zo goed voor staat met het beeld richting de Groningers. 

De voorzitter:

Daar zullen we het straks in het debat over hebben. 

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA, maar ik zie de heer Heerma eraan komen. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter. Ik zou namens mijn collega Omtzigt uitstel willen vragen van de stemmingen in verband met de Wet pensioencommunicatie, de punten 5 en 6 van de stemmingslijst. Ik vraag namens hem om een korte heropening van het debat om nog een motie in te dienen. Wat ons betreft zou dat deze week nog kunnen en dan kan er ook snel over gestemd worden. 

De voorzitter:

U hebt de steun van de meerderheid van de Kamer nodig voor een dergelijk verzoek. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Steun. Het liefst stemmen we er nog deze week over als dat mogelijk is. 

De voorzitter:

Bij dezen de aankondiging dat er donderdag gestemd gaat worden. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun. 

De voorzitter:

Daarmee heeft de heer Heerma het verzoek van de heer Omtzigt binnengehaald. Wij zullen het onderwerp van de stemmingslijst van vandaag af halen en donderdag komen er extra stemmingen. 

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van D66. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik heb voor de regeling van werkzaamheden het verzoek om een brief aangemeld voor het debat van vanavond, maar die brief hoeft er niet vanavond al te zijn. Minister Kamp heeft uitspraken gedaan over de import van extra gas uit Rusland. Het lijkt mij goed dat we een nadere toelichting krijgen op wat hij daar precies mee bedoelt, maar dat hoeft niet betrokken te worden bij het debat van vanavond. Ik zal dit gewoon in de procedurevergadering inbrengen, want het lijkt me wel belangrijk om helderheid te krijgen. 

Mijn tweede verzoek is om te kunnen stemmen over de moties die worden ingediend bij het VAO Energieraad. 

De voorzitter:

Dat betekent dat er morgen na de lunch ook extra stemmingen zijn, vanwege de Energieraad. U hebt ook gesproken over een brief. Ik zal daarom het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van Meenen van D66. 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier met het verzoek om een debat over de situatie in het Bungehuis. Nu speelt dit in het Maagdenhuis. Ik zou graag spreken over de situatie rond geesteswetenschappen, medezeggenschap, het financieringsmodel, de bestuurscultuur et cetera. Toen heeft de Kamer geconcludeerd dat er eerst een brief moest komen. Anderhalf uur geleden hebben we die brief gekregen. Ik heb toen gezegd dat ik dan weer hier zou staan en dus sta ik hier, met opnieuw het verzoek om hierover een plenair debat te voeren. 

De voorzitter:

Vorige week heeft Jasper van Dijk, van de SP-fractie, ook een debat aangevraagd over de bezetting van het Maagdenhuis. 

De heer Van Meenen (D66):

Ik doe dit verzoek overigens ook namens de SP. 

De voorzitter:

Mag ik het dan zo formuleren dat u verzoekt om het dertigledendebat hierover om te zetten in een meerderheidsdebat? 

De heer Van Meenen (D66):

Daar heb ik met de heer Van Dijk van de SP niet over kunnen spreken. Hij zit nu in de Eerste Kamer. Mogelijk kunnen we dat bij de procedurevergadering vaststellen. Ik verzoek nu om een plenair debat over deze kwesties. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mijn fractie vindt het van groot belang dat we op korte termijn spreken over de zorgen van de studenten. Daarom steunen we dit verzoek. 

De heer Mohandis (PvdA):

We hebben vandaag de brief gekregen. Deze brief is zeer uitgebreid en gaat over meer zaken dan alleen over de kleine studies. Deze vergen een zorgvuldige behandeling en daarom steunen we het verzoek. We zien uit naar dat debat. 

De heer Bisschop (SGP):

We steunen het verzoek om een debat, zeker als het gaat om de positie van kleine vakken op het gebied van geesteswetenschappen en om medezeggenschap. Over medezeggenschap wil ik nog weleens van mening verschillen met de heer Van Meenen. 

De heer Van Meenen (D66):

Dat mag. 

De heer Duisenberg (VVD):

We steunen een debat over kleine studies en medezeggenschap. We steunen echter geen debat met de titel "de illegale bezetting van het Maagdenhuis". We steunen wel een debat over kleine studies en medezeggenschap. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik moet nog even bijkomen van de vorige spreker. We steunen het verzoek. Het is heel belangrijk om over deze onderwerpen te spreken, en in bredere zin over de economisering van het onderwijs. 

De heer Beertema (PVV):

Dat debat wordt dan afgedwongen door een illegale actie, een bezetting van universiteitsgebouwen. We moeten ons als wetgevers niet laten intimideren. Ik wil de heer Van Meenen hiermee een hart onder de riem steken: hij hoeft dit ook niet te doen. Hij hoeft niet bang te zijn. Wij maken zelf wel uit wanneer wij daarover debatteren. 

De voorzitter:

Geen steun voor dit verzoek dus. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij steunen dit verzoek wel, zoals we dat de vorige keer ook hebben gedaan. Wat ons betreft zou het niet alleen over medezeggenschap en geesteswetenschappen moeten gaan, maar bijvoorbeeld ook over het rendementsdenken in het onderwijs, dat niet door alleen door de coalitie maar ook door partijen als D66 en GroenLinks gesteund wordt. Denk aan de invoering van het leenstelsel. 

De heer Rog (CDA):

Het lijkt erop dat niet alleen het college van bestuur maar ook de minister zwicht voor illegale bezettingen en het gebruik van geweld. Dat is verbazingwekkend. Bij eerdere vragen over de kleine studies werden wij met een kluitje in het riet gestuurd. Ik vind het goed als we daarover het debat voeren met de minister. We steunen dus dit verzoek. 

Mevrouw Siderius (SP):

De heer Van Meenen zei het al: de SP steunt dit verzoek voor een debat van harte. Wij vinden het opvallend dat een partij als de PVV de bezetting van het gemeentehuis in Oss wel steunt, maar de bezetting van het Maagdenhuis niet. Dat is toch echt meten met twee maten. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen, ik stel vast dat u de steun hebt van een meerderheid van de Kamer om dit debat te houden, mits het gaat over geesteswetenschappen en kleine studies. 

De heer Van Meenen (D66):

Ik stel voor dat het gaat over de brief van de minister. Die gaat over veel meer onderwerpen dan alleen over de genoemde onderwerpen. 

De voorzitter:

Dan zullen we een mooie neutrale titel bedenken. 

De heer Van Meenen (D66):

De titel hoeft voor mij niet te zijn "de illegale bezetting van het Maagdenhuis". 

De voorzitter:

Dan hebben we dat in ieder geval al vastgesteld. Er komt een debat, met vier minuten spreektijd per fractie. 

De heer Van Meenen (D66):

Mag ik daar nog een verzoek over doen? Het is nogal een veelheid aan onderwerpen. Mag ik pleiten voor ruimere spreektijden? 

De voorzitter:

Natuurlijk mag u daarvoor pleiten. 

De heer Van Meenen (D66):

Dat doe ik dan. 

De voorzitter:

O! U pleit voor …? 

De heer Van Meenen (D66):

Ik dacht aan zes minuten. 

De voorzitter:

Dat is schappelijk. Dat gaan we doen: zes minuten spreektijd per fractie. 

De heer Van Meenen (D66):

Hartelijk dank. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven