7 Vragenuur: Vragen Schouten

Vragen van het lid Schouten aan de minister van Economische Zaken over het clusteren van werkzaamheden bij een aanbesteding door Rijkswaterstaat (onbeantwoorde schriftelijke vragen 2014Z23400). 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Eind vorig jaar kondigde Rijkswaterstaat een opdracht aan voor het onderhoud van de vaarwegen in het stroomgebied van de Maas-Rijndelta. Het betrof een belangrijk werk, een grote klus ook met een lange duur, minimaal vijf jaar, waarop ingeschreven kon worden. Maar wat schetste de verbazing toen wij de opdracht zagen. Het ging niet alleen over het onderhoud en het uitbaggeren van de vaarwegen. Ik heb even een willekeurige opsomming van wat er ook werd gevraagd: het schoonhouden van het brugwachtershuis, de kelder en de technische ruimte, het groenonderhoud langs de vaarwegen en het sneeuw- en gladheidvrij houden van de wegen. Ook het onderhouden van het fietspad werd nog gevraagd. 

Als wij het bij elkaar optellen, dan klinkt het bijna te raar voor woorden, maar het is werkelijk een aanbesteding die nota bene van het Rijk komt, van Rijkswaterstaat. Hoe kan een mkb-bedrijf, bijvoorbeeld een baggeraar — ik noem maar wat — een eerlijke kans krijgen, als men naast baggeraar ook nog schoonmaker en hovenier moet zijn? Belangrijker nog, er worden eisen gesteld waaraan een mkb-bedrijf helemaal niet kan voldoen, bijvoorbeeld een vergelijkbaar project van ten minste 5,3 miljoen euro. Ik ken niet zo snel een mkb'er die aan dit soort eisen kan voldoen. Wij hebben hier twee jaar geleden een wet aangenomen, de Aanbestedingswet, waarin dit soort praktijken, het clusteren van activiteiten, nota bene wordt verboden. Hoe kan het dan toch dat Rijkswaterstaat een dergelijke aanbesteding heeft uitgeschreven? Erkent de minister met ons dat dit een ondeugdelijke praktijk is? Belangrijker nog, wat is hij van plan te doen om te voorkomen dat dit in de toekomst weer gaat gebeuren? 

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik weet niet of ik het zo oneens ben met mevrouw Schouten. Het gebeurt wel vaker dat ik het niet zo met haar oneens ben. Zij heeft de indruk dat deze aanbesteding niet goed is verlopen. Zij en ik weten dat in de Aanbestedingswet is opgenomen dat aanbestedende diensten de opdracht hebben in beginsel zaken niet onnodig samen te voegen en dat eisen die gesteld worden proportioneel zijn. Mevrouw Schouten weet ook dat individuele aanbestedingen de verantwoordelijkheid zijn van de diensten zelf. Ik moet ervoor zorgen dat het hele proces goed verloopt. 

Als iemand, mevrouw Schouten of een ander, van mening is dat een aanbesteding niet goed verloopt, dan kan er geklaagd worden bij de aanbestedende dienst zelf, bij de Commissie van Aanbestedingsexperts of bij de rechter. In dit geval is er bij de aanbestedende dienst zelf geklaagd. Dat was, zoals mevrouw Schouten zegt, Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat heeft de aanbestedingsprocedure opgeschort na ontvangst van de klacht. Vervolgens is er een onderzoek ingesteld. Rijkswaterstaat heeft inmiddels geoordeeld dat er onvoldoende motivering was voor het samenvoegen van de opdracht. 

De minister van I en M heeft mij laten weten dat de aanbesteding opnieuw zal plaatsvinden. Die procedure gaat dus nu opnieuw van start. Ik kan de Kamervragen van onder anderen mevrouw Schouten beantwoorden zodra die hele klachtenprocedure, inclusief de precieze invulling van een nieuwe aanbesteding, is afgerond. Dan kan ik het totale plaatje schetsen. 

Mevrouw Schouten suggereert: het zit niet goed met wat zich allemaal volgens ons precies heeft afgespeeld en met wat wij nu gaan doen. Zij vroeg naar aanleiding van dit voorval ook in wat meer algemene zin wat ik daar verder nog aan ga doen. De effecten van de bepaling over het samenvoegen van opdrachten en de uitvoering van de motivatieverplichtingen in de Aanbestedingswet 2012 zijn een belangrijk onderdeel van de evaluatie van die wet. Wij zullen de Kamer uiterlijk deze zomer over onze bevindingen naar aanleiding van de evaluatie informeren. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is goed dat het meegenomen wordt bij de evaluatie, maar belangrijker is dat wij dit soort klussen helemaal niet op deze manier gaan aanbesteden. De minister geeft zelf al aan dat het ministerie van I en M heeft erkend dat dit op een andere manier moet, dat dit niet goed is gegaan. Het is al raar dat een opdrachtnemer zelf tegen de opdrachtgever moet zeggen: sorry, maar volgens mij volgt u de wet niet en klopt het niet wat u aan het doen bent. Als je afhankelijk bent van een opdrachtgever voor een volgende klus, dan kan ik mij voorstellen dat je daar terughoudend in bent. Aangezien het ministerie van I en M heeft onderkend dat het niet klopt en dat het opnieuw moet worden aanbesteed, kan de minister toch erkennen dat die praktijk nu kennelijk plaatsvindt en dat het niet goed gaat? Maar belangrijker nog, hoe gaat deze minister ervoor zorgen dat straks bij de nieuwe aanbesteding, die er gaat komen zoals wij begrepen, zaken niet meer op deze manier geclusterd worden en ook niet in alle andere klussen die het Rijk gaat aanbesteden? Als wij vragen van andere organisaties om goed aan te besteden, dan moet het Rijk als eerste het goede voorbeeld geven. Is de minister bereid om te controleren dat de volgende aanbesteding wel goed is en niet geclusterd wordt? En wil hij zich ervoor inspannen om dat op alle andere momenten ook voor elkaar te krijgen? 

Minister Kamp:

Mevrouw Schouten had begrepen dat die aanbesteding opnieuw zal worden ingesteld. Ik had haar net al gezegd dat dat gaat gebeuren. Omdat het mis kan gaan bij dit soort zaken, hebben wij die klachtenmogelijkheid ingesteld. Degene die een klacht heeft, kan kiezen: of je gaat naar de opdrachtgever en geeft hem een kans om het beter te doen, of je gaat naar de commissie die daar speciaal voor is ingesteld, of je gaat naar de rechter. In dit geval is er gekozen voor de opdrachtgever. Die heeft het goed opgepakt, de procedure opgeschort, de zaak opnieuw bekeken en geconcludeerd dat de klacht terecht was. Nu wordt het dus anders gedaan. 

Wij moeten lering trekken uit dit voorval, zeker wij als rijksoverheid. Ik ben het eens met mevrouw Schouten dat wij, als er een wet is, voor de uitvoering daarvan in de eerste plaats naar onszelf moeten kijken. Het is helemaal niet verkeerd als wij voor een voorbeeldeffect zorgen. Zowel Rijkswaterstaat als I en M wil de aanbesteding nu beter organiseren met kennis van de conclusies die ze uit de klacht hebben moeten trekken. Ik heb er vertrouwen in dat ze daar beide goed op zullen toezien. Ik ben verantwoordelijk voor de werking van de wet in brede zin. Ik zal ervoor zorgen dat dit element bij de evaluatie de aandacht krijgt die het verdient. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is goed dat de minister het bij de evaluatie betrekt, maar ik roep hem voor de laatste keer op om nu al bij de medeoverheden en de Rijksoverheid beter de vinger aan de pols te houden over welke aanbestedingen worden uitgeschreven en dat niet onnodig wordt geclusterd, zodat het mkb in Nederland — een van de grootste werkgevers — toch een eerlijke kans krijgt bij dit soort klussen. 

Minister Kamp:

Ik zeg mevrouw Schouten toe dat ik naar aanleiding van dit voorval zal kijken of er reden is om in brede zin duidelijk te maken wat de bedoeling van de wet is en hoe men geacht wordt, zich aan die wet te houden. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. We zullen u vandaag nog een paar keer terugzien. 

Naar boven