2 Vragenuur: Vragen Cegerek

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Cegerek aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht "Bodemsanering nodig door honderdduizend asbestdaken". 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. Dagblad Trouw meldt vanochtend dat op 200.000 locaties in Nederland de bodem rond agrarische bedrijven en fabrieken ernstig verontreinigd is met asbest. In de helft van de gevallen is de vervuiling zo fors dat die een direct gevaar vormt voor de volksgezondheid. Deze locaties moeten met spoed worden gesaneerd. De grond is vervuild, doordat asbestvezels van daken loslaten en met het regenwater de bodem in spoelen. Is de staatssecretaris bekend met de twee onderzoeken die door de provincies Overijssel en Gelderland zijn uitgevoerd? Kloppen deze onderzoeken? De inhoud daarvan is nog niet openbaar, maar klopt het dat met spoed opgeruimd moet worden, omdat in 45% van de gevallen sprake is van ernstige verontreiniging en er dus ook sprake is van direct gevaar voor de volksgezondheid? 

Asbestdaken zijn per 2024 verboden. Geldt dit ook voor niet-gesaneerde inspoellocaties? Het onderzoek heeft slechts betrekking op twintig locaties in Overijssel en Gelderland; hoe kunnen boeren geïnformeerd worden of in hun geval sprake is van een inspoellocatie en of er gevaar is voor de volksgezondheid? Is de staatssecretaris bereid om hiervan een inventarisatie te maken? Welke methodes behalve sanering bestaan er om, ook al is het tijdelijk, via bijvoorbeeld afdekking het acute gevaar voor de volksgezondheid weg te nemen? 

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Dank voor de vragen, temeer dank omdat ik gisteren heb laten weten dat ik per 2024 een verbod zal leggen op asbestdaken en dat deze voor die tijd verwijderd moeten worden, gezien de — zoals mevrouw Cegerek al aangeeft — enorme schade voor de volksgezondheid. Hoe meer bekend wordt over de schade van asbest voor de volksgezondheid, hoe duidelijker wordt hoe groot die schade is. 

Mevrouw Cegerek refereerde aan de onderzoeken van de provincies Overijssel en Gelderland. Dat is precies wat het is; het zijn onderzoeken van de provincies. Enkele weken geleden hebben zij mij geïnformeerd over een conceptonderzoek en aangegeven dat dit onderzoek er zou komen. Ik heb van de provincies begrepen dat volgende week de rapporten in Gedeputeerde Staten worden vastgesteld en dat zij vervolgens naar Provinciale Staten worden gestuurd. Dan zal ik ook een exemplaar krijgen. Vragen over de inhoud van het rapport zijn dus ingewikkeld, want ik heb er nog niet naar gekeken. Ik vind het belangrijk dat die onderzoeken decentraal plaatsvinden. Dat is ook precies de manier waarop wij omgaan met het bodemconvenant. De middelen daarvan hebben we gedecentraliseerd, zodat dit soort onderzoeken door provincies maar ook eigenaren heel lokaal kunnen worden gedaan. Op deze wijze kan worden gekeken wat de problemen zijn, op welke locaties spoed vereist is en hoe de problemen kunnen worden opgelost. 

Mevrouw Cegerek heeft vervolgens gevraagd hoe andere boeren hierover geïnformeerd kunnen worden. Het convenant is met de provincies en 29 gemeenten afgesloten, juist omdat het zo belangrijk is dat lokaal en regionaal wordt gekeken waar asbest zit en waar we de middelen het eerst willen besteden. Gisteren ben ik bij een boer geweest die zelf zijn daken heeft vervangen. De provincies hebben 20 miljoen van het Rijk gekregen voor een regeling om asbestdaken te vervangen en gelijktijdig zonnepanelen te plaatsen. Het gaat echt om die combinatie om de vlucht naar voren te kunnen maken. De achtergrond is echter exact dezelfde, namelijk dat door verwering de vezeltjes van de daken loslaten. Dat is ook precies de reden waarom ik dit soort daken verbied en het probleem dus bij de bron aanpak. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden. Toevallig liggen er twee onderzoeken waarvan we de inhoud nog niet kennen, maar via de krant hebben we vernomen dat er sprake is van een ernstige situatie. Bij deze twee onderzoeken gaat het om twintig locaties. Het is enerzijds regionaal, maar anderzijds ook landelijk, want provincies zijn ook onze partners. Daarom vraag ik de staatssecretaris of zij middels de convenanten waaraan ze zojuist refereerde, er breder onderzoek naar wil doen. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik vind het heel belangrijk dat het onderzoek niet door mij wordt gedaan, maar dat het juist decentraal gebeurt. Daarvoor stel ik ook de middelen beschikbaar. Het moet dicht bij de bronnen gebeuren zodat regionaal of lokaal goed in kaart kan worden gebracht of er meer in de buurt is. Ik weet dat de provincies en de gemeenten, omdat zij zelf de middelen besteden, bekijken waar zich spoedlocaties bevinden en welke locaties de belangrijkste zijn. Ik wil ook graag die werkwijze handhaven, want juist in de afgelopen jaren is duidelijk gebleken dat dicht bij het probleem en dicht bij de daken en de grond het onderzoek plaatsvindt. Daarbij moet bekeken worden waaraan het geld wordt besteed. Ook andere provincies en gemeenten bekijken waar hun problemen zitten vanuit het bodemconvenant. Daardoor is al heel veel bekend. De gemeenten en provincies zijn ervan op de hoogte dat daken een bron zijn van de bodemvervuiling waarover mevrouw Cegerek spreekt. Op die daken komt wat mij betreft een verbod. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

We zullen er nader op terugkomen zodra de onderzoeken van de provincies openbaar zijn, maar tot zover bedankt voor de antwoorden. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Gisteren maakte staatssecretaris Mansveld dat bekend. Zij meldde dat er vanaf 2016 75 miljoen euro beschikbaar is om die daken te vervangen en zonnepanelen erop aan te brengen en dergelijke. Dat is een goede zaak. In dezelfde berichtgeving lees ik dat de kosten van het vervangen van al die daken, 135 miljoen m2, op ongeveer anderhalf miljard euro worden geraamd. Ik vraag mij af hoe dat wordt betaald en wie dat gaat betalen. Hoe ziet dat eruit? Heeft de staatssecretaris daarvoor een plan van aanpak? 

Staatssecretaris Mansveld:

Dat is een goede vraag. Het gaat om 120 miljoen m2; bij de cijfers in Trouw zaten ook de gevelplaten. Dit betekent dat het gaat om 100 miljoen m2 agrarische daken. Wie gaat dat betalen? We kijken natuurlijk naar de eigenaar van de daken zelf, die het dak erop heeft gelegd. Met de subsidieregeling stimuleer ik om dat te gaan doen. Er is nog een regeling, zoals ik heb gemeld, waarbij asbestdaken eraf gaan en zonnepalen erop komen. Dat is een separate regeling die in eerste instantie moeizaam liep. Inmiddels is de groep uitgebreid, zodat er ook locaties onder vallen die vroeger boerenbedrijven waren. Het gaat dus om eigenaren, provincies, gemeenten die ermee te maken hebben en het Rijk. Dat zal de combinatie moeten zijn van financiering. 

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie was nog wel wat verontrust toen zij de berichten hierover las. Ik vraag de staatssecretaris of zij bereid is om de decentrale rapporten, wanneer die verschijnen, door te sturen aan de Kamer en die te voorzien van een kabinetsappreciatie. Daarnaast wil ik weten of de staatssecretaris de garantie kan geven dat deze berichten niet leiden tot een groter risico voor de volksgezondheid. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb er geen enkel probleem mee om onderzoeken die mij bekend zijn, door te sturen aan de Kamer. Dat kunnen totaal verschillende onderzoeken zijn. Het is lastig om daar iedere keer een appreciatie van te geven, want het zijn heel lokale onderzoeken omdat de middelen lokaal beschikt zijn en iedere decentrale overheid op haar manier bekijkt hoe die middelen besteed worden. Daarom sluit ik een convenant af. Het toeval wil dat ik op 17 maart het convenant voor 2016-2020 afsluit. Ik debatteer ook steeds met de Kamer over dit gezondheidsgevaar. Het is natuurlijk ontzettend slecht voor de gezondheid, maar dat weten we allemaal. Ik ben eigenlijk even verontrust als de Kamer, want we weten hoeveel miljoen vierkante meter er ligt en dat het ook om platen gaat. Er is enorm veel gebouwd met asbest. Asbest dat direct tot gevaar leidt, in dit geval verweerde daken zonder goten, is een ander direct gevaar dan bijvoorbeeld platen in gebouwen die niet direct met de buitenlucht in aanraking komen. De verontrusting deel ik. 

De heer Smaling (SP):

Asbest is ook prioriteit geweest voor de SP-fractie, met name destijds voor Remi Poppe. Ik weet niet of de staatssecretaris ooit met hem heeft gedebatteerd. Zij zouden een leuk debatkoppeltje zijn, denk ik. Hoe gevaarlijk is het om het allemaal decentraal te gaan beleggen? Je hebt dan op gemeentelijk niveau asbestexpertise nodig, asbestprotocollen moeten op gemeentelijk niveau worden opgesteld en je moet er een deel van de handhaafcapaciteit op zetten. Wordt het hierdoor per saldo niet inefficiënter? Bijvoorbeeld in vergelijking met de situatie dat je als Rijk toch een sterke regierol wilt houden? 

Staatssecretaris Mansveld:

Wij laten het zeker niet los. Het convenant wordt gesloten tussen gemeenten, waterschappen, IPO, provincies en het Rijk. Wij hebben wel een gedeeld belang. Ik vind het belangrijk dat gemeenten en provincies dichtbij de bron zelf het onderzoek doen en aangeven waar zij hun prioriteiten leggen. Dit kan te maken hebben met woningbouw. Het gaat om zaken die dicht bij de burger en op decentraal niveau plaatsvinden. Zo hebben wij de afgelopen vier jaar gewerkt en dit is heel effectief geweest. Er is betrokkenheid geweest vanuit de decentrale overheden, tezamen met het ministerie, dat daarbij ook betrokken is. Doordat de werkwijze al een aantal jaren zo succesvol is, hebben alle partijen gezegd dat zij deze werkwijze heel graag willen voortzetten. Natuurlijk houd ik de Kamer hiervan op de hoogte. Ik ken de heer Poppe niet, maar ben wel heel nieuwsgierig naar mensen die met mij als setje te matchen blijken. 

De voorzitter:

Dat gaan we dan buiten het vragenuur om verder uitzoeken. Dank u wel voor uw antwoorden en uw komst naar de Kamer. 

Naar boven