6 Vragenuur: Vragen Segers

Vragen van het lid Segers aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht "Eén op de vijf Brabantse jongeren stuurt naaktfoto's rond: Sexting is groot probleem". 

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. De impact van Sexting is enorm. In een paar seconden kan je leven dramatisch veranderen. Gisteren bracht Omroep Brabant het bericht naar buiten dat één op een vijf Brabantse jongeren weleens een naaktfoto van zichzelf via sociale media verspreidt. Dat kan inderdaad tot dramatische situaties leiden. Deze zomer stelde EenVandaag het dramatische verhaal van Amanda Todd aan de orde, een webcammeisje, zo staat er, dat uiteindelijk geen andere uitweg meer zag dan kiezen voor zelfmoord. Zij vertelde daarvoor haar verhaal. Zij werd gechanteerd met een foto van zichzelf. In een aantal slides vertelde zij het verhaal: My name is Amanda Todd. Daarna kwamen de beelden. Dit leidde tot het dramatisch einde van haar leven. 

Ook in Nederland is dit probleem groot en ingrijpend. Mijn vraag aan de staatssecretaris, op basis van dit bericht, is of hij met de ChristenUnie-fractie de ernst van de zaak inziet. Als zo veel jongeren dit soort foto's versturen, is het probleem toch heel groot? Op welke manier kunnen wij werken aan preventie? Volgende week is het de week van de mediawijsheid. Daar gaat het om, om het aanleren van mediawijsheid en om preventie. Op welke manier kunnen we dit onderwerp daar agenderen? Hoe krijgt dat handen en voeten? 

Het gaat ook om de rol van ouders, die we heel moeilijk kunnen bereiken. Hoe kunnen we hen toch ook stimuleren om het gesprek met hun kinderen te voeren? En uiteindelijk gaat het ook om leraren. Zij hebben soms een enorme verlegenheid bij dit onderwerp en zitten soms ook verlegen om lesmateriaal. Hoe kunnen we hen in staat stellen om het gesprek dat zo nodig is, ook in het klaslokaal te voeren? 

Staatssecretaris Dekker:

Voorzitter. Het versturen van naaktfoto's via je telefoon — van "perverse prikkels" gesproken, maar dan van een ander soort — is natuurlijk een probleem. Maar voordat we dit probleem op het bordje van de overheid leggen, wil ik vooral toch ook zeggen: laten we jongeren en hun ouders aanspreken op de verantwoordelijkheid die zij hierin hebben. Immers, hoe kan het zijn dat je vandaag de dag nog niet weet en niet begrijpt wat de enorme consequenties kunnen zijn van het opsturen van een dergelijke foto naar iemand die je misschien vertrouwt, maar die dat vertrouwen soms schaadt, die je soms chanteert en die dit soort foto's op een gegeven moment misschien op het internet zet? Gebruik je gezond verstand, zou ik zeggen. Dat is de boodschap die we op een aantal fronten en op een aantal manieren tussen de oren proberen te krijgen. 

De heer Segers zei al dat het volgende week de week van de mediawijsheid is. Die gaat niet meer alleen over op een goede manier televisiekijken, maar steeds meer ook over bewust internetgebruik en de dingen die je daarbij vooral wel en niet moet doen. Soms gaat dat over pesten, maar ook over dit soort dingen. Die krijgen daar heel nadrukkelijk een plek in. 

Iets anders wat wij doen, via een net iets andere aanvliegroute, waarbij het ministerie van OCW optrekt met de collega's van VWS, is met Rutgers WPF samenwerken aan de seksuele weerbaarheid van jongeren. Volgende week start een campagne in Tilburg precies in dit kader, om ervoor te zorgen dat jongeren weerbaarder worden. Ik denk dat de uitzending van gisteren daar ook mee te maken had. We kunnen ze in die zin de tools meegeven om in ieder geval te stoppen met dit soort onverstandige en domme dingen. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit is toch wel een overschatting van het zelfinzicht van 14-jarige, 15-jarige of 16-jarige jongeren. Jongeren van die leeftijd doen soms domme dingen. Daar moeten wij het gesprek over voeren. De staatssecretaris zegt dat er eerst een beroep moet worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Natuurlijk. Maar juist nu het probleem zo groot is, moet het gesprek tussen ouders en kinderen worden gevoerd evenals dat tussen leraren en leerlingen. Inderdaad, heel veel jongeren weten niet wat zij doen, weten niet wat de impact kan zijn als zij op "send" drukken. Zij weten niet dat die foto online gaat en misschien de rest van hun leven online blijft, met alle gevolgen van dien. 

Mijn vervolgvraag aan de staatssecretaris is: hoe kunnen we het foldermateriaal dat er is, veel meer verspreiden bij scholen, zodat ook in het klaslokaal het gesprek wordt gevoerd? Er is immers materiaal in Tilburg is. Ik wijs ook op de stichting van Merel van Groningen, die ook met dit thema bezig is. Er is materiaal aanwezig. 

Staatssecretaris Dekker:

Als je een puber bent, doe je weleens domme dingen. Dat geldt in de offlinewereld net zo goed als in de onlinewereld. Jongeren flirten, zijn met elkaar bezig en zijn seksueel op ontdekkingsreis, en dan gebeuren er ook dit soort dingen op de sociale media. Dan gaat het weleens verkeerd. Laat ik één voorbeeld geven. Er is een grote campagne aan de gang, vanuit Sense, voorheen de Rutgerstichting, om scholen te bereiken. Daarbij worden op dit moment zo'n 90.000 leerlingen bereikt en zo'n 650 scholen in het voortgezet onderwijs. Daar zitten de kinderen op die het met name betreft. De Week van de Mediawijsheid staat voor alle scholen open. We proberen al die jongeren te bereiken en dat doen we niet alleen in die week. Daar besteden we extra aandacht aan. Leraren en ouders kunnen iedere dag terecht op mediawijzer.nl, de plek waar men antwoord krijgt op de vraag: hoe maak ik dit bespreekbaar met mijn kind of met mijn leerling? Ik vind het ook de taak van de politiek om er steeds weer op te wijzen dat dit alleen is te stoppen, net zo goed als dat pesten alleen maar is te stoppen, door te beginnen bij de kern van het probleem: jongeren aanspreken op hun gedrag en hun laten weten dat als zij naaktplaatjes of naaktvideo's van zichzelf naar iemand toesturen, de kans groot is dat daar foute dingen mee gebeuren. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik stel graag twee slotvragen. In Nederland is culturele diversiteit; er zijn religieuze minderheden en etnische minderheden. Voor sommige minderheden is de impact nog eens extra groot. Is het ministerie in staat om een inventarisatie te maken van het verschillende materiaal dat er is, en dat via een website beschikbaar te stellen of mensen daarop te wijzen? Wanneer komt het strafrecht om de hoek kijken? Als sprake is van chantage en bedreiging met gebruikmaking van dit soort foto's, dan is er ook een plek voor het strafrecht. Wanneer komt het strafrecht in het vizier bij dit grote probleem? 

Staatssecretaris Dekker:

Ontsluiten van het materiaal doen we al. Misschien is het goed om, als straks de Week van de Mediawijsheid achter de rug is en daaruit nieuwe lessen of nieuw materiaal is voortgekomen, te kijken hoe we dat kunnen verzamelen en ontsluiten. 

Op het punt van de strafbaarheid het volgende. Het sturen van een naaktfoto is niet strafbaar. Zodra een andere partij daarmee gaat chanteren of afpersen, dan is dat grooming. Dan gaat het richting een strafbaar feit. Politie en OM kunnen in actie komen als daarvan sprake is. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De heer Segers legt terecht het primaire belang bij de slachtoffers, de ouders en de leerkrachten. Toch ga ik graag even naar de andere kant. Er zijn immers ook kinderen die iets heel doms doen en die foto's doorsturen. Die kinderen komen uiteindelijk bij Halt of worden vervolgd door de politie. Zij krijgen een strafblad met daarop een zedendelict en kunnen hun toekomst verder wel vergeten. Kan ook dat voldoende duidelijk worden gemaakt in de campagnes en de informatieverstrekking? Het begint natuurlijk bij de slachtoffers, maar daders doen soms ook heel domme dingen. 

Staatssecretaris Dekker:

Daarom hebben we het jeugdstrafrecht dat hierop toeziet en Halt, dat er niet alleen is om jongeren te straffen maar vooral om te voorkomen dat dit soort dingen zich herhaalt. Als we in het kader van preventie jongeren voorlichten in de zin van uitleggen dat zij geen gekke dingen van zichzelf naar anderen moeten sturen met de telefoon of anderszins, dan is het ook goed om de andere kant te benadrukken en uit te leggen dat als zij zoiets ontvangen, zij dat beter kunnen wissen van hun telefoon dan doorsturen naar vriendjes of, nog erger, op internet zetten. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Allereerst zeg ik dat ik het heel goed vind dat er een publiekscampagne van start gaat. De fractie van D66 heeft dat ook al eerder onder de aandacht gebracht bij staatssecretaris Van Rijn van VWS. Ik heb een concrete vraag. Ik weet dat deze staatssecretaris heel druk is met het aanpakken van pesten. Volgend jaar komt er een actieplan. Is deze staatssecretaris bereid om dit specifieke onderwerp, sexting en cyberpesten — dat is het toch ook wel; soms gaat het zelfs verder — mee te nemen in de overleggen met de PO-Raad en de VO-raad zodat het onderdeel wordt van het actieplan dat we volgend jaar met elkaar bespreken? 

Staatssecretaris Dekker:

Het lijkt mij een uitstekend idee om die twee dossiers aan elkaar te koppelen. De raakvlakken zijn inderdaad groot. 

De voorzitter:

Dank voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven