4 Vragenuur: Vragen Klaver

Vragen van het lid Klaver aan de minister van Economische Zaken, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Financiën, over het bericht dat Nederland zich schuldig maakt aan staatssteun aan Starbucks via tax rulings. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de minister van Economische Zaken voor het vervangen van zijn collega. Het is al weken, of eigenlijk al jaren in het nieuws: belastingontwijking door grote multinationals. Dat holt het vertrouwen uit in onze samenleving en in onze democratie. Je zou bijna kunnen zeggen dat we geen probleem hebben met ons kapitalistische systeem maar wel met onze democratie. Het is namelijk ongehoord dat je toelaat dat grote multinationals en hyperrijken voortdurend de dans kunnen ontspringen en geen of nagenoeg geen belasting hoeven te betalen. 

We hebben er in dit huis al heel vaak debatten over gevoerd. Ook in Europa is het niet onopgemerkt gebleven. De Europese Commissie gaat een onderzoek starten naar Nederland en twee andere landen. Het is niet een heel fraai lijstje om in te staan. De Europese Commissie kijkt naar Luxemburg, naar Ierland en ook naar Nederland, en dan specifiek naar de koffieketen Starbucks. Zij bekijkt of er ten onrechte staatssteun is verleend via belastingafspraken. Deze belastingafspraken en belastingvoordelen worden opgetuigd via zogenaamde "rulings". Die baren GroenLinks al jaren zorgen. We zijn een belastingparadijs voor multinationals. Wat mijn fractie betreft moet daar zo snel mogelijk een einde aan komen. 

Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister. Hoeveel rulingaanvragen ontvangt de Belastingdienst jaarlijks? Hoeveel fte is er bij de Belastingdienst beschikbaar om deze rulingaanvragen te beoordelen en te controleren? Als de Europese Commissie concludeert dat er daadwerkelijk sprake is geweest van staatssteun, wordt dan ten onrechte verleende belastingkorting teruggevorderd van Starbucks? Gebeurt dat dan ook met terugwerkende kracht tot vijf jaar geleden, net als bij gewone burgers? Is de minister het met mij eens dat het onwenselijk is en niet past in ons democratische bestel dat de Europese Commissie wel allerlei vertrouwelijke informatie over Starbucks heeft, terwijl de Tweede Kamer deze, al dan niet vertrouwelijk, niet kan inzien? Is hij bereid alsnog volledige openheid van zaken te geven aan het parlement? 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister van Economische Zaken voor de beantwoording van de aan hem gestelde vragen. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik weet dat de heer Klaver het weet, maar toch even voor mijn beantwoording het volgende. Rulings zijn bindende afspraken die de Belastingdienst van tevoren met buitenlandse investeerders maakt. Het is heel belangrijk dat die afspraken worden gemaakt. We hebben erg veel belang bij buitenlandse investeerders. Ze zijn goed voor meer dan 1 miljoen arbeidsplaatsen in ons land en we houden ze heel graag vast. We hebben onze belastingregels. Als bedrijven overwegen om in Nederland te investeren, willen ze graag weten hoe die belastingregels concreet voor hen uitpakken. Nou, dat rekenen we dan uit en dan maken we daarover afspraken met hen. Dat is mijns inziens een heel goede manier van doen. Het is ook omschreven door de Europese Commissie, recentelijk nog in een persbericht, namelijk dat er in Nederland sprake is van een robuuste en gedegen rulingspraktijk en dat ze niet verwacht dat als ze er onderzoek naar zou instellen, er systematische onregelmatigheden in de praktijk zullen worden aangetroffen. In het geval van Starbucks hebben we de zaak op een keurige manier aangepakt, waarbij exact de OESO-richtlijnen die voor dit soort gevallen gelden, zijn toegepast. Die richtlijnen zijn door ons uitgewerkt in de Wet op de vennootschapsbelasting en in het beleidsbesluit dat ter zake geldt. Dat zijn allemaal openbare stukken, die we ook in dit geval heel precies hebben toegepast. Dus wij vinden het prima dat als de Europese Commissie zich in dit concrete geval wil verdiepen, ze informatie opvraagt. Ze krijgt al die informatie en naar onze inschatting zal zij dan zien dat het allemaal volgens het boekje is gelopen. 

De heer Klaver heeft gevraagd hoeveel aanvragen er ieder jaar binnenkomen. Er zijn jaarlijks honderden aanvragen voor rulings, geen duizenden maar wel honderden. We hebben ruim 30 mensen die zich ermee bezighouden om die aanvragen af te handelen. Mocht het zo zijn dat, anders dan ik verwacht — hier is geen sprake van staatssteun omdat wij gewoon de geldende regels op een nette manier toegepast hebben — gezegd zal worden dat het in dit geval niet goed is gegaan en er wel sprake is van staatssteun, dan geldt de procedureverordening van de Europese Commissie. Die verordening houdt in dat ingeval van staatssteun er over een periode van tien jaar maximaal teruggevorderd kan worden. Dat zullen we dan in dit geval ook gaan doen. 

Verder heeft de heer Klaver gevraagd of ik het ook onwenselijk vind dat de Europese Commissie over informatie beschikt die de Kamer niet heeft. De Kamer heeft over de systematiek alle informatie. De OESO-richtlijnen zijn openbaar evenals de manier waarop we die richtlijnen toepassen in de vennootschapsbelasting en het beleidsbeleid. Dus de Kamer weet precies hoe we het doen. Alleen, in het individuele geval van Starbucks verzet artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zich ertegen. Die informatie kunnen we dus niet met de Kamer delen. We hebben wel de plicht om die met de Europese Commissie te delen maar met de Kamer kunnen we dat niet. Dat is een gevolg van de wet die de wetgever zelf heeft vastgesteld. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik dank de minister voor de antwoorden. Honderden rulings en 30 mensen die deze moeten afhandelen. Ik ben wel benieuwd naar het precieze aantal rulings. Het klinkt mij als wat weinig in de oren, in de zin of er ook effectieve controle op kan zijn. Als Kamer zijn we inderdaad op de hoogte van alle algemene regelingen die er gelden maar niet van specifieke casussen. Dat begrijp ik ook op basis van artikel 67, waaraan de minister refereert. Waar het kabinet vertrouwelijkheid moet betrachten rondom bedrijfsgevoelige informatie is het wel raar dat die informatie wel met de Europese Commissie gedeeld kan worden maar niet met de Kamer. Volgens mij is de minister misschien wel een beetje abuis dat artikel 67 hier beperkingen aan oplegt, omdat het gaat om openbaarheid van deze gegevens en niet om het vertrouwelijk inlichten van de Tweede Kamer. Daar richt mijn vraag zich op. Wellicht kan de minister daarop nog ingaan. 

Minister Kamp:

Individuele informatie met betrekking tot belastingplichtigen, of dat nou natuurlijke personen zijn of rechtspersonen, kunnen we op grond van artikel 67 niet delen met de Kamer. Wat betreft de Europese Commissie zijn we gehouden aan de regels die gelden voor onze relatie met die Commissie. Op grond van die regels hebben we zeer vertrouwelijk die individuele informatie ten behoeve van het staatssteunonderzoek wel beschikbaar moeten stellen. Het een betreft de regel die hier geldt en het ander betreft de regel die daar geldt. We hebben beide regels nageleefd. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb het niet zozeer over het punt van de openbaarheid als wel over het vertrouwelijk inlichten van de Tweede Kamer. Ik denk dat we daarover nog wel vaker te spreken zullen komen. Hoe verdeeld we in deze Kamer wellicht ook zijn over het onderwerp belastingontwijking, we kunnen het er volgens mij wel heel snel over eens zijn dat de informatiepositie van de Kamer in het geding is op het moment dat de Europese Commissie wel over informatie beschikt waar wij niet over beschikken. Maar goed, daar komen we nog wel over te spreken. 

Ik heb nog één vraag. Het kabinet klopt zich op de borst en zegt dat het vooroploopt in de strijd tegen belastingontwijking in Europees en OECD-verband. Vandaag kwam via NRCQ naar buiten dat Pascal Saint-Amans, het hoofd belastingaanpak van de OECD, publiekelijk heeft bevestigd dat Nederland juist dwarsligt op dat gebied. Hij heeft niet gezegd dat we vooroplopen en dat we proberen dat proces zo snel mogelijk tot een einde te brengen. Hij heeft gezegd dat Nederland samen met het Verenigd Koninkrijk dwarsligt. Hoe duidt de minister deze uitspraken van Pascal Saint-Amans in het licht van de eerdere uitspraak van de staatssecretaris van Financiën dat Nederland een voortrekkersrol speelt in de OECD, juist als het gaat over het aanpakken van belastingontwijking? 

Minister Kamp:

Wij passen heel nauwgezet de OESO-richtlijn toe en zijn op ieder moment bereid om daar aan de OESO duidelijkheid over te verschaffen. De Europese Commissie heeft al gezegd dat wij dat op een robuuste wijze doen en dat zij niet verwacht dat er systematische onregelmatigheden bij ons kunnen worden aangetroffen. In dit concrete geval gaat het over een discussie die bij de OESO plaatsvindt, waarbij gekeken wordt naar de innovatieregelingen voor bedrijven. Er is een verschil tussen het belang van de grote Europese landen en de kleine Europese landen. Net zoals alle andere kleine Europese landen hebben wij een bepaalde opvatting. Die is anders dan de opvatting van de OESO en van de grote Europese landen. Maar sinds de publicatie waar de heer Klaver over heeft gesproken, is het gesprek hierover verdergegaan. Wij hebben goede hoop dat de OESO, de grote landen en de kleine landen het op dit punt uiteindelijk eens kunnen worden. Nederland streeft daarnaar, omdat wij graag willen dat er door alle betrokken overheden op een faire manier wordt omgegaan met belastingplichtigen in de hele wereld. 

De heer Merkies (SP):

Multinationals die de belasting ontwijken, zeggen altijd: maar wij houden ons toch aan de regels? Het kabinet, dat de belasting faciliteert, zegt nu bij monde van de minister: maar wij houden ons toch aan de OESO-richtlijnen? Als iedereen zich inderdaad aan de richtlijnen en aan de afspraken houdt, hoe kan het dan dat multinationals zoals Starbucks nauwelijks belasting betalen? Dan is er toch iets mis met die afspraken? Verschuilt de minister zich niet te veel achter juridische argumenten? 

Minister Kamp:

De OESO-afspraken worden gezamenlijk gemaakt door alle economisch ontwikkelde landen in de wereld. Dat is belangrijk om een level playing field in de wereld te creëren. Dat willen wij als Nederland graag bereiken. Wij zijn zeker bereid om te spreken over aanpassing en verbetering van de afspraken, maar dan moeten die wel voor iedereen gelden. Wij bewaken onze eigen positie omdat wij ook onze eigen werkgelegenheid bewaken. Het is een misverstand om te denken dat het hierbij gaat om belastingvlucht en belastingontduiking. In hoofdlijnen gaat het om buitenlandse investeerders die in Nederland in de regel werkgelegenheid creëren. In Nederland zijn alleen al 450 bedrijven uit Japan actief. Die bedrijven zijn geen belastingontduikers. Die bedrijven handelen of produceren hier. Dat soort bedrijven willen we graag hebben, maar voor alle bedrijven hebben we Europese afspraken. Die passen wij in Nederland op een transparante, consequente en eerlijke manier toe. In het belang van de Nederlandse mensen die werk hebben en de mensen die naar werk op zoek zijn, zijn wij gehouden om dat zo te doen. 

De heer Groot (PvdA):

De heer Klaver stelde net vast dat er in deze Kamer verdeeldheid zou zijn over belastingontwijking. Ik denk dat dit erg meevalt en dat we er allemaal tegen zijn. Stel dat Nederland zich inderdaad goed aan de regels heeft gehouden in de Starbucks case, maar dat toch blijkt dat er onzakelijk weinig belasting wordt betaald. Is dat voor het kabinet dan niet toch aanleiding om te kijken naar onze belastingwetgeving en om bedrijven hun fair share te laten betalen? 

Minister Kamp:

Nee, want dat is voor ons dan geen nieuw feit. Ik heb al gezegd dat wij honderden aanvragen voor rulings per jaar hebben. Wij zijn met ruim 30 mensen ermee bezig om die af te handelen. We weten dus precies wat er op dat punt allemaal in de wereld en in Nederland speelt. Wij kijken vooral naar het level playing field in de wereld. Wij houden ons daarbij aan de OESO-afspraken. Wij staan open voor de Europese Commissie en laten ons ook graag door haar controleren. Wij zijn blij dat de Europese Commissie vindt dat wij een robuuste toepassing hebben van de OESO-richtlijnen en dat men verwacht dat er geen systematische misstanden zijn in de wijze waarop wij de OESO-richtlijnen toepassen. Wij denken zelfs dat er helemaal geen misstanden zijn en willen graag over ieder individueel geval verantwoording afleggen. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Mensen betalen belasting op het moment dat zij denken dat het rechtvaardig is. In Nederland moet iedereen belasting betalen: de burger, het mkb-bedrijf, maar ook de multinational. De Europese Commissie gaat nu een onderzoek doen naar Starbucks. Een onderzoek begin je niet zomaar; dan is er wel een vermoeden. De minister zegt: ik ben ervan overtuigd dat wij ons aan de wet houden. Is het signaal dat er nu al een onderzoek komt voor het kabinet niet juist aanleiding om weer eens naar die rulingpraktijk te kijken? Wij willen toch niet in een lijstje staan van landen die misschien wel een licht belastingparadijs zijn voor een aantal multinationals? 

Minister Kamp:

De algemene lijn is dat de regering voorstander is van een faire manier van belastingheffing. Dit moet gelden voor alle bedrijven in de wereld en voor alle overheden die belasting heffen. Wij staan open voor het maken van internationale afspraken die ertoe bijdragen om dat doel te bereiken. Sterker nog, daarin stellen wij ons actief op. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven