2 Vragenuur: Vragen Bontes

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Bontes aan de minister van Buitenlandse Zaken, bij afwezigheid van de minister van Defensie, over het bericht "Commandant der Strijdkrachten wil grondsteun in strijd tegen IS". 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Gisteren bepleitte de Commandant der Strijdkrachten, Tom Middendorp, inzet van Nederlandse grondtroepen in Irak. Het zou hier gaan om onder meer Nederlandse militairen die vanaf de grond ISIS-doelwitten moeten aanwijzen voor F-16-piloten, de zogeheten "forward air controllers". Een andere mogelijkheid is dat Nederlandse commando's buiten de poort gaan optreden om Iraakse militairen te begeleiden. Met deze inzet van gespecialiseerde grondtroepen kan ISIS effectiever worden bestreden. Hiermee kunnen strategische posities en wapendepots voor F-16's beter in kaart worden gebracht. 

Mijn fractie steunt het pleidooi van de Commandant der Strijdkrachten dan ook. Het terreurleger van ISIS, dat gruwelijke onthoofdingen en slavernij legitimeert vanuit de islam, moet natuurlijk hard worden bestreden. De Commandant der Strijdkrachten gaf terecht aan dat het sturen van grondtroepen een politieke keuze is. Daarom heeft mijn fractie enkele vragen aan de minister van Buitenlands Zaken. Hoe staat het kabinet tegenover de inzet van Nederlandse grondtroepen in Irak? Er wordt nu indringend met de Irakezen gesproken over diverse opties, volgens de Commandant der Strijdkrachten. Welke opties zijn dit? Kan de minister nader ingaan op de bescherming van deze Nederlandse grondtroepen, al dan niet in internationaal verband? Wanneer neemt het kabinet hier een concreet besluit over? 

Minister Koenders:

Voorzitter. Ik dank de heer Bontes voor de gestelde vragen. Nederland overweegt niet om gevechtstroepen in te zetten in Irak. We gaan niet vechten op de grond. Dat is ook niet in overeenstemming met de artikel 100-brief die aan de Kamer is gezonden. We zijn daar op basis van een verzoek om steun van de Iraakse autoriteiten. Zoals bekend, opereren we met zes operationele F-16's ten behoeve van luchtaanvallen. Tegelijkertijd gaat Nederland Iraakse en Koerdische strijdkrachten trainen om ze in staat te stellen om ISIS op de grond te berechten. 

De Commandant der Strijdkrachten heeft gisteren een technische briefing gegeven, waarin hij inderdaad op deze twee elementen is ingegaan. In de artikel 100-brief van 24 september is aangekondigd dat de trainingen voor Iraakse en Koerdische strijdkrachten worden verzorgd in kazernes en op trainingslocaties in Irak. De Nederlandse trainers gaan niet mee als mentoren in gevechtssituaties. Details van die trainingsmissie worden inderdaad op dit moment uitgewerkt met de Iraakse autoriteiten en ook samen met de coalitiepartners. Activiteiten buiten de poorten van het trainingscentrum zijn niet aan de orde. 

Over de inzet van forward air controllers op de grond is in het algemeen overleg van 2 oktober door de minister van Defensie met de Kamer gesproken. Ze heeft toegezegd de Kamer te informeren wanneer Nederland wordt gevraagd om forward air controllers op de grond te leveren. Ook dit soort inzet is nu niet aan de orde. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik betreur dat zeer. Mijn fractie betreurt dat echt zeer. ISIS moet gewoon worden uitgeroeid. Dit is een effectieve manier, ze aanwijzen met lasers. Commando's kunnen dat. Ze kunnen de doelen selecteren en ze aanwijzen, waarmee ze ervoor kunnen zorgen dat ISIS sneller en effectiever wordt geëlimineerd. Hiermee spaar je ook mensenlevens. Ik betreur dus deze, laat ik het zeggen, slappe houding van de minister. Ik betreur het dat hij zegt: dat willen we niet en dat gaan we niet doen ook. Ik vraag hem echt om het verzoek van de Commandant der Strijdkrachten heel serieus te nemen en er gewoon nog een keer op terug te komen. 

Minister Koenders:

Dit is geen verzoek van de Commandant der Strijdkrachten. Hij heeft gisteren op een aantal vragen geantwoord. Het waren technische vragen over de forward air controllers. Hij heeft ook gezegd dat er tot nu toe geen enkele twijfel bestaat bij de doelen die zijn aangegeven. Dus is het punt van de forward air controllers op dit moment niet aan de orde. De Kamer zal daarover, conform de afspraken die zijn gemaakt met de minister van Defensie, op termijn worden geïnformeerd. Ik zeg er direct bij dat dit niets te maken heeft met een soort "slappe hap". Misschien is dat wel de belangrijkste politieke vraag. Er bestaat voor mij geen enkele twijfel over de noodzaak om ISIS te bestrijden en vervolgens in te dammen, en om daaraan een bijdrage te leveren. Nederland levert geen bijdrage met gevechtstroepen. Er is overigens geen enkel land dat dit op het ogenblik doet. Het zou ook heel bizar zijn als Nederland dat nu apart ging doen. Bovendien zou dit contraproductief zijn. Het gaat juist om de lokale troepen, zoals het Iraakse leger en de peshmerga's; de mensen die wij juist trainen. Die hebben die verantwoordelijkheid. Dit is geen verantwoordelijkheid van westerse troepen. Wij hebben ook de indruk dat dit geen goede weg zou zijn en juist contraproductief zou kunnen werken voor de strijd die wij samen willen aangaan tegen ISIS en de wanstaltige praktijken van ISIS. We hebben die praktijken een aantal dagen geleden inderdaad weer gezien met de onthoofdingen. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

De Commandant der Strijdkrachten heeft in een interview wél gezegd dat hij die behoefte heeft. Hij heeft ook gezegd dat het een politieke keuze is. Daar staan wij hier voor. Wij moeten achter onze militairen staan, maar wij moeten ook achter al die potentiële slachtoffers van ISIS gaan staan. Wij moeten ervoor zorgen dat die verschrikkelijke terreurorganisatie gewoon effectief wordt geëlimineerd. Op deze manier dragen wij daar onvoldoende aan bij. 

Minister Koenders:

Ik herhaal dat het hierbij niet gaat om een verzoek van de Commandant der Strijdkrachten. Die doet zulke verzoeken ook niet. Hij heeft een technische analyse gegeven, die volgens mij zeer adequaat was. Dat doet hij juist om iedereen in te lichten over wat mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Hij heeft uiteraard ook gezegd dat het daarbij gaat om politieke keuzes. Ik zei de heer Bontes zojuist dat die niet aan de orde zijn. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

De minister geeft in ieder geval toe dat de Commandant der Strijdkrachten heeft gezegd dat het een politieke keuze is, maar dat hij het wel zo wil. De minister blijft dat ontkennen, maar de Commandant der Strijdkrachten heeft gewoon gezegd dat hij dat wel zo wil. Hij weet echter wat dat betreft zijn plaats; hij legt het neer bij de politiek. Daarom vraag ik dit nu aan de minister. Dat lijkt mij zo klaar als een klontje. 

Minister Koenders:

De keuze van de Nederlandse politiek is dat de Nederlandse regering niet overweegt om gevechtstroepen in te zetten in Irak. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik betreur dat zeer. Dit is echt niet goed. Dit toont weer aan dat wij halve maatregelen nemen en dat wij niet echt een vuist kunnen maken in die internationale zaken. Door dit halfslachtige optreden zal de strijd langer duren en zal hij meer slachtoffers tot gevolg hebben. Dat betreur ik zeer. Dit is volgens mij een heel zware verantwoordelijkheid, maar ik leg die wel bij de minister neer. 

Minister Koenders:

Volgens mij heeft Nederland juist een grote verantwoordelijkheid op zich geladen. Ik denk dat iedereen hier de grote verantwoordelijkheid voelt van een groot gedeelte van de Kamer om juist militair te opereren tegen ISIS, om dezelfde reden als de heer Bontes nu noemt. Wij hebben daarbij de afweging gemaakt wat de beste wijze zou zijn. Wij zijn daarin niet de enigen. Geen enkel land zet op dit moment gevechtstroepen in in Irak. Ik zou het echt onverstandig vinden om alleen Nederlandse troepen daaraan bloot te stellen, mocht het al wenselijk zijn om dat te doen. Verder is het zeer belangrijk dat er vooral ook troepen vanuit de regio zelf ter plekke verantwoordelijk worden gemaakt voor de strijd. De heer Bontes kent die regio ook. Wij helpen die troepen uit de regio bij die strijd. Dat is nu juist de essentie van die trainingsmissie. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

De Amerikanen doen het wél. De minister laat hen de hete kolen uit het vuur halen. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dit is een helder antwoord van de minister. Hij zegt dat er geen gevechtstroepen worden ingezet. Dat is ook nooit aan de orde geweest. In de discussie over de artikel 100-brief hebben we uitgebreid besproken dat het trainers zullen zijn. Er waren echter nog wel wat losse eindjes. In hoeverre zouden die trainers de poort uit kunnen en waar zouden ze gaan trainen? We hebben toegezegd gekregen dat we daarover een aanvullende brief zouden ontvangen. Wanneer zal de Kamer die brief ontvangen? We hoorden de Commandant der Strijdkrachten zeggen dat er in januari duidelijkheid over moet zijn. Het zou goed zijn als we daarmee haast zouden maken, gezien de gevaren in Irak op dit moment. 

Minister Koenders:

U hebt daar volstrekt gelijk in. De Kamer moet daar precies over worden ingelicht, mocht er een politiek besluit komen, wat op dit moment dus niet aan de orde is. De minister van Defensie heeft in het bijzonder gesproken over de forward air controllers en niet over troepen buiten de poort. Het ligt dus niet in de rede. De Kamer zal uiteraard, mocht er een politiek besluit vallen, direct worden ingelicht. Dat is bij voorkeur inderdaad zo spoedig mogelijk. Ik durf niet precies te zeggen wanneer, omdat ik er niet over heb gesproken met de minister van Defensie, maar uiteraard is dat in de volgende weken. 

De heer Knops (CDA):

In de artikel 100-brief die naar de Kamer is gestuurd, wordt de inzet van forward air controllers niet uitgesloten. Het pleidooi van de Commandant der Strijdkrachten heb ik vooral zo begrepen dat hij streeft naar een zo effectief mogelijk optreden van de Nederlandse troepen — FAC'ers kunnen daar een bijdrage aan leveren — ook afgezet tegen de extra Amerikaanse troepenbijdrage op de grond. De minister zei zojuist: ik sluit het niet uit, maar het is nu niet aan de orde. Denkt de minister wel dat het op korte termijn aan de orde zou kunnen zijn? 

Minister Koenders:

Daar kan ik geen uitlatingen over doen. De forward air controllers is gisteren door de Commandant der Strijdkrachten uitgelegd wat hun functie is. Ik neem dus ook afstand van de bewoordingen dat hij "een pleidooi" zou hebben gehouden. Hem werd gevraagd wat de forward air controllers doen. Hij heeft gisteren laten zien hoe die targeting nu eigenlijk werkt. Dat gaat over doelgericht aanvallen, want voor ons allen is het belangrijkste dat er geen burgerslachtoffers vallen. Daar wordt nu voor gezorgd middels intelligente bommen, maar ook door methodes waardoor, via de lucht eigenlijk, dezelfde functie wordt uitgeoefend als die de forward air controllers normaliter op de grond uitoefenen. Hij heeft daarbij ook gezegd dat dat op dit moment voldoende is. Kan dat op een gegeven moment anders worden? Daarover heeft de Kamer met de minister van Defensie afgesproken dat dit aan de orde zou komen in een vervolggesprek met haar. Dit was gemeld in het algemeen overleg van 2 oktober. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven