21 VAO IGZ

Aan de orde is het VAO IGZ (AO d.d. 30/10). 

De voorzitter:

Ook voor dit debat geef ik graag als eerste het woord aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In het algemeen overleg heb ik de minister gevraagd wat zij ervan vond dat de Kamercommissie in antwoord op een verzoek te horen heeft gekregen dat er bij een zelfdoding in een zorginstelling in Den Helder onderzoek gedaan wordt door de inspectie en dat het daardoor tien weken duurt voordat wij iets horen, en wat de minister ervan vond dat dit onderzoek werd gedaan door een ingehuurd bureautje. Dat wist ze niet precies. Ze zou dat uitzoeken en ons een reactie sturen. Inmiddels is duidelijk geworden dat de inspectie daar geen onderzoek doet en dat het ingehuurde bureautje van de zorginstelling zelf is. Ik zou toch van de minister graag willen weten hoe zij hierover denkt. Waarom moet de instelling eerst zelf onderzoek doen, terwijl de inspectie eerder heeft aangegeven deze zaak te onderzoeken en daar tien weken tijd voor te nemen? 

Ik dien twee moties in over onderwerpen die ruimschoots in het debat zijn gewisseld. Daardoor is voor de minister duidelijk waar de moties vandaan komen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat het oordeel van de IGZ over de kwaliteit van zorg publieke informatie dient te zijn en openbaar te raadplegen; 

verzoekt de regering, te regelen dat inspectierapporten standaard openbaar gemaakt worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 28 (33149). 

Mevrouw Leijten (SP):

Vandaag sprak ik een moeder die haar dochter heeft verloren die woonde in een gehandicaptenzorginstelling. Ik heb daarover vragen uitstaan bij de regering. Die kan de regering niet op tijd beantwoorden. Kan gebeuren. Maar de moeder heeft geen contactpersoon bij de inspectie. Zij weet niet wat er speelt. Het is al onverteerbaar voor een nabestaande dat je met vraagtekens zit, maar dat je dan ook niet weet waar je terechtkunt, is volgens mij niet goed. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat na overlijden in een zorginstelling onderzoek plaatsvindt naar de oorzaak; 

van mening dat nabestaanden altijd goed op de hoogte gehouden moeten worden over de voortgang van het onderzoek; 

verzoekt de regering, te regelen dat nabestaanden bij de IGZ een vast contactpersoon hebben die immer goed geïnformeerd is, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 29 (33149). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Schippers:

Voorzitter. Mevrouw Leijten stelde een vraag over Den Helder. We hebben daarover gesproken tijdens het algemeen overleg. In eerste aanleg stond niet in de melding — of dat was in ieder geval onduidelijk — dat er sprake was van dwang. Daardoor was het aan de instelling zelf om in eerste aanleg onderzoek te doen. Zo gaat dat heel vaak bij de inspectie. Zodra duidelijk werd dat er wel sprake was van dwang, heeft de inspectie dat onderzoek overgenomen en is zij dat zelf gaan doen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vraag toch uitdrukkelijk om hierover duidelijkheid te verschaffen aan de nabestaanden. Zij hebben van de inspectie gehoord dat het bedrijfje dat werd ingehuurd door de zorginstelling het onderzoek doet en dat de inspectie pas daarna zal besluiten of zij überhaupt vervolgonderzoek doet. Het lijkt mij onverstandig dat daar verschillende verhalen over zijn. Ik wil de minister graag geloven, maar ik wil ook die mensen graag geloven als zij tegen mij zeggen: de inspectie houdt ons af. Als hier gezegd wordt dat de inspectie onderzoek doet, is dat het laatste, finale bericht. 

De voorzitter:

U vraagt een bevestiging op dit punt aan de minister. Zo interpreteer ik uw vraag. 

Minister Schippers:

Als er sprake is van dwang, dan ligt de bal bij de inspectie. Dat is hierbij ook aan de orde. 

Voorzitter. In de motie-Leijten op stuk nr. 28 wordt de regering verzocht, te regelen dat inspectierapporten standaard openbaar gemaakt worden. Tijdens het debat heb ik gezegd dat ik dit wil doen, maar dat er wel persoonlijke gegevens of persoonlijkheidsgegevens verwijderd worden omdat we ook te maken hebben met de Wet bescherming persoonsgegevens. Dat heb ik al toegezegd. De motie is ondersteuning van beleid. 

In de motie-Leijten op stuk nr. 29 wordt de regering verzocht, te regelen dat nabestaanden bij de inspectie een vaste contactpersoon hebben die immer geïnformeerd is. Ik heb van de inspectie begrepen dat er een team op zit. Bij dat team is de informatie up-to-date. Vaak is er één persoon beschikbaar voor de nabestaanden, maar niet altijd. Immers, degene die contactpersoon zou moeten zijn, is ook weleens op pad als de nabestaande informatie wil hebben. In die gevallen kan een ander teamlid de informatie geven. Een vaste contactpersoon kun je hebben, maar kan niet altijd bereikbaar zijn omdat diegene ook weleens op pad is. In dat geval kan een teamlid de honneurs waarnemen. Ik weet niet hoe ruim of nauw ik de motie moet interpreteren, maar als bedoeld wordt "een vaste contactpersoon die werkt binnen een team dat diegene ook weleens vervangt", dan zie ik de motie als ondersteuning van beleid. Zo is de situatie. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u wordt gevraagd om een verduidelijking. Kunt u leven met de interpretatie van de minister? 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, dat kan ik. Als dit het beleid is, dan is de motie overbodig en wil ik die ook wel intrekken. Maar nog te vaak hoor ik van nabestaanden dat ze bij de inspectie tegen een muur aanlopen, misschien een niet-bedoelde muur. Ik hoor dat ze daar niet snel geholpen worden omdat mensen niet weten waar ze terecht moeten. Laat ik het dan bij dat signaal houden: als er een procedure is, moeten we zorgen dat die goed werkt voor nabestaanden vanaf het moment dat de inspectie in beeld komt bij het onderzoek, zodat helder is waar iemand naartoe moet bellen. Dat dit niet altijd Jantje, Pietje of Marietje is, snap ik wel. Het is prima als daar beleid op is. Ik diende deze motie echter niet voor niks in, want dit signaal hoor ik iets te vaak. Ik vind het echt heel verdrietig als nabestaanden met vragen zitten over de dood van bijvoorbeeld hun partner of familielid en dat zij bij de inspectie worden doorverbonden, doorverbonden en doorverwezen. Dat zou niet zo moeten zijn. 

Minister Schippers:

Ik kan dat signaal doorgeven en tegen de inspectie zeggen: jullie werken in een team en daar zit een contactpersoon in, maar als dat in de praktijk te vaak misgaat, dan werken de gedachte en de opzet niet. Het is belangrijk om signalen te blijven ontvangen over de wijze waarop de inspectie dat beoogt te regelen en de vraag of dat daadwerkelijk in de praktijk gebeurt. 

De voorzitter:

Als ik zie dat de indiener en de minister het idee achter de motie delen, mag ik dan constateren dat de motie wordt ingetrokken? Ik begrijp dat dit het geval is. 

Aangezien de motie-Leijten (33149, nr. 29) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit. 

Over de motie-Leijten op stuk nr. 28 heeft de minister gezegd dat die ondersteuning van beleid is. Zij laat daarmee het oordeel aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De stemming over de motie-Leijten zal aanstaande dinsdag plaatsvinden. 

De vergadering wordt van 16.46 uur tot 16.59 uur geschorst. 

Naar boven