8 Informele Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het VSO Informele Landbouw- en Visserijraad d.d. 14-15 september 2015. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Aanstaande maandag is de Landbouw- en Visserijraad en daarom dien ik graag een motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Franse regering in een eerder steunpakket directe inkomenssteun zoals een tegemoetkoming in de arbeids- en ziektekosten en terugbetaling aan rente op leningen aan de Franse boeren heeft toegezegd, en dat directe inkomenssteun leidt tot een ongelijk speelveld en nadelige effecten heeft voor de concurrentiepositie van de Nederlandse boeren; 

constaterende dat de Franse regering hier ook Europese gelden voor inzet, en dat de Europese Commissie een pakket aan maatregelen heeft gepresenteerd waarbij nog niet duidelijk is wat de randvoorwaarden zijn; 

verzoekt de regering, in te zetten op een maatregelenpakket met heldere criteria en voorwaarden dat een gelijk speelveld binnen Europa waarborgt, zodat individuele lidstaten vanuit dit pakket aan maatregelen niet over kunnen gaan tot directe bedrijfssteun en dat geen nadelige effecten heeft voor de concurrentiepositie van de Nederlandse boeren; 

verzoekt de regering tevens, zich te verzetten tegen een maatregelenpakket waarin dergelijke waarborgen niet zijn opgenomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 872 (21501-32). 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik heb de brief van de minister minutieus gelezen, maar ik heb verduurzaming en innovatie er niet in teruggezien. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Europese Commissie een pakket aan steunmaatregelen ter waarde van 500 miljoen euro gepresenteerd heeft bestaande uit drie onderdelen: het aanpakken van de liquiditeitsproblemen, het stabiliseren van markten en hervorming van de voedseltoeleveringsketen; 

overwegende dat hierin nog onvoldoende stimuli zitten voor een overgang van bulkproductie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouwsector; 

verzoekt de regering, te bevorderen dat dit alsnog opgenomen wordt in het Commissiepakket en het Nederlandse deel van het pakket prioritair beschikbaar te stellen voor de melkvee- en varkenshouders die zich committeren aan een dergelijke omslag, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koşer Kaya en Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 873 (21501-32). 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Verder vind ik het buitengewoon prettig dat de staatssecretaris haar best heeft gedaan voor de ketentransparantie en dat dit nu ook is opgepakt. Dank daarvoor. 

De voorzitter:

Hiermee is er een einde gekomen aan de termijn van de zijde van de Kamer. We wachten even tot de staatssecretaris over de tekst van beide moties beschikt. Voordat ik de staatssecretaris het woord geef, moet ik haar nog welkom heten bij dit debat en haar danken voor haar komst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal proberen het kort te houden, maar misschien mag ik toch een korte inleiding houden. Afgelopen maandag is er overleg geweest tussen de Raad van Ministers van Landbouw en de Europese Commissie, waarbij de Commissie een pakket van maar liefst een half miljard gepresenteerd heeft om de diverse lidstaten, alle lidstaten, tegemoet te komen. Een belangrijk onderdeel van dat pakket is dat er een nationale enveloppe in zit; dat was een nadrukkelijke wens van Nederland. Naar mijn smaak is echter nog niet voldoende geregeld dat er ruimte is voor Nederland om die enveloppe zo te kunnen inzetten, dat al onze sectoren die het nodig hebben — dat is naast de melkveehouderij, met prioriteit nu ook de varkenshouderij — daarvan kunnen profiteren. Dat zal de komende week dus echt een belangrijk strijdpunt worden, naast de discussie over de verdeelsleutel die gehanteerd wordt en de inhoud van het pakket. Over de verduurzaming zal ik straks iets zeggen, want die was en is nadrukkelijk het uitgangspunt van niet alleen de Nederlandse regering, maar ook de Europese Commissie. Dat zie je aan het feit dat de Commissie onverstandige voorstellen die op tafel liggen echt niet in het pakket opneemt, bijvoorbeeld het Franse voorstel voor een interventieprijs in de melkveehouderij, waarmee we niet alleen onze Nederlandse boeren enorm zouden benadelen, maar ook nog eens zouden teruggaan naar de boterbergen en melkplassen die we eind jaren tachtig, begin jaren negentig hadden. Ik ben dus heel blij dat het huidige voorstel in zijn contouren toch neerkomt op iets wat tegemoetkomt aan wat Nederland heeft gevraagd. 

Ik kom op de moties. Ik heb een heel groot begrip voor de intentie van de motie op stuk nr. 870, die de leden Lodders en Dijkgraaf hebben ingediend. Zij beogen daarmee dat, als er een pakket komt, dit het speelveld in Europa niet nog meer ten nadele van Nederlandse boeren organiseert. Echter, vooral door het tweede deel van het dictum, waarin wordt vastgesteld dat individuele lidstaten vanuit dit pakket geen maatregelen kunnen nemen die leiden tot directe bedrijfssteun, vervalt feitelijk de rechtsbasis voor de mogelijkheid om een nationale enveloppe uit te keren. Daarmee vervalt ook de mogelijkheid van mij om bijvoorbeeld een deel van zo'n enveloppe, mocht dat lukken, in te zetten voor het vitaliseringsplan van de varkenssector. Als de indieners bereid zijn om een punt te zetten achter het verzoek waarmee we inzetten op een pakket met criteria die een gelijk speelveld borgen, kan ik de motie beschouwen als ondersteuning van het beleid. Als zij de motie ongewijzigd laten, roepen zij mij er eigenlijk toe op om af te zien van het begrip van de nationale enveloppe en ontnemen zij mij de mogelijkheid om die bijvoorbeeld deels in te zetten voor een aantal verduurzamingsslagen die ik met de varkenssector vanmiddag nog heb besproken en die strikt noodzakelijk zijn. Dat zal er indirect ook toe leiden dat we individuele varkensboeren op dit moment echt willen gaan helpen. Ik hoop van harte dat de motie gewijzigd wordt; anders moet ik haar ontraden. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Het is lastig om hierop direct te reageren vanwege het korte tijdsbestek, maar dat kan even niet anders. Het punt blijf wel het volgende. Als andere lidstaten wel kiezen voor directe inkomenssteun, wordt het kostprijsverschil voor onze Nederlandse boeren alleen maar groter. In juli heeft de Franse regering een aantal maatregelen genomen. Ik heb geen overzicht van de wijze waarop dit in andere lidstaten is geregeld. Nederland kan erop inzetten om ook de andere sectoren erbij te betrekken — dat is een nobel streven en die insteek van de staatssecretaris waardeer ik zeer — maar ik denk dat wij iets moeten doen aan het kostprijsverschil. Dat is mijn dilemma. Kan de staatssecretaris daar specifiek op ingaan? 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is natuurlijk een van de punten waar vanuit de Nederlandse sector steeds op gewezen is. Men zou graag zien dat de Nederlandse regering met voorstellen meegaat om het een en ander te doen. De enveloppe die mogelijkerwijs onze kant op komt, wordt daar dan wat mij betreft voor een deel voor ingezet. Op het moment dat u zegt "dan gaan andere landen dat ook doen en dat wil ik niet", ontneemt mij dat de mogelijkheid om hetzelfde te doen. Maar ik begrijp het dilemma wel. De gedachtegang van mevrouw Lodders en de heer Dijkgraaf is dat je moet toewerken naar een gelijk Europees speelveld. Ook moeten wij er met een pakket aan maatregelen voor zorgen dat wij niet als het ware het putje alleen maar verplaatsen naar een andere plek in Europa. De problematiek is daarmee niet opgelost. Zo versta ik de inzet van mevrouw Lodders en de heer Dijkgraaf en die ondersteun ik. Wanneer je werkt met nationale enveloppen, kan het echter niet anders dan dat we ook met een pakket naar voren zullen komen, ook in Nederland, waarbij we individuele boeren zullen steunen. Dat is nodig en het zou mooi zijn als daarvoor Europees geld zou kunnen worden ingezet. Dat past dan binnen het plan vanuit de sectoren zelf, waarbij zij de duurzaamheidsslagen willen maken. Nogmaals, op het moment dat u dat niet wilt, hebben wij een ander probleem. Dan kan ik het ook niet in Nederland doen. Dat is wel iets wat voor de hand ligt. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Wij hebben het debat met elkaar gevoerd. Volgens mij is er een motie aangenomen van mevrouw Koşer Kaya, juist over duurzaamheid en innovatie. Dat is wat wij graag willen. Op het moment dat de regering van Frankrijk of een andere lidstaat de arbeidskosten en de ziektekosten gaat verlagen, dan staan over drie maanden dezelfde boeren weer in Brussel op de stoep of voeren zij actie in Frankrijk. Dat helpt niet. Dat moeten wij zien te voorkomen, want nogmaals, dat soort maatregelen zet onze boeren in Europees verband nog verder op achterstand. 

Staatssecretaris Dijksma:

Twee opmerkingen. Ik heb in mijn bijdrage van afgelopen maandag bepleit dat wij juist die maatregelen nemen die de sector op termijn alleen maar duurzaam versterkt in economisch en ecologisch opzicht. De Commissie heeft dat overigens onderschreven en vond dat een belangrijke notie. De Commissie wil op die wijze werken. 

Wij hebben wel vastgesteld dat het goed zou zijn als wij onze nationale enveloppe zouden kunnen inzetten om die beweging te maken. Als lidstaten voorstellen doen die ingaan tegen de regels voor staatssteun —dat geldt voor voorstellen die in het verleden zijn gedaan en voor voorstellen die zij nu doen — dan zal de Commissie gehouden zijn om daartegen op te treden. De Commissie heeft aangegeven dat zij voor de invulling van die enveloppe maximale ruimte wil bieden aan de lidstaten, maar ook overleg wil voeren. Het lijkt mij dat dit de juiste weg is. Meer kan ik er niet over zeggen. Ik moet afwachten of, en zo ja op welke wijze, mijn woorden effect sorteren. 

De motie-Koşer Kaya op stuk nr. 871 beschouw ik als ondersteuning van beleid, in die zin dat ik vaststel dat het pakket van de Commissie zoals dat er nu uitziet, wel degelijk ook een grondslag biedt om over te gaan naar een duurzame versterking van de keten. De Nederlandse regering zal haar pakket zo willen inrichten, in overleg met de sectoren, dat wij die omslag gaan maken. Het is belangrijk om vast te stellen dat de Europese Commissie zich sterk verweert tegen voorstellen die niet economisch en ecologisch duurzaam zijn. Ik vind het heel goed dat men dit doet en wij zullen dat krachtig moeten blijven steunen. In die zin kan ik de motie als ondersteuning van beleid aanvaarden. 

De voorzitter:

De heer Dijkgraaf heeft nog een vraag over de motie waarover eerder al een debatje over was. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dank u wel voor de mogelijkheid om dat te doen, mevrouw de voorzitter. 

Ik wil pogen om bij elkaar te komen, want ik voel ook wel aan wat de staatssecretaris zegt. Als we in het eerste verzoek na het woordje "niet" in de derde regel het woordje "eenzijdig" invoegen, dan heb ik het gevoel dat het punt van de staatssecretaris erin zit. Dan kan een ander land dat immers niet eenzijdig doen, maar als men tot overeenstemming komt, kan het wel. 

De voorzitter:

Dan wordt het "niet eenzijdig", dus er wordt een woordje tussengevoegd, begrijp ik. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik ben bang dat dat heel lastig wordt. Misschien mag ik even uitleggen hoe het gaat werken. De Commissievoorzitter heeft feitelijk geen enkele instemming van de lidstaten nodig voor het pakket dat nu voorligt. Dat wij er hier over discussiëren, is om politieke en maatschappelijke redenen, maar men kan dit nu zo doen. Punt. Als sommige lidstaten die dat willen, bijvoorbeeld het slechte idee van een interventieprijs willen introduceren en de Commissie houdt stand en zegt: wij doen het niet, dan kan dat alleen in het pakket komen als er unanimiteit is, en die is er niet. Zo werkt het. Het is dus heel belangrijk dat de Commissie gesteund wordt. 

Als ik mijn enveloppe alleen maar kan uitgeven op een manier waar unanimiteit voor is onder de lidstaten, dan zou dat in de praktijk een heel moeizame onderhandelingsweg betekenen. Om die reden heeft de Commissie gezegd: wij kiezen voor maximale discretie, voor maximale ruimte voor de lidstaten om het te doen, maar wel binnen de reglementen die natuurlijk sowieso gelden binnen Europa. Daarmee voorkom je niet dat er verschillende wijzen van inzet zijn — de problemen in de landen zijn ook echt verschillend — maar je kunt wel een titel hebben en houden om bijvoorbeeld op te treden als ergens onterechte staatssteun dreigt. 

Over het Franse pakket heb ik eerder ook een brief aan de Kamer gestuurd. Dat lijkt in de praktijk wat minder royaal te zijn dan waar het er op papier naar uitziet. Daar zullen we dus rekening mee moeten houden. Mijn tekstvoorstel zou zijn om niet één woord toe te voegen, maar om te stoppen bij het woord "waarborgt" in de tweede zin. Dan kunt u uw boodschap — die ik begrijp en die ik ook wil accepteren — tot uitdrukking brengen. Dat kan ik dan ook benoemen in mijn inbreng op de dinsdagochtend en onze mensen kunnen dat doen tijdens de high-level meetings die daaraan voorafgaan, zonder dat u daarmee mijn eigen speelruimte beperkt om bijvoorbeeld met de groep vitalisering varkenssector tot verstandige voorstellen te komen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

De staatssecretaris is glashelder. Ik denk dat we nog maar even gaan overleggen welke versie het gaat worden. Voorlopig is het in ieder geval de bestaande versie. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorlopig moet ik deze dan ontraden. U weet welke versie ik zou kunnen omarmen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Wij gaan om 17.30 uur stemmen, ook over de moties die net zijn ingediend. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt van 17.14 uur tot 17.30 uur geschorst. 

Naar boven