5 Vragenuur: Vragen Van Weyenberg

Vragen van het lid Van Weyenberg aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president over het bericht "Asscher wil publieke verzekering voor zzp'er". 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Minister Asscher gaf dit weekend een stortvloed aan interviews. Je zou bijna gaan denken dat de minister zich een beetje zorgen maakt over de invoering van de Wet werk en zekerheid. Maar tussen de teksten over die wet door ging het ook over iets anders. De minister zei in de Volkskrant dat hij wil dat er een publieke verzekering tegen arbeidsongeschiktheid komt voor zelfstandigen zonder personeel. Dat zou een collectieve, maar vrijwillige verzekering moeten worden. Dat is goed nieuws. Slechts een derde van de zzp'ers heeft zich nu verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en een betere, vrijwillige toegang tot die verzekering is hard nodig. Er zijn echter partijen, bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid, die een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering willen voor zzp'ers. Heel veel zzp'ers zitten daar niet op te wachten. Zij willen hun eigen keuzes maken. Zij kijken dus met enige angst uit naar de kabinetsnotitie die nu al weken wordt aangekondigd over het onderzoek dat is gedaan naar zzp'ers. Zij zijn natuurlijk gerustgesteld na deze woorden van de minister. Ik heb dus ook maar één vraag: kan de minister bevestigen dat het kabinet geen voorstel zal doen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers? 

Minister Asscher:

Voorzitter. Het is belangrijk om niet te spreken over "de zzp'ers", maar de diversiteit te zien van die groep. Het zijn hardwerkende mensen. Sommigen verdienen heel veel en andere heel weinig. Sommigen kiezen uit volle borst voor het ondernemerschap en anderen komen daar tegen wil en dank in terecht omdat hun werkgever als zogenaamde opdrachtgever hen daartoe prest. Een van de problemen bij een deel van de zzp'ers is dat ze niet verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid, terwijl ze daar niet bewust voor hebben gekozen. Dan is het belangrijk om je af te vragen wat je daaraan kunt doen. Je zou een verplichte verzekering voor iedereen kunnen instellen, maar dat heeft grote nadelen. Daarom kijkt het kabinet naar mogelijkheden om de vrijwillige verzekering aantrekkelijker te maken, via private mogelijkheden of via de UWV-route. Dat zal onderdeel uitmaken van de reactie op het ibo. En het betekent inderdaad dat wij nu geen plannen hebben om een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor te stellen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ben blij met dat antwoord. Alle zzp'ers die bang waren om in een keurslijf te worden gedwongen, weten nu waar ze aan toe zijn: er komt geen verplichte verzekering. Dat is winst, want de Partij van de Arbeid zei nog: laten we dit gewoon collectief doen en het niet overlaten aan individuele keuzemogelijkheden. Ik ben blij dat de minister een andere koers kiest. Hij zegt alleen: die plannen komen. 

Dan begrijp ik iets niet. Al in februari heeft D66 voorstellen gedaan om wat te doen met de bestaande publieke verzekering bij het UWV. D66 zei: zeg nu tegen iemand die zzp'er wordt, dat hij meer tijd krijgt om te besluiten of hij bij het UWV die relatief betaalbare vrijwillige verzekering wil voortzetten. De minister zei daarop: nee nee, dat is prematuur; wacht op de kabinetsreactie op het ibo. D66 zei ook: zorg ervoor dat ook mensen die starten als zzp'er en dus nooit werknemer zijn geweest, zich vrijwillig kunnen verzekeren in de publieke verzekering bij het UWV. Toen zei de minister: neenee, dat is prematuur; wacht nu toch op het ibo. Elke keer als D66 een voorstel deed, was dat ontijdig, maar voordat deze Kamer de kabinetsreactie op het ibo heeft ontvangen en weet wat het kabinet gaat doen met zzp'ers, stond de minister zaterdag al in de krant! Dat is toch niet de goede volgorde? Natuurlijk wil ik ook weten wanneer die kabinetsreactie komt. Want dat er geen plannen zijn, klinkt heel goed, maar ik weet het pas echt zeker als dit gewoon in het ibo staat, tenzij de minister klip-en-klaar zegt dat er geen verplichting komt. 

Minister Asscher:

Het kabinet wil ondernemers ruim baan geven. Zelfstandigen die tijdens de crisis vaak enorme klappen hebben opgevangen, moeten de ruimte hebben om er nu weer echt bovenop te komen. Wij hebben ook oog voor het feit dat sommigen in naam zelfstandig zijn, maar in feite werknemers zouden moeten zijn. Daar vindt uitbuiting plaats. In feite worden daar heel lage tarieven vastgesteld. Dan heb je het eigenlijk niet over zelfstandigen en dat is ook een probleem. In het ibo wordt naar alle aspecten rond zelfstandigen gekeken, zowel naar de fiscale aspecten, naar de beschermingsaspecten waar we het nu over hebben als naar de positie op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat je de voorstellen inderdaad in samenhang moet zien. Ik had de heer Van Weyenberg die voorstellen graag nu gegeven. Dat is niet gelukt, omdat er gisteravond nog te veel dossiers op tafel lagen over het belastingstelsel. Het kan niet allemaal tegelijk. Ik kan die voorstellen niet voor de zomer geven — dat spijt me — want die begint hier overmorgen, maar wel onmiddellijk na de zomer, voorzien van een kabinetsreactie. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dan blijft het opmerkelijk dat de minister in de krant wél vertelt wat het kabinet gaat doen, terwijl de Kamer geen kabinetsreactie krijgt. Dat onderzoek is al weken klaar. Het ligt al weken in een kast. De minister heeft altijd gezegd dat wij het voor de zomer zouden krijgen. Als je naar buiten kijkt — je voelt het in deze zaal ook een beetje — stel je vast dat de zomer absoluut begonnen is. Daarom herhaal ik mijn vraag: wanneer komt dat dan? Ik vind namelijk dat voorstellen altijd in deze Kamer en niet in de Volkskrant moeten worden gedaan. 

Minister Asscher:

Daar ben ik het zeer mee eens. Ik verheug mij er ook op om de voorstellen voor de verbetering van de positie van zelfstandigen naar deze Kamer te kunnen sturen. Dat zijn voorstellen voor de arbeidsmarkt. De interviews in de krant gingen inderdaad over de arbeidsmarkt, omdat morgen de nieuwe Wet werk en zekerheid van kracht wordt. Wij zullen daar later deze week nog over praten in de Kamer. Het is logisch dat er dan ook vragen worden gesteld over de zelfstandigen op de arbeidsmarkt. Ik heb in die interviews aangegeven dat wij binnenkort hopen te komen met een kabinetsreactie op het IBO Zzp. De heer Van Weyenberg verlangt daarnaar. Ik hoop hem meteen na de zomer gerust te kunnen stellen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Zo veel vertraging is natuurlijk jammer, maar de Kamer kan ook zelf doorpakken. De plannen van D66 voor de vrijwillige verzekering hebben wij al vaak naar voren gebracht. Morgen komt er een motie in stemming waarmee beoogt wordt dat de zzp'er niet 13 maar 26 weken krijgt om zelf te beslissen of hij de vrijwillige publieke verzekering wil voortzetten. Want als het kabinet wacht, zal de Kamer gewoon stappen zetten. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik sluit aan bij dat laatste. Wij hebben hier een hele discussie gehad over vrijwilligheid of verplichting. Uiteindelijk gaat het erom dat heel veel zzp'ers het geld niet hebben om die verzekering af te sluiten. Dat komt ook doordat die verzekering relatief duur is. Dat kun je voor een deel doen door inderdaad bij het UWV wat te verlengen. Wat is deze minister in het algemeen van plan te doen om ervoor te zorgen dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering gewoon betaalbaar wordt voor elke medewerker, dus voor elke werknemer en elke zzp'er? Wat is hij daarvoor van plan? 

Minister Asscher:

Ik ben het met mevrouw Schouten eens. Een derde is verzekerd. Een deel is bewust niet verzekerd. Dat zijn de mensen die zich dat kunnen permitteren, omdat ze voldoende andere inkomsten hebben. Een ander deel is niet verzekerd, soms omdat deze mensen zich onvoldoende bewust zijn van de risico's en soms omdat ze de premie te hoog vinden. Met name dat laatste punt is een probleem. Er is een scala aan mogelijkheden om dat op te lossen, bijvoorbeeld door middel van premies, door de toegankelijkheid van het UWV te vergroten en door private verzekeringen aantrekkelijker te maken. De voorstellen daartoe zullen komen in reactie op het ibo, want die staan natuurlijk in verband met alle andere voorstellen voor zelfstandigen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Maar dat is volgens mij geen antwoord op de vraag van mevrouw Schouten. Zij vroeg: hoe ga je dit vrijwillig en betaalbaar regelen? De minister zegt: ik wil dat graag regelen. Maar hij laat niet weten op welke manier dit gaat gebeuren. Als de minister in verschillende kranten aangeeft wat hij wil, moet hij ook hier zijn plannen over een vrijwillige, betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers concreet maken. 

Minister Asscher:

Daar is het echt nog iets te vroeg voor. Dat spijt mij zeer. Daarvoor moeten wij nog even wachten tot na de zomervakantie, want dat hoort in een kabinetsvoorstel naar aanleiding van het onderzoek naar zelfstandigen. De lijn is — daar vroeg de heer Van Weyenberg in dit verband naar en hij heeft er ook recht op om dat te weten — dat wij onderscheid maken tussen zelfstandigen die het prima voor elkaar hebben en die prima voor zichzelf kunnen zorgen en zelfstandigen die het juist heel moeilijk hebben. Bij die laatste groep moet je kijken naar de bescherming. 

De heer Ulenbelt (SP):

Vorige week stelde ik in de Kamer voor om de loondoorbetaling bij ziekte nog maar één jaar bij de werkgever te leggen en dit in het tweede jaar collectief te regelen. De minister ontraadde dat voorstel aan de Kamer. Ik lees nu —ik weet niet meer in welke krant; het heeft niet in alle kranten gestaan— dat de minister daar nu zelf ook voor is. Betekent dit —we stemmen morgen over die motie— dat de minister zijn advies nu omdraait en tegen de Kamer zegt: dit is een goed idee van de SP en andere partijen; ik steun dat? Anders klopt het niet wat u in de krant hebt gezegd. 

Minister Asscher:

Nee. In zijn voorstel wilde de heer Ulenbelt de loondoorbetaling bij ziekte in het tweede jaar heel ruim collectief verzekeren. Dat zou heel veel geld kosten en relatief weinig opleveren. Het echte probleem zit bij de heel kleine werkgever die mensen niet in dienst durft te nemen, omdat hij bezorgd is over het risico dat mensen ziek worden en hij dan twee jaar vastzit aan die loondoorbetaling. In het algemeen overleg met uw Kamer —dat was een heel constructief overleg— heb ik gezegd dat daar een probleem zit waarvoor we met een slimme oplossing moeten komen. Die slimme oplossing moet niet een torenhoge rekening met zich meebrengen, zoals in het voorstel van de heer Ulenbelt. Het is ook niet de bedoeling dat je iets wat goed werkt, namelijk dat je werkgevers verantwoordelijk maakt voor het aan het werk helpen van mensen, weghaalt. Wel moet je rekening houden met vooral kleine werkgevers die dolgraag mensen in dienst willen nemen en het om die reden niet doen. Die drie elementen heb ik in de krant aangestipt, net als in het algemeen overleg. Daar zat geen verrassing bij. Het aannemen van het voorstel van de heer Ulenbelt zadelt ons allemaal op met een kolossale rekening. 

De heer Klein (Klein):

Het is goed om te horen dat er geen verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers hoeft te komen. Dit zou ook de concurrentiepositie van heel veel zzp'ers in Europa in gevaar brengen. Ik sluit aan bij hetzelfde artikel en ik heb daar een vraag over. U zegt dat de regels voor het vrije verkeer van arbeid aangepakt moeten worden. Hoe verhoudt dit zich dan met die opmerking? 

Minister Asscher:

Het vrije verkeer van diensten en personen heeft Europa veel welvaart gebracht, maar er is te vaak weggekeken van de negatieve gevolgen. Intussen zie je dat het een businessmodel is geworden om arbeiders uit andere landen kunstmatig goedkoper maken dan arbeiders uit Nederland. Dat heeft niks meer te maken met het Europese ideaal en dat heeft ook niks meer te maken met het simpele principe van "gelijk loon voor gelijk werk". Deze regering zegt dat je dit moet aanpassen. Je moet dat moderniseren. In de bouw zijn Nederlandse werkgevers soms honderden euro's duurder als gevolg van die Europese regels. Dit moet je aanpassen. Dan kunnen we allemaal weer enthousiast zijn over het vrije verkeer van personen en het vrije verkeer van diensten. Negeer je dat, dan organiseer je alleen maar concurrentie die leidt tot een race naar de bodem, waarbij er steeds lagere arbeidsvoorwaarden worden afgedwongen voor werknemers in Europa. 

De heer Klein (Klein):

Het vrije verkeer van personen en diensten geldt dus alleen voor arbeiders, voor werknemers. Voor zzp'ers geldt dit dus niet. Op welke termijn denkt de regering deze voorstellen aan de Kamer te kunnen voorleggen? 

Minister Asscher:

Wij zijn er al een paar jaar voor aan het lobbyen. In eerste instantie vond men het in Europa eigenlijk een onprettige discussie. Het vrije verkeer was een bokaal die je alleen maar in de kast moest zetten en moest oppoetsen. We hebben nu zeven landen achter ons initiatief gekregen. Veel landen willen een eerlijk vrij verkeer. Ze willen goed werk in Europa. Ze willen geen race naar de bodem om met de Chinezen te kunnen concurreren, maar ze willen dat mensen in Europa erop vooruitgaan. Om de regels te kunnen veranderen heb je meer landen nodig. Je hebt een meerderheid nodig van de 28 landen. Dit najaar komt de Europese Commissie met voorstellen voor het vrije verkeer. We zullen die toetsen op de vraag of deze leiden tot een fatsoenlijke arbeidsmarkt in Europa. Ik hoop een en ander tijdens het Nederlands voorzitterschap een stap verder te brengen. 

De voorzitter:

Dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven