2 Vragenuur: Vragen Maij

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Maij aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Turkse oproerpolitie buitensporig geweld heeft gebruikt tegen deelnemers aan de gaypride in Istanboel. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. De gaypride in Istanboel in Turkije kende tot afgelopen zondag eigenlijk best een heel mooie geschiedenis. Ik geloof dat het in 2003 was dat voor het eerst een gaypride plaatsvond, met enkele tientallen deelnemers. Het was een enigszins schuchtere bijeenkomst. Ruim tien jaar later was de gaypride uitgegroeid tot een manifestatie voor vrijheid van seksuele voorkeur waar bijna 100.000 mensen aan deelnamen. In de tussenliggende periode voelden steeds meer lhbt'ers in Turkije zich vrij om hun geaardheid niet meer te verbergen. Een andere mooie ontwikkeling is dat steeds meer ouders van lhbt-kinderen trots zijn op hun kinderen en hen de vrijheid willen gunnen om hun geaardheid niet meer te verbergen. Eergisteren lazen we echter het treurige bericht van een ernstig incident in Turkije, waarbij de jaarlijkse gaypride hardhandig door de oproerpolitie uit elkaar geslagen en uit elkaar gespoten werd. Mijn fractie is daar geschokt over. Turkije is een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie en heeft talloze mensenrechtenverdragen ondertekend. Er waren ook Turkse Nederlanders die aan deze festiviteiten meededen en ons via social media op de hoogte stelden van de agressie van de oproerpolitie. 

Daarom heb ik een aantal vragen voor de minister van Buitenlandse Zaken. Wat is hem bekend van de feiten die in Istanboel hebben plaatsgevonden? In welke mate blijkt uit zijn informatie dat er sprake was van gericht geweld tegen lhbt'ers en tegen deelnemers van de gaypride? Heeft de minister daarover navraag gedaan bij zijn Turkse collega, wellicht via de ambassade of direct bij zijn eigen Turkse collega? Gaat de EU hierover ook vragen stellen aan de Turkse overheid? Turkije is immers een kandidaat-lidstaat van de EU en dergelijk optreden bij een lhbt-bijeenkomst past daar niet bij. 

Minister Koenders:

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen zondag vond de gaypride in Istanboel plaats, zoals dat inderdaad al jaren gebruikelijk is. De afgelopen jaren was er een gedoogbeleid. Er werd geen toestemming gevraagd en de pride vond dan ook zonder problemen plaats. Duizenden mensen liepen voor aanvang van de pride feestelijk uitgedost rond, totdat er berichten kwamen dat de politie optrad. De gouverneur had de pride op het allerlaatste moment verboden, volgens hem omdat een pride in de ramadan bijzonder gevoelig lag. Vervolgens hebben Turkse parlementsleden, leden van het Europees Parlement en de Amerikaanse consul-generaal bij de gouverneur geïntervenieerd, waarna de pride toch van start kon gaan. De pride verliep aanvankelijk rustig. Ik had natuurlijk onze Nederlandse consul-generaal gevraagd om ook mee te doen. De plaatsvervangend consul-generaal was er ook, evenals een lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Zij hebben mij gemeld dat de politie heeft ingegrepen met traangas en waterkanonnen. Daarna werd de pride beëindigd. 

Het harde optreden afgelopen zondag tegen deelnemers van de gaypride in Istanboel is zorgelijk en teleurstellend. Homoseksualiteit is overigens niet strafbaar in Turkije. Wij hadden gehoopt dat het toch een goede en mooie gaypride zou worden. Er moet ruimte zijn voor vreedzame betogingen waarin aandacht wordt gevraagd voor gelijke rechten voor lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders. Dat geldt temeer, zoals mevrouw Maij terecht zegt, voor een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Nederland zal zich blijven inzetten voor gelijke rechten en sociale acceptatie voor lhbt'ers. We verwachten dat volgende prides in Turkije zonder problemen kunnen worden georganiseerd. De Europese Unie en Nederland zullen Turkije dan ook aanspreken op dit onderwerp, inclusief de rechten van lhbt'ers. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Zoals de minister aangeeft, is het optreden van de politie vrij agressief geweest. Ik heb begrepen dat in maart van dit jaar in Turkije een wet is aangenomen die de politie juist meer ruimte en vrijheid geeft voor een dergelijk optreden. Ook op een ander moment heb ik mij verbaasd. Ik was in Diyarbakir als waarnemer bij de Turkse verkiezingen. Op 5 juni heeft daar een aanslag plaatsgevonden tijdens de verkiezingsbijeenkomst van de HDP. 100 mensen raakten daarbij gewond en 2, later 3 mensen vonden daarbij de dood. En wat deed de politie? Zij zette daar de waterkanonnen in. Dat was een onbegrijpelijke actie, gelet op wat daar op dat moment gebeurde. Die actie was net zo onbegrijpelijk als het optreden van de politie bij de gaypride. De vrijheid om te demonstreren, je partij te steunen of je geaardheid te tonen nam aan het begin van deze eeuw in Turkije juist toe. Maar sinds de afgelopen jaren staat die vrijheid onder druk. Het optreden van de oproerpolitie en het oppakken van bijvoorbeeld journalisten zijn een heel slechte illustratie daarvan. 

In het verlengde van wat de minister net ook zelf zei, vraag ik hem: hoe beoordeelt hij het optreden van de oproerpolitie in Turkije in het algemeen? Herkent hij de negatieve trend, de ombuiging in de afgelopen twee, drie jaar, zoals ik die net schetste? Wat kan er worden gedaan om de gekoesterde vrijheden wel te waarborgen, niet alleen voor lhbt'ers maar ook voor activisten op andere terreinen, zoals journalisten? Wordt dit ook aangekaart, bilateraal dan wel in EU-verband? 

Minister Koenders:

Laat ik allereerst opnieuw zeggen dat het harde optreden van afgelopen zondag tegen deelnemers van de gaypride in Istanboel wat mij betreft zorgelijk en teleurstellend is. De Europese Unie en Nederland hebben Turkije aangesproken op het punt van mensenrechten, inclusief de rechten van lhbt'ers. Er zijn twee elementen te noemen in deze trend. Het is inderdaad waar dat in het begin van "de periode Erdogan", om het zo maar even te zeggen, het aantal democratische vrijheden leek toe te nemen. Dat effect was ook te meten. In de afgelopen jaren hebben we echter een andere tendens gezien. Daar hebben we herhaaldelijk in deze Kamer over gesproken, inclusief het recht op de vrije journalistiek. Men zal zich de zaak van een Nederlandse journaliste van enige maanden geleden nog herinneren. De Nederlandse regering heeft daar zeer proactief op gereageerd. We hebben dat ook in de Europese Unie aan de orde gesteld en we hebben zelfs een relatie gelegd met de preaccessie steun. We zullen daar ook mee doorgaan. In dit geval is het opvallend dat de politie optrad tegen een vredelievende demonstratie, even los van de manier waarop het proces voor toestemming precies verlopen is. Een vredelievende demonstratie beantwoorden met het gebruik van waterkanonnen is, denk ik, niet de juiste methode voor een land dat lid wil worden van de Europese Unie. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Dank aan de minister voor zijn antwoorden. Tot slot wil ik hem nog het volgende vragen. Zoals hijzelf al aangaf, was het een vredelievende demonstratie. In welke mate bleek er dan toch sprake te zijn van gericht geweld tegen lhbt'ers? Het was een vredelievende demonstratie en volgens mij viel deze demonstratie in het verleden ook in de ramadan, ook vorig jaar. 

Minister Koenders:

Het is feitelijk juist om te zeggen dat het geweld gericht was tegen de demonstranten. Bij die demonstratie waren mensen die solidair waren met lhtb'ers, zoals Nederlandse vertegenwoordigers, maar het waren vooral veel lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders. In die zin was het tegen hen gericht. Mevrouw Maij zei net zelf al dat het misschien ook te maken heeft met een meer algemene tendens in het politieoptreden. Daaruit zou dus blijken dat het meer met het politieoptreden dan met de doelgroep te maken had. Het is echter in ieder geval belangrijk om nog eens het belang van gelijke rechten voor lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders, ook in Turkije, te onderstrepen. Het is noodzakelijk om hier vanmiddag nog eens te zeggen dat hun rechten ten volle gerespecteerd dienen te worden. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Kan de minister aangeven of de Nederlandse post in Istanboel gedupeerde activisten heeft ondersteund? Is het algemeen beleid dat dat lhbt-activisten worden gesteund vanuit de post? Is daar eventueel aanscherping op nodig? 

Minister Koenders:

Over het algemeen is de Nederlandse ambassade, in dit geval het consulaat-generaal, zeer proactief bij alle gayprides, juist omdat wij dit als prioriteit en als hoeksteen van het mensenrechtenbeleid zien. Om die reden waren de consul-generaal en de plaatsvervangend consul-generaal ook aanwezig bij de demonstratie. Uiteraard hebben zij ook protest aangetekend en hebben zij gesproken met deze mensen. Ik heb geen nadere informatie over de vraag of er opvang nodig was en of die is gegeven. Dat was, geloof ik, niet aan de orde. Maar het is volstrekt duidelijk dat het politieke signaal helder gegeven is. 

De heer De Roon (PVV):

Het hele verbod op deze vreedzame optocht, die in het verleden nooit problemen heeft opgeleverd, is natuurlijk al verwerpelijk. Dat verbod moet worden verworpen. Het ongerechtvaardigde en gewelddadige politieoptreden tegen deze vreedzame mensen moet in de meest krachtige bewoordingen en openlijk door de Nederlandse regering worden veroordeeld. Daarbij moet het beestje bij de naam worden genoemd: hier heeft Erdogan zijn lelijke gezicht laten zien en hier heeft de islam weer zijn lelijke gezicht laten zien. Gaat de minister dit op deze manier aan de kaak stellen of is hij van mening dat ook dit weer niets met de islam te maken heeft? 

Minister Koenders:

Ik ga dat inderdaad niet aan de orde stellen op de manier die de heer De Roon nu voorstelt. Ik heb dat afgewezen en doe dat nu ook. Ik breng dit niet direct in verband met de religie, zoals de heer De Roon doet. Ik wil zeker niet zeggen dat de islam tegen deze demonstratie was. Veel mensen die in de demonstratie meeliepen, zijn moslim. In die zin gaat de opmerking van de heer De Roon ook totaal niet op. 

De voorzitter:

Wilt u een tweede vraag voor de PVV-fractie, mijnheer De Roon? 

De heer De Roon (PVV):

Ja, want ik begrijp dit antwoord van de minister niet. Het hele verbod op deze demonstratie was nota bene ingegeven door de islam. Deze demonstratie mocht niet doorgaan, omdat zij in de ramadan viel, en dan zouden de gevoelens van de moslims weleens gekwetst kunnen worden. 

Minister Koenders:

Ik denk dat dat inderdaad de overweging was van het bestuur in Istanboel. Daar denk ik het mijne en u het uwe van, namelijk dat zoiets niet een reden mag zijn om de discriminatie van lhbt'ers in Turkije vorm te geven. In die zin ben ik het dus met u eens, maar ik zou nu niet weer, zoals u dat graag doet, een hele religie in de hoek willen zetten, terwijl veel van de mensen die die religie aanhangen zelf massaal meededen aan die demonstratie. Daar ga ik dus gewoon niet in mee. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Dit incident maar ook andere voorbeelden tonen maar weer eens aan hoe ver verwijderd Turkije is van een EU-lidmaatschap. Ondertussen gaan er wel miljarden preaccessiegelden naartoe. Is de minister het niet met de VVD eens dat de gebeurtenissen van dit weekend, maar ook de andere genoemde voorbeelden, reden zijn om de kortingsmogelijkheden die er zijn als men zich niet goed gedraagt, in werking te gaan stellen? 

Minister Koenders:

Dat zou kunnen, maar ik heb al eerder tegen de Kamer gezegd dat de Nederlandse regering daartoe initiatieven heeft genomen maar dat geen enkele andere lidstaat ons daarin gesteund heeft. 

De voorzitter:

Mijnheer Van 't Wout, de tweede vraag van uw fractie? 

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik kijk even naar de andere leden. 

De voorzitter:

U hebt toestemming gekregen? Ga uw gang. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik weet dat de minister dat eerder geprobeerd heeft. Ondertussen ontwikkelt het zich wel verder, en niet in positieve richting. Is het nu dus niet tijd om het spel weer eens op de wagen te binden en te bekijken of er nu wel andere lidstaten zijn die na de beelden van dit weekend en andere genoemde incidenten bereid zijn om Nederland hierin wel te steunen? 

Minister Koenders:

Ik ben er niet noodzakelijkerwijs tegen, maar ik vind wel dat we nu ten aanzien van de zaak zelf zo effectief mogelijk moeten opereren in de richting van de mensen die we willen steunen. Ik heb daarnet een aantal voorbeelden gegeven van de wijze waarop we dat afgekeurd hebben. We zijn nu ook bezig om direct projecten op het terrein van lhbt in Istanboel te steunen. Ook hebben we steun gegeven aan het Amsterdamse raadslid. Hij is geholpen door het consulaat, toen hij die nacht in de chaos verstrikt raakte. De langetermijneffecten zijn natuurlijk ook van belang en uiteraard ben ik bereid uw suggestie mee te nemen. Ik wijs er wel op dat Turkije nu in een periode van regeringsformatie zit en ik wil eerst afwachten wat het beleid van de nieuwe regering zal zijn. Maar, wij delen de afschuw en de kritiek op deze actie. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn antwoorden en zijn komst naar de Kamer. 

Naar boven