4 Vragenuur: Vragen Voortman

Vragen van het lid Voortman aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de bescherming van slachtoffers van mensenhandel achterblijft volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De bescherming van slachtoffers van mensenhandel in onze asielketen blijft achter. Dat meldt Corinne Dettmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Zij beveelt aan om een betere regeling te maken voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die met mensenhandel of seksuele uitbuiting te maken krijgen. Zij raken nu vaak verstrikt in het asielsysteem, komen zo niet in de beschermde opvang, vallen opnieuw in handen van mensenhandelaren en lopen soms zelfs een verblijfsvergunning mis. Kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel of seksuele uitbuiting komen zo in langslepende stressvolle situaties zonder uitzicht op een veilige toekomst, terwijl juist deze zeer kwetsbare kinderen onze bescherming en liefdevolle omgeving verdienen. Ik heb daarom de volgende vragen aan de staatssecretaris. 

Ten eerste. Is de staatssecretaris bereid om te kijken naar een betere opvangregeling voor alleenstaande kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel of seksuele uitbuiting? Ten tweede. Hoe staat hij tegenover de geïntegreerde asielprocedure zoals die door de Nationaal Rapporteur wordt voorgesteld in haar rapport? Ten derde. GroenLinks denkt dat dit probleem verder kan worden aangepakt door de mogelijkheid te creëren om asielvergunningen toe te kennen in het belang van een kind, zodat kinderen niet door het kiezen van de verkeerde procedure tussen wal en schap vallen. Hoe staat de staatssecretaris hiertegenover? Ten vierde. Uit het rapport blijkt dat de vervolging van daders van mensenhandel nog altijd achterblijft. Wat gaat de staatssecretaris doen om het aantal vervolgingen van mensenhandelaren en seksuele uitbuiters te vergroten? Ten vijfde. Is de staatssecretaris bereid om een brede reactie op de aanbevelingen in het rapport van de Nationaal Rapporteur aan de Kamer te sturen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Naar het rapport heb ik met veel belangstelling uitgekeken. Het is vandaag verschenen. Ik moet wel de waarschuwing daarbij geven dat ik het nog niet heb kunnen lezen. Ik ben blij dat het er is, omdat we hier breed delen dat we mensenhandel willen opsporen en dat we het recht zijn loop willen laten hebben door de verschrikkelijke lui die erachter zitten, op te pakken en te straffen en door dit soort netwerken te ontmantelen. Daarbij is een belangrijk aspect dat slachtoffers van mensenhandel aangifte doen. 

Ik kan mij voorstellen dat er sprake is van een spanning als iemand hierdoor wat betreft de procedures tussen wal en schip valt. Het is tegelijk echter moeilijk om die procedures te verweven. Ik ga er wel naar kijken, dus op de laatste vraag van mevrouw Voortman is het antwoord: ja, ik kom met een gedegen reactie op het hele rapport. Op onderdelen daarvan kan ik nu niet mijn definitieve mening geven. Nogmaals, ik moet het nog lezen. In algemene zin zal ik alle aanbevelingen bekijken en daarop reageren. Ik sluit bij voorbaat niks ervan uit. Wat betreft de vervlechting van de procedures, waar het echt om gaat, hebben het strafrecht en de asielprocedure allebei hun eigen set van eisen. Ik zou eerst moeten nagaan in hoeverre richtlijnen voor asiel een grotere vermenging met het andere traject toestaan dan nu het geval is. Ik kan niet van tevoren al zeggen dat we dit wel gaan doen en dat niet. We informeren de Kamer na het reces uitgebreid over alle aspecten en aanbevelingen van het rapport. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Natuurlijk begrijp ik dat de staatssecretaris nog een bredere reactie naar ons moet sturen. Tegelijkertijd denk ik dat de Nationaal Rapporteur wel een aantal zeer behartigenswaardige zaken aan de orde stelt, zaken die wij eerder ook al aan de orde hebben gesteld. Volgens mij zou de staatssecretaris daarover nu ook kunnen zeggen: nou, op dit punt kan ik al wel een tipje van de sluier oplichten. Dan gaat het bijvoorbeeld over de betere opvangregeling. Is de staatssecretaris bereid om daarnaar te kijken? 

Ik heb gevraagd hoe de staatssecretaris staat tegenover de geïntegreerde asielprocedure. Hij geeft nu aan dat het lastig is, die combinatie van strafrecht en asielprocedure. Maar ik mag toch aannemen dat het belang van opvang vooropstaat? Ik krijg hiervan graag een bevestiging van de staatssecretaris. 

Daarnaast heb ik aangegeven dat wij denken dat het belangrijk is om in asielprocedures ook expliciet het belang van het kind mee te nemen, dus om expliciet de mogelijkheid te creëren om een asielvergunning toe te kennen in het belang van het kind. Is de staatssecretaris daartoe bereid? 

Verder wil ik graag horen wat de staatssecretaris gaat doen om het aantal vervolgingen van mensenhandelaren en seksuele uitbuiters te vergroten. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Wat betreft de procedure zeg ik niet: dat wil ik allemaal niet. De bereidheid om ernaar te kijken is er natuurlijk sowieso. Maar juist in het belang van de mensen om wie het gaat, moeten we zorgvuldig zijn met het vermengen. Ik geef een klein voorbeeld. Ik kan me voorstellen dat het voor het verhogen van het aantal aangiftes misschien zou werken om te zeggen: als wij denken dat er sprake is van mensenhandel, dan mag je niet beginnen met het in behandeling nemen van de asielaanvraag tot er aangifte is gedaan. Dat is niet het voorstel, overigens. Ik moet het nog lezen. Dit zou het aantal aangiftes wel kunnen doen stijgen, maar dit zou ook de rechtspositie van degene die asiel aanvraagt, uithollen als die persoon los van het aspect "mensenhandel" daar ook al voor in aanmerking zou komen. Dat is één voorbeeld van twee zaken die makkelijk samen lijken te gaan, maar die elkaar op het eerste gezicht kunnen bijten als we het niet zorgvuldig doen. Daarom moet ik zorgvuldig bekijken wat mogelijk en wenselijk is in dezen. Maar sowieso is er de bereidheid om daarnaar te kijken. Het belang van het kind is een belangrijk aspect dat wordt meegewogen in de aanvragen. Ik zie dat de tijd nu op is. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb nog wel wat tijd. Die wil ik graag gebruiken om uit te spreken dat ik in ieder geval blij ben dat de staatssecretaris bereid is om te kijken naar de mogelijkheid van zo'n geïntegreerde asielprocedure. Ik denk dat dit een belangrijke stap vooruit kan zijn. Ten aanzien van het belang van het kind was mijn voorstel dat er expliciet in het belang van het kind asielvergunningen kunnen worden toegekend, dus dat er een extra grond wordt toegevoegd aan de wet. Is de staatssecretaris bereid om ook daarnaar te kijken? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Over dit laatste punt hebben we eerder, in het AO, ook gesproken. Mijns inziens is het belang van het kind nu goed gewaarborgd in de wet- en regelgeving. Het is een belangrijk aspect. Ik zie in de praktijk op dit punt ook een goede uitvoering. Ik heb volgens mij nog wel de toezegging openstaan om te bekijken of in de teksten die wij hanteren, een andere formulering dienstbaar zou zijn. Ik zal daarin meewegen dat mevrouw Voortman daar nu ook weer aandacht voor heeft gevraagd. 

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, een aanvullende vraag. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is goed dat de staatssecretaris bereid is om naar het rapport te kijken en ook naar het eventueel ineenschuiven van de beschermde opvang en de asielprocedure als het gaat om ama's. Ik vraag de staatssecretaris nog wel om in de reactie mee te nemen de vraag of hij nader onderzoek kan doen naar de verdwijningen van ama's, die nog steeds plaatsvinden. We hebben het daar in het laatste AO ook over gehad. Per jaar verdwijnen 85 jongeren. Dat kwam ook weer terug in het rapport. Mogelijk verdwijnen zij via mensensmokkelaars of mensenhandelaars. Deze vraag leg ik graag neer bij de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

In het rapport worden daarover vermoedens geuit. Dit is altijd heel lastig terrein, omdat mensen ook zelf besluiten om weg te gaan. Je weet dan niet waar ze heen gaan. Dat is ook het nadeel van verdwijnen. Ik zal wel bezien of ik daar nader licht op kan werpen, om wat meer houvast te krijgen over de verhouding tussen mensen die zelf denken "ik moet hier niet zijn" en mensen die verdwijnen door nare, georganiseerde zaken. 

Mevrouw Rebel (PvdA):

Ik heb alle begrip voor het feit dat de staatssecretaris het rapport nog niet helemaal heeft kunnen doornemen. We zien uit naar de kabinetsreactie. Ik vraag wel specifiek of hij kan ingaan op de constatering van de Nationaal Rapporteur over het feit dat de keuzestress er mogelijk toe leidt dat een groep kwetsbare kinderen nu kiest voor de asielprocedure, waarbij dan de opsporing van mensenhandel niet meer geborgd is. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Ik vraag de staatssecretaris om daar heel specifiek op te reageren en ook te bekijken welke reflexen daarin meespelen. De Nationaal Rapporteur noemt keuzestress, maar mogelijk kunnen ook onjuiste voorlichting en de signalering, die zij ook noemt, daar een rol bij spelen. Wil de staatssecretaris die zaken specifiek opnemen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ook dat zal ik meenemen, want het zijn alle twee dingen die beogen om mensen te beschermen als zij die bescherming op juridische titel verdienen: de asielprocedure en het slachtofferschap mensenhandel. Als in de praktijk blijkt dat die twee constructies die hetzelfde doel beogen, elkaar in de weg zitten, gaat er iets mis, met name als dat ertoe leidt dat er wel via de asielprocedure bescherming geboden wordt, maar de opsporingsinformatie achterblijft die moet voorkomen dat een mensenhandelaar toekomstige slachtoffers maakt. Als het dus inderdaad aan aspecten ligt die wij kunnen wegnemen, neem ik die zeker mee. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden. Ik dankte u al eerder voor uw komst naar de Kamer, maar toen mocht u nog even blijven voor een volgende vraag. 

Naar boven