14 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de extra regeling van werkzaamheden die is aangevraagd door de heer Omtzigt. Het woord is dus aan hem.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Tot vanmorgen was het stuk dat ik hier heb het beleid van de Nederlandse regering ten aanzien van Europa. Het zijn 36 pagina's met tekst over wat wij met Europa moeten. Zojuist hebben wij een briefje gehad dat totaal leeg is. Terwijl de minister-president in de krant zegt dat er een buitengewoon belangrijke vergadering plaatsvindt over de toekomst van Europa, waarin de vijf prioriteiten van Nederland aan de orde komen, staat geen enkele van zijn prioriteiten, noch de prioriteiten van Samsom of van wie dan ook, in deze brief. De conflicterende beleidsvisie van Timmermans is er evenmin in terug te vinden, noch is er een brief van Timmermans. Ik zou de inzet vanavond nog duidelijk willen hebben, voor, laten we zeggen, 18.15 uur, in een aanvullende brief van zowel Rutte als Timmermans. Daarin moet de inzet staan en een reactie op wat Timmermans, de minister van Buitenlandse Zaken, gezegd heeft. Daarover zou ik vanavond nog een ultrakort debat willen voeren — dat kan in één termijn — zodat we weten waar we aan toe zijn en wat het kabinetsbeleid is inzake Europa. Misschien willen mensen dat ook voor morgen kunnen weten.

De voorzitter:

Het verzoek is tweeledig. Ten eerste een verzoek om de brief van het kabinet die al is aangekondigd vandaag voor 18.00 uur naar de Kamer te zenden. Ten tweede een verzoek om gelijk daaropvolgend een debat te houden met de premier over de inhoud van de brief. Ik geef daarover het woord aan de heer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

De minister-president heeft een uitgebreid interview afgegeven. Dat betekent dat er is nagedacht over zijn visie. Hij heeft die in de krant neergelegd. Die brief kan er dus heel snel komen. De heer Timmermans kan daar tot 18.15 uur zijn op- en aanmerkingen bij schrijven. Die brief zou er dus inderdaad om 18.15 uur kunnen komen. Ik steun het verzoek om een brief. Daarna kunnen wij daarover inderdaad debatteren.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik ben geen helderziende, maar om 14.00 uur zei ik al: ik denk dat ik weet hoe laat het is om 16.15 uur. Toen bedoelde ik niet alleen de tijd, maar ook de brief die we nu hebben gekregen. Negen regels, een schoffering van dit parlement door een premier die meent 's morgens in de krant, een dag voor de verkiezingen, een visie neer te kunnen zetten en Nederland vast te kunnen zetten op vijf economische zaken voor Europa, en dan wegholt en een briefje stuurt. Dat kan niet. Dat kan ook niet wachten. Ik geef dus alle steun om dit kabinet zo snel mogelijk te spreken. Papier hoef ik inmiddels niet meer, maar ik steun wel het verzoek van de heer Omtzigt omdat wij nu eenmaal op die manier werken. Wat mij betreft, houden we per ommegaande een debat van een uurtje, één termijn, heel duidelijk. Want wat blijkt? De minister-president is teruggefloten. Hij is keihard teruggefloten door de minister van Buitenlandse Zaken. Ze zijn het niet eens en ze hebben er ook nog eens negen regels voor nodig om dat neer te zetten.

De voorzitter:

D66 steunt het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij wilden eerst de brief afwachten en die is er nu. Er zit enig verschil tussen de brief en het interview. Wij steunen daarom het aanvullende verzoek om een brief. Wij hebben zo langzamerhand ook geen bezwaar meer tegen dat debat. Misschien kunnen wij dat dan met de top van het kabinet doen en live uitzenden? Dan hebben we alle problemen in Nederland deze avond opgelost.

De voorzitter:

De SGP wil een debat vanavond.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Lijdend aan campagnekoorts is de minister-president vanochtend keihard uit de bocht gevlogen. Of is het misschien de partijleider van de VVD die uit de bocht is gevlogen? Is het de minister-president die is uitgenodigd voor het diner of is het de partijleider van de VVD die is uitgenodigd voor het informele diner? Er is totaal geen duidelijkheid over de status van wat de minister-president vanochtend heeft gezegd. Het briefje maakt het alleen maar erger. Van harte steun van de fractie van GroenLinks voor het verzoek van de heer Omtzigt om op de kortst mogelijke termijn een brief te ontvangen, onmiddellijk gevolgd door een debat.

De heer Klein (50PLUS):

Dat briefje gaat alleen over een informeel dinertje waarin de minister-president vijf thema's aan de orde wil stellen. Het is eigenlijk veel beter om te kijken naar wat hij vanochtend daadwerkelijk in de krant heeft aangegeven, wat ook de aanleiding is geweest voor de vraag van de heer Omtzigt, namelijk uitleg van wat hij bedoelt met die vijf thema's. Ik heb het hele idee van dat dinertje helemaal niet nodig. Wat mij betreft, komt er zo snel mogelijk duidelijkheid en komt er vanavond een debat over wat de minister-president precies bedoelde in de pers. Dat mag hij eventueel nog vertalen naar een brief want dat is de gang van zaken hier.

De heer Roemer (SP):

Er staat van een premier niet zomaar iets in de krant. Dat is doelbewust, daar is over nagedacht, daags voor de verkiezingen al helemaal. Dat betekent dat hij of het regeringsbeleid heeft aangepast — daar wil ik dan graag binnen nu en anderhalf uur antwoord op — of het verkiezingsprogramma van de VVD heeft aangepast. Als dat zo is, wil ik graag dat dat aangepaste verkiezingsprogramma van de VVD naar de Kamer wordt gestuurd. Ik vind het dan wel leuk om dat daags voor de verkiezingen te zien. Hoe dan ook, een heel terechte opmerking en een heel terechte vraag van de heer Omtzigt. Als de heer Omtzigt nog een briefje wil, vind ik dat prima, maar laten we straks hierover debatteren, want dit lijkt gewoon nergens op.

De heer Madlener (PVV):

Ook steun voor een uitgebreidere brief, eventueel gevolgd door een debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

De heer Verheijen (VVD):

Het diner is dinsdag. Ik stel voor, maandag een uitgebreidere brief en dinsdag alsnog het debat, zodat de premier met de mening van de Kamer dinsdagavond naar dat diner gaat.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek,dus.

Mevrouw Maij.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ook geen steun voor het verzoek, maar ik vind het wel goed om te debatteren met de premier over zijn inzet, vóór dat diner aanstaande dinsdag. Dus als de mogelijkheid er is, graag dinsdag een debat met de premier en daarvoor uiteraard een inhoudelijke brief.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, er is geen meerderheid die vanavond nog over dit onderwerp wil debatteren. Ik hoor wel een meerderheid die over dit onderwerp wil debatteren voordat de premier komende dinsdag naar het diner gaat.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik hoor dat. Ik hoor ook collega-Kamerleden die naar buiten toe roepen, in de krant, dat zij het niet eens zijn met de premier maar die wel in de coalitie zitten, dus we hebben geen idee wat het Europabeleid van dit kabinet is. Geen idee. Dat eerdere stuk is weggegooid. We horen na de verkiezingen of ze iets van plan zijn en, zo ja wat, terwijl er vandaag nog een masterplan lag dat met Merkel en anderen besproken zou zijn.

Ik handhaaf mijn verzoek om het kabinet een allerlaatste kans te geven om aan te geven of het de afgelopen anderhalf jaar heeft nagedacht over Europa en of het wat wil. Dat besluit je namelijk vlak na de verkiezingen; dan heb je dat belangrijke, informele diner.

De voorzitter:

Uw verzoek is …

De heer Omtzigt (CDA):

Mijn verzoek is om om 18.00 uur, 18.15 uur alsnog een regeling van werkzaamheden te houden en om de regering een allerlaatste kans te geven om een brief te schrijven. Ik zal u dan voorleggen om alsnog een debat te houden, voorzitter. Ik verzoek u om een brief en een extra regeling van werkzaamheden om 18.15 uur.

De voorzitter:

Mijnheer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Dit heeft natuurlijk niet in de kranten gestaan en dit heeft de premier ook niet in de krant laten zetten vanwege het diner op dinsdag. Dit heeft hij in de krant laten zetten omdat er morgen verkiezingen zijn. Hij wil een beeld schetsen dat hij zogenaamd kritisch zou zijn op Europa als VVD'er. Morgen zijn er verkiezingen en overmorgen loopt hij gewoon achter de verenigde staten van Europa van Verhofstadt aan. Dat is de harde werkelijkheid.

De voorzitter:

Maar nu hebben wij een regeling van werkzaamheden.

De heer Roemer (SP):

Maar als hij via de media wil gaan praten en zich niet wil verantwoorden in de Kamer, zegt dat ook iets over ons. Ik doe dus gewoon een beroep op de Kamer — ik steun de heer Omtzigt van harte — om niet op dinsdag te debatteren, want dan zijn er geen verkiezingen; die zijn morgen. Laat die brief komen en laten wij vanavond met de premier debatteren, want morgen zijn de verkiezingen en daarom heeft hij het gedaan.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik zou, misschien in dezelfde geest, toch een beroep willen doen op de twee coalitiepartijen. De premier heeft zijn timing heel zorgvuldig gekozen: vanochtend. Het is volstrekt logisch, denk ik, dat het parlement dan ook, met diezelfde timing, niet volgende week maar nu een debat voert. Heel veel partijen in dit parlement vragen dat ook. De coalitiepartijen zeggen dat debat ook te willen. Dan zou ik zeggen: zet dan ook nog dat kleine stapje; de minister-president kiest ervoor om een dag voor de verkiezingen zijn programma bekend te maken, geef ons dan de mogelijkheid om een dag voor de verkiezingen daarover met hem te praten.

De heer Pechtold (D66):

Ik sluit mij bij dat constructieve voorstel van de collega's aan. Het begon constructief, met de heer Omtzigt die zei: kom met een uitgebreide brief — dat vroeg hij om 14.00 uur — en zorg dan dat we op dinsdag kunnen debatteren. We zitten hier inmiddels met verhitte hoofden tegenover elkaar. Waarom? Omdat er dan weer zo'n briefje van negen regels wordt gestuurd. Ik doe ook een beroep op ons allemaal. Vandaag zijn door twee bewindslieden verschillende signalen gegeven. De minister-president geeft aan dat er vijf punten zijn; de minister van Buitenlandse Zaken, gesteund door zijn fractievoorzitter en de politiek leider van de PvdA, zegt in het openbaar het daar niet mee eens te zijn. In de traditie van deze Kamer dient er dan zo snel mogelijk duidelijkheid te komen over de eenheid van regeringsbeleid. Dat hou je niet met 79 zetels tegen, omdat je het debat niet aan kan, dan faciliteer je de hele Kamer, want dit is niet een probleem van oppositie/coalitie. Dit betreft de eenheid van het regeringsbeleid en dat kan normaal gesproken in de traditie van dit parlement, niet wachten.

De heer Madlener (PVV):

We kunnen dit natuurlijk niet los zien van de verkiezingen van morgen. Dat pleit ervoor om nu helderheid te vragen aan de regering en aan de premier. Daarom steunen wij het verzoek om een debat vanavond.

De voorzitter:

Er is een nadrukkelijk verzoek gedaan aan twee partijen, maar die hebben geen behoefte om daar nader op te reageren.

De heer Pechtold (D66):

Dan kunnen wij een dertigledendebat aanvragen en dan kunt u dat toestaan, gezien de actualiteit, namelijk de verkiezingen van morgen en de bewuste uitspraken gedaan in geautoriseerd interview, terwijl de minister van Buitenlandse Zaken er anders over denkt, gesteund door zijn politiek leider hier in de Kamer. Ik vind het jammer dat zij er allemaal niet zijn. Een dertigledendebat vanavond dus en dat heeft volgens onze eigen regels, aangezien er morgen verkiezingen zijn, prioriteit.

De voorzitter:

Er ligt een nieuw verzoek voor en dat is het verzoek om hedenavond een dertigledendebat te houden. Omdat het de vergadering van deze week betreft, verzoek ik de Kamer om daar een uitspraak over te doen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor een dertigledendebat, maar geen steun voor het verzoek om dat vanavond te houden. Ik vind namelijk niet dat we dit op het bordje van de voorzitter moeten leggen. De Kamer gaat over haar eigen agenda en de Kamer heeft een uitspraak gedaan. Daar kan ze op terugkomen, dat vind ik prima, maar laten we het via die weg doen.

De heer Verheijen (VVD):

Geen steun voor een dertigledendebat. Ik vind het ook onjuist dat de heer Pechtold het op uw bordje neerlegt, voorzitter. Leg het bij ons op het bordje en niet bij de voorzitter! Er is steun voor een meerderheidsdebat op dinsdag, voorafgaand aan het informele diner van dinsdagavond. Daar houden wij het bij.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Er is niemand die het op uw bordje neerlegt. Er wordt vanuit de Kamer een dringend beroep gedaan op collega's van twee partijen, aangezien negen of tien partijen — hoeveel hebben we er inmiddels? — vanavond een debat willen voeren en daar heel goede redenen voor hebben. Maar er zijn twee partijen die dat blokkeren. Dat is de reden — daarom sluit ik mij aan bij het verzoek van de heer Pechtold — dat we aan u vragen om vanavond een dertigledendebat te agenderen. We kunnen niet anders. Dat doen we echter niet omdat we het bij u op uw bordje willen leggen, maar omdat de collega's van de coalitiepartijen ons in de steek laten.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het is mij volstrekt onduidelijk waarom er wel op dinsdag en niet vanavond gedebatteerd zou kunnen worden. Dus steun voor het verzoek om een dertigledendebat en ook voor het verzoek om dat vanavond te houden.

De heer Klein (50PLUS):

We kunnen erover discussiëren, maar de fracties van de VVD en de Partij van de Arbeid houden het op dit moment tegen. Die willen er dus niet over praten, maar er zijn meer dan 30 leden die er wel over willen spreken. Het verzoek van de heer Pechtold is volgens mij dan ook een redelijk verzoek. Maar het is uiteraard uw afweging, voorzitter, om dat te doen, aangezien we hebben afgesproken dat we vanavond niet zouden vergaderen. Dat weten we al tijden. Dat is dus de afweging die we met elkaar moeten maken.

De heer Roemer (SP):

Uiteraard steun ik het verzoek, maar het is duidelijk hoe de twee partijen erover denken. Laat dat een mooi stemadvies voor morgen zijn.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik steun formeel het verzoek van de heer Pechtold om u te verzoeken om te kijken of er vanavond een dertigledendebat ingepland kan worden. Voor de rest handhaaf ik mijn verzoek en verzoek ik u om voor de regeling van werkzaamheden van straks contact op te nemen met de premier om in uw rol als voorzitter van de Kamer, als degene die het proces bewaakt, erop toe te zien dat wanneer de totale oppositie opheldering wil over het Europabeleid, een van de belangrijkste beleidsterreinen van dit kabinet, die opheldering dan gegeven wordt.

De voorzitter:

Ik heb gehoord dat u een extra regeling van werkzaamheden heeft gevraagd voor 18.15 uur. Die zal ik plannen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. We zien elkaar om 18.15 uur terug.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Van Raak

Naar boven