9 RAZ/Europese top

Aan de orde is het VAO RAZ/Europese top (AO d.d. 13/3).

De voorzitter:

Ik wilde het woord aan de heer Madlener geven, voor zijn inbreng.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Voordat wij beginnen aan dit VAO merk ik graag het volgende op. Dit is een belangrijk VAO over een belangrijke Europese top. We hebben afgesproken dat we dit VAO in het bijzijn van de heer Rutte, onze premier, zouden voeren. Ik vraag dan ook via u, voorzitter: waar is de premier op dit moment?

De voorzitter:

De staatssecretaris kan daarop niet direct antwoord geven, denk ik. Dit is een punt van orde; het gaat niet over de inhoud. Uiteindelijk beslist het kabinet wie hier namens het kabinet zit. Wij moeten het debat dus met de staatssecretaris doen. Zij heeft zich heel goed voorbereid.

De heer Omtzigt (CDA):

Het debat gaat over de bankenunie en over de situatie in Oekraïne. Er zijn Europese toppen geweest die over minder gingen. Er bestaat hier de regeling dat bewindspersonen stand-by staan voor Kamervragen. Ik vraag u, voorzitter, om aan de Kamer mee te delen waarom de premier er niet is. Ik begrijp dat de minister van Buitenlandse Zaken hier niet is, want die zit in Brussel. Waarom zijn echter de minister voor Buitenlandse Handel, zijn vervanger, de minister van Defensie of de premier niet hier aanwezig? Stuurt u daarover alstublieft een brief naar de Kamer.

De voorzitter:

Ik zal informeren hoe het precies zit. Het is evenwel gebruikelijk dat het kabinet door één bewindspersoon, een staatssecretaris of minister, vertegenwoordigd wordt. Dat is niet helemaal vreemd. We hebben dit debat gepland en ik ga ervan uit dat wij dat ook gaan voeren. De staatssecretaris is daartoe bereid en heeft zich namens het kabinet goed voorbereid.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben heel blij om de staatssecretaris hier te zien. Het is een staatssecretaris van buitengewoon hoge kwaliteit. Deze staatssecretaris wordt straks echter niet afgevaardigd naar de Raad Algemene Zaken. De Kamer is heel duidelijk geweest. Er heeft geen plenaire behandeling plaatsgevonden van de voorbereiding van de top omdat dat niet kon vanwege de verkiezingen. We zijn inschikkelijk geweest en hebben een AO gehouden, maar wel met de afspraak dat er een plenaire afronding zou komen waarbij ook de premier aanwezig zou zijn. Hij is er nu niet. Mijn concrete voorstel is dat u als voorzitter toch nog even contact opneemt, voordat we gaan beginnen, met het kantoor van de premier om na te gaan of hij toch niet hier kan komen binnen afzienbare tijd zodat we toch nog het debat met hem kunnen voeren. Als hij er niet is, kunt u dan verzoeken om een kattebelletje met de reden waarom de premier afwezig is.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat voorstel kan de fractie van D66 wel steunen.

De heer Omtzigt (CDA):

Het CDA kan dat ook. Het CDA hoopt van harte een brief te krijgen waarin u namens het Presidium als voorzitter uitlegt waarom ze afwezig zijn. Die brief kan gericht zijn aan de hele Kamer.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Als de minister-president dit had gehoord, dan had hij de tijd dat wij hierover spreken kunnen gebruiken om naar de Kamer te komen en dan hadden we gewoon kunnen beginnen met het debat.

De heer Verheijen (VVD):

Ik kan mij die afspraak in het AO niet herinneren. Ik weet dat wij veel gesproken hebben over het thema waarvoor staatssecretaris Mansveld verantwoordelijk is. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging. Ik doe het voorstel om het VAO in gang te zetten en dus nu te beginnen met het VAO. Er kan altijd gevraagd worden waarom het kabinet deze keuze heeft gemaakt. Ik stel voor om het VAO nu te laten aanvangen.

De voorzitter:

Ik kijk naar de PvdA om te zien of daar steun voor is. Kan iemand van de PvdA naar de interruptiemicrofoon lopen, ook voor de Handelingen?

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik zou graag beginnen met het VAO. Ik denk dat de staatssecretaris goed genoeg is voorbereid om dit VAO met ons te voeren.

De heer Klaver (GroenLinks):

De oppositie pleit er niet voor om het helemaal uit te stellen. Er wordt alleen gevraagd om enkele minuten te wachten met de aanvang van het VAO, zodat even contact kan worden opgenomen met de premier om te kijken of hij niet toch nog in de gelegenheid is om hier aanwezig te zijn. Dat is een wens van een brede minderheid in de Kamer. Dat is het enige verzoek. Dat heeft hooguit een paar minuten vertraging tot gevolg. Ik vraag de coalitiecollega's of zij daarvoor alsnog de mogelijkheid willen bieden.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, de minister-president heeft laten weten dat hij niet in de gelegenheid is om bij het VAO aanwezig te zijn. Anders zou hij hier wel zijn. Ik kan u niet mededelen wat de reden is, want dat weet ik niet. Ik wil uw opmerking meenemen, zodat het naar u terug wordt gecommuniceerd. Ik zie echter dat een meerderheid ervoor is dat wij gewoon beginnen met het VAO en dat de staatssecretaris, die daarop voorbereid is, de gelegenheid krijgt om namens het kabinet uw vragen te beantwoorden en eventuele moties te becommentariëren. Ik doe ook een beroep op de heer Omtzigt om die meerderheid te respecteren.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek u toch om contact op te nemen met de premier en naar de reden te vragen. Dat kunt u als voorzitter besluiten. Ik ben vanmorgen geïnformeerd door de Griffie dat, aangezien de heer Timmermans er niet was, de premier zelf mijn vragen over Oekraïne beantwoord zou hebben. Hij had hier om 15.00 uur kunnen zijn. Iedereen wilde hem voor de Europese Raad hebben; zo stond het op de regeling van werkzaamheden. Wij zijn buitengewoon benieuwd welke reden de premier heeft om hier afwezig te zijn. Wij zouden dat graag van u vernemen. Dat kan met één telefoontje geregeld worden.

De heer Madlener (PVV):

Dit is een belangrijke Europese top. Vorige week is hier over Oekraïne gesproken en de premier was toen ergens in een liberaal café aan het flyeren ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, mijnheer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Ik vind dat van belang, want de premier hoort hier verantwoording af te leggen over datgene wat er besloten zal worden op de top.

De voorzitter:

Ik zou willen voorstellen om de vergadering enkele ogenblikken te schorsen. Ik zal informeren hoe het precies zit en kom er binnen een paar minuten op terug.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik kom terug op de vraag van een aantal Kamerleden waarom de minister-president niet in vak-K zit. Ik heb daarnaar geïnformeerd. De minister-president heeft verplichtingen elders. Ik zal hem namens de leden om een brief vragen waarin hij eventueel aangeeft wat die verplichtingen zijn.

Er is een meerderheid die ervoor is om het debat vandaag te houden. Wij kunnen daaraan nu beginnen. Ik geef dus het woord aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Allereerst wil ik het punt aansnijden van de schandalige loonsverhoging die de Europarlementariërs zichzelf en hun 60.000 ambtenaren hebben gegeven, met terugwerkende kracht, over 2012. Heel Nederland zat op de nullijn of in de min en in Brussel vieren ze feest op kosten van de Nederlandse belastingbetaler. Echt een schandalig feit. Wat nog erger is, is dat twee partijen hier in dit huis, de VVD en het CDA, daar vóór hebben gestemd. Ik wil een motie indienen om dat te repareren. Ik verwacht dus ook steun van met name deze twee partijen, CDA en VVD.

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de lidstaten en het Europees parlement hebben besloten om alle EU-ambtenaren met terugwerkende kracht een loonsverhoging te geven van 0,8% over 2012;

overwegende dat deze loonsverhoging totaal ongepast is;

verzoekt het kabinet, ALLE besluiten van de Europese Raad te vetoën totdat deze loonsverhoging van tafel is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Madlener en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 842 (21501-20).

De heer Verheijen (VVD):

Kan de heer Madlener aangeven waar en wanneer de VVD deze loonsverhoging gesteund zou hebben?

De heer Madlener (PVV):

Wij hebben daar een debat over gehad. Daarin is bevestigd door minister Timmermans, en ik dacht dat u dat ook bevestigd heeft, dat de VVD daar vóór zou hebben gestemd. Daar haal ik dus mijn informatie vandaag.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Verheijen.

De heer Verheijen (VVD):

Ik moet de heer Madlener even corrigeren. Dat kan gebeuren in dit soort debatten. De VVD heeft niet voorgestemd, niet in deze Kamer en ook niet in het Europees Parlement. Er waren een aantal andere fracties die wel in het Europees Parlement hebben voorgestemd. Dat zullen ze ongetwijfeld zelf bekendmaken. De VVD deed dat in ieder geval niet. Wij zijn hier en in Brussel tegen die loonsverhoging. Wij houden gewoon de nullijn aan.

De heer Madlener (PVV):

Dat doet mij deugd. Dan is het niet eens zo erg gesteld met de VVD als ik dacht. Ik neem aan dat zij wel de motie zal steunen om in ieder geval die loonsverhoging van tafel te krijgen. Dan zien we wat de VVD echt waard is. Ik neem dus aan dat de VVD voor mijn motie stemt.

Voorzitter. Ik kom op Oekraïne, een van de meest corrupte landen van Europa. Dat land dreigt met miljarden gesteund te worden. Weer miljarden, die voornamelijk afkomstig zijn uit Nederland. Nederland betaalt daar zeker 5% van. Het gaat dus om honderden miljoenen Nederlands belastinggeld dat naar Oekraïne dreigt te gaan.

Daar dien ik de volgende motie over in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Oekraïne een corrupte bodemloze put is;

overwegende dat de EU voornemens is om Oekraïne met miljarden te steunen;

verzoekt het kabinet om alle voorstellen van de Europese Commissie om Oekraïne financieel te steunen, te vetoën,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Madlener, De Roon en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 843 (21501-20).

De heer Verheijen (VVD):

Voorzitter. De vergadering van de Europese Raad aanstaande donderdag zal niet enkel gaan over klimaat en energie, maar zeker ook over de situatie met Oekraïne en Rusland. De ontwikkelingen in de Krim volgen elkaar in hoog tempo op. Wat ons betreft blijven de-escalatie en dialoog essentieel, maar zoiets kan niet van een kant komen. De bal ligt bij Rusland. Donderdagochtend zullen we hier in deze Kamer, voorafgaand aan de Europese Raad, daar opnieuw over spreken.

De situatie met Rusland dwingt ons ook om opnieuw na te denken over onze energiepolitiek. We hebben het er donderdag uitgebreid over gehad. Energiebeleid gaat naast klimaat zeker ook over concurrentiekracht en veiligheidsbeleid. De situatie van dit moment maakt dat meer dan ooit duidelijk.

Tot slot, wij werden afgelopen week Kamerbreed onaangenaam verrast met het loonakkoord met EU-ambtenaren voor 2012 en verder. Het is een slecht signaal richting de lidstaten, een slecht signaal richting al die ambtenaren in de lidstaten die op de nullijn zitten of gekort worden, en richting al die werknemers van wie hun baan ter discussie staat. Het tast ook de geloofwaardigheid van de Europese Unie aan en is niet uit te leggen. Wij willen daarom de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende het bereikte akkoord met betrekking tot de EU-ambtenarensalarissen vanaf 2012;

overwegende dat de geloofwaardigheid van en het draagvlak voor de EU gebaat zijn bij matiging van de arbeidsvoorwaarden;

verzoekt de regering, bij de (nieuwe) Europese Commissie en in de Europese Raad te blijven aandringen op verdere versobering van de arbeidsvoorwaarden van Europese ambtenaren en politici en in te zetten op een hervorming van het vergoedingensysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verheijen en Maij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 844 (21501-20).

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een drietal moties. De eerste gaat over ambitieuze klimaatdoelstellingen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ambitieuze Europese klimaat- en energiedoelstellingen noodzakelijk zijn om de opwarming van de aarde onder de 2˚C te houden;

overwegende dat de Europese Unie voor meer dan de helft van haar energieverbruik afhankelijk is van import, dat deze mate van energieafhankelijkheid de energiezekerheid ondermijnt en de EU kan belemmeren bij het opkomen voor vrede en mensenrechten;

overwegende dat bindende doelstellingen voor de opwekking van hernieuwbare energie en voor energiebesparing de energie-importen van de EU fors kunnen doen dalen, met bijna een kwart in 2030 en meer dan de helft in 2050 volgens het impact assessment van de Europese Commissie;

verzoekt de regering om te ijveren voor ambitieuze, bindende EU-doelstellingen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, voor toename van de opwekking van hernieuwbare energie en voor energiebesparing in 2030, waarbij de EU-brede doelen worden vertaald in bindende nationale subdoelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 845 (21501-20).

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb een motie in het verlengde daarvan. Mijn collega Van Tongeren heeft in het vragenuurtje al vragen gesteld over de handelsmissie naar Rusland. Het lijkt ons geen goed idee om nu verder te gaan met de voorbereidingen daarvan. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie en de internationale gemeenschap sancties tegen Rusland hebben ingesteld en aanvullende sancties overwegen;

constaterende dat de Nederlandse regering een energiemissie naar Rusland organiseert;

verzoekt de regering, de voorbereiding van de energiemissie naar Rusland op te schorten totdat er duidelijkheid is over mogelijke vervolgsancties door de Europese Unie tegen Rusland;

verzoekt de regering tevens, in de Raad van Ministers voor te stellen de deelname van de Europese lidstaten aan het International Energy Forum te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 846 (21501-20).

De heer Verheijen (VVD):

Ook het stoppen van voorbereidingen is een signaal. Dat is een daad. Wat verstaat de heer Klaver onder de-escalatie? Valt dit onder de-escalatie?

De heer Klaver (GroenLinks):

Valt het eronder: ja. Als wij nu namelijk doorgaan met de besprekingen, doorgaan met de voorbereidingen van zo'n missie en die straks zouden moeten stopzetten, dan is de schok alleen maar groter. Ik denk dat je nu even een pas op de plaats moet maken en dat dat ook het juiste signaal is aan Rusland.

De heer Verheijen (VVD):

Het zal duidelijk zijn dat wij daar anders in zitten. Door het nu stop te zetten loop je eigenlijk al vooruit op die sancties en maak je ze ook minder scherp, want je wilt die sanctie op tafel hebben om zo goed mogelijk druk te kunnen uitoefenen. Dat nu stopzetten zou daarop vooruitlopen zijn, zou het instrument minder scherp maken en zou in ieder geval niet aan de-escalatie bijdragen.

De voorzitter:

Dat was dus geen vraag.

De heer Verheijen (VVD):

Is de heer Klaver dat met mij eens?

De heer Klaver (GroenLinks):

Nee. Ik denk dat het juist belangrijk is dat Nederland anticipeert op wat er in de toekomst gaat gebeuren. Dat hebben wij de afgelopen weken al gezien. Wij zien dat er al wordt gesproken over verdergaande sancties. Vandaag was er nog nieuws over Poetin en de wet die hij wil gaan tekenen om de Krim in te lijven. Ik denk dat nu het juiste moment is om te zeggen: we schorten de handelsmissie op tot duidelijk is wat wij in internationaal verband gaan doen om dit tegen te gaan.

Mijn tijd is doorgelopen zojuist, maar ik wil nog graag één motie indienen. Ik zal daar gelijk toe overgaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment onvoldoende zichtbaar is of in Nederland vermogens gestald zijn die op corrupte wijze verkregen zijn en wie de uiteindelijke belanghebbende van deze vermogens zijn;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer vastgesteld heeft dat er jaarlijks 16 miljard euro in Nederland wordt witgewassen;

overwegende dat inzicht in de herkomst en de vraag wie de eigenaren zijn van de in Nederland gestalde vermogens nodig is om witwassen en belastingontduiking te voorkomen;

overwegende dat een meerderheid van het Europees Parlement heeft ingestemd met een voorstel voor een openbaar register van uiteindelijke belanghebbenden;

verzoekt de regering, zich in de Raad van Ministers actief in te zetten voor een openbaar register van uiteindelijke belanghebbenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 847 (21501-20).

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. We zagen eerder al de fluisterinvasie van de Krim en nu is het gekomen tot een volwaardige annexatie van de Krim door Rusland. Ik heb in dit kader een vraag aan de staatssecretaris die voor mijn fractie van belang is voor de stemmingen. Minister Kamp liet vandaag in het vragenuur zien dat het wat hem betreft nog steeds business as usual is. Vindt het kabinet dat fase 3 van de sanctieladder bereikt is, nu de Krim officieel geannexeerd is? Welke criteria hanteert het kabinet voor fase 3 van de sanctieladder?

Energiepolitiek is meer dan ooit buitenlandpolitiek, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele brandstoffen grote ongewenste effecten heeft op de slagkracht van de Europese diplomatie;

overwegende dat de Europese geopolitieke positie ernstig ondergraven wordt door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, zowel in internationaal veiligheids-, handels- als klimaatbeleid;

van mening dat vertraging in de verduurzaming van de Europese energievoorziening daarom ontoelaatbaar is;

verzoekt de regering om in Europees verband — nadrukkelijk ook vanuit het oogpunt van buitenlands beleid — in te zetten op nationaal bindende doelstellingen voor de opwekking van duurzame energie als onderdeel van de Europese klimaatdoelen voor 2030,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 848 (21501-20).

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. Ook mijn fractie maakt zich grote zorgen over de situatie op de Krim en in Oekraïne. Daarover zal donderdag nog een algemeen overleg worden gehouden. Ik wil ingaan op twee punten die we hebben besproken tijdens het algemeen overleg van afgelopen donderdag. Een punt is verwoord in de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een Europese aanpak onontbeerlijk is om witwaspraktijken, corruptie en fraude effectief tegen te gaan;

constaterende dat Europese landen nu verschillende posities innemen in deze discussie;

constaterende dat het kabinet een belangrijke rol ziet weggelegd voor het instellen van een centraal aandeelhoudersregister;

verzoekt de regering, bij de onderhandelingen om te komen tot een effectievere bestrijding van witwaspraktijken, corruptie en fraude, een Europese voorhoedepositie in te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maij en Nijboer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 849 (21501-20).

De heer Klaver (GroenLinks):

Betekent deze motie dat de PvdA het kabinet eigenlijk vraagt om zich er in de Europese Raad voor in te zetten dat het register openbaar wordt?

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. Volgens mij is dat duidelijk de inzet geweest van mijn collega's die met het initiatief voor een register zijn gekomen, opdat ook bij de Kamers van Koophandel duidelijk is wie achter de verschillende organisaties zit.

De heer Klaver (GroenLinks):

"Openbaar" betekent voor mij niet alleen dat het register toegankelijk is voor de Belastingdienst, maar ook dat burgers in Nederland, ngo's en journalisten toegang hebben en na kunnen gaan wie de uiteindelijke belanghebbende is. Is dat de bedoeling van deze motie?

Mevrouw Maij (PvdA):

De bedoeling van deze motie is dat de regering zich in Europa inzet om witwaspraktijken, corruptie en fraude tegen te gaan en daarbij ook de voorhoede vormt. Daartoe wordt in deze motie opgeroepen. U kent het initiatief van mijn collega's met betrekking tot het register van de personen achter de verschillende organisaties dat bij de Kamers van Koophandel moet worden neergelegd.

De heer Sjoerdsma (D66):

Excuus, ik ben wat laat, maar ik heb een vraag over de vorige motie. Betekent die motie dat de PvdA voor een Europees Openbaar Ministerie is? Dat is immers nodig om het beoogde doel te kunnen bewerkstelligen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Volgens mij was mijn oproep heel duidelijk. De PvdA wil heel graag dat de regering zich inzet in de voorhoede bij het tegengaan van witwaspraktijken, corruptie en fraude. Ik wil heel graag van de regering horen hoe dit in Europa geregeld kan worden.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat begrijp ik niet helemaal, want dan heb je het een zonder het ander. Dan heb je eigenlijk helemaal niets. Misschien moet ik dus constateren dat de PvdA eigenlijk geen van beide wil.

Mevrouw Maij (PvdA):

Dat is een foute constatering.

In het algemeen overleg hebben we gesproken over het energiebeleid. Mijn fractie is voorstander van bindende nationale doelstellingen voor duurzame energie. De regering heeft aangegeven eerst de onderzoeken van het PBL en het ECN af te willen wachten. Wij hebben al eerder aangegeven dat wij daar begrip voor hebben, temeer omdat dan ook duidelijker wordt wat de precieze voor- en nadelen zijn. Als er tot definitieve besluitvorming wordt overgegaan, wil mijn fractie echter wel graag dat de regering zeker niet tegen nationale bindende doelstellingen zal zijn. Ik vraag de staatssecretaris of het klopt dat dit aanstaande donderdag niet wordt besproken. Zo ja, dan zullen we hier op een later moment op terugkomen.

De heer Madlener (PVV):

Mevrouw Maij heeft samen met de VVD-collega een motie ingediend waarin wordt aangegeven dat de geloofwaardigheid en het draagvlak van de EU gebaat zijn bij matiging van de arbeidsvoorwaarden en waarin de regering wordt verzocht om bij de Europese Commissie en de Europese Raad aan te dringen op versobering van de arbeidsvoorwaarden van de Europese ambtenaren. De leden van de PvdA, dus van de partij van mevrouw Maij, in het Europees Parlement hebben echter voor een loonsverhoging gestemd. Hoe kan dat nou?

Mevrouw Maij (PvdA):

We hebben het in het algemeen overleg duidelijk daarover gehad. De PvdA is voor loonmatiging. Dat staat ook in ons verkiezingsprogramma voor de komende verkiezingen. We hebben dit ook duidelijk besproken met de regering. We steunen de inzet van de regering en roepen haar ertoe op om vooral vast te houden aan die inzet.

De heer Madlener (PVV):

Dat zegt u hier; u zegt tegen de Nederlandse kiezer dat de PvdA voor loonmatiging is, maar uw mensen in het Europees Parlement stemmen voor een loonsverhoging. Dat is toch puur kiezersbedrog?

Mevrouw Maij (PvdA):

De heer Madlener mag mij afrekenen op wat ik zeg en hij mag de heer Timmermans afrekenen op wat hij zegt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn collega van de PvdA is helder geweest. Zij zei dat haar fractie voor bindende doelstellingen is en dat zij niet wil dat het kabinet zich tegen bindende doelstellingen keert. Gaat de PvdA-fractie dan voor de motie stemmen die mijn fractie zojuist heeft ingediend? In die motie wordt het kabinet namelijk gevraagd om zich in te zetten voor die bindende doelstellingen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik heb de staatssecretaris zojuist gevraagd wat op dit moment de stand van zaken is en of dit nu inderdaad niet wordt besproken. In dat geval zullen we bekijken of de onderzoeken van het PBL en het ECN afgewacht kunnen worden, maar ik wil graag eerst het antwoord van de staatssecretaris horen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Net als collega Madlener was ik een beetje in verwarring door de mede door mevrouw Maij ingediende motie over de ambtenarensalarissen. Zij zegt dat zij moet worden afgerekend op wat zij hier zegt. Oké, maar staat de positie van de PvdA over de salarisverhogingen in de EU in het verkiezingsprogramma van de PvdA voor de komende Europese verkiezingen? Is de PvdA daarvoor of daartegen?

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik zou u aanraden om het verkiezingsprogramma te lezen. Daar kunt u dat in vinden.

De heer Sjoerdsma (D66):

Kennelijk heeft mevrouw Maij ook haar eigen verkiezingsprogramma niet gelezen. De fractie van de PvdA in het Europees Parlement heeft tegen het voorstel gestemd. Ik weet dus niet of wij veel aan die verkiezingsprogramma's hebben.

Mevrouw Maij (PvdA):

De heer Sjoerdsma kan het verkiezingsprogramma lezen. Daar staat heel duidelijk in dat dit de inzet is van de PvdA: matiging, matiging, matiging.

De vergadering wordt van 16.08 uur tot 16.18 uur geschorst.

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Ik wil toch even de warmte waarmee ik vandaag ben ontvangen, noemen. Ik dank de Kamerleden daarvoor. Ik handel eerst de moties af en daarna de twee vragen, één van de D66-fractie en één van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Ik kom eerst op de motie van de heren Madlener en Wilders, op stuk nr. 842. Nederland heeft ertegen gestemd, maar is daarbij overstemd. Er is geen aanleiding om de Europese top, waar belangrijke zaken zoals klimaat, energie en de situatie in Oekraïne worden besproken, te gijzelen. Ik ontraad de motie dan ook.

In de motie op stuk nr. 843 wordt het kabinet verzocht om alle voorstellen …

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb nog een vraag naar aanleiding van de eerste motie. De bewindspersoon zegt dat de Nederlandse regering ertegen heeft gestemd. Heeft de Nederlandse regering er in het Coreper en in de Europese Raad tegengestemd? Wanneer heeft zij tegen dit voorstel gestemd?

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zal er zo op ingaan, wanneer ik kom op nog een motie over de loonsverhoging. Ik voer nu namens het kabinet het woord in dit VAO, terwijl de Raad gaande is. Ik heb ook nog een actuele mededeling in het kader van dit onderwerp. Ik kom er dus zo op terug.

De heer Omtzigt (CDA):

Heeft de Nederlandse regering in het Coreper voor of tegen dit voorstel gestemd?

Staatssecretaris Mansveld:

Dat is mij op dit moment niet bekend. Ik ga ervan uit dat ik het antwoord voor het einde van dit VAO krijg, als ik de gelegenheid krijg om de vraag zo meteen te beantwoorden.

De heer Madlener (PVV):

Ik ga even nader in op het stemgedrag van de Partij van de Arbeid. De staatssecretaris is van de Partij van de Arbeid. Ik wil graag weten hoe het kan zijn dat hier, in dit huis, tegen de Nederlandse kiezer wordt gezegd dat de PvdA tegen die loonsverhoging is, terwijl de leden van dezelfde PvdA in het Europees Parlement voor die loonsverhoging stemmen. Ik wil graag weten waarom dat geen kiezersbedrog zou zijn.

De voorzitter:

De staatssecretaris is lid namens het kabinet.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik vertegenwoordig inderdaad het kabinet. Ik verzoek de heer Madlener dan ook om over de stemmingen contact op te nemen met de desbetreffende leden van het Europees Parlement. Daar kan hij de achtergrond van dat stemgedrag achterhalen.

De heer Madlener (PVV):

Mevrouw Mansveld zit hier namens …

De voorzitter:

Staatssecretaris.

De heer Madlener (PVV):

Staatssecretaris Mansveld zit hier namens het kabinet, maar ze is ook lid van de Partij van de Arbeid. Ik vraag haar op de man af — nee, op de vrouw af — om aan de mensen die luisteren en misschien wel overwegen om bij de gemeenteraadsverkiezingen of de Europese verkiezingen op de Partij van de Arbeid te stemmen, uit te leggen hoe het nu zit. Ik vind dat mensen daar recht op hebben. Waar staat de Partij van de Arbeid voor: wel of geen loonsverhogingen in het Europees Parlement?

Staatssecretaris Mansveld:

Ik denk dat de heer Madlener heel goed op de hoogte is van het feit dat we een duaal stelsel hebben. Ik vertegenwoordig hier het bestuur. Als de leden van de Partij van de Arbeid in het door hem genoemde parlement op een bepaalde manier hebben gestemd, dan moet ik hem echt naar hen verwijzen. Zij staan voor hun eigen stem. Daar kan hij ook de toelichting krijgen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Mansveld:

In de motie op stuk nr. 843 van de heren Madlener, De Roon en Wilders wordt het kabinet verzocht om alle voorstellen van de Europese Commissie te vetoën. Vorige week is er een uitgebreid debat met minister Dijsselbloem geweest. Hij heeft toen ook aangegeven dat hij elk voorstel op zijn merites zal beoordelen. Ik ontraad deze motie dan ook.

De motie op stuk nr. 844 van de heer Verheijen en mevrouw Maij gaat over de versobering van de arbeidsvoorwaarden. Als ik het verzoek in deze motie mag lezen als een inspanningsverplichting, dan zie ik de motie direct als ondersteuning van beleid. Zoals bekend zijn de onderhandelingen over het EU-ambtenarenstatuut in juli 2013 afgesloten. Ik kan de Kamer een update geven. Conform de toezeggingen van de minister van Buitenlandse Zaken in het AO van vorige week, dat aan dit VAO vooraf is gegaan, heeft hij vanochtend en marge van de Raad Algemene Zaken bij gelijkgezinden gesondeerd hoeveel ruimte er is om de reeds akkoord bevonden 0,8% stijging voor 2012 ongedaan te maken. De conclusie was dat de ruimte er nu juridisch niet is om dat nogmaals aan te vechten. Niettemin zal het kabinet bij alle daartoe geëigende gelegenheden bepleiten om het pakket van salaris en arbeidsvoorwaarden voor het EU-personeel te versoberen. Voorzitter. Dan kom ik bij de motie-Klaver/Van Ojik op stuk nr. 845. Wat ik daarover wil zeggen betreft ook de motie-Sjoersdma/Van Veldhoven op stuk nr. 848. Daarmee ga ik ook meteen in op de vraag van mevrouw Maij. Er is geen indicatie dat er op de Europese top afspraken gemaakt worden over een eventuele doelstelling voor hernieuwbare energie. Die indicatie heb ik tot op heden niet en er is geen enkele verwachting dat die er zal komen.

Verder heeft het kabinet met de Kamer afgesproken om het onderzoek van ECN en PBL over wat de impact is van het Europese doel van 40% CO2-vermindering en de samenhang met het Europese doel voor duurzame energie af te wachten. Ik heb begrepen dat de minister-president dit tijdens het AO heeft bevestigd. Dat hebben we elkaar nu toegezegd. Ik was aanwezig bij het AO waarbij minister Kamp zijn betoog heeft gehouden over het behandelvoorstel onder voorbehoud. De Kamer heeft hierover een brief ontvangen. Dit onderzoek zal voor Prinsjesdag komen. Het kabinet heeft aangegeven dat het van groot belang is dat de doelstelling voor hernieuwbare energie de werking van het ETS niet nadelig beïnvloedt. Ik hecht eraan om te zeggen dat er voor Europa een bindende doelstelling van 27% is voorgesteld. Dat voorstel hebben wij gesteund, met daarbij de tekst dat wij het wel belangrijk vinden dat de nationale plannen worden ingediend en beoordeeld door de Commissie en dat zij ook beoordeeld en gemonitord worden door de Commissie om te kunnen vaststellen of die bindende doelstelling van 27% gehaald wordt.

De voorliggende moties doorkruisen dat proces. Ik ontraad daarom aanvaarding van de moties op stukken nrs. 845 en 848.

Mevrouw Maij (PvdA):

Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording. Zij zegt dat zij geen indicatie heeft dat dit besproken zal worden. Ik heb de staatssecretaris ook gevraagd of de premier, mocht het wel besproken worden, niet voor afspraken over nationaal bindende doelstellingen voor duurzame energie zal gaan liggen. Kan de staatssecretaris die vraag nog beantwoorden?

Staatssecretaris Mansveld:

Eigenlijk komt deze vraag te vroeg. Dat heb ik ook eerder aangegeven. Wij willen eerst het onderzoek van ECN en PBL afwachten om te weten wat de impact is. Dan pas zullen wij ons standpunt bepalen. Dit opgeteld bij de grote onwaarschijnlijkheid dat het besproken wordt, blijf ik van mening dat wij eerst die stappen moeten zetten. De minister-president heeft wat ik net heb gezegd over de onderzoeken van ECN en PBL in het AO bevestigd. Dus ik kan nu al zeggen dat de minister-president hiervoor staat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik probeer het nog een klein beetje te volgen. Volgens mij heb ik zojuist gehoord dat de fractievoorzitter van een van de coalitiepartners absoluut bindende doelstellingen wil, nationaal bindende doelstellingen. Deze staatssecretaris heeft haar handtekening gezet onder een brief van de Green Growth Group, waarin staat dat men tegen de bindende doelstellingen is. Is de staatssecretaris van plan, haar handtekening onder die brief vandaan te halen?

Staatssecretaris Mansveld:

Daar wil ik wel een aantal opmerkingen over maken. De heer Klaver heeft de tekst niet goed gelezen. In die brief staat niet dat wij tegen bindende doelstellingen zijn. Dit is een verklaring van een groep landen die een koers wil bepalen bij de Europese ambitie om daarin voorop te lopen. Landen als Denemarken en Duitsland, die een eigen specifieke koers varen, hebben hier ook hun handtekening onder gezet. Het is een verklaring. Er staat niet dat wij tegen bindende doelstellingen zijn. Hadden wij deze verklaring niet ondertekend — en daar is best discussie over geweest, want je moet met een groot aantal landen tot een gemeenschappelijke verklaring komen — dan zouden wij ons in het kamp hebben geschaard van landen zoals Polen en Hongarije. En daar horen wij zeker niet thuis, want als ik één opdracht meekrijg van deze Kamer is het: ambitie, ambitie en ambitie waar het gaat om klimaatbeleid.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ambitie is niet zozeer je aansluiten bij anderen, maar ook zelf het initiatief nemen. Dat had bijvoorbeeld gekund door te zeggen: wij willen die bindende afspraken. Maar als ik de staatssecretaris goed begrijp, heeft zij nimmer gezegd dat die bindende afspraken er niet moeten komen en zal het kabinet wanneer dit onderwerp op deze top wordt besproken, niet aangeven dat er bindende doelstellingen moeten komen.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb gezegd dat wij in een proces zitten met het PBL en het ECN. Dat proces wil ik afwachten. Ik heb gezegd dat wij een verklaring hebben ondertekend. Daar staat niet in dat wij tegen bindende doelstellingen zijn. Met een groot aantal landen hebben wij, met alles wat ik in mij heb en waar deze Kamer mij toe stuurt, de ambitie verwoord met betrekking tot klimaat en energie. De heer Klaver zegt: ambitie betekent ook vooroplopen. Hij weet dat wij als een van de eerste landen hebben aangegeven dat we minimaal 40% CO2-reductie willen. Wij waren daar bijzonder ambitieus in, in relatie tot andere landen. Ik herhaal wat ik heb gezegd en daar laat ik het ook bij.

De heer Sjoerdsma (D66):

Toch nog even over dit punt. De staatssecretaris zegt dat wij bijzonder veel ambitie hebben, maar we hebben in de afgelopen jaren gezien, wanneer het niet nationaal bindend was, dat alle Europese lidstaten werden uitgespeeld door dat grote machtige Rusland. Als we dit bekijken met het oog op de veiligheidspolitiek en niet alleen de duurzaamheid, zou de staatssecretaris dan niet op dit moment juist een enorme voorstander moeten zijn van nationaal bindende afspraken?

Staatssecretaris Mansveld:

In verband daarmee hebben we niet gesproken over nationaal bindende afspraken. Er is afgesproken dat er overmorgen een AO is over de problematiek van Rusland en de Oekraïne. Dat zou ik daar willen laten liggen. Ik denk dat er een vergelijking te maken is met de standpunten die Polen en Hongarije innemen. Zij hebben toch een andere visie op het klimaat. Ik vind het belangrijk om met die landen in gesprek te gaan. Ik heb altijd gezegd dat je wel breed voor de troepen uit kunt lopen om een breed gedragen stap naar voren te maken bij het klimaatbeleid, maar dan kom je niet met zijn allen over de finish. Dan kom je in je eentje over de finish. Dan denk je dat je gewonnen hebt, maar dan heb je niet je doelen bereikt.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Mansveld:

De motie van de leden Klaver en Van Tongeren op stuk nr. 846 gaat over de energiemissie. Daarin wordt gevraagd om de deelname van de Europese lidstaten aan het International Energy Forum te heroverwegen. Economische sancties zijn een vervolgstap die alleen in Europees verband genomen moeten worden. Mijn collega's minister Dijsselbloem en de minister-president hebben dat ook bepleit, heb ik begrepen. Dat is nu nog niet aan de orde. Gisteren zijn er gerichte sancties afgekondigd: een visumban en bevriezing tegoeden. Het kabinet is zo nodig bereid tot economische sancties, als Rusland niet inbindt, maar wij vinden de motie voorbarig. De missie gaat in die zin gewoon door. We opereren hierbij ook in EU-verband. Ik ontraad dan ook de motie.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het verzoek is tweeledig. Een deel van het verzoek gaat over het heroverwegen van de deelname aan het International Energy Forum. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar dat zou voor alle ministers van de Europese Unie moeten gelden. Even voor de goede orde, dat forum wordt gehouden in Moskou.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik begrijp het punt van de heer Klaver. Ik vraag hem om dat in het AO van komende donderdag in te brengen, omdat dat direct in relatie staat tot Rusland en de Oekraïne. Ik vind persoonlijk dat je elk forum moet gebruiken om te laten zien wat je standpunt is, als het om de inhoud gaat. Het op voorhand zeggen dat we dat heroverwegen zou in een breder kader bezien moeten worden met de minister van Buitenlandse Zaken. In die zin stel ik ook voor dat u die vraag aanstaande donderdag herhaalt.

De heer Klaver (GroenLinks):

We hebben net een debat gehad over de aanwezigheid van de premier. Daarom ben ik niet geneigd om het helemaal naar andere debatten te verplaatsen. Ik kom echt terug op deze vraag. Er is besloten dat de G8 niet in Sotsji gehouden zal worden. De G8 heeft laten weten niet naar Rusland te gaan. Die bijeenkomst zou ongeveer in dezelfde periode zijn als waarin dit forum in Moskou wordt georganiseerd. In de motie wordt gevraagd of het kabinet in de Europese Raad wil vragen om te heroverwegen of de ministers van de Europese Unie hiernaartoe moeten. Mag ik misschien vragen wat het kabinet überhaupt wel wil, als het gaat om Rusland?

Staatssecretaris Mansveld:

De laatste vraag kan ik op dit moment niet beantwoorden, dus die ga ik ook niet beantwoorden. Ik heb net gereageerd op de motie: dat ik die voorbarig vind; dat het gaat om vervolgstappen en dat iedere stap op zijn merites moet worden beoordeeld, dat dit nog moet worden ingevuld, dat de missie doorgaat, evenals onze deelname aan het International Energy Forum, dat we opereren in EU-verband.

De voorzitter:

Meneer Klaver, u hebt een procedurele opmerking? U mag immers maar twee vragen stellen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeker, voorzitter. Ik zal geen inhoudelijke vraag stellen, maar een punt van orde maken. We hadden eerder vandaag een ordedebatje, waarin werd gezegd dat het kabinet met één mond spreekt en dat er een afvaardiging is. Nu krijg ik op allerlei vragen het antwoord: sorry, daar ga ik niet over; dat weet ik niet, vraag dat maar aan de minister van Buitenlandse Zaken in een ander AO. Ik vind dat geen goede gang van zaken.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik wil hier even een opmerking over maken. Ik heb iets gezegd over de brede discussies over Oekraïne en Rusland. De Kamer heeft zojuist in een procedurevergadering afgesproken dat ze daar donderdagochtend een AO over wil houden. Dit is een VAO over een Raad die momenteel gaande is. De Kamer heeft die afspraak over komende donderdag met zichzelf gemaakt. Ik denk dat het goed is om alles wat hier wordt besproken, in een breder kader te plaatsen. "Dat weet ik niet" of "ik heb hier geen antwoord op" heeft u niet uit mijn mond gehoord.

Er zijn nog twee moties over. De zesde motie, op stuk nr. 847, gaat over een openbaar register. Nederland zet zich mondiaal en in EU-verband actief in voor een effectievere witwasbestrijding, onder andere door het bevorderen van de automatische uitwisseling van fiscale gegevens. Verder steunt Nederland de Common Reporting Standards van de OESO, het centraal aandeelhoudersregister en de spaartegoedrichtlijn. De Europese Raad van 20 en 21 maart zal oproepen tot de aanpak van belastingfraude en belastingontwijking. Het kabinet is een groot voorstander van afstemming van de EU-initiatieven met mondiale ontwikkelingen.

De achtste motie, op stuk nr. 849, zien wij als ondersteuning van het beleid. In de zesde motie, op stuk nr. 847, wordt gevraagd om een openbaar register. Een openbaar register is ons een brug te ver, in verband met privacy-aangelegenheden. Daarom ontraad ik deze motie.

Ik zie dat ik zomaar over de vragen en opmerkingen van de heer Sjoerdsma heen ben gestapt. Mijn excuus daarvoor. Het betrof fase drie, de sancties en het embargo. De mogelijkheid van een wapenembargo ligt op tafel; zie daarvoor het verslag van de RBZ van gisteren. Het zou voorbarig zijn om ons daar nu al over uit te spreken. Dit staat hoog op de agenda van de Europese Raad. Nieuwe sancties zijn waarschijnlijker geworden. Maar ik heb eerder aangegeven dat er in EU-verband moet worden opgetreden. Ik begrijp dat de Kamer deze discussie graag breder zou willen voeren. Ik heb begrepen dat de Kamer zichzelf daarvoor ook de gelegenheid heeft gegeven, namelijk met een AO komende donderdagochtend. Met deze beantwoording wil ik de heer Sjoerdsma suggereren die discussie in dat bredere kader te voeren.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik zou daar natuurlijk heel graag gehoor aan geven, ware het niet dat we zo gaan stemmen over moties die ook dit onderwerp aangaan. Vandaar de volgende vragen ter verheldering: is het kabinet van mening dat er op dit moment sprake is van fase drie op de sanctielader, zoals minister Timmermans eerder meedeelde? Is er nu, na de vermeende annexatie van de Krim door Rusland, sprake van fase drie, ja of nee?

Staatssecretaris Mansveld:

Op dit moment is de heer Timmermans in Brussel, in de Raad Algemene Zaken. Ik weet niet wat de actualiteit is. Dat maakt het VAO wat ingewikkeld, omdat het tegelijk met de Raad is. Ik kan hier geen antwoord op geven, simpelweg vanwege de actualiteit waar de ministers van Buitenlandse Zaken op dit moment in zitten.

De voorzitter:

De heer Omtzigt had nog een vraag. Kan hij die voor de zekerheid herhalen?

De heer Omtzigt (CDA):

De vraag van de CDA-fractie ging over het stemgedrag van het kabinet in de COSAC en vandaag. De regering zal zich inzetten, maar stemt ze uiteindelijk ook tegen het voorstel?

Staatssecretaris Mansveld:

Ik heb hier staan: de Nederlandse delegatie heeft snoeihard tegengestemd. Er is net gesproken met de plaatsvervanger in het Coreper, een ambassadeur, en hij bevestigde dit. Dat is dus mijn antwoord.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil mijn motie over het belanghebbendenregister aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn motie (21501-20, nr. 847) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik wil de staatssecretaris hartelijk bedanken voor haar aanwezigheid, voor het beantwoorden van de vragen en voor het becommentariëren van de moties. De opmerking over de warme ontvangst van de Kamer had echt betrekking op de afwezigheid van de minister-president en absoluut niet op de bewindspersoon, wie dat ook moge zijn.

De vergadering wordt van 16.39 uur tot 16.45 uur geschorst.

Naar boven