8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het intrekken van de Beginselenwet AWBZ-zorg van de lijst af te voeren.

Op verzoek van de vaste commissie voor Defensie stel ik voor om de wens te kennen te geven, nadere inlichtingen te willen ontvangen over de oprichting van de Stichting Defensiemusea (33864, nr. 1).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 30545, nr. 127, 28625, nr. 182 en 28625, nr. 184.

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Klein (33529, nr. 52) en de aangehouden motie-Servaes/Van Tongeren (21501-02, nr. 1356).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met een uitbreiding van de meldingsplicht van ernstige ongewenste voorvallen (33646);

  • -het wetsvoorstel Instelling van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie en wijziging van enkele wetten (Wet Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie) (33743);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeervoorschriften, het Wetboek van Strafvordering en de Gemeentewet in verband met de digitalisering van de handhaving van veelvoorkomende overtredingen (Wet digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen (33697);

  • -het wetsvoorstel Uitvoering van het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart (Trb. 2013, 134) en het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartvoertuigen (Trb. 2013, 133) (33759);

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart (Trb. 2013, 134) en het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartvoertuigen (Trb. 2013, 133) (33760).

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

33858-2; 32012-18; 32605-138; 32735-101; 21501-31-327; 22112-1770; 22112-1765; 22112-1780; 22112-1781; 21501-31-331; 33625-74; 21501-02-1332; 2013Z25033; 30136-37; 30196-233; 22112-1756; 28325-153; 30196-231; 2014Z02593; 21501-08-505; 30196-243; 33818-57; 33161-122; 2014Z03588; 33161-137; 21501-30-321; 22112-1743; 21501-20-817; 22112-1779; 21501-32-763; 21501-30-322; 2014Z00367; 2014Z00640; 26991-391; 21501-32-762; 22112-1760; 33835-3; 33835-2; 22112-1789; 32201-68; 33779-1; 30196-199; 33124-27; 30196-186; 29665-192; 31936-166; 26959-140; 29665-191; 29665-188; 29665-190; 29665-189; 31936-156; 31936-160; 33670-3; 29893-160; 33750-XII-61; 22112-1751; 2013Z24280; 32252-53; 2012Z20803; 32847-32; 32730-14; 32271-11; 32847-24; 29453-219; 32730-13; 33280-12; 29453-218; 29362-203; 32847-18; 32440-8; 31490-100; 32847-91; 32847-92; 32847-95; 32847-86; 32757-81; 33240-7; 33756-29; 33819-6; 30196-223; 30196-227; 30196-198; 33779-2; 30196-201; 29665-193; 33231-3; 29665-195; 29665-194; 32660-57; 28719-83; 2014Z00210; 26448-508; 2014Z00242; 33750-IV-19; 33652-3; 21501-33-451; 31936-168; 33750-A-59; 33400-IV-43; 30175-188; 32646-41; 30175-193; 30175-192; 32646-40; 33750-XII-64; 29984-443; 32404-70; 32404-69; 32404-67; 2014Z00249; 2014Z01014; 32850-5; 2013Z24183; 29544-477; 25883-225; 25834-83; 25834-82; 25834-84; 25883-222; 29817-130; 25834-79; 29407-168; 25834-80; 29427-97; 25883-227; 29453-343; 31936-164; 31936-155; 2013Z20731; 31936-167; 31936-163; 31936-158; 31936-162; 31936-157; 31936-161; 29385-76; 32127-160; 29385-68; 29383-192; 32127-148; 30196-140; 33750-A-54; 22112-1769; 29398-393; 29398-373; 33400-A-112; 29398-380; 29398-388; 29398-381; 33750-A-10; 29398-379; 29398-371; 33750-XII-65; 21501-33-456; 21501-33-462; 29398-376; 33485-2; 29398-392; 22112-1403; 27664-78; 22112-1394; 22112-1377; 21501-08-406; 22112-1228; 21501-33-337; 21501-33-338; 22112-1217; 27625-153; 31793-3; 31700-XI-65; 32216-5; 22112-1202; 27625-155; 32123-XI-20; 21501-33-334; 21501-33-336.

Ik stel ten slotte voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Arbeidsmigratie, naar aanleiding van een algemeen overleg op 13 maart 2014, met als eerste spreker het lid Ulenbelt van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pieter Heerma van de CDA-fractie.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag berichtte Trouw op de voorpagina over een onderzoek van het Kinderrechtencollectief, waaruit blijkt dat de armoede onder kinderen in Nederland de laatste jaren flink is gestegen en dat de armoede onder kinderen meer is toegenomen dan in andere leeftijdsgroepen en juist buiten de grote steden. Daarbovenop kwam gisteren het persbericht van het Nibud, waarin wordt gewezen op de groeiende armoede van gezinnen met kinderen die van een minimum moeten rondkomen. Er lijkt mij alle reden om een debat te voeren met de staatssecretaris van Sociale Zaken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Zoals u net zag, wuift de staatssecretaris dit allemaal weg. Zij redeneert dit weg.

De voorzitter:

Wel of geen steun?

Mevrouw Karabulut (SP):

Het verergert alleen maar. Dus van harte steun.

De heer Kuzu (PvdA):

In de afgelopen periode zijn er diverse onderzoeken verschenen ...

De voorzitter:

Het geldt ook voor u: wel of geen steun?

De heer Kuzu (PvdA):

... over armoede onder kinderen. Ik zou de staatssecretaris willen verzoeken om hierover een brief te sturen. Geen steun voor het debat, maar wel graag een reactie per brief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun.

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Potters (VVD):

Geen steun voor het debat, wel voor een brief.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook steun van D66.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het debat en ook voor de brief.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Heerma, er is geen meerderheid voor uw verzoek. Wel is er steun voor een brief.

De heer Pieter Heerma (CDA):

En voor een dertigledendebat. Ik wil het verzoek hierbij omzetten in een verzoek om een dertigledendebat. Daar is ruim steun voor.

De voorzitter:

Dat is het geval. Het komt op de lijst, met spreektijden van drie minuten.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het is ontzettend onrustig in de zaal. Dat is ook voor de sprekers niet prettig. Ik verzoek alle leden om stil te zijn.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het kabinet doet alsof de regering hoge ambities tentoonspreidt met betrekking tot het verduurzamen van onze energievoorziening.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, ik ga u onderbreken.

Ik wil echt dat het stil wordt in de zaal. Dit is bijna niet te verstaan. Degenen die willen overleggen, kunnen dat buiten de zaal doen. Ook de heer Verhoeven en de heer Klaver.

Gaat u verder, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het kabinet probeert ons te doen geloven dat een tijdshorizon van 2050 voor de verduurzaming van onze energievoorziening al heel ambitieus is. Er is goed nieuws: Urgenda heeft laten zien dat het al in 2030 kan. De Partij voor de Dieren stelt voor om daarover een debat te voeren met het kabinet. Als er kansen liggen om dit sneller te doen, zouden we die toch niet onbenut moeten laten.

De heer Klaver (GroenLinks):

De PvdA-fractie had er zojuist commentaar op dat ik zo kort en bondig was; ik moest met twee woorden spreken. Dus: steun, voorzitter.

De heer Verhoeven (D66):

Ook steun. En ook nog een verzoek, waarmee ik me enigszins op glad ijs begeef. Dit gaat toch ook over het Ecofysrapport?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het gaat over het rapport van Urgenda.

De heer Verhoeven (D66):

In dat geval kom ik erop terug. Ik steun dit debat.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik zit in dubio. De SP-fractie zou liever ieder halfjaar gewoon de voortgang van het SER-energieakkoord bespreken. Wat mij betreft, kunnen we het kabinet daaraan houden. Ik zou het prima vinden als dit onderwerp erbij werd betrokken. Misschien zegt mevrouw Ouwehand, met dit kleine amendementje, dat we dit mooi kunnen combineren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie heeft wel behoefte aan een brief over dit rapport. Ik zou dit onderwerp heel graag willen agenderen maar wellicht dat we het kunnen koppelen aan een reeds gepland debat of een AO, zodat we ook goed de tijd hebben om het te bespreken.

De voorzitter:

Dus geen steun, wel een brief.

De heer Leegte (VVD):

Geen steun. Mij lijkt dit typisch iets voor een procedurevergadering. Daarin kunnen we kijken hoe we dit ordentelijk gaan behandelen.

Mevrouw Klever (PVV):

Geen steun. Volledig duurzaam hadden we 200 jaar geleden ook. Wij willen niet terug naar vroeger, maar willen vooruitkijken.

De heer Jan Vos (PvdA):

Geen steun.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt geen meerderheid voor het verzoek om een debat te houden, wel voor een brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik hoor het. Als ik goed geteld heb, is er een groep van 30 leden die het in beginsel wel op de agenda zou willen hebben, maar laten we eerst de brief vragen. Dan hoop ik dat de collega's vervolgens wat enthousiaster zullen zijn over de kansen die ons hier worden voorgespiegeld en dat we snel een debat erover kunnen voeren met de regering.

De voorzitter:

Maar er is geen steun voor een dertigledendebat, tenminste als ik zo op mijn lijst kijk. Ik leg dat nu aan de woordvoerders voor.

De heer Verhoeven (D66):

Als er een brief komt, kan er dan ook een reactie van het kabinet in die brief opgenomen worden op het Ecofysrapport waarin staat dat de klimaatdoelstellingen voor 2030 niet in lijn zijn met de klimaatdoelstellingen om in 2050 klimaatneutraal te zijn?

De voorzitter:

Nee. De afspraak is dat de vragen via de commissie moeten worden ingediend.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Om te antwoorden op de vraag: ik vind het goed.

De voorzitter:

Ik zag het al aan uw non-verbale reactie. Ik kijk nu even of er steun is voor een dertigledendebat.

De heer Verhoeven (D66):

De D66-fractie heeft zojuist al bedoeld steun te willen geven aan dit debat.

De voorzitter:

En dat geldt ook voor de heer Klaver?

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

Dan komt dit dertigledendebat op de lijst te staan. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter, ik geloof niet dat we met de Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66 op 30 leden komen. Dus volgens mij is er geen steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De SP sprak volgens mij steun uit.

De heer Leegte (VVD):

Van de SP heb ik niet gehoord dat zij steun geeft. Die heeft gezegd dat er een debat komt over het energieakkoord en dat het daarbij betrokken kan worden.

De voorzitter:

Als er geen steun is van de SP, dan hebt u volkomen gelijk, mijnheer Leegte, en dan is er ook geen steun voor een dertigledendebat. Ah, daar komt de heer Paulus Jansen naar de microfoon voor het verlossende woord!

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik stel voor dat we die brief afwachten en dat mevrouw Ouwehand en ik even een modus verzinnen teneinde haar voldoende tegemoet te kunnen komen.

De voorzitter:

Geen steun voor een dertigledendebat.

Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie wil graag een debat aanvragen naar aanleiding van de uitlatingen van de president van de Nederlandsche Bank, de heer Knot, over de wenselijkheid van de invoering van eurobonds, euro-obligaties. Vooral de ondubbelzinnigheid waarmee hij dat bepleit — eerder werden er al eens voorbehouden bij gemaakt — lijkt mij aanleiding voor een debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Je zou denken dat de president van de Néderlandsche Bank de belangen zou behartigen van Néderland, maar dat is kennelijk niet het geval. Ook hij is helemaal ondergedompeld in het Europese gebeuren. Van harte steun voor het verzoek derhalve, want eurobonds zouden we niet moeten willen.

De heer Harbers (VVD):

Het is heel goed om hier in de Kamer nog een keer tegen elkaar te zeggen waarom eurobonds zo'n ontzettend slecht idee is, maar volgens mij hoeven we dat niet in een apart debat te doen. Ik denk dat we het kunnen betrekken bij het debat dat de heer Klaver een paar weken geleden aanvroeg over de economische governance van de Europese Unie. Volgens mij kunnen we de uitspraken van de heer Knot daar prima bij betrekken.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik sluit mij aan bij het laatste voorstel van de heer Harbers.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is wel goed om erover te spreken, maar wat mij betreft zou dan ook even gekeken moeten worden of we het kunnen betrekken bij het debat dat al geagendeerd is.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik sluit mij graag bij die woorden aan.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor dat laatste voorstel.

De heer Merkies (SP):

Steun voor het debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor het debat, maar het lijkt mij wel echt efficiënt om het te betrekken bij het andere debat, zoals meerdere sprekers al zeiden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, u hebt geen meerderheid.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik voeg mij maar in de vraag om mijn specifieke verzoek te betrekken bij het debat over de governance van de eurozone. Op zichzelf kan het daarvan natuurlijk onderdeel zijn, maar ik zou wel heel graag een aparte reactie ontvangen van de minister van Financiën op de uitlatingen van de president van de Nederlandsche Bank en daarbij ook de vraag willen stellen of dit nu ook een stelling op een standpunt van de Nederlandse regering betreft.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aanvragen, voorafgegaan door een brief. Die brief zou moeten gaan over twee berichten, ten eerste het bericht dat uitbreken uit de bajes kinderspel is omdat er geen anti-inbraakschroeven of speciale bouten worden gebruikt. Het andere bericht past hier prachtig bij, namelijk dat gevangenen blijkbaar hun eigen celdeuren gaan bouwen. Dat vind ik toch wel een debat waard.

De heer Van der Steur (VVD):

U zult weten dat ik dat onderwerp ook voor het mondelinge vragenuur had aangemeld namens de VVD-fractie. Dus steun voor de brief maar geen steun voor het debat.

De heer Schouw (D66):

Steun voor de brief, steun voor het debat. Mijn fractie wil ook graag weten wie de sloten van de deuren maakt. Kan daarop in de brief worden ingegaan?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor de brief, niet voor het debat.

De heer Recourt (PvdA):

Steun voor de brief, nog niet voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Helder, geen meerderheid voor het houden van een debat, wel voor een brief.

Mevrouw Helder (PVV):

Mag ik vragen of die brief voor het algemeen overleg Gevangeniswezen van 27 maart kan worden ontvangen? Als dat niet lukt, wil ik dit onderwerp opnieuw inbrengen bij de regeling met mogelijk wel steun voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De Volkskrant heeft een enquête gehouden, waaruit blijkt dat 40% van de gemeenten zegt dat zij niet of moeilijk in staat zijn om de zorg voor zieken, ouderen en gehandicapten volgend jaar te organiseren met het beschikbare budget. Ik wil daarom een debat aanvragen, want dit onderwerp is veel breder dan alleen de debatten over de zorg die eraan komen. Dit gaat ook over alle andere bezuinigingen die op het bordje van de gemeenten komen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik had hierover mondelinge vragen aangemeld. Die zijn helaas niet doorgegaan. Ik ben erg blij met dit verzoek om een debat, want het is nodig om hierover te spreken. Dit kunnen we niet wegstoppen in de behandeling van de wet zelf.

De heer Klein (50PLUS):

Het spreekt voor zich dat de fractie van 50PLUS dit debat van harte wil ondersteunen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 begrijpt het voorstel, want er zijn op dit moment grote problemen. We krijgen wisselende reacties. Ik zou een brief willen voorstellen. Over dit onderwerp zijn al heel veel debatten gepland of komen nog debatten. Dus ik zou eerst een brief willen met meer duidelijkheid hierover.

De heer Van 't Wout (VVD):

Er staan ook breder over de decentralisaties en de financiering daarvan debatten gepland, dus geen steun voor dit debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief die al gevraagd is en die dan betrekken bij een debat dat reeds gepland staat.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het debat en ook voor een brief als daar behoefte aan is.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Steun voor de brief, niet voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u hebt geen meerderheid voor het verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee, wel voor een dertigledendebat. Ik vind dat op zich heel jammer, want je moet dit wel hebben doorgesproken voordat je de wetten gaat behandelen. Maar als er geen meerderheid is die deze noodkreet van de gemeenten steunt, dan zullen we ons daar wederom bij moeten neerleggen. Dan maar een dertigledendebat. Het is niet anders.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb een aantal collega's horen zeggen dat er al een debat gepland staat, maar er staat nog geen debat gepland over de Wmo. Dus ik geef de andere partijen toch eens in heroverweging dat de vraag is of gemeenten er klaar voor zijn. Gehandicaptenzorg Nederland heeft net ook aangegeven dat gemeenten niet weten wat zij aan moeten met de begeleiding van verstandelijk gehandicapten.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, dit is de regeling van werkzaamheden. De woordvoerders hebben aangegeven of zij het verzoek wel of niet steunen. Mocht er behoefte zijn aan een ander debat, dan moet dit bij de regeling opnieuw worden aangekondigd. Wij gaan dit nu niet opnieuw ter discussie stellen en wij gaan al helemaal niet het debat inhoudelijk voeren.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Prima, maar er werd gezegd dat er al een debat over dit onderwerp gepland is. Dat is niet het geval. Hiermee wordt iets onder het tapijt geveegd wat grote problemen gaat opleveren.

De voorzitter:

Er is een debat toegewezen, maar het is waar dat dit nog moet worden gepland. Het stenogram van dit deel van de vergadering wordt doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Alweer een tijd terug heb ik een debat aangevraagd over de Amerikaanse afluisterpraktijken in Nederland en de Nederlandse betrokkenheid daarbij. Daarvoor heb ik steun gekregen van alle fracties in deze Kamer. Nogmaals dank daarvoor. Wij hebben de commissie van toezicht, de CTIVD, gevraagd om onderzoek te doen. Dat onderzoek is nu gepresenteerd. Daarom vraag ik om dit debat snel te plannen. Volgens mij zijn wij er klaar voor.

De heer Schouw (D66):

Ja, maar niet dan nadat wij nog eens een uitgebreid gesprek gehad hebben met de CTIVD over haar rapport. Dat is wat wij vorige week met elkaar hebben afgesproken, dacht ik.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Schouw (D66):

Wel steun, maar wij zullen eerst dat gesprek met de CTIVD moeten hebben. Dan kunnen wij het debat voeren met het kabinet.

De voorzitter:

Als u zegt dat u nog iets anders wilt, is het moeilijk na te gaan of er een meerderheid is om het debat te plannen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dan maak ik het u niet makkelijk, voorzitter, want daar ben ik het mee eens. Dat is de afspraak en de volgorde der dingen. Eerst dat gesprek en dan een debat.

De heer Recourt (PvdA):

Ik sluit mij daarbij aan, maar ik kan mij voorstellen dat de CTIVD vrij flexibel is in haar agenda. Als wij een datum voor een debat hebben, kunnen wij het gesprek met de CTIVD gewoon voor dat debat organiseren.

De heer Van Oosten (VVD):

Daar kan ik mij weer bij aansluiten. Laten wij kijken in hoeverre u als voorzitter het zo kunt organiseren dat dit debat zo spoedig mogelijk gepland kan worden. De VVD heeft haar steun er al voor uitgesproken, maar er zijn ook andere debatten in dit huis belangrijk. Ik laat de regie graag even waar zij volgens mij hoort.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ten overvloede, ik ben het eens met het verzoek, maar het gesprek moet inderdaad eerst plaatsvinden. Dit is in lijn met wat hier al eerder is gezegd.

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, er is een ruime meerderheid voor uw verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Dank u wel. Wij hebben al een uitgebreid gesprek gehad met de CTIVD. Als er behoefte is aan een nader gesprek, met alle plezier. Volgens mij kan het debat gewoon gepland worden en kunnen wij de CTIVD aan de vooravond van het debat hier uitnodigen.

De voorzitter:

Wij gaan kijken wanneer het debat gepland kan worden. Het stenogram van dit deel van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft zojuist mondelinge vragen gesteld aan de minister van Financiën over de deal tussen de Nederlandse Spoorwegen en AnsaldoBreda over de Fyra. De minister heeft laten weten dat hij kennis heeft van die deal en eigenlijk ook zijn zegen daaraan heeft gegeven. Wij stellen voor om een debat over die deal te houden, gelet op het feit dat het toch om honderden miljoenen euro's gaat en dat een deel van de schade niet meer verhaald zou kunnen worden. Ik meen dat op een verzoek van de heer Verhoeven — maar dat weet ik niet meer helemaal zeker — is toegezegd dat ook begrotingsconsequenties in beeld gebracht zouden worden. Over dat geheel zou mijn fractie graag een debat voeren met het kabinet.

De heer Hoogland (PvdA):

Dit lijkt ons bij uitstek een onderwerp voor het AO op 17 juni.

De heer De Graaf (PVV):

Dit lijkt mij bij uitstek een onderwerp om het AO van 17 juni te upgraden naar een echt debat in deze plenaire zaal.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het lijkt mij ook bij uitstek een onderwerp om hier plenair over te debatteren. Het is een belangrijk onderwerp. Het gaat om grote sommen geld en om een heleboel reizigers die gedupeerd zijn.

De heer Verhoeven (D66):

Plenair of niet plenair, dat maakt de D66-fractie niets uit. De datum van 17 juni zou niet verstandig zijn. Graag zo snel mogelijk een debat, wat mij betreft in de kleinste zaal die dit gebouw kent. Ik wil hier echt snel over praten.

Mevrouw De Boer (VVD):

Nou, dan gaan we maar met zijn allen de kelder in … Maar dat moet dan ook weer niet.

Wij zijn het eens met het verzoek. Wij willen ook zo snel mogelijk een brief ontvangen. Die heeft de minister al aangekondigd in het vragenuur zojuist. Aan de hand van die brief zullen wij kijken of we een AO of een plenair debat moeten plannen. Wat ons betreft kan het in eerste instantie ook een AO zijn en dan iets eerder dan 17 juni.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de fractie van de ChristenUnie wil graag de brief ontvangen en ook de fractie van de ChristenUnie wil graag debatteren over dit onderwerp. Het maakt ons niet uit of het een plenair debat wordt of een AO, maar wij willen wel graag op korte termijn hierover spreken.

De heer Smaling (SP):

Steun, maar eerst graag een brief, zoals ook door de minister zojuist is beloofd. Verder steunen wij het voorstel.

De heer Bisschop (SGP):

Wij voegen ons bij het verzoek om een brief. Daarna graag zo snel mogelijk een overleg daarover.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Hijum (CDA):

Nee. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hier zeer teleurgesteld over ben, want het betreft een heel grote maatschappelijke kwestie, waarover al jaren wordt gesproken in het parlement en waarover nu een deal is gesloten waarvan de consequenties honderden miljoen bedragen. Ik houd dus vast aan mijn verzoek om een debat.

De voorzitter:

Wij gaan nu geen inhoudelijk debat voeren.

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De Nederlandse ambassades lijken gebruikt te worden voor allerlei presentaties van trustmaatschappijen. We hebben al gezien dat er op de ambassade in Kiev een presentatie is gegeven die duidelijk moet maken waarom Nederland aantrekkelijker is dan Cyprus. Nu blijkt in Thailand en Indonesië precies hetzelfde te gebeuren.

Wij zouden graag al deze presentaties gewoon open, in openbaarheid, met spoed naar de Kamer gestuurd zien worden, ook al omdat ze soms wel en soms niet open zijn. Ze zijn immers gegeven in een ambassade, een overheidsgebouw dus. Ook ontvangen wij graag een brief waarin wordt ingegaan op het beleid. Daarna houden wij graag een debat over dit onderwerp met de minister van Buitenlandse Zaken en, indien mogelijk, ook met een van de twee bewindspersonen van Financiën.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. De heer Omtzigt en ik hebben al meerdere malen vragen gesteld over dit onderwerp, onder andere de vraag op welke ambassades nog meer dit soort presentaties zijn gegeven. Telkens komt daar geen antwoord op. Ik zou daar nu graag eens de antwoorden op krijgen en er een debat over voeren.

Mevrouw Neppérus (VVD):

De VVD-fractie is gewoon blij dat de Nederlandse ambassades overal in de wereld actief zijn en praten over het vestigingsklimaat. Daarom geen steun voor het debat.

De heer Nijboer (PvdA):

We hebben hier afgelopen week ook over gesproken. Geen steun voor een separaat debat.

De heer Merkies (SP):

Steun voor een separaat debat.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt geen meerderheid voor een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan laat ik het op de lijst van dertigledendebatten zetten, want ik vrees dat de komende tijd deze zaak niet opgehelderd wordt. Ik heb de collega's er niet over gehoord, maar ik hoop dat er wel steun is voor mijn verzoek om een brief met de presentaties te sturen en om die binnen een week of twee hier te hebben.

De voorzitter:

Het dertigledendebat wordt toegevoegd aan de lijst.

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Er zal voor het debat een spreektijd gelden van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand heeft nog een verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Begin volgende week is de Landbouw- en Visserijraad in Brussel. Op dit moment voeren we daarover schriftelijk overleg met de staatssecretaris van EZ. Wij willen een vooraankondiging doen van een VSO, afhankelijk van haar antwoorden, aanstaande donderdag, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Wij zullen in de planning daarmee rekening houden, dank u wel.

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. We zullen eerst een VAO houden en daarna stemmen. Ik schors de vergadering enkele ogenblikken.

De vergadering wordt van 15.26 uur tot 15.28 uur geschorst.

Naar boven