5 Vragenuur: Vragen Gesthuizen

Vragen van het lid Gesthuizen aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht waaruit blijkt dat nog steeds geen begin is gemaakt met het opnemen van 250 Syrische vluchtelingen in Nederland.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. 9 miljoen Syriërs zijn in de nu drie jaar durende oorlog ontheemd geraakt, vluchteling in eigen land of in een van de buurlanden van hun verscheurde thuis. Ook Europese landen vangen een aantal van hen op. Sommige landen doen dat ruimhartig, zoals Duitsland en Zweden, maar andere zijn wel erg voorzichtig. Nederland heeft beloofd in 2014 250 mensen op te vangen. Die belofte was van dit najaar, toen de staatssecretaris te kennen gaf niets te voelen voor een ruimere regeling waarbij ofwel 5.000 Syrische vluchtelingen zouden worden uitgenodigd ofwel Nederlandse Syriërs de ruimte zou worden gegeven om hun familie tijdelijk naar Nederland te halen.

Mijn eerste vraag aan de staatssecretaris is hoeveel van die 250 Syriërs er nu al in Nederland zijn. Wat zal Nederland gaan doen met de oproep van de UNHCR van afgelopen vrijdag aan Europa om meer Syrische vluchtelingen te accepteren en op te nemen? Een schrijnend voorbeeld van de nood van Nederlanders met familie in Syrië stond in de NRC. Het moet hemeltergend zijn om niets te kunnen doen voor een zus, voor je moeder of voor een inmiddels volwassen kind dat vastzit in de oorlog, zeker als diegene zwaargewond is geraakt en vecht voor het leven. Deze mensen vragen aan ons of zij alsjeblieft hun eigen bloed mogen helpen.

Kan de staatssecretaris nu eens duidelijk uitleggen wat er met het voortduren van het conflict en de almaar toenemende vluchtelingenaantallen valt te zeggen tégen een regeling voor familieleden om hun dierbaren te helpen? Wat bedoelt hij met de opmerking dat Syrische familieleden niet hierheen mogen worden gehaald omdat de tijdelijkheid van hun verblijf niet gegarandeerd kan worden? Tot slot, stimuleert de regering hiermee niet juist de mensensmokkel? Een mogelijkheid, een route, die voor iemand als Sawsan, de vrouw uit het NRC-artikel, natuurlijk sowieso een onbegaanbare weg is.

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Gesthuizen voor haar vragen vandaag. In de NRC van afgelopen vrijdag staat duidelijk dat Nederland 250 vluchtelingen voor hervestiging zal opnemen. Mevrouw Gesthuizen vroeg hoe een begin is gemaakt met de uitvoering. Er zijn 182 vluchtelingen geselecteerd bij de laatste hervestigingsmissie. Deze mensen wachten op de UNHCR, op het moment dat ze naar Nederland kunnen komen. Er is van die eerste 250 nog ruimte voor meer vluchtelingen. In juli zal opnieuw naar Libanon worden gereisd met een hervestigingsmissie om te bezien of nog meer vluchtelingen voor hervestiging in aanmerking komen.

Is het dan zo dat Nederland niets doet? Nee, dat is helemaal niet zo. Alleen al in de eerste maanden van 2014 hebben 914 Syrische vluchtelingen asiel gekregen in Nederland. In 2013 waren het er bijna 3.000. Daarmee staat Nederland in de top vijf van instroomlanden voor Syrische asielaanvragen binnen de Europese Unie. Dat is belangrijk om aan te geven.

In brieven van oktober en november 2013 heb ik de Kamer geïnformeerd over de verkenning die ik heb uitgevoerd naar de mogelijkheden voor tijdelijke opvang van gevluchte Syrische familieleden in Nederland. De Kamer weet dat ik zo'n bijzondere verblijfsregeling op tijdelijke basis voor die groep niet wenselijk acht, omdat je niet uit de volle breedte familieleden kunt laten overkomen, maar zeker ook omdat je de tijdelijkheid op geen enkele wijze kunt garanderen en ook geen duidelijkheid kunt krijgen over de achtergrond van deze familieleden. Ik heb de Kamer hier eerder over bericht. Dat standpunt kan dus geen verrassing zijn.

Stimuleren we mensensmokkel ermee? Nee, ik denk het niet. Nederland is zeer ruimhartig. We zetten in op opvang in de regio. Daar hebben we ruim 75 miljoen euro ter beschikking voor gesteld. Ook daarvoor zijn we een belangrijke donor die aan de bovenkant zit ten opzichte van de andere Europese lidstaten. Nederland doet dus zeer wel mee. Op een andere manier dan Duitsland en Oostenrijk dat doen — dat is zeker waar — maar wel aansluitend bij een groot aantal andere landen binnen de Europese Unie.

Ik ben met mevrouw Gesthuizen van mening dat wat er op dit moment in Syrië gebeurt, zeer triest is.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De staatssecretaris geeft netjes antwoord op mijn vragen, maar ik heb goed geluisterd. Hij zegt dus inderdaad dat er van die 250 vluchtelingen die Nederland zou gaan uitnodigen, die Nederland zal gaan opnemen, er nog niet één in Nederland is aangekomen. Ik vind dat triest. Dat debat hebben we namelijk een halfjaar terug hier in de Tweede Kamer gevoerd. Toen was er eerst sprake van "mogelijk". Ik heb gepoogd om het kabinet te verleiden om 5.000 mensen uit te nodigen. Dat kon niet. De PvdA stelde toen voor om te kijken naar het voorbeeld van Duitsland en ervoor te zorgen dat mensen die hier familie hebben die deze mensen dolgraag wil helpen, zoals in het voorbeeld van Sawsan afgelopen weekend in de NRC, dat kunnen doen. Nee, zei de staatssecretaris, dat doe ik niet. De moties zijn aangehouden. De staatssecretaris zou ernaar kijken. Inmiddels heeft hij ook toegezegd dat hij naar individuele gevallen zal kijken. Nu is het echter stil. Wat moeten wij nu zeggen tegen familieleden van mensen die gewoon liggen te creperen in Syrië of een van de buurlanden? Wat moeten wij zeggen, wat wil de staatssecretaris tegen deze mensen zeggen?

Staatssecretaris Teeven:

De staatssecretaris zal deze mensen zeggen dat we nadrukkelijk bijdragen aan de opvang in de regio, dat van die 250 er inmiddels 182 zijn geselecteerd — wat Nederland betreft komen zij zo snel mogelijk hier naartoe — dat we in juli opnieuw naar Libanon gaan om meer mensen te selecteren en dat we nog de motie-Voordewind hebben waaraan uitvoering moet worden gegeven zodra het aantal van die 250 is ingevuld. Dat is de feitelijke situatie op dit moment. Ik heb duidelijk aangegeven dat we voor deze richting kiezen. Verder gaan we ruimhartig om met het inwilligen van asielaanvragen. Dat weet mevrouw Gesthuizen ook. In 2013 waren het er bijna 3.000 en in de eerste maanden van 2014 waren het er 910. Dat is belangrijk om te constateren. Je moet niet het beeld schetsen dat Nederland niets doet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

3.000 mensen, maar alleen mensen die hier op eigen kracht konden komen. Het kabinet werkt hiermee juist in de hand, zoals ik eerder constateerde, dat mensen zich moeten verlaten op de routes van mensensmokkelaars om in Nederland te komen. Daar vragen de mensensmokkelaars bedragen voor.

Ik wil afsluiten met het volgende citaat: "Ik zoek elke dag naar mogelijkheden om de situatie positief te beïnvloeden. Ik vind dat onze morele plicht, niet alleen voor de Syriërs, maar ook met het oog op het soort wereld waarin wij willen leven. Vandaag gaan mijn gedachten uit naar alle Syriërs die zich blijven inzetten voor een vrij en menswaardig bestaan, en naar de vele slachtoffers van dit conflict. Laten wij ze niet vergeten en laten wij ons verplichten te blijven zoeken naar lichtpuntjes." Lichtpuntjes, voorzitter. Was getekend, de minister van Buitenlandse Zaken, volgens mij ook lid van dit kabinet, net als de staatssecretaris.

Staatssecretaris Teeven:

Ook de staatssecretaris zoekt naar lichtpuntjes. Om die reden is Nederland ook ruimhartig met het inwilligen van asielaanvragen uit Syrië. We hebben daadwerkelijk geselecteerd. Die mensen zijn op dit moment in veiligheid, zoals mevrouw Gesthuizen weet. Ze bevinden zich op dit moment in Jordanië en niet meer in Syrië. Ze komen zo snel mogelijk naar Nederland toe. Nederland stelt daarnaast 75 miljoen euro ter beschikking voor de opvang in de regio. Daarmee zitten we echt aan de bovenkant van het rijtje landen dat meedoet, ook ten opzichte van de grotere lidstaten binnen de Europese Unie. Dus laten wij in vredesnaam niet doen alsof Nederland helemaal niets doet, dat is echt bezijden de waarheid.

De heer Fritsma (PVV):

Los van die 250 uitgenodigde Syrische vluchtelingen over wie deze vragen gingen, komen er ook duizenden Syrische asielzoekers zelfstandig naar Nederland. Het aantal neemt explosief toe doordat de staatssecretaris steeds zegt dat vrijwel alle Syrische asielzoekers die naar Nederland komen een verblijfsvergunning krijgen. Dan maak je van Nederland natuurlijk een magneet voor Syrische asielzoekers. Daardoor krijgen wij ook veel meer Syrische asielzoekers binnen dan vele andere Europese landen. Kan de staatssecretaris in plaats van steeds te zeggen dat alle Syrische asielzoekers in Nederland een verblijfsvergunning in ontvangst kunnen nemen, niet beter inzetten op opvang in de regio? Hij zegt immers wel dat er wordt ingezet op opvang in de regio, maar ondertussen geeft hij een verblijfsvergunning aan alle Syrische asielzoekers die erom vragen.

Staatssecretaris Teeven:

Ik ben blij dat de beoordeling van wat het Nederlandse kabinet doet, zo verschillend is in de Kamer. Dat sterkt mij in de gedachte dat we precies in het midden zitten en in dat opzicht de juiste koers aanhouden met betrekking tot Syrië. We moeten vaststellen dat er nog steeds vreselijk veel leed plaatsvindt in Syrië, dat mensen ontheemd raken en dat er een vluchtelingenstroom is. Miljoenen mensen zijn ontheemd. Nederland zet ook in op opvang in de regio en stelt daarvoor geld en middelen ter beschikking. Overigens komt een substantieel aantal mensen naar Nederland, dat was in 2013 zo en dat is in 2014 nog zo. Wij voeren een ruimhartig inwilligingsbeleid.

De heer Fritsma (PVV):

De rijke Golfstaten doen bijvoorbeeld niets. Ik zou dus tegen de staatssecretaris zeggen: maak die rijke oliesjeiks en niet Henk en Ingrid verantwoordelijk voor de opvang van Syrische vluchtelingen. Omdat er nu zoveel Syrische vluchtelingen naar Nederland komen, vraag ik de staatssecretaris ook wat dit betekent voor de begroting. We weten dat de opvang van één asielzoeker ongeveer €20.000 kost. Als we de toegenomen asielinstroom van de afgelopen twee maanden vertalen naar het hele jaar, wat zijn dan de extra kosten?

Staatssecretaris Teeven:

Voor 2014 heeft dat nog geen consequenties voor de begroting. In 2015 zou dat anders kunnen zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik dank de staatssecretaris voor de openheid om die 182 geregistreerden via de UNHCR naar Nederland te laten komen. Dat is een stap voorwaarts, ook naar aanleiding van de moties die wij in het verleden hebben ingediend. Ik vraag de staatssecretaris wel of daarbij afstemming plaatsvindt tussen de namen die door de familieleden hier in Nederland zijn opgegeven en de namen die de UNHCR selecteert. De staatssecretaris heeft eerder aangegeven dat, als mensen die hier verblijven, daar familieleden hebben, dat doorgegeven zou kunnen worden. Ik weet dat er een lijst met 500 namen circuleert van mensen die daar familieleden hebben zitten. Wordt dit dus afgestemd met de UNHCR?

Staatssecretaris Teeven:

Er is wel afstemming, maar als de vraag van de heer Voordewind behelst dat we alleen kijken naar in kampen buiten Syrië verblijvende familieleden van christelijke Syriërs die al in Nederland verblijven, is het antwoord dat dat niet zo is. We hebben met de UNHCR de afspraak dat er ook uit andere geloofsstromingen Syriërs naar Nederland kunnen komen voor hervestiging. Er wordt dus breder gekeken dan alleen naar christelijke familieleden die zich in de kampen buiten Syrië bevinden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat is helder. Ik weet echter dat het bij de doorgegeven namen voornamelijk gaat om familieleden van christenen die hier verblijven, simpelweg vanwege het feit dat de meeste Syrische vluchtelingen naar Nederland zijn gevlucht. Er mag geen discriminatie plaatsvinden, maar feitelijk gaat het in de meeste gevallen dus om familieleden van christenen die vanuit Syrië naar Nederland zijn gekomen. Ik hoop daarom dat de staatssecretaris niet aangeeft dat hij op dit punt een antidiscriminatiebeleid gaat voeren, want dan zou hij de boel weer ongelijk trekken.

Staatssecretaris Teeven:

Ik denk dat het heel verstandig is om überhaupt niet te discrimineren. We moeten natuurlijk wel bedenken dat de christelijke Syriërs in Syrië een aanzienlijke minderheid vertegenwoordigen. De heer Voordewind heeft er overigens gelijk in dat we daar in Nederland een groter aantal van hebben. We stemmen dit af met de UNHCR, maar het is niet zo dat we alleen mensen van christelijke herkomst uit Syrië hier hervestigen; dat doen we echt in een ruimer verband.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris.

Naar boven