2 Vragenuur: Vragen Van Tongeren

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van Tongeren aan de minister van Economische Zaken over de voorgenomen olie- en gashandelsmissie naar Rusland.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Je kunt geen tv of krant bekijken of je wordt geconfronteerd met de dramatische situatie in Oekraïne. Ik las net op teletekst dat Poetin het wetsvoorstel heeft getekend om de Krim in te lijven bij Rusland. En toch wil de Nederlandse regering gewoon op handelsmissie, zodat Nederlandse olie- en gasbedrijven nog meer zaken kunnen gaan doen met Rusland.

Heeft Nederland nog een moreel kompas of denken we alleen aan onze portemonnee? De Europese Commissie, maar ook mijn fractie, dringt al jaren aan op een gezamenlijke Europese strategie, zodat we energieonafhankelijker worden. Nederland heeft met de gasstrategie, waarbij wij doelbewust nog afhankelijker worden van Russisch gas, door de gasrotonde, een andere richting ingezet. Zo sloot Nederland trots een deal met Rusland over een extra gaspijpleiding, de Nord Stream. Met die pijpleiding kunnen we Polen, Wit-Rusland en Oekraïne omzeilen. Dan kan Poetin de gaskraan naar die landen nog makkelijker dichtdraaien. En dat alleen omdat we daar in Nederland weer wat geld aan kunnen verdienen. Ook vorig jaar sloot deze minister nog een deal over meer overslag van Russisch gas in Rotterdam.

Mijn vragen: wanneer wordt in Nederland definitief besloten om toch gewoon op gas- en oliemissie te gaan? Hoe wordt de Kamer betrokken bij dit gevoelige besluit? Hoeveel zou de situatie moeten verergeren, voordat ook Nederland besluit dat we wellicht even moeten wachten met onze handelsbelangen? Hoe zou het Nederlandse bedrijfsleven, volgens de minister, het beleid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en de OESO-richtlijnen moeten toepassen?

Minister Kamp:

Voorzitter. Het is goed om ons te realiseren dat deze energiemissie is gepland in februari, toen de situatie in Oekraïne anders was dan op dit moment. Het gaat om een energiemissie die over twee maanden plaatsvindt. Deze missie is opgehangen aan het International Energy Forum dat in Moskou zal plaatsvinden. Eens in de twee jaar gebeurt dat. Allerlei energieministers komen dan bij elkaar. Dit keer is dat in Moskou het geval. Dat is heel begrijpelijk, want voor Rusland is energie erg belangrijk. Twee derde van zijn export is olie en gas. De helft van zijn overheidsinkomsten komt van olie en gas.

Ik denk dat het belangrijk is dat de Nederlandse regering de situatie in Oekraïne en in Rusland nauwlettend in de gaten houdt en ook kijkt of we zo snel mogelijk kunnen komen tot een dialoog met de Russen om de problemen op te lossen. Collega Timmermans heeft al aangegeven dat de EU, eensgezind en in lijn met de afspraken die in de Europese Raad zijn gemaakt, probeert het gesprek met Rusland in fasen op gang te krijgen. De eerste fase betreft de maatregelen die zijn genomen. De tweede fase is nu aan de orde. Wat betreft een eventuele derde fase van sancties, hopen wij dat het niet zo ver hoeft te komen en dat we voor die tijd de dialoog op gang hebben gekregen en tot resultaten kunnen komen in de Oekraïne.

Als het over twee maanden anders is, tegen de tijd dat die missie gaat starten, dan zullen we bekijken hoe de situatie is. Dan zullen we op grond van de lijn die Europees en ook in Nederland is uitgezet, hierover besluiten. Wat betreft het slechter worden van de situatie, hopen wij natuurlijk dat de situatie beter wordt in plaats van slechter.

Wanneer het besluit over de uitvoering van de missie, het gaan naar Rusland, aan de orde is, zullen we bekijken hoe de situatie is.

Ik denk dat mevrouw Van Tongeren heel tevreden kan zijn over de energieonafhankelijkheid van Nederland. Wij zijn bezig met een transitie naar duurzame energie. Wij hebben ons eigen gas. Wij hebben gas uit Rusland en uit Noorwegen. Wij hebben lng, dat in grote hoeveelheden via de Rotterdamse haven kan. Ik denk dat we een heel divers beleid en een heel diverse energievoorziening hebben. Dat leidt ertoe dat wij minder kwetsbaar zijn en dat wij vanuit een positie van kracht ons beleid kunnen bepalen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De minister gaat straks wellicht nog vertellen hoe hij de Kamer zal betrekken bij dit gevoelige besluit. Ik hoor graag van de minister hoe deze gas- en oliemissie past bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en bij de OESO-richtlijnen. Het officiële standpunt van de regering is dat wij in 2050 een volledig duurzame energievoorziening willen. Dat staat in het regeerakkoord. Hoe rijmt dat zich met steeds meer gas- en oliehandel met Rusland? 45% van het gas in Europa komt uit Rusland en 35% van de olie. We moeten eerder afkicken van onze fossiele verslaving in plaats van nog meer handelscontracten sluiten over fossiel. Wil de minister in ieder geval toezeggen dat hij zonder instemming van de Kamer niet op handelsmissie gaat? Kunnen wij van de minister een brief krijgen, waarin hij uitlegt hoe deze missie zich verhoudt tot de bestaande OESO-richtlijnen en het huidige IMVO-beleid van de regering?

Minister Kamp:

Als ik deelneem aan een forum of bijeenkomst voor energieministers, of dit nu in Moskou plaatsvindt of ergens anders, heb ik daar geen OESO-richtlijnen voor nodig. Ik maak zelf wel uit of ik daar wel of niet aan meedoe. Het volgende over onze afhankelijkheid van fossiele energie. Als je maximaal inzet op energiebesparing, zoals wij doen, als je maximaal inzet op de transitie naar duurzame energie, als je je eigen energie in je eigen land zo goed mogelijk gebruikt en als je ervoor zorgt dat je wat je extern nodig hebt, op een heel diverse manier krijgt aangevoerd, doe je het volgens mij goed en bereid je je goed voor op de situatie die mogelijk in 2050 zal ontstaan. En over het betrekken van de Kamer bij de besluitvorming: we moeten onze eigen besluiten nemen, maar natuurlijk moet dat voor de Kamer inzichtelijk worden gemaakt en uiteindelijk ook door de Kamer worden geaccepteerd. Tegen de tijd dat de uitvoering van de energiemissie aan de orde is, zal ik de Kamer daar graag schriftelijk over informeren, zodat zij daar kennis van kan nemen en al dan niet haar instemming kan betuigen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben tevreden over de toezegging van de minister dat de Kamer hierbij zal worden betrokken. Ik ben er wel heel verbaasd over dat de minister zegt dat hij het zelf wel uitmaakt met OESO-richtlijnen en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik neem aan dat wij ons nog steeds aan die richtlijnen wensen te houden, om inzichtelijk te maken hoe zo'n olie- en gasmissie naar Rusland zich op dit moment, in deze gevoelige situatie, verhoudt met het beleid dat wij onderschrijven. Gaat de minister na deze wake-upcall van de geopolitiek — het gaat deze keer immers niet alleen om het klimaat, maar ook om de geopolitiek — op nationaal en Europees niveau veel meer werk maken van energieonafhankelijkheid voor Europa en voor Nederland?

Minister Kamp:

Nee. Nog meer werk maken van energieonafhankelijkheid kan niet. We hebben op dat gebied echt gedaan wat we kunnen doen en daarvoor hebben we een heel goede mix van maatregelen genomen. Met betrekking tot de OESO-richtlijnen zei ik dat we het zelf wel uitmaken of ik en andere energieministers deelnemen aan een conferentie, dus dat ik daar geen OESO-richtlijnen voor nodig heb. Natuurlijk zal ik met mijn Russische collega en met andere Russische functionarissen in het gebied spreken over de manier waarop risico's in het Arctische gebied kunnen worden vermeden en over hoe Nederlandse bedrijven daaraan kunnen bijdragen. Ik zal zeker ook de andere onderwerpen gericht op duurzaamheid en verantwoord handelen bij energiewinning uitgebreid aan de orde stellen en dat zal ongetwijfeld in lijn zijn met wat de OESO propageert, zoals wij dat steeds doen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Vanochtend annexeerde president Poetin de Krim. Toch bekruipt mij nu een beetje het gevoel dat het voor deze minister business as usual is, alsof die derde trede in de sanctieladder vandaag niet is betreden. Ik vraag de minister daarom: heeft Rusland nu niet opnieuw een rode lijn overschreden en moet die handelsmissie daarom niet al op dit moment worden heroverwogen?

Minister Kamp:

Er is nog niet besloten tot economische sancties. Op het moment dat economische sancties aan de orde zijn, komt zo'n energiemissie in een ander daglicht te staan en kun je daar een besluit over nemen. Het gaat nu over een land waarmee we een langdurige samenwerking op het gebied van energievoorziening hebben. Voordat de crisis in de Oekraïne begon, zijn wij gestart met de voorbereiding van een energiemissie. Wij breken die voorbereidingen niet af, maar wij houden de situatie nauwgezet in de gaten. Mocht er onverhoopt moeten worden besloten tot economische sancties, dan komt dit in een ander daglicht te staan en zullen we in dat nieuwe daglicht daar een besluit over nemen.

De heer Van Bommel (SP):

Ik hoor GroenLinks in omfloerste woorden eigenlijk een handelsboycot bepleiten; er mag geen handelsmissie naar Rusland. De vorige week werd er in deze Kamer door D66 al een wapenembargo tegen Rusland bepleit. Ik wijs op het gemeenschappelijke Europese beleid waarvan een beetje sprake is ten opzichte van Rusland, namelijk nu geen boycot, de ontwikkelingen afwachten en het kruit drooghouden waar het gaat om eventuele handelsmaatregelen tegen Rusland in een later stadium wanneer de situatie verslechtert, wat namelijk nog steeds denkbaar is. Kan de minister aangeven wat op dit moment de stand van zaken is in Europa, aangezien het inderdaad nodig kan zijn om in een later stadium wel deze maatregelen te nemen maar dan in ieder geval gemeenschappelijk in Europa? Want als alleen Nederland zoiets doet, schieten we daar natuurlijk niet zo veel mee op.

Minister Kamp:

Ik ben het zeer eens met de heer Van Bommel dat het noodzakelijk is om in Europa gelijk op te trekken om op die manier resultaten te boeken. Ik heb al aangegeven dat er twee fasen zijn voor de sancties richting Rusland als gevolg van de situatie in Oekraïne en dat de tweede fase nu in gang is gezet, in overeenstemming met de afspraken die in de Europese Raad zijn gemaakt. De derde fase zal bestaan uit economische sancties en daar is nog niet toe besloten. Op het moment dat daar wel toe besloten wordt, komt deze missie ook in een ander licht te staan. Ik denk dat we op die manier ons richten op resultaten, te bereiken in Europees verband. Wij gaan in Nederland daar niet van afwijken. Als minister van Economische Zaken ga ik daar ook niet van afwijken, maar om nu al de voorbereidingen te starten voor een energiemissie die over twee maanden plaatsvindt, is op dit moment een stap te ver.

Naar boven