8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden moties-Ouwehand (27858, nrs. 193 en 196), de aangehouden motie-Dik-Faber c.s. (29984, nr. 448) en de aangehouden motie-Pieter Heerma (33161, nr. 175).

Ik stel voor, aanstaande donderdag te stemmen over de novelle Witteveenkader (33847) en over de Wet uitbreiding Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (33797) en volgende week dinsdag over de Huisvestingswet 2013 (32271) en over de Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (33798).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, die een vraag wil stellen.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie zou graag een korte plenaire heropening willen over de novelle Witteveenkader, waarover net een brief met uitgebreide antwoorden is binnengekomen. Wellicht duurt het twee minuten. Het kan ook voor de stemmingen op donderdag.

De voorzitter:

De fractie van het CDA verzoekt om een heropening van het debat over de novelle Witteveenkader.

De heer Klein (50PLUS):

Steun van de fractie van 50PLUS voor dit voorstel.

De heer Ulenbelt (SP):

Ook steun van de SP-fractie.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik steun het verzoek. Gisteren in de commissie bleek dat er een brede wens ligt bij andere partijen om nog deze week te debatteren, zodat er donderdag al kan worden gestemd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Vanuit onze beginselen willen wij een collega altijd de gelegenheid geven om in een debat nog een aantal vragen te stellen, als die zijn blijven liggen, dus steun voor het verzoek.

De heer Madlener (PVV):

Ook wij geven steun aan het verzoek.

Mevrouw Lodders (VVD):

Onze steun, mits stemmingen op donderdag.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ook steun.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ook steun van mijn fractie.

De voorzitter:

Ik constateer brede steun voor dit verzoek, voor beide verzoeken. Ik zal ervoor zorgen dat het debat wordt ingepland, maar het zal later op een avond plaatsvinden, kan ik nu al vertellen; waarschijnlijk woensdagavond. Er komt nog een definitief schema.

Ik ga verder met de mededelingen.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over het bericht " Grote examenfraude ROC Amsterdam" van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 33750-XIII, nr. 82; 28286, nr. 674; 28286, nr. 675; 28286, nr. 676; 28286, nr. 677; 24515, nr. 272; 23645, nr. 556; 33750-XII, nr. 40; 22026, nr. 443; 22026, nr. 441; 33625, nr. 64; 33043, nr. 17; 33750-XIII, nr. 81; 33750-XIII, nr. 80; 31239, nr. 158; 33400-A, nr. 86; 33400-XII, nr. 36; 33400-XII, nr. 35; 31793, nr. 72; 31239, nr. 159; 27625, nr. 299; 33750-A, nr. 40; 33750-A, nr. 38; 33750-A, nr. 37; 33043, nr. 17; 30872, nr. 156.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan kan ik nog meedelen dat de Tweede Kamer sinds vandaag een nieuwe app in de app store heeft. Daarin staan alle vergaderingen en de stukken die erbij horen. Ik zou de vergadering kunnen schorsen zodat u de app allemaal kunt installeren, maar omdat ik weet dat u werken en luisteren allemaal kunt combineren, gaan wij gewoon verder met de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Bestuurderscao's, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 20 februari, met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Nog even over die app. Als je iets wilt verkopen, is het wel zo handig om de naam erbij te noemen, zodat wij die heel makkelijk kunnen vinden. Misschien weet u de naam.

De voorzitter:

Gewoon " Tweede Kamer". Sommige dingen zijn zo simpel dat je denkt dat je het er niet bij hoeft te zeggen, maar dank voor deze gelegenheid, mijnheer Ulenbelt.

Het woord is aan de heer Klein van de fractie van 50PLUS.

De heer Klein (50PLUS):

Onlangs heeft minister Dijsselbloem binnen het Europees Parlement een betoog gehouden waarin hij aangaf dat de pensioenhervormingen wellicht op dezelfde manier als de bankenunie zouden moeten worden aangepakt. Wij zouden graag een debat met de minister willen hebben over zijn uitspraken in het Europees Parlement. Wellicht is het verstandig dat dit vooraf wordt gegaan door een brief, waarin de minister uitlegt wat hij precies heeft bedoeld.

De voorzitter:

De heer Klein verzoekt om steun voor het houden van een debat over het model van de bankenunie voor pensioenen, voorafgegaan door een brief over dat onderwerp.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij steunen beide verzoeken. Ook wij zien een pensioenenunie niet zitten, dus wij krijgen graag uitleg en daarna een debat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun voor het debat, maar wel steun voor de brief. Ik heb aanvullende vragen via de commissiegriffier gesteld.

De heer Nijboer (PvdA):

Wij steunen het verzoek om een brief. Het kan worden betrokken bij het verzoek van de heer Klaver van vorige week voor een debat over dezelfde thematiek.

De heer Madlener (PVV):

Geen Europese bemoeienis met Nederlandse pensioenfondsen! Daarom steunen wij het debat en de brief.

De heer Koolmees (D66):

Wij steunen het verzoek om de brief. Het voorstel van de heer Nijboer om dit te betrekken bij het debat over de OECD-speech van de heer Dijsselbloem heeft ook onze steun.

De heer Ulenbelt (SP):

Wij steunen het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Zeker steun voor het verzoek, want dit moet niet gebeuren, maar als het kan worden gecombineerd met het debat van de heer Klaver, is dat prima.

De voorzitter:

Moet ik u nu meetellen voor het ene debat of zegt u: ik betrek dit gewoon bij het andere debat?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Als ik u mag adviseren, zou ik mij meetellen voor allebei.

De voorzitter:

Dan doe ik dat. Ik volg uw advies gelijk op. Mijnheer Klein, ik stel vast dat er geen meerderheid is voor uw verzoek tot het houden van een debat zoals u dat hebt voorgesteld. Er is wel steun om het debat te betrekken bij een debat dat eerder is aangevraagd door de heer Klaver. Ook is er voldoende steun voor het vragen van een brief. Ik stel voor om de inhoud van die brief in commissieverband te regelen.

De heer Klein (50PLUS):

Het lijkt mij heel constructief om dit debat te combineren met het debat dat de heer Klaver heeft aangevraagd over de OECD-toespraak. Dat debat staat op dit moment echter op nummer 22 van de debattenlijst. Mijn verzoek is dan wel om dat debat iets naar voren te schuiven. Ik doe het eenvoudige verzoek aan de voorzitter om daarnaar te kijken. Ik wacht verder graag de brief af, na doorgeleiding van het stenogram.

De voorzitter:

Ik zeg u graag toe dat ik ernaar zal kijken. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Graus van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. In een uitzending van ZEMBLA op 20 februari jongstleden bleek in welke hachelijke situatie franchisenemers in Nederland zitten. Ik heb al een paar keer geprobeerd om het op de agenda te zetten. Ik heb onlangs nog een motie ingediend over een beter verdienmodel voor de franchisenemer en voor een betere kaderstelling voor franchiseverleners. Die motie werd helaas door niemand gesteund, op de heer Bontes na. Met het hernieuwde inzicht door de uitzending van ZEMBLA hoop ik voldoende steun te krijgen voor mijn verzoek om een debat met de minister van Economische Zaken, zodat er een einde komt aan de perverse praktijken waarmee franchisenemers te maken hebben.

De voorzitter:

De heer Graus verzoekt steun voor het houden van een debat over de lastige juridische positie van machtige franchiseorganisaties.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik vind het voorstel dat de heer Graus volgende week gaat doen in de procedurevergadering heel goed. Hij gaat voorstellen om daarover een AO te houden. Ik heb een aantal vragen gesteld over dit onderwerp en ik wacht nog op de laatste set antwoorden. Een en ander lijkt me voldoende om zo'n debat te houden. Het houden van een algemeen overleg gaat denk ik veel sneller, maar dan wel graag na beantwoording van de laatste set vragen over dit onderwerp.

De voorzitter:

Geen steun voor dit verzoek, begrijp ik.

De heer Ziengs (VVD):

Geen steun voor het houden van een debat. Er is een AO Ondernemen, Regeldruk en MVO gepland voor 20 maart. Daar past dit onderwerp volgens mij heel goed in.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, ik zie onvoldoende steun voor uw verzoek. Mijnheer Koolmees?

De heer Koolmees (D66):

Ik wil graag mijn steun uitspreken voor het houden van een algemeen overleg over dit onderwerp. Het is een belangrijk onderwerp waarover gesproken moet worden. Dat kan aan de orde komen in de procedurevergadering van volgende week.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt onvoldoende steun voor het houden van een plenair debat over dit onderwerp. Meerdere fracties hebben er echter wel behoefte aan om hierover op korte termijn in een algemeen overleg te spreken.

De heer Graus (PVV):

Ik hoop dat de partijen die steun hebben toegezegd voor het algemeen overleg, ook mijn verzoek zullen steunen om de spreektijden voor het geplande debat over regeldruk ietwat te verlengen.

De voorzitter:

Dat moet u echt in de procedurevergadering van volgende week afspreken. Dank u wel, mijnheer Graus.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij moeten in Nederland niet bouwen voor leegstand en zeker geen spookvliegvelden creëren. Niemand heeft iets aan een vliegveld dat niet gebruikt wordt. In de NRC konden we uitgebreid lezen wat het resultaat was van een WOB-verzoek. Daaruit bleek dat zowel aan de kant van Schiphol als aan de kant van het ministerie grote twijfel bestaat over de haalbaarheid van Lelystad Airport.

De voorzitter:

Een kort verzoek, graag.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De staatssecretaris heeft de Kamer echter steeds verzekerd dat er grote interesse voor Lelystad Airport is. Ik vind dit een belangrijk onderwerp en wil daarover graag debatteren met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren verzoekt om steun voor het houden van een debat over Lelystad Airport.

Mevrouw Hachchi (D66):

Steun voor het verzoek om een debat. De staatssecretaris heeft wat uit te leggen, ook gelet op de geruststellingen die zij steeds in de richting van de Kamer heeft geventileerd. Ik ontvang ook graag een brief van de staatssecretaris; daarin kan zij alvast een start maken met het geven van tekst en uitleg.

De heer Smaling (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Geen steun voor een debat. Wij hebben in het algemeen overleg juist besproken dat er allerlei stukken komen waarmee aangetoond kan worden of de businesscase rond is. Wat mij betreft wachten wij die af. Een brief om opheldering te geven over hetgeen is verschenen, lijkt mij wel goed.

De heer Graus (PVV):

Steun voor een debat. Ik heb gepoogd om hier zojuist mondelinge vragen over te stellen. Als het klopt wat er in de NRC staat, heeft de staatssecretaris ons voorgelogen en dat is een ernstige zaak. Van harte steun dus voor het debat.

De heer Elias (VVD):

Ik heb begrepen dat het tegenwoordig kort moet: ik ben het eens met mevrouw Kuiken.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor een brief. Laten we kijken waar wij dit kunnen koppelen aan een ander debat. Geen steun voor een apart debat.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Via de commissie kunt u dan verder praten over de inhoud van de brief.

Ik begrijp dat u nog een verzoek hebt, mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. In juni van het vorige jaar heeft een ruime Kamermeerderheid mijn verzoek om een debat over schaliegas gesteund. Terwijl nu het bedrijf ARCADIS op zoek is naar de beste plekken in Nederland om schaliegas te boren en 148 gemeenten — ik heb ze hier op een briefje gezet — zeggen dat zij geen schaliegaswinning in hun gemeente willen, weigeren de regeringspartijen keer op keer om in debat te gaan. Elke keer komt het op de conceptagenda, wordt het er weer afgehaald en er wordt niet over gedebatteerd. GroenLinks wil dit nu spoedig echt op de agenda en ik wil daar steun voor van mijn collega's in de Kamer.

De voorzitter:

Er wordt een verzoek gedaan om steun voor een spoedige agendering van het debat over schaliegas.

De heer Leegte (VVD):

De VVD wil altijd over alles discussiëren, zeker over schaliegas. Wij krijgen in april een brief van de regering.

De voorzitter:

Steun of geen steun voor het verzoek, mijnheer Leegte?

De heer Leegte (VVD):

Geen steun.

De heer Jan Vos (PvdA):

Wij wachten op informatie van het kabinet die wij bij het debat willen betrekken. Zodra die er is, zullen wij het debat hier gaan voeren. Mevrouw Van Tongeren creëert hier haar eigen werkelijkheid. Natuurlijk willen wij het debat hier voeren.

De voorzitter:

Geen steun, begrijp ik.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij van de Arbeid lijkt het niet te durven voor de gemeenteraadsverkiezingen. De Partij voor de Dieren wil dat wel. Ik hoop dat zij het dan in elk geval aandurft voor wij de Europese verkiezingen in moeten.

Mevrouw Klever (PVV):

Ook de PVV wil graag het debat over schaliegas op korte termijn, voor de verkiezingen, voeren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie steunt het verzoek om echt op de kortst mogelijke termijn een debat over schaliegas te agenderen.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het debat, of het naar voren halen ervan.

De heer Pechtold (D66):

Steun.

De heer Geurts (CDA):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt niet de steun van een meerderheid om het debat nu in te plannen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb geconstateerd dat de regeringspartijen het inderdaad niet aandurven om dit debat voor de gemeenteraadsverkiezingen te voeren. Ik hoop dat het daarna zo snel mogelijk op de agenda komt, want het is een belangrijk onderwerp.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Tongeren.

Het woord is aan mevrouw Agema van de fractie van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Wij zien economische lichtpuntjes, maar niet voor 20.000, nog eens 20.000 en straks 100.000 zorgmedewerkers. Die vliegen er massaal uit. Ik wil graag een debat hierover aanvragen.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om steun voor een debat over ontslagen in de zorg.

De heer Van Veen (VVD):

Er zijn werkelijk tientallen mogelijkheden om dit te bespreken. Dat laat de PVV ook niet niet na, dus geen steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat slaat nergens op.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Helaas moet erover worden gesproken, want er zijn heel veel mensen die zich heel erg zorgen maken over hun baan. De fractie van GroenLinks steunt dit verzoek dus van harte.

Mevrouw Siderius (SP):

De SP heeft zelf een meldpunt over ontslagen in de zorg waarop al duizenden meldingen binnen zijn gekomen. Wij willen dit onderwerp hier graag bespreken; dus steun voor dit verzoek.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dit onderwerp is al vele malen aan de orde geweest en zal ook weer aan de orde komen, dus geen steun voor een debat.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

50PLUS steunt dit verzoek om een debat wel.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Geen steun.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Vanuit het belang van de mensen die zorg nodig hebben, steun voor dit verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Er komen talloze debatten aan; dus geen steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat over dit onderwerp, althans niet in de plenaire zaal.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee, maar volgens mij wel genoeg steun voor een dertigledendebat. Dat wil ik graag laten inplannen. En tegen de VVD: banen, banen, banen; daar ging het om. Die leus is ook al bij het oud papier gezet!

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Mevrouw Agema, u hebt nog een verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het sluiten van verzorgingshuizen is schering en inslag in elk dorp en in elke stad. Eerst was het niet sluiten, toen was het niet gedwongen en nu is het wel gedwongen. Aangezien we economische lichtpuntjes te zien hebben gekregen, zal in ieder geval deze verschrikkelijke bezuiniging van het kabinet van tafel moeten. Het gaat om 600 miljoen euro. Ik zou zeggen: laten we snel debatteren en deze bezuiniging terugdraaien.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over sluiting van tehuizen.

Mevrouw Siderius (SP):

Het verplichte verhuizen van 80- en 90-jarigen moet inderdaad stoppen. Steun voor het verzoek. Wij zouden dan ook graag de ijzige reactie van de staatssecretaris van afgelopen weekeinde op deze berichten willen bespreken.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dezelfde reactie van de fractie van D66 als op het vorige verzoek: geen steun.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dat geldt ook voor de Partij van de Arbeid. We hebben het hier regelmatig over en we zullen het hier ook nog regelmatig over hebben. Die onrust wordt ook gecreëerd doordat wij die mede voeden. De staatssecretaris heeft een heldere reactie gegeven en bij de eerstkomende debatten gaan we daar verder over praten.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Van 't Wout (VVD):

Over het feit dat mensen langer thuis willen en kunnen blijven wonen, hebben wij al vaak gedebatteerd. Dat zullen we ook blijven doen. Maar geen apart debat.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Wel steun voor het verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Net voor het reces hebben we hier nog een heel debat gehad over de manier waarop in Didam briefjes werden rondgestuurd om binnen zes weken te verhuizen. Daarover hebben wij gesproken. Dat is een schandalige manier van omgaan met mensen. Volgens mij is het beter om nu de nieuwe wet af te wachten, en dan hierover te spreken. De staatssecretaris moet gewoon zorgen dat beschaafd wordt omgegaan met deze mensen.

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Een ontzettend belangrijk onderwerp. Ik wil wel een brief vragen, als dat niet al door anderen is gevraagd, die kan worden betrokken bij een van de debatten die al gepland zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Agema heeft niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is ten minste één fractie die behoefte heeft aan een brief over dit onderwerp.

Mevrouw Agema (PVV):

Er is wel genoeg steun voor een dertigledendebat. Dat wil ik graag laten inplannen. Dat zou het moment kunnen zijn waarop het CDA haar steun voor het Kunduzakkoord en het sluiten van de verzorgingshuizen intrekt.

De voorzitter:

Dat zullen we tegen die tijd zien. We gaan nu niet in debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Nee, maar ik wil wel aandacht vragen voor de motie die het CDA direct in stemming brengt om een ...

De voorzitter:

Nee, we gaan nu niet in debat, ook niet stiekem. Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal de commissiegriffier vragen, de inhoud van de brief af te stemmen met de Kamer.

Mevrouw Agema heeft nog een verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ondanks dat het rapport van de commissie-Geluk vanmiddag pas komt, stonden de kranten vanmorgen al bol van de uitkomsten. Er wordt groot alarm geslagen over de zorg voor 200.000 kinderen die in gevaar komt als gevolg van de nieuwe Jeugdwet. Het is de verkeerde wet, we moeten die terugdraaien. Daarom wil ik een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Agema verzoekt om steun voor het houden van een debat over het alarm rond de invoering van de Jeugdwet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Op verzoek van de CDA-fractie is op 18 maart een algemeen overleg gepland over precies dit onderwerp.

De voorzitter:

Geen steun, dus.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik denk dat het goed is om dit onderwerp daar uitgebreid te bespreken. Een ander debat hoeft absoluut niet eerder gepland te worden.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik kan me daar namens D66 bij aansluiten.

Mevrouw Ypma (PvdA):

En ik namens de PvdA.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De vraag dringt zich wel op wat de staatssecretaris van VWS al wist toen hij in de Eerste Kamer zei dat het allemaal goed zou komen. Wellicht dat hij op hoofdlijnen al het advies van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd kende. Steun voor het verzoek. Anders wil ik een brief waarin de staatssecretaris hierop ingaat.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Geen steun voor het debat. We hebben het rapport nog niet gelezen. Dat gaan wij eerst doen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Als het gaat om de afbraak van de jeugdzorg kun je hier niet vaak genoeg staan om er een debat over te voeren. Natuurlijk steun van de SP voor dit verzoek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is goed om het snel hierover te hebben in het algemeen overleg dat al gepland staat. Daarom geen steun voor een apart plenair debat hierover.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ook voor dit debat hebt u niet de steun van een meerderheid, maar wel voor ...

Mevrouw Agema (PVV):

Wel voor een dertigledendebat. Dat wil ik graag inplannen. Ik steun ook het verzoek van mevrouw Voortman. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris in die brief ...

De voorzitter:

Dat zullen wij buiten de vergadering in de commissie bespreken.

Mevrouw Agema (PVV):

Mevrouw Voortman stelde een brief voor.

De voorzitter:

Ja, ik zal het stenogram van dit ...

Mevrouw Agema (PVV):

Ik zou graag aan die brief willen toevoegen ...

De voorzitter:

Ja, maar wij hebben met elkaar afgesproken dat wij hier de brief vragen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal ik doorgeleiden naar het kabinet. De inhoud van de brief zal in de commissie worden afgestemd.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik ben wel de eerste die u daarop aanspreekt.

De voorzitter:

Ja, dat is goed. Dank u wel. Voor het debat zullen spreektijden gelden van drie minuten per fractie. Ik had al gezegd dat ik het stenogram zou laten doorgeleiden naar het kabinet, maar twee keer is altijd beter dan niet één keer.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Het kabinet werd afgelopen najaar gered door verschillende handreikingen van gedoogpartners, maar afgelopen week werd daar toch weer een klein bommetje onder gelegd door de mij zeer welkome uitspraken van ChristenUnie-fractievoorzitter de heer Arie Slob. Wat deed de ChristenUnie? Zij maakte haar steun aan diverse kabinetsplannen afhankelijk van het van tafel gaan van het voorstel inzake de Wet strafbaarstelling illegaliteit. Dat zorgt opnieuw voor een heel nieuwe verhouding in de Kamer.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Daarom zou ik graag willen debatteren met de eerstverantwoordelijke bewindspersoon, namelijk de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over deze nieuwe verhoudingen. Wat gaat er gebeuren? Wat gaat het kabinet doen met het voorstel inzake de Wet strafbaarstelling illegaliteit?

De voorzitter:

Het is dus een verzoek om steun voor een debat over de toekomst en de noodzaak van de Wet strafbaarstelling illegaliteit.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV-fractie vindt het heel spijtig dat de Wet strafbaarstelling illegaliteit op de lange baan is geschoven. Wij willen geen verder uitstel, laat staan afstel. Wel willen wij duidelijkheid. Vanuit dat licht steunen wij het verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie heeft op dit moment geen behoefte aan een debat, maar op het moment dat het kabinet gaat bewegen, zullen wij een van de eersten zijn die alsnog een debat hierover zullen aanvragen.

De heer Azmani (VVD):

De Kamer heeft een verslag uitgebracht. Volgens mij is het een kwestie van wachten op de nota naar aanleiding van het verslag. Dan kunnen wij het debat met elkaar aangaan. Op dit moment steunen wij het verzoek om een debat dus niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij willen het verzoek om een debat op zichzelf wel steunen, maar ik zie al dat daarvoor geen meerderheid is. Daarom vraag ik of er een brief kan komen waarin het kabinet bevestigt dat de strafbaarstelling van illegaliteit in ieder geval deze kabinetsperiode niet op tafel komt. Er worden continu afspraken gemaakt en er zijn continu stemmingen waarvoor de steun van bepaalde fracties in dit huis nodig is. Ik wil dus graag op korte termijn, wat mij betreft morgen voor 12.00 uur, een brief waarin het kabinet bevestigt dat dit voornemen van tafel is.

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, dat heb ik gehoord, hoewel ik wel had verwacht dat iets meer fracties zich hierover zouden uitspreken. Dat blijkt echter niet het geval te zijn. Dat is jammer. Ik vind het zelf belangrijk dat wij voor de gemeenteraadsverkiezingen weten waar wij aan toe zijn. Tegelijkertijd voel ik mee met mevrouw Voortman, die suggereert dat het ook in verband met andere stemmingen in dit huis over belangrijke wetsvoorstellen van belang is dat wij nog eerder geïnformeerd worden.

De voorzitter:

Ik heb het volgende begrepen. Mevrouw Voortman heeft om een brief gevraagd.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voor morgen 12.00 uur.

De voorzitter:

Voor morgen 12.00 uur. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Over de inhoud van de brief zullen wij buiten de regeling van werkzaamheden om, via de commissie, met elkaar in overleg treden. Ik zal ervoor zorgen dat die brief er morgen voor 12.00 uur is. Dank u wel.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ja, voorzitter, dat kan ik mij op zich voorstellen, maar volgens mij is het ons goed recht om morgen na de komst van de brief ons weer te melden voor de regeling van werkzaamheden, als het niet via de commissie kan.

De voorzitter:

Absoluut, iedereen heeft op elk moment het recht om zich te melden voor de regeling van werkzaamheden.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben in dit huis al veel gesproken over de antihomowet die vorige week maandag is getekend in Uganda. In januari is echter ook een zeer strenge wet in Nigeria ondertekend. In een aantal andere Afrikaanse landen zijn er ook al strenge wetten tegen homo's getekend. Wij willen graag dat het asielbeleid dat geldt ten aanzien van Uganda ook voor deze landen gaat gelden. Daarom willen wij graag een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman vraagt steun voor het houden van een debat over de antihomowetten en de consequenties daarvan voor het asielbeleid.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun van de SP-fractie.

Mevrouw Maij (PvdA):

We hebben net in het vragenuurtje hier ook over gesproken. Ik stel voor dat we eerst een brief vragen aan de regering. Het verzoek van mevrouw Voortman is namelijk iets breder dan zij in eerste instantie aangaf. Na ontvangst van de brief kunnen we bezien hoe we daarover in debat gaan.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor het debat.

De heer Schouw (D66):

We hebben daar net mondelinge vragen over gesteld. Helaas kon ik vanwege het gebrek aan tijd geen conclusies trekken naar aanleiding van het antwoord daarop. Een belangrijke conclusie was ...

De voorzitter:

Dat gaan we hier niet doen, mijnheer Schouw. Het verzoek is om een debat te houden.

De heer Schouw (D66):

Daar kom ik op, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Ja, maar mijn vraag is: kunt u het ...

De heer Schouw (D66):

De staatssecretaris heeft namens het kabinet gezegd dat hij over drie maanden met een rapportage komt. Afhankelijk van die rapportage kunnen we een debat voeren.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek op dit moment. Mevrouw Voortman, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Precies. Daar krijgen we nu die interessante procedure voor. We zullen het zien.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar de regering. U gaat buiten de vergadering om met elkaar overleggen over wat er in die brief komt te staan.

U hebt nog een verzoek, mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Enkele maanden geleden heb ik schriftelijke vragen gesteld over de behandelingsstop bij het VUmc voor patiënten met genderdysforie. Ook andere fracties hebben daar vragen over gesteld. De antwoorden daarop vond ik zeer onbevredigend. Ik zou daarom graag hierover een debat willen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over genderdysforie.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Er is een gesprek gaande tussen het VUmc en de zorgverzekeraars. Ik zou dat willen afwachten. Ik zou de minister willen vragen om een reactie daarop voordat we besluiten tot het houden van een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik snap het verzoek van GroenLinks heel goed. Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, maar die komen ze nu niet na, wat ten nadele is van deze mensen. Tegelijk is het voor het debat heel belangrijk dat wij eerst van de minister een reactie krijgen op de vraag waarom de zorgverzekeraars hun zorgplicht niet nakomen. We willen eerst een brief en daarna een debat.

De voorzitter:

U geeft steun aan het debat, maar alleen als de brief binnen is.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ja.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van collega Dijkstra van D66.

De heer Rutte (VVD):

Dat geldt ook voor mij.

De heer Van Gerven (SP):

Er is geen meerderheid voor het debat, dat ik wel zou willen steunen. Ik stel daarom voor om toch maar een brief te vragen. Als de brief die de minister stuurt naar aanleiding van het overleg tussen de verzekeraars en het VUmc, niet bevredigend is, kunnen we daar volgende week op terugkomen.

De voorzitter:

Dit betekent dat die brief er volgende week moet zijn. Wij zullen ervoor zorgen dat dit wordt toegevoegd aan het stenogram. Mevrouw Voortman, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Verschillende fracties erkennen dat zorgverzekeraars hun zorgplicht niet nakomen, maar laten ondertussen de mensen die daar de dupe van zijn, in onzekerheid zitten. Dat is heel jammer. We zullen de brief afwachten. Dan zal het debat er komen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De brief moet er zijn voor komende dinsdag 12.00 uur. De inhoud van de brief wordt buiten de vergadering om met elkaar besproken.

Het woord is aan mevrouw Helder van de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Tijdens het vragenuur heb ik vragen gesteld over het bericht " Jeugd na tbs nog steeds crimineel". De antwoorden vond ik niet echt bevredigend. Ik heb besloten om mijn verzoek om te bouwen naar het vragen om een brief van de staatssecretaris, waarin hij ingaat op het bericht en op wat de deskundigen daarin ventileren. Ik zal het dan via de procedurevergadering aan het AO over tbs laten toevoegen.

De voorzitter:

Mevrouw Helder vraagt om een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Ojik van GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Op 6 februari vroeg ik de minister-president om een brief over de afspraken tussen de coalitie en de gedoogpartijen. Die afspraken betreffen de begroting en de uitvoering van het sociaal akkoord, zo antwoordde de minister-president op 12 februari. In die situatie lijkt verandering te zijn gekomen, nu de fractievoorzitter van de ChristenUnie de strafbaarstelling van illegaliteit in de discussie heeft ingebracht. GroenLinks wil naar aanleiding daarvan graag van de minister-president weten hoe het staat met de soliditeit van de tussen de vijf partijen en het kabinet gemaakte afspraken. Blijft het bij de eis van de ChristenUnie of is er nog meer te verwachten? Hoe gaat het kabinet hierop reageren en wat zijn in de visie van het kabinet de gevolgen voor de gemaakte afspraken? Ook wil ik het in dat debat ...

De voorzitter:

In het debat of in de brief? Het is tot nu toe niet duidelijk of u het hebt over een brief of over een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Naar aanleiding van de brief die wij hebben ontvangen, wil ik graag een debat aanvragen. Sorry als ik dat niet duidelijk heb gezegd.

Ik wil het in dat debat ook graag hebben over de manier waarop over de afspraken tussen kabinet en Kamer wordt gecommuniceerd, of liever gezegd: niet wordt gecommuniceerd. In twee recente gevallen, de instandhouding van de kleinescholentoeslag en de besteding van 40 miljoen extra geld voor onderwijs, werd de Kamer over de aanpassing in de begroting geïnformeerd in respectievelijk een congrestoespraak van de fractievoorzitter van de ChristenUnie en een persbericht van D66. Dat lijkt mij niet de juiste manier. GroenLinks wil dus graag — snel, als dat kan — een debat met de minister-president over de soliditeit van de eerder gemaakte afspraken en over de manier waarop over aanpassingen in de begroting met de Tweede Kamer wordt gecommuniceerd.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik vind dit een heel reëel verzoek, zeker nu er vandaag CPB-cijfers zijn gekomen en het volstrekt onduidelijk is hoe daar weer mee wordt omgegaan met het oog op de komende begroting. Dus alle steun voor dit verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Zo'n debat lijkt de SP heel hard nodig. Vandaar alle steun.

De heer Klein (50PLUS):

Ook 50PLUS lijkt het heel verstandig om dit eens goed met elkaar te bespreken. Dus steun voor het debat.

De heer Zijlstra (VVD):

Geen steun voor het debat. De afspraken in het regeerakkoord zijn helder. Ook de afspraken die met een aantal oppositiepartijen zijn gemaakt, zijn helder. Daar kunnen we allerlei " kristallenbolbespiegelingen" over houden, maar dat is niet nodig. De afspraken zijn helder en die staan ook wat ons betreft. Wat ons betreft, is daar verder geen debat voor nodig.

De voorzitter:

Mijnheer Van Ojik, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ja, daar lijkt het op, hoewel een opvallend groot aantal partijen zich überhaupt niet uitspreekt over de vraag of dit debat wenselijk zou zijn.

De voorzitter:

Dat mag in de regeling, maar de heer Pechtold is niet te beroerd om het alsnog te doen.

De heer Pechtold (D66):

Ik kan mij herinneren dat de heer Van Ojik onlangs een brief vroeg over deze materie. Dat verzoek heb ik toen gesteund. Die brief is er. Als de heer Van Ojik zegt dat er weer nieuwe feiten zijn, zou ik zeggen: vraag weer om een brief. Dat verzoek zou ik dan van harte steunen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als ik daarop mag reageren: ik heb drie nieuwe feiten genoemd die naar mijn smaak een nieuw licht werpen op de brief van de minister-president. Vandaar dat het mij een goed idee leek om daar nu alsnog een debat over te hebben. Als de heer Pechtold dat zou kunnen steunen, zou mij dat zeer welkom zijn.

De voorzitter:

Dat heeft hij zojuist niet gedaan.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Niet?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Precies. De PvdD steunt het verzoek wel.

De voorzitter:

Mijnheer Van Ojik, daarmee hebt u nog steeds geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat stel ik ook vast.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Tussen Goirle en Poppel wordt op kosten van de Nederlandse en de Belgische belastingbetalers een aparte weg aangelegd om ervoor te zorgen dat er minder ongelukken gebeuren wanneer Nederlanders in België gaan tanken. Intussen krijgen wij geen cijfers van de regering over de accijnsopbrengsten. We hebben wel een lege brief gekregen, maar geen cijfers. Ik verzoek de regering dus om een nieuwe brief voor 10 maart. Iedereen heeft immers aangifte moeten doen over de opbrengsten in januari. In die brief moeten dan ook gewoon de opbrengsten van januari staan.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden. Mijnheer Merkies, u hebt toch geen bezwaar tegen een brief, zo neem ik aan?

De heer Merkies (SP):

Het ging toch ook om een vervroeging van het debat? Of komt dat nog?

De heer Omtzigt (CDA):

Dat komt nog.

De heer Merkies (SP):

Ik was te vroeg.

De voorzitter:

Dat had ik de heer Omtzigt nog niet horen zeggen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. U kunt buiten de vergadering om even specificeren wat er precies in die brief moet komen te staan. Wat is uw tweede verzoek?

De heer Omtzigt (CDA):

Dat verzoek doe ik eigenlijk samen met de heer Merkies. Voorzitter, u zou een poging doen om het debat over de accijnzen te plannen. Mijn verzoek is om te bekijken of dat inderdaad gewoon volgende week kan plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik had beloofd dat ik ernaar zou kijken en dat heb ik gedaan. Het verzoek om dit debat is meerdere keren gedaan. Elke keer is dat verzoek door minder dan 50 mensen in deze zaal gesteund. Daarom heb ik besloten om gewoon vast te houden aan de afspraak die wij hebben. Als het debat aan de beurt is, wordt het ingepland. Als ik als voorzitter hierin ga prioriteren, begeef ik mij in een wespennest. Eerlijk gezegd ga ik mij daar niet in begeven. Ik heb er dus naar gekeken en ik heb besloten om het debat niet eerder te plannen. Als het aan de beurt is, is het aan de beurt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan wil ik, mede namens de heer Merkies, een VAO aanvragen naar aanleiding van het AO over benzineprijzen. Dat wil ik graag op de plenaire agenda hebben.

De voorzitter:

Wanneer was dat AO?

De heer Omtzigt (CDA):

Dat was vorig jaar, maar dat maakt niet zo veel uit.

De voorzitter:

Misschien kunt u dat later nog even laten weten en dan zal ik het afkondigen. Ik moet voor de Handelingen even precies weten wanneer dat AO was. Dan zal ik het tijdens de volgende regeling afkondigen.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is goed en dan zou ik dat graag volgende week gepland zien. Het liefst ontvang ik dan voor die tijd de brief van de regering.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen. De heer Merkies stond als eerste bij de microfoon.

De heer Merkies (SP):

Helaas moeten wij dit op zo'n manier doen. Vorige week was namelijk ook al bekend dat een minderheid hiervoor was en dat de meerderheid dit blokkeert. Er is geen nieuwe informatie binnengekomen.

De voorzitter:

Nee, ik heb beloofd dat ik ernaar zou kijken. Omdat u mij expliciet hierom gevraagd hebt — want dit is niet gebruikelijk — heb ik een toelichting gegeven. Ik ga hier verder niet over in debat.

De heer Merkies (SP):

Ik wil dit graag even afmaken, want dit is toch wel gek. Waar bestond die discussie dan uit? De enige nieuwe informatie ...

De voorzitter:

Ik ga er niet verder over in debat. Het is mijn recht om dit te doen. Het is niet mijn plicht om hierover openheid van zaken te geven. Ik heb dat in dit geval wel gedaan, omdat er zo nadrukkelijk een paar keer om gevraagd is. Ik ga hier nu niet verder over in debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik neem aan dat u als voorzitter ook de urgentie voelt van dit probleem. Elke dag die wij langer wachten, gaan er benzinestations en winkels dicht en staan er mensen op straat. De prioriteit is er. U stelt nu een nieuwe regel voor.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Dijck, mijnheer Van Dijck ...

De heer Tony van Dijck (PVV):

Als er meer dan 50 mensen in dit huis voor vervroeging zijn, honoreert u dat kennelijk.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijck, ik heb net gezegd dat ik er niet verder over in debat ga. Als u hiernaar kijkt, ziet u een lange lijst met debatten die zijn aangevraagd door ongeveer dezelfde meerderheid. Het is niet aan mij om mijn eigen hart te volgen bij de prioritering. Daarvoor volg ik een nette afweging. Toen een heel grote minderheid dit deed, ben ik in het verleden een enkele keer van de regel afgeweken. Ik vind het jammer dat u mij nu eigenlijk in de situatie brengt dat ik dat nooit meer kan doen, omdat u er met mij over in debat gaat. Ik ga daar nu verder niet over in debat. Ik zal het VAO tegemoetzien en ik zal dat afkondigen bij de regeling van werkzaamheden morgen of zodra het bekend is.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat zullen wij dan zien. Ik wil gezien deze discussie — daarom kwam ik terug — te zijner tijd toch gewoon een brief vragen over het beleid van het Presidium in dezen. Er wordt namelijk wel een extra debat over de Valleilijn gepland. Dat is de hele lijst voorbij gesprongen ...

De voorzitter:

Dat is een meerderheidsdebat.

De heer Omtzigt (CDA):

Maar er staan ook nog tien andere meerderheidsdebatten gepland.

De voorzitter:

Ik zal ervoor zorgen dat naar aanleiding van dit verzoek een brief van het Presidium naar de Kamer wordt gestuurd.

De heer Omtzigt (CDA):

Kan daarin ook komen te staan wat er bij accijnzen gebeurd is?

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, ik heb een punt van orde. Ik wil het CDA hierin steunen. Ik vind het uiterst merkwaardig hoe u hier opereert. De afgelopen weken hebt u toegezegd dat u ernaar zou kijken. Daarmee hebt u de suggestie gewekt dat dit zou gebeuren. Ik weet niet of u door de VVD-fractie bent teruggefloten, maar u had dit gewoon op de agenda moeten zetten. Anders had u dit niet moeten beloven. U zit hier gewoon te blunderen. Het spijt me dat ik dit zeg.

De voorzitter:

Mijnheer Wilders, het spijt me dat u die conclusie trekt. Ik probeer transparant te handelen, maar dat wordt blijkbaar niet heel erg gewaardeerd door u. Dat vind ik jammer. Ik zal de brief die ik zojuist heb toegezegd, via het Presidium aan u allen doen toekomen. Het zijn geen nieuwe regels.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Aanstaande donderdag staat een debat gepland met de minister-president en de ministers van Economische Zaken en van Onderwijs over het belangwekkende rapport De lerende economie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Iets leert mij dat de minister-president donderdag weleens in Europa bezig kan zijn met de situatie Rusland-Oekraïne. Ik zou er dan graag voor kiezen om dit debat niet zonder de minister-president te voeren, maar het volgende week dinsdag of woensdag alsnog in te plannen met de minister-president. De minister-president is immers degene die namens het kabinet reageert op voorstellen van de WRR.

De voorzitter:

Ik begrijp dit verzoek. Ik zie instemmend geknik. Ik zal het debat opnieuw inplannen en een nieuwe agenda laten rondgaan.

Voordat wij gaan stemmen, wil een aantal leden nog een opmerking maken over de stemmingslijst. Ik geef daarvoor als eerste het woord aan mevrouw Kuiken van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Mijn verzoek heeft betrekking op punt 5 van de stemmingslijst, het VAO Wegverkeer en verkeersveiligheid. Ik wil de motie op stuk nr. 404 (29398) over onderzoek naar een verplichte cursus rijschoolmanagement aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kuiken stel ik voor, haar motie (29398, nr. 404) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Mijn verzoek heeft betrekking op agendapunt 12, het VAO Luchtvaart. Ik wil de motie op stuk nr. 175 (31936) over heroverweging van het tarievenbeleid voor plaatselijke luchtverkeersdienstverlening aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (31936, nr. 175) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik zou graag bij de stemmingen onder punt 10, het VSO Gewasbescherming buiten de landbouw, de motie op stuk nr. 237 (27858) over een verbod op gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (27858, nr. 237) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven