4 Vragenuur: Vragen Schouw

Vragen van het lid Schouw aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over bedreigde Ugandese partners van Nederlandse homo's, lesbiennes, biseksuelen en transgenders die geen visum krijgen om hun zorgwekkende situatie te ontvluchten.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Vorige week heeft de president van Uganda besloten, de antihomowet te ondertekenen. Dat is een draconische wet. Wat houdt die wet eigenlijk in? Eigenlijk drie dingen: levenslange gevangenisstraf voor homoseksualiteit, wanneer iemand weet dat een ander homo is, is die persoon ook strafbaar en werkgevers mogen geen homo's in dienst nemen. Zo is iedereen in Uganda verplicht om homo's te verklikken. Gevolg: op de voorpagina's van de kranten daar staan foto's en namen van de top-200, en volop doodsbedreigingen. Een duivelse wet. Homoseksuelen in Uganda voelen zich bedreigt, opgejaagd en onveilig. Gelukkig heeft het kabinet actie ondernomen: deze staatssecretaris kondigde een soepeler inwilligingsbeleid aan als reactie op die duivelse wet. Dat is een mooi gebaar. Maar in hoeverre helpen die versoepelingen?

De Oegandese homo's die al in Nederland zijn, krijgen een verblijfsvergunning asiel, tenzij uit hun asielrelaas blijkt dat de betrokkene niet zal worden blootgesteld aan vervolging. Is dat niet raar? Alle homo's worden daaraan immers blootgesteld. Waarom dan nog toetsen?

Hebben homoseksuelen die in eigen land worden vervolgd in het kader van bijvoorbeeld vluchtelingenverdragen niet sowieso recht op asiel als ze dat aanvragen in Nederland? Kan de staatssecretaris deze garantie geven?

Wat gebeurt er met de Oegandese partners van Nederlandse homo's in Uganda die geen visum krijgen om samen met de partner hun onhoudbare situatie te ontvluchten? Er is een noodsituatie, het is daar onveilig, en we krijgen berichten dat de Nederlandse ambassade vóór de ondertekening van de wet zei: we gaan helpen, terwijl dat na de ondertekening weer anders lag. Klopt dat? Wat doet de Nederlandse ambassade?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Het kabinet is het eens met wat de heer Schouw zegt over de wet: het is inderdaad een draconische wet. Het kabinet heeft zich daarover al eerder duidelijk uitgelaten. Het kabinet heeft zich daarover al eerder duidelijk uitgelaten. Er zijn mij drie vragen gesteld. Met betrekking tot het asiel kan ik het niet duidelijker zeggen dan in de brief die ik naar de Kamer heb gestuurd. Er is een soepel inwilligingsbeleid. Dat betekent dat asielaanvragen in Nederland van homoseksuele mensen afkomstig uit Uganda in veel, nagenoeg alle situaties, tot inwilliging zullen leiden. Er zit een klein haakje achter de komma. We moeten natuurlijk bezien hoe de situatie zich ontwikkelt, maar zoals die nu is, zal dit leiden tot een hoog inwilligingspercentage. Mensen hebben recht op asiel als zij in Nederland zijn. Het is dus niet mogelijk om asiel op posten aan te vragen. Ik wijs de heer Schouw erop dat het sinds 2003 niet meer mogelijk is om op een Nederlandse ambassade in het buitenland asiel aan te vragen. Zij hebben dus recht op asiel als zij hier in Nederland zijn. Dat wordt individueel getoetst door de IND met een soepel inwilligingsbeleid.

Ten aanzien van de partners is het een andere situatie. In feite praat je daarbij over de mogelijkheden voor gezinshereniging. Is het mogelijk als de Nederlandse partner naar Nederland vertrekt en de Ugandese partner nog in Uganda is? Je moet dan kijken naar de mogelijkheden voor gezinshereniging. De Ugandese partner kan bij de Nederlandse ambassade een aanvraag doen voor de machtiging tot voorlopig verblijf, waarmee hij Nederland mag inreizen en op basis waarvan een verblijfsvergunning kan worden verleend. Daaraan zit een aantal voorwaarden vast. Die voorwaarden kent de heer Schouw. Ik zal ze niet allemaal herhalen, maar de partner moet ouder zijn dan 21 jaar, het moet op dat moment een duurzame relatie zijn, er zijn inkomensvereisten en er moeten geen bedenkingen zijn op het terrein van de nationale veiligheid. Het is echter volgens de regels ook mogelijk dat zo'n situatie in een individuele casus, als niet aan alle voorwaarden wordt voldaan en er sprake is van een acute noodsituatie, aanleiding is om over één of meerdere voorwaarden heen te stappen. Dat is concreet mijn antwoord aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Het is goed dat het kabinet het met mijn fractie eens is dat dit een duivelse wet is en dat wij de juiste maatregelen moeten nemen om de Ugandese homo's te beschermen. Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat asielverzoeken in nagenoeg alle situaties ingewilligd zullen worden en dat homo's een verblijfsvergunning en asiel kunnen krijgen. Ik vraag de staatssecretaris om over een maand of drie te rapporteren over de gevallen waarin dit niet is gebeurd. Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat die gevallen bestaan. Wil de staatssecretaris dat toezeggen?

Als de Ugandese homo's uit Uganda naar bijvoorbeeld Nederland vluchten en hier asiel aanvragen, kan de staatssecretaris dan garanderen dat zij dat dan ook krijgen? Op die manier maken wij met elkaar namelijk een mooie route duidelijk. De mensen worden immers verdreven uit hun land.

Ten aanzien van de partners begrijp ik de staatssecretaris als volgt. Hij zegt dat de Nederlandse ambassade in Uganda met een aantal criteria als voorwaarde actief zal meewerken om ook de partners een veilige haven te bieden en te bekijken of het mogelijk is om die partners een visum te geven of een machtiging tot voorlopig verblijf. Dat is echt een inspanning die de ambassade moet uitvoeren van de Nederlandse regering.

Staatssecretaris Teeven:

Om met dat laatste te beginnen: er kan een machtiging voorlopig verblijf worden aangevraagd. Daarvoor moet je voldoen aan een aantal voorwaarden. Ik zal die niet allemaal herhalen. Als er sprake is van een acute noodsituatie en van een duurzame relatie tussen de Nederlandse partner en een Ugandese partner, dan kan er sprake van zijn dat er een voorwaarde wordt gepasseerd. Dat zijn de uitgangspunten. In een individuele casus moeten wij natuurlijk wegen hoe daarmee wordt omgegaan in het concrete geval.

Het antwoord op de eerste vraag van de heer Schouw is: ja, het kabinet is zeer wel bereid om de Kamer over drie maanden, voor het zomerreces — dat lijkt mij een goed moment — te laten weten in welke gevallen daarvan af wordt geweken. De heer Schouw vraagt mij om een voorbeeld. Je kunt je dit voorstellen als het LHBT-schap niet geloofwaardig is, als daarvan geen enkele sprake is en als er sprake is van een fakesituatie. Die voorbeelden zijn er, niet vanuit Uganda, maar wel vanuit andere landen. Het gaat om gevallen waarin iemand zegt homoseksueel te zijn, wat vervolgens wordt aangenomen door de IND, waarna iemand een verblijfsvergunning krijgt, waardoor vervolgens een nareis voor familieleden mogelijk wordt gemaakt. Het betreft dan overigens geen familieleden van hetzelfde geslacht, maar het blijkt dan dat diegene toch getrouwd is. Dat blijkt achteraf dan niet goed te zijn. Als een situatie absoluut onaannemelijk wordt geacht, dan gaan we dat niet doen. Als mensen zich in Nederland melden voor asiel, dan vindt er een individuele toetsing plaats. Er wordt dan naar gekeken.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dacht dat de heer Schouw nog een derde keer mocht.

De voorzitter:

Nee, want zijn tijd is op.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb een vraag over andere Afrikaanse landen. In meer Afrikaanse landen is immers sprake van zeer strenge wetgeving jegens homo's, onder meer in Nigeria en Kameroen. Ik vraag mij af of de staatssecretaris van plan is om te kijken naar de situatie in die landen en of het beleid ten aanzien van homo's in die landen versoepeld moet worden.

Staatssecretaris Teeven:

Het kabinet volgt steeds de situatie in een aantal Afrikaanse landen waar dit onderwerp speelt. Het is van belang of er daadwerkelijk opsporing en vervolging plaatsvindt. Zaken kunnen in de wet zijn geregeld, maar de feitelijke situatie is ook van belang, en niet wat de jure de situatie is. De vraag is of mensen daadwerkelijk hebben te vrezen voor hun leven dan wel voor hun persoonlijke veiligheid. Dat is het uitgangspunt. Daarbij volgen we ook de andere landen in Afrika.

De heer Fritsma (PVV):

De staatssecretaris heeft aangegeven dat alle Ugandese homo's die naar Nederland komen, een verblijfsvergunning in ontvangst kunnen nemen. Waarom zegt de staatssecretaris niet dat opvang van asielzoekers in de eigen regio moet plaatsvinden? Stop met al die uitnodigingen voor iedereen in de wereld, want Nederland kan gewoon niet de hele wereld opvangen. Zet in op opvang in de eigen regio. Dat is veel logischer en veel beter.

Staatssecretaris Teeven:

Opvang in de eigen regio is uiteraard het uitgangspunt. Dat doen we met Syrië, en dus ook met andere situaties. Dat weet de heer Fritsma natuurlijk ook. Als mensen die homoseksueel zijn, asiel aanvragen vanuit Uganda en in Nederland komen, dan kunnen zij asiel krijgen als hun verhaal op dat moment niet onaannemelijk is. Dat is de wet. Zo leggen we de wet uit. Zo zitten de vluchtelingenverdragen in elkaar. Dat is de feitelijke situatie.

De voorzitter:

De heer Fritsma maakt gebruik van zijn tweede vraag.

De heer Fritsma (PVV):

Opvang van Syriërs gebeurt ook niet in de eigen regio. De staatssecretaris heeft ook verblijfsvergunningen in het vooruitzicht gesteld voor alle Syrische vluchtelingen die naar Nederland komen. Dat doen zij ook massaal. Mijn tweede vraag stel ik gelet op mogelijk misbruik. Iedereen kan wel zeggen uit Uganda te komen en homoseksueel te zijn. Veel mensen hebben geen verblijfspapieren. Seksuele geaardheid is moeilijk vast te stellen. Is de staatssecretaris niet bang dat er heel veel misbruik gaat komen door dit soort open uitnodigingen?

Staatssecretaris Teeven:

Op dit moment zitten 2,7 miljoen Syriërs buiten de eigen grenzen. Er vindt daadwerkelijk opvang in de regio plaats. In 2013 zijn er 2.679 Syriërs naar Nederland gekomen. Ik denk dat de heer Fritsma een beetje een karikatuur van zichzelf maakt door de zaken zo voor te stellen. Is het kabinet bang voor misbruik van de regeling? Jazeker. Daarom heb ik nadrukkelijk aangegeven dat als in het kader van de individuele toets blijkt dat het zeer onaannemelijk is dat iemand homoseksueel is, diegene natuurlijk geen asiel kan krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer.

Naar boven