21 Aanpassing eigenwoningforfait

Aan de orde is het VAO Aanpassing eigenwoningforfait (AO d.d. 16/01).

Voorzitter: Arib

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Wonen en Rijksdienst en de staatssecretaris van Financiën van harte welkom.

Het woord is aan de heer Van Klaveren van de PVV-fractie.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. Ik zal het kort houden vandaag. Vorig jaar heeft de PVV het verzet geïnitieerd tegen dit wat ons betreft waardeloze kabinet, zowel hier in de Kamer als in de straten, zij aan zij met de mensen in het land. Zolang dit kabinet nog in de Trêveszaal zit, gaat de PVV door met zijn verzet tegen dit lastenverzwarende kabinet van VVD en PvdA. Dit kabinet is kampioen lasten verzwaren. Ik noem de accijns, de btw, de aantasting van de hypotheekrenteaftrek en de explosieve huurstijging. Het gaat maar door. Daarbovenop komt nu weer de verhoging van het eigenwoningforfait naar 0,7%. Wat ons betreft is genoeg genoeg en wordt dit percentage bevroren op het niveau van 2013. Daarom dienen wij de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het eigenwoningforfait omhoog is gegaan ten opzichte van vorig jaar;

overwegende dat de lasten, zeker ook van huizenbezitters, al te veel zijn gestegen;

verzoekt de regering, het percentage voor het berekenen van het eigenwoningforfait te bevriezen op het niveau van 2013, namelijk 0,60%,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Klaveren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (33750-IX).

De heer Omtzigt (CDA):

Wij waren geschokt toen wij zagen dat een belastingverhoging van €100, maar soms honderden euro's per woningbezitter zo gemakkelijk via een beleidsbesluit ergens op pagina 5, zonder de Kamer vooraf op de hoogte te stellen, kan worden doorgevoerd. We moeten voorkomen dat wij als politiek, maar vooral als samenleving, vaker met dergelijke onverwachte belastingverhogingen worden geconfronteerd. Nu ging het over het eigenwoningforfait, maar even later gebeurde het nog een keer toen de aftrekbedragen voor kinderalimentatie drastisch werden verlaagd, omdat 20 jaar geleden was afgesproken dat deze aftrekpost tijdelijk zou worden verhoogd. We konden het niet terugvinden in de Handelingen. De regering mag niet van burgers verwachten, eigenlijk zelfs van Kamerleden niet, dat ze zelf in de gaten houden dat de belastingen worden verhoogd omdat er tientallen jaren geleden iets is afgesproken. Daarom ben ik erg blij dat de staatssecretaris heeft toegezegd dat er voor Prinsjesdag een overzicht komt van alle wijzigingen in belastingpercentages die nu al vaststaan, dat er voor juni een brief komt om deze onverwachte belastingverhogingen in de toekomst te voorkomen en tot slot dat er in het concrete geval van het eigenwoningforfait naar een oplossing wordt gezocht. Het is natuurlijk erg onlogisch dat de belasting die wordt geheven over een koopwoning gekoppeld is aan de huurprijzen, terwijl deze onafhankelijk is van de waarde van de koopwoning. Het probleem is groter. Er zijn niet alleen belastingverhogingen die zonder enige aandacht van de Kamer worden ingevoerd, deze verhogingen worden ook pas in de laatste dagen van december bekend. Dat moet echt eerder. Daarom graag twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in het eindejaarsbesluit voor burgers belangrijke informatie kenbaar gemaakt wordt, bijvoorbeeld over de belastingverhogingen voor het komende jaar;

overwegende dat het van belang is dat informatie over de belastingtarieven voor het komende jaar zo snel mogelijk beschikbaar is;

verzoekt de regering, de beleidsbesluiten die op 1 januari moeten ingaan, zo veel mogelijk voor 30 november te nemen en openbaar te maken en de andere beleidsbesluiten direct na de stemming over het Belastingplan in de Eerste Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (33750-IX).

De heer Omtzigt (CDA):

Het probleem dit jaar was dat het Belastingplan zo laat was en dat er zoveel in zat dat de Belastingdienst zelf een besluit moest slaan waarin werd gesteld: als wij het zelf niet kunnen implementeren in onze eigen dingen, dan hoeven we het voorlopig zelf niet te doen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Belastingplan elk jaar steeds dikker wordt en het aantal maatregelen steeds ingrijpender;

overwegende dat de tijd tussen de behandeling van het Belastingplan en de inwerkingtredingsdatum van 1 januari zeer kort is;

overwegende dat het Belastingplan ooit alleen bedoeld was voor het wijzigen van belastingpercentages en niet voor inhoudelijke wijzigingen van de belastingwetten;

verzoekt de regering, serieus werk te maken van het wetsvoorstel fiscale verzamelwet en hierin zo veel mogelijk technische en inhoudelijke wijzigingen door te voeren, zodat het Belastingplan zich voornamelijk beperkt tot de veranderingen in de belastingpercentages,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (33750-IX).

De heer Omtzigt (CDA):

Dit moet worden gezien als een service aan de Belastingdienst, die een en ander dan beter kan uitvoeren.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik vervang vandaag mijn collega Paulus Jansen die met een heel goed fietsenplan bezig is, met een aantal andere partijen, en daarom elders moet vertoeven. In het debat heeft collega Jansen eerder gezegd dat de huurverhoging door beleid van dit kabinet gevolgen heeft voor het eigenwoningforfait. Dat is een feit. Die gevolgen betreffen 200 miljoen euro; dat geld komt in de staatskas. Dit is niet verteld aan de Tweede Kamer en dat verdient geen schoonheidsprijs, om het diplomatiek uit te drukken. Ik dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het percentage voor het eigenwoningforfait per 1 januari 2014 is verhoogd en dat een deel van deze verhoging te maken heeft met wijziging van het huurbeleid;

constaterende dat dergelijke endogene effecten tot substantiële opbrengsten of kosten kunnen leiden voor de schatkist;

van mening dat dergelijke effecten een grote relevantie hebben voor de behandeling van wetsvoorstellen die dergelijke endogene effecten veroorzaken;

verzoekt de regering, in de memorie van toelichting bij wetsvoorstellen de endogene effecten voor de schatkist voortaan te benoemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Paulus Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 20 (33750-IX).

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. De berekening van het eigenwoningforfait is heel simpel. Die berust op twee pijlers: de WOZ en de huurstijging. De WOZ is gefixeerd, de huurstijging is de variabele component. Iedereen weet dat — hoe vervelend dat ook is — de stijging van de huren gevolgen heeft voor het eigenwoningforfait. Wat is gebeurd, is niet anders dan het volgen van wetgeving en van een formule die alle partijen in de afgelopen jaren altijd hebben gehanteerd. Dat kan dus geen grote verrassing zijn. Dat is het gevolg van de definitie. We kunnen over beleid van mening verschillen met elkaar, maar dit is een logisch gevolg dat iedereen had kunnen verwachten.

Wij zijn blij met de toezegging die het kabinet heeft gedaan om scenario's te berekenen voor de toekomst waarbij wij ervan uitgaan dat de definitie het uitgangspunt is bij de doorrekening van mogelijke scenario's in de toekomst.

De voorzitter:

Ik kijk even of alle moties zijn gekopieerd en rondgedeeld. Er moet nog één motie worden overhandigd aan de bewindspersoon. Daar wachten wij even op en dan is het woord aan staatssecretaris Wiebes.

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Het lijkt me voor iedereen het snelst om gewoon direct op de moties te reageren. De heer Van Klaveren stelt bij motie (33750-IX, nr. 17) voor om het eigenwoningforfaitpercentage te bevriezen. Dat zou jammer zijn in tijden van stijgende huizenprijzen want dan hoort het percentage juist te dalen. Het is zeer sterk de vraag of de huizenbezitter danwel de staatskas hiermee een plezier wordt gedaan. De heer Monasch heeft het bestaande stelsel net heel goed toegelicht. Op basis daarvan ontraad ik het aannemen van deze motie.

De heer Omtzigt van de CDA-fractie probeert in zijn inleiding een van de toezeggingen te herhalen die gedaan is door mijn voorganger in het vorige debat. Daarbij heeft hij misschien over het hoofd gezien dat hij de gemeenschap zelf een enorme dienst heeft bewezen door aan het eind van dat debat de toezeggingen heel puntig en correct samen te vatten. Met die samenvatting komt wat hij nu zegt niet overeen. Er is geen brief toegezegd voor juni over het tegengaan van onverwachte belastingverhogingen. Er zijn drie toezeggingen gedaan in het vorige debat, die uitstekend in het verslag zijn beland doordat juist de heer Omtzigt ze nog een keer heeft herhaald.

In de motie van de heer Omtzigt op stuk nr. 18 wordt de regering verzocht om beleidsbesluiten die op 1 januari moeten ingaan zoveel mogelijk voor 30 november te nemen en openbaar te maken en de andere beleidsbesluiten direct na de stemming over het belastingplan in de Eerste Kamer. Volgens mij komt dit grotendeels, maar net niet helemaal, overeen met een van de drie toezeggingen van mijn voorganger in het vorige overleg. De heer Omtzigt heeft mij verschillende malen laten weten dat hij een hekel heeft aan het rondpompen van geld. Laten wij dan ook geen toezeggingen rondpompen. Ik houd het bij de toezegging van mijn voorganger en ontraad derhalve de motie in deze vorm.

In de motie van de heer Omtzigt op stuk nr. 19 wordt gevraagd om serieuzer werk te maken van de fiscale verzamelwet. Er wordt voorgesteld om alle techniek daarin op te nemen en om het belastingplan vooral te reserveren voor het veranderen van de percentages. Dat streven deel ik zeker en dat is sinds 2010 precies wat wij doen met de fiscale verzamelwet. Het lukt echter eenvoudigweg niet om te garanderen dat er in het belastingplan alleen maar percentages staan en geen enkele verandering van mechanisme of kleine aanpassing van het stelsel. Dat is simpelweg niet realistisch. Hoewel ik het streven van de heer Omtzigt volledig deel, moet ik de motie in deze vorm ontraden.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb een vraag over mijn motie op stuk nr. 19. Het dictum laat de mogelijkheid open voor wat de staatssecretaris zegt. Er staat heel bewust: " zoveel mogelijk technische en inhoudelijke wijzigingen door te voeren, zodat het belastingplan zich voornamelijk beperkt tot de veranderingen in de belastingpercentages." Ik snap echt wel dat er zo nu en dan een inhoudelijke wijziging in het belastingplan zit. De afgelopen jaren was het wetsvoorstel inzake de fiscale verzamelwet, in tegenstelling tot wat de staatssecretaris zegt, in juni buitengewoon dun en werden alle belangrijke wijzigingen, die ook in juni doorgevoerd hadden kunnen worden, toch in het belastingplan gezet. Het streven is om dat in elk geval toch in die wet te doen.

Staatssecretaris Wiebes:

De passage die mij bevalt in de motie van de heer Omtzigt, is om er serieus werk van te maken. Er is ook niets op tegen om zo veel mogelijk technische en inhoudelijke wijzigingen door te voeren in de fiscale verzamelwet. Dat dat per se leidt tot een belastingplan dat zich voornamelijk beperkt — als ik voornamelijk als meer dan de helft mag zien — kan ik eenvoudigweg niet toezeggen. Dat is een resultaatsverplichting en is in sommige gevallen echt onrealistisch. De praktijk van de afgelopen belastingplannen laat dat ook zien. Ik dank de heer Omtzigt voor het benadrukken van dit streven. Ik zeg hem ook dat dit streven mijn streven is. De motie zoals die hier op papier staat, moet ik echter ontraden.

De voorzitter:

U moet nog reageren op de motie op stuk nr. 20 van de heer Van Gerven, staatssecretaris.

Staatssecretaris Wiebes:

Ach, dat is ook niet netjes van mij. De heer Van Gerven vraagt om bij elke maatregel de endogene effecten ervan te berekenen. Dat is een wens die velen hebben. Dat zouden wij eigenlijk best willen. Met de begrotingsregels waarmee wij nu werken, laten wij alleen de directe financiële effecten van een maatregel zien. Dat doen wij niet zonder reden. Wij zijn namelijk wel in staat om te ramen — dat doet het CPB in de macroramingen — wat voor het geheel van maatregelen de financiële effecten zijn. Wij zijn echter niet in staat om dat voldoende accuraat te doen per maatregel. Hoewel de wens van de heer Van Gerven ook de mijne is — zo wordt het beleid immers nog inzichtelijker gemaakt — is dat geen haalbare kaart. Daarom ontraad ik deze motie.

De heer Van Gerven (SP):

Ik vraag me af of dat geen haalbare kaart is. Ik begrijp van de staatssecretaris dat men eigenlijk wel zo veel mogelijk inzicht wil geven. Het gaat hierbij nadrukkelijk om wetsvoorstellen. Dat zijn majeure voorstellen. Ik wil het kabinet daarom toch nog eens nadrukkelijk oproepen om dit te overwegen. Het ging hierbij natuurlijk ook om grote bedragen, van zo'n 100 miljoen tot 200 miljoen. Dat zijn zeer substantiële bedragen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat bij de behandeling van wetten over huurzaken dergelijke berekeningen gemaakt hadden kunnen worden. Men had hiervan een schets kunnen geven.

Staatssecretaris Wiebes:

De heer Van Gerven heeft misschien de neiging om op dit punt de modelleerkunsten van de overheid iets te overschatten. Laat ik een voorbeeld geven. In de macrodoorrekening van het CPB kunnen we bijvoorbeeld zien hoeveel loonbelasting en hoeveel btw er bij de overheid binnenkomt. Het is echter niet mogelijk om daaruit de invloed af te leiden van de verandering van bijvoorbeeld de heffingskorting op de btw-inkomsten. Er is sprake van effecten, maar hoe groot die zijn, kunnen we niet afzonderlijk per maatregel berekenen. Het berekenen van de endogene effecten per maatregel is dus echt onhaalbaar. Het CPB berekent dit dus voor ons voor het geheel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven