3 Vragenuur: Vragen Van Veen

Vragen van het lid Van Veen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Erasmus MC publiceert sterftecijfers niet".

De heer Van Veen (VVD):

Voorzitter. Afgelopen week hebben we gezien dat ziekenhuizen weigeren hun sterftecijfers openbaar te maken. Afgelopen donderdag, vlak voordat de publicatieplicht zou ingaan, kwam als eerste het Erasmus Medisch Centrum met een persbericht waarin stond dat het niet van plan was om de sterftecijfers openbaar te maken. Dit weekend meldde het NRC dat maar liefst veertien ziekenhuizen hun sterftecijfers niet openbaar hebben gemaakt. De VVD vindt dit niet alleen ongewenst maar ook onverstandig. Ziekenhuizen veroorzaken nu onterecht onrust bij patiënten. Zij kunnen hun tijd beter investeren in het geven van juiste informatie aan hun patiënten. Ik snap dat sterftecijfers kunnen verschillen, maar kan weinig begrip opbrengen voor ziekenhuizen die hierover niet het gesprek aangaan met hun patiënten. Kamerlid Schippers van de VVD — dezelfde persoon als de huidige minister Schippers — stelde hierover in 2009 al vragen in de Kamer. Daaruit blijkt maar weer hoe belangrijk het onderwerp van het transparant maken van sterftecijfers voor de Kamer is.

Er zijn twee redenen waarom het openbaar maken van sterftecijfers van groot belang is. Ten eerste de mogelijkheid voor patiënten om ziekenhuizen en behandelingen met elkaar te vergelijken. Sterftecijfers zijn een eerste stap naar meer transparantie, die zal leiden tot een goed gesprek tussen het ziekenhuis en de patiënt bij ingewikkelde behandelingen die uitgevoerd gaan worden. Ten tweede kunnen ziekenhuizen zichzelf aan de hand van de cijfers vergelijken met andere ziekenhuizen en zo hun zorg continu blijven verbeteren. Dat ziekenhuizen zelf beslissen om hieraan niet deel te nemen, is wat de VVD-fractie betreft dus geen optie. Ik hoor graag van de minister of zij het met de VVD-fractie eens is dat de weigering van ziekenhuizen om hun sterftecijfers openbaar te maken, niet kan. Op welke wijze gaat de minister ervoor zorgen dat ziekenhuizen zo spoedig mogelijk hun cijfers wel openbaar maken volgens de methode die door alle ziekenhuizen wordt gebruikt, zodat de gegevens onderling vergelijkbaar zijn?

Minister Schippers:

Voorzitter. Ik ben het geheel eens met de heer Van Veen dat kwaliteit en veiligheid in de zorg vergroot moeten worden. Eén methode daarvoor is het publiceren van de sterftecijfers. De methode daarvoor is door de ziekenhuizen zelf ontwikkeld. Wij hebben die niet ontwikkeld. Er is sprake van een internationale standaard, ontwikkeld door de sector zelf. In 2009 hebben de NFU en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen al aangegeven dat alle ziekenhuizen dit cijfer zullen publiceren. Een heleboel ziekenhuizen deden dit al, ook voor 1 maart. Een aantal deed dat niet. Ik heb de NZa afgelopen zomer gevraagd hoe ik dat laatste staartje ziekenhuizen zo ver krijg dat ook zij gaan publiceren. In december heeft de NZa aangegeven dat zij per maart gaat handhaven op de verplichting om te publiceren. Ik ben het dus eens met de stelling van de heer Van Veen dat weigeren niet kan.

Moet het volgens de algemene standaard? Ja. Dat is een internationale standaard die niet door ons maar door ziekenhuizen zelf ontwikkeld is. Natuurlijk is het mogelijk voor ziekenhuizen om een toelichting te geven — waarom is het sterftecijfer misschien iets hoger of lager? — bij de cijfers die zij op hun website publiceren. Wat is de methode om ze wel te laten publiceren? De NZa gaat eerst onderzoeken welke ziekenhuizen niet hebben gepubliceerd. Vervolgens zal ze die ziekenhuizen kunnen aanschrijven. Ik doe dat dus niet zelf; dat doet de Nederlandse Zorgautoriteit. De NZa kan vervolgens zelf kiezen uit een arsenaal van instrumenten. Dat betekent dat als ziekenhuizen het ook na een waarschuwing niet doen, de NZa een last onder dwangsom kan opleggen. Dat is een dagelijks oplopende boete met een bepaald maximum. Ook kan zij een bestuurlijke boete opleggen.

De heer Van Veen (VVD):

Ik dank de minister voor de antwoorden. Het is goed om te horen dat zij er in elk geval naar streeft dat alle ziekenhuizen op dezelfde wijze volgens die wereldwijd gehanteerde norm rapporteren. Ik constateer echter ook dat 1 maart gepasseerd is en dat de NZa heeft laten weten dat zij de namen van de ziekenhuizen die nog niet hebben gerapporteerd, niet bekend wil maken. Iedere patiënt die thuis een computer heeft, kan op het internet opzoeken of zijn ziekenhuis de gegevens openbaar heeft gemaakt of niet. Wat is dan de reden voor de NZa om die namen niet direct openbaar te maken, zodat alle patiënten, zonder dat zij daar zelf inspanningen voor hoeven te verrichten, kunnen zien of hun ziekenhuis die sterftecijfers openbaar heeft gemaakt of niet?

Minister Schippers:

Zoals de heer Van Veen al zei, is het al openbare informatie. Via internet is immers al te zien of een ziekenhuis heeft gepubliceerd of niet. Het ziekenhuis kan zelf beoordelen of het een toelichting wil geven op zijn cijfers of niet. Ik vind het dus niet nodig om de NZa te vragen om die dingen ook nog eens onder elkaar te zetten. Iedere burger kan de informatie immers zelf krijgen via de internetpagina van het ziekenhuis, dus die is eigenlijk al openbaar.

De heer Van Veen (VVD):

Ik vind het jammer dat de minister dat zegt. Dat betekent dat de patiënt zelf aan de slag moet en die informatie zelf op moet zoeken. De NZa geeft in haar persbericht bovendien expliciet aan dat zij de namen van de ziekenhuizen niet bekend wil maken. Ik wil nog een vraag toevoegen, namelijk over de last onder dwangsom. Hoe lang gaat de NZa erover doen om tot die maatregel over te gaan? De ziekenhuizen weten immers al heel erg lang dat zij verplicht worden om deze cijfers bekend te maken. Daarom zou het mij raar voorkomen als die periode heel lang zou zijn.

Minister Schippers:

De ziekenhuizen weten sinds december 2013 dat zij die verplichting krijgen. Die verplichting hebben wij niet per 1 januari in laten gaan, maar per 1 maart, om de ziekenhuizen daadwerkelijk tijd te geven. De NZa beslist zelf in welk tempo zij stappen zet. Zij zal eerst de ziekenhuizen aanschrijven en daarna zal zij haar eigen stappenplan verder aflopen. Dat is geen politieke beslissing, dus geen beslissing van de minister. Het is een beslissing van de toezichthouder. Die besluit zelf over de toepassing. Overigens staat op www.hsmr.nl een overzicht van ziekenhuizen die gepubliceerd hebben en die niet hebben gepubliceerd.

De heer Van Gerven (SP):

Als een ziekenhuis geen goede zorg levert, moet de Inspectie voor de Gezondheidszorg ingrijpen. Dat is zoals het zou moeten. Als er lijstjes worden gepubliceerd van sterftecijfers, moeten die wetenschappelijk deugdelijk zijn. Dat is het grote probleem dat heel veel ziekenhuizen hebben met dat publiceren van cijfers waarbij appels met peren worden vergeleken en die niet valide zijn. Het gaat niet aan om medische professionals te dwingen om zaken te publiceren die volgens hen niet wetenschappelijk houdbaar zijn. Ik vraag de minister of zij bereid is om met de NZa in contact te treden, die boete van tafel te halen en gewoon de dialoog voort te zetten over hoe kwaliteit werkelijk zichtbaar kan worden gemaakt. Wij moeten niet vervallen in oliebollenlijstjes die weinig zeggen. Hoe hoog is de boete die de NZa nu zou kunnen opleggen?

Minister Schippers:

Dat uitstel is precies wat er de afgelopen tien jaar is gebeurd. Er was steeds sprake van een internationale norm. Als conform die internationale norm wordt gepubliceerd, kunnen patiënten zelf meekijken hoe het gaat bij de ziekenhuizen. Dat is steeds uitgesteld, tot in 2009 ziekenhuizen zelf aangaven aan mijn ambtsvoorganger dat zij wilden dat alle ziekenhuizen die cijfers zouden publiceren, waarbij de ziekenhuizen er zelf een toelichting op kunnen geven. Laten wij heel eerlijk zijn: als je de lijsten bekijkt, kun je zelf zien dat umc's niet per definitie slechter scoren dan andere ziekenhuizen. Zij hebben wel zwaardere patiënten, maar daar wordt voor gecorrigeerd. Het wordt gedaan op een manier die door de ziekenhuizen zelf is ontwikkeld. Die kan ook doorontwikkeld worden. Daar zijn ziekenhuizen zelf bij betrokken. Zo worden die cijfers steeds beter. Als je alleen het absolute ultieme model wilt waar nooit enige kritiek op is, moet je weten dat je dat nooit krijgt. Dan moet je op een gegeven moment afwegen of een sterftecijfer hard genoeg is om daadwerkelijk te publiceren, als een van de indicatoren. Er zijn immers veel meer indicatoren waarop je een ziekenhuis beoordeelt. De ziekenhuizen hebben zelf in 2009, dus vijf jaar geleden, al aangegeven: ja, de huidige sterftecijfers volgens de internationale standaard zijn daar goed genoeg voor. Dan vind ik het echt niet aan ons om vijf jaar na dato te zeggen: ja, maar die kwaliteit is onder de maat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Deze minister pakt goed door, want het publiceren van sterftecijfers kan bijdragen aan de patiëntveiligheid, en daarmee aan de kwaliteit van zorg. Het gaat echter nooit om een kaal lijstje met cijfers, want dat zegt patiënten niets, het gaat om cijfers met begrijpelijke informatie. Wij zouden graag zien dat die cijfers, met begrijpelijke informatie, worden gepubliceerd. Anders gaat de NZa terecht handhaven, maar als er dan een kaal cijferlijstje komt, heeft de patiënt daar nog niets aan. Kan de minister de NZa daarvoor een aanwijzing geven?

Minister Schippers:

Dat gebeurt al. Een ziekenhuis dat niet goed scoorde qua sterftecijfers heeft aangegeven: dit is een eenmalige situatie met duidelijk aanwijsbare oorzaken. In 2012 werden volgens het ziekenhuis veel patiënten in hun laatste levensfase opgenomen die afkomstig waren van ziekenhuizen en verpleeghuizen in de omgeving. Anders dan in veel andere ziekenhuizen verpleegt dit ziekenhuis hen tot hun overlijden, en stuurt het zelden door naar een hospice. Dat is precies wat ik graag wil: dat je bij die sterftecijfers zelf als ziekenhuis een toelichting geeft ter verklaring van jouw sterftecijfers.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer.

Naar boven