6 Vragenuur: Vragen Jan Vos

Vragen van het lid Jan Vos aan de staatssecretaris van Economische Zaken, bij afwezigheid van de minister van Economische Zaken, over het bericht dat de Russen de eerste Noordpoololie naar Rotterdam verschepen.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Vorige week publiceerde NRC Handelsblad een open brief van Faiza Oulahsen, werkzaam bij Greenpeace, aan onze regering. Faiza zat 100 dagen vast in een Russische cel in Moermansk. Zij zat vast voor een ideaal dat de Partij van de Arbeid hoog in het vaandel heeft staan: de bescherming van onze natuur en in het bijzonder van het natuurgebied de Noordpool.

Faiza bedankt in haar brief de Nederlandse regering voor haar inzet om haar gevangenschap in Rusland te beëindigen. Zij schrijft echter ook dat precies op het moment dat zij werd vrijgelaten, de eerste Noordpoololie omhoog werd gepompt. Greenpeace vraagt de regering om de door het gammele boorplatform Prirazlomnaya van Gazprom opgepompte olie niet in Nederland toe te laten. Die eerste olie uit de Noordzee is volgens Vadim Yakovlev, een baas van Gazprom, onderweg naar de haven van Rotterdam. De Partij van de Arbeid heeft veel begrip voor dit verzoek van Greenpeace aan onze regering. Er zijn niet zo heel veel ongerepte natuurgebieden over op deze wereld. We moeten dan ook zuinig zijn op wat we nog hebben. Vijf miljoen mensen hebben inmiddels de petitie " Bescherm de Noordpool" getekend. Wij willen ook graag dat de Noordpool beschermd wordt. Graag verneem ik van de staatssecretaris of er mogelijkheden zijn om het schip met Noordpoololie van Gazprom te weren uit onze havens, of beter nog: uit de havens van de Europese Unie.

Ik zou ook graag willen vernemen van de regering of het correct is dat wij samenwerken in het consortium Project Delta Group, een fascinerende naam, om boringen op open zee in het Russische Noordpoolgebied te faciliteren.

Het is heel heuglijk dat de Arctic Thirty terug zijn. Is het schip van Greenpeace ook al onderweg, terug naar Nederland? Volgens mij is dat niet het eigendom van de Russische regering.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal deze vragen graag beantwoorden, ook namens de minister van Economische Zaken. Om te beginnen twee opmerkingen vooraf. Ook het kabinet is van mening dat wij zuinig moeten zijn op de natuur. In het beleidskader Nederland en de Poolgebieden heeft de regering ook aangegeven dat Nederland, gezien de grote milieu- en veiligheidsrisico's, met name in kwetsbare zeeën, terughoudend staat tegenover verdergaande exploitatie van olie en gas in het Noordpoolgebied. Als dat gebeurt, moet het gebeuren op een wijze die verantwoord is en onder zeer strenge milieu- en veiligheidsnormen.

De tweede opmerking die ik graag wil maken, is dat het kabinetsbeleid erop is gericht om in te zetten op reductie van CO2 en op hernieuwbare energie. Dat betekent dat we ook op dat punt proberen om zo goed mogelijk beleid te voeren.

Dan de vragen van de heer Vos. Eigenlijk is de kernvraag of het mogelijk is om het schip met olie tegen te houden. Het antwoord daarop is duidelijk: nee, dat is niet mogelijk. De olie is namelijk binnen internationale juridische kaders gewonnen, wat je er ook van vindt. Er zal dus geen juridische titel zijn om schepen met olie tegen te houden. Misschien is het goed om vast te stellen dat los daarvan het weigeren niet betekent dat er geen olie meer wordt gewonnen in het Noordpoolgebied. De olie zou dan naar elders gaan. Het betreft hier namelijk een internationale markt. Ik denk dat het belangrijk is om dat in ogenschouw te nemen.

De heer Vos heeft ook gevraagd of het klopt dat Nederland betrokken is bij de Project Delta Group. Dat is een samenwerkingsverband van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen. Zij leveren een bijdrage aan duurzame winning van olie en gas op het Arctisch schiereiland Jamal. Zij hebben daarover een samenwerkingsovereenkomst met Gazprom. Zij wisselen onder andere met Gazprom kennis uit over methodes om risico's van energiewinning in het Poolgebied te beheersen.

De heer Jan Vos (PvdA):

Als er een ongeluk gebeurt op de Noordpool, zal dit onmetelijke gevolgen hebben voor de kwetsbare natuur daar. Het is heel zware olie die daar wordt gewonnen. Die kan nauwelijks worden afgebroken en die zal de kust van Canada en Amerika vervuilen en het gebied zelf aantasten. Mijn fractie wil dan ook graag weten of er regels zijn — en zo ja, welke — om het boren aan banden te leggen. Zijn er ook andere maatregelen die het mogelijk maken om ons milieu op de Noordpool te beschermen? De staatssecretaris stelt dat men terughoudend is. Men wil dat er verantwoord wordt gewonnen. Mijn vraag is: hoe doen wij dat dan? Ik weet dat we op de Zuidpool een verdrag hebben, waardoor het niet is toegestaan om zware olie te vervoeren. Waarom mag dat dan wel op de Noordpool? Dat zijn vragen die nog bij mij leven.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat kan ik mij heel goed voorstellen, maar dat heeft te maken met de geschiedenis. Het is misschien goed om te melden dat er destijds geen claims waren op delen van de Zuidpool, in tegenstelling tot de Noordpool. Om die reden kon in 1959 het Antarctisch Verdrag tot stand komen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot bescherming van de Zuidpool, die is aangewezen als natuurreservaat. De Noordpool daarentegen valt onder de rechtsmacht van acht Noordpoolstaten. Dat zijn de VS, Canada, IJsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Het zijn deze landen die de regels bepalen in dit gebied. Dat is dus anders dan bij de Zuidpool. Het zijn dus de regels van die landen die bepalend zijn voor de vraag onder welke condities er gewonnen wordt. Ik begon met te zeggen dat ik het met de heer Vos eens ben — dat is ook het standpunt van de Nederlandse regering — dat indien er gewonnen wordt, dit onder strenge milieu- en veiligheidsnormen moet gebeuren. De heer Vos heeft namelijk gelijk — en dat kennen we natuurlijk ook uit het verleden — dat de risico's groot zijn en dat als het misgaat, de gevolgen niet zijn te overzien.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik weet dat er onderhandelingen gaande zijn over de Noordpool. Het betreft inderdaad de genoemde landen, maar het centrum van de Noordpool staat er volgens mij los van; dat is internationaal gebied, maar misschien dat de staatssecretaris daarop nog even kan ingaan. Er zijn onderhandelingen gaande in het verband van de International Maritime Organisation, de organisatie die verantwoordelijk is voor het zeerecht. Dat betreft de Polar Code-onderhandelingen en die gaan specifiek over de Noordpool. Wat is de inzet van Nederland daarin? Gaan we het helemaal proberen te verbieden of gaan we het zo stringent mogelijk aan banden leggen, gaan we terughoudend zijn of gaan we verantwoord om met wat daar aanwezig is?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik zou daar twee dingen over willen zeggen. Voor de Nederlandse regering geldt het beleidskader zoals ik dat zo-even geschetst heb. Daarbij is aan de orde dat wij terughoudendheid bepleiten. Dat is het uitgangspunt. Als de geachte afgevaardigde een debat zou willen hebben met de Nederlandse regering over de inzet bij deze specifieke onderhandelingen, dan zou ik hem vriendelijk willen verzoeken om dat niet nu in het vragenuur met mij te voeren, maar met de minister van Infrastructuur en Milieu of de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu, die daarvoor verantwoordelijkheid dragen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Net als de PvdA maakt D66 zich ernstig zorgen over de boringen in het Arctisch gebied. We kunnen natuurlijk twee routes kiezen. Of de route van het proberen juridisch vast te leggen dat er daar niet geboord gaat worden. Of we kunnen ervoor zorgen dat het niet gekocht wordt, want als het niet gekocht wordt, behoeft het ook niet gewonnen te worden. Daarin kunnen de Nederlandse consumenten dan direct zelf een rol spelen als ze ten minste weten welke oliemaatschappijen dit product bijmengen in hun brandstoffen. Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken op welke manier we transparantie kunnen geven aan de Nederlandse consument die er dan zelf voor kan kiezen om wel of niet benzine te tanken die mede afkomstig is uit de Arctische regio?

Staatssecretaris Dijksma:

Volgens mij hebben we het in dit land zo geregeld dat bedrijven zelf transparantie moeten bieden in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zorg voor milieu is daarbij een aandachtsgebied. Het is dus echt aan bedrijven zelf om daar op een goede manier invulling aan te geven.

De voorzitter:

De tweede vraag van mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat antwoord vind ik toch wat makkelijk. Natuurlijk kunnen we met elkaar aan die bedrijven vragen om die transparantie te bieden, maar we zouden ook kunnen zeggen: we vinden dat bedrijven die transparantie moeten geven. In de breedte is daarover een discussie te voeren. Of het nu gaat over bloedkolen of over olie die gehaald wordt uit het Arctisch gebied, wij kunnen eisen dat daarover transparantie wordt gegeven zodat Nederlandse consumenten zelf kunnen kiezen. Daarom herhaal ik mijn vraag: wil de staatssecretaris onderzoeken wat er op dat vlak mogelijk is?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik herhaal dan toch ook mijn antwoord. In het Nederlandse debat vragen we wel degelijk transparantie. Het is ook prima als daarover een maatschappelijk debat ontstaat, maar het zijn wel de bedrijven die hier aan zet zijn en niet de Nederlandse regering.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat Nederland terughoudendheid bepleit bij het winnen van olie uit kwetsbare gebieden en dat ze het schip dat al onderweg is, niet kan tegenhouden. Dan vraag ik mij af wat de staatssecretaris dan wel gaat doen. Is het kabinet bereid te pleiten voor een Europees importverbod op olie die afkomstig is uit de Noordpool?

Staatssecretaris Dijksma:

Je kunt niet zomaar een importverbod bepleiten op een product dat, of je het er nu mee eens bent of niet, legaal gewonnen wordt.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, tweede vraag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zou de PvdA dan willen aanmoedigen dat debat aan te vragen. Onder de WTO-regels zijn er namelijk wel degelijk mogelijkheden om beperkingen op te leggen, bijvoorbeeld ten aanzien van de import van teerzandolie, omdat we het onverantwoord vinden. Ik hoor de staatssecretaris zelf ook bevestigen dat we er niet zomaar gerust op kunnen zijn dat deze oliewinning geen schade toebrengt. Als je de staatssecretaris vervolgens vraagt ervoor te willen pleiten dat er in Europa een coalitie wordt gevormd om te zorgen dat die olie Europa niet binnenkomt, dan zegt zij echter nee. Wat blijft er dan over? De strenge milieu- en veiligheidsnormen die het kabinet zou willen hanteren? Kunnen we er bewijs van zien dat die normen er zijn en dat ze worden nageleefd?

Staatssecretaris Dijksma:

Maar daarmee vraagt mevrouw Ouwehand toch aan Nederland of misschien wel aan Europa om te treden in de soevereiniteit van bijvoorbeeld de acht staten die hier wel verantwoordelijkheid voor dragen. Vanuit onze rol vertellen we ook aan die acht landen dat onze opvatting is dat je zeer terughoudend moet zijn. Daar zijn we het dus echt over eens. Maar dat betekent niet dat we een juridische titel of een mogelijkheid hebben om iets tegen te houden. Ik begrijp de suggestie wel, maar ik ben er ook voor om hier te vertellen wat wel en niet kan, en dit kan niet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks maakt zich enorm zorgen over oliewinning in het kwetsbare poolgebied. Ik wil van de staatssecretaris horen of het hom of kuit is. Wil de staatssecretaris de consument de mogelijkheid geven om bijvoorbeeld middels een keurmerksysteem te kiezen uit totaal poolvernietigende olie en olie die wat minder poolvernietigend is? Of wil deze staatssecretaris, eventueel in Europees verband, het aan de importkant aan banden leggen en dan ook komen met juridische instrumenten om dat te kunnen doen? Het is van tweeën één: of de consument moet ervoor kunnen kiezen om geen olie uit het poolgebied te gebruiken of de regeringen moeten dat samen aan banden leggen.

Staatssecretaris Dijksma:

Zo simpel is de werkelijkheid helaas niet. Het is niet een kwestie van of het een of het ander. Ik heb net in reactie op de vragen van de heer Vos en mevrouw Ouwehand uitgebreid uitgelegd dat een product dat legaal wordt gewonnen, niet zomaar onderhevig kan zijn aan een importverbod. Dat staat los van de vraag of je het ermee eens bent dat het wordt gewonnen. Het lijkt mij prima om een maatschappelijk debat te hebben. Consumenten kunnen ook verantwoordelijkheid nemen. Maar het is niet aan de Nederlandse regering om bedrijven te zeggen hoe zij hun verantwoordelijkheid daarin moeten nemen. Zij moeten dat namelijk al doen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt in dat je je ook op dit punt verantwoordt. Als je een bedrijf bent met een beetje lef, dan doe je dat ook.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer. Ik heb begrepen dat u nog even blijft zitten voor de stemmingen. Ook dank daarvoor.

Naar boven