5 Ehs

Aan de orde is het VAO Ehs (AO d.d. 01/10).

De voorzitter:

Als eerste geef ik het woord aan de heer Smaling van de SP-fractie.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Dank u wel. Het is me een genoegen om twee moties af te vuren op de staatssecretaris en de collega's, naar aanleiding van een debat over de ecologische hoofdstructuur, die tegenwoordig door het leven gaat als het nationaal natuurnetwerk. Vooruit dan maar.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister-president tijdens het debat over de regeringsverklaring op 14 november 2012 uitdrukkelijk heeft verklaard: "wij willen de ecologische hoofdstructuur uitvoeren conform het oorspronkelijke plan";

constaterende dat bij de oorspronkelijke ecologische hoofdstructuur uitgegaan wordt van natuurgebieden en verbindingszones van in totaal 728.500 hectaren;

verzoekt de regering, de belofte zoals verwoord in het regeerakkoord: "de ecologische hoofdstructuur wordt uitgevoerd, inclusief de verbindingszones, maar we nemen er meer tijd voor", na te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 200 (30825).

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. De tweede motie heeft betrekking op het Natuurpact.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat besloten is, taken rond inrichting en beheer van natuur middels het Natuurpact te beleggen bij de provincies;

overwegende dat naast natuur ook de landbouw een grootgebruiker is van de groene ruimte;

van mening dat de klassieke tegenstelling tussen natuur en landbouw dringend overbrugd dient te worden;

constaterende dat met name jongere boeren en natuurbeheerders verantwoordelijk zijn voor aanblik en functioneren van het landelijk gebied;

verzoekt de regering, niet te stoppen bij het instellen van gebiedscollectieven voor agrarisch natuurbeheer maar met de provincies stappen te zetten die het Natuurpact opschalen naar een groene ruimtepact en daarbij jongere boeren met liefde voor de natuur en jongere natuurbeschermers met liefde voor de landbouw een prominente rol te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling, Van Gerven en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 201 (30825).

De voorzitter:

Ik dank de heer Smaling. Zijn tijd is op.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. In het AO werd duidelijk dat het regeerakkoord misschien niet helemaal wordt uitgevoerd. Dat zou ik jammer vinden. Een aantal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de passage uit het regeerakkoord "De ecologische hoofdstructuur wordt uitgevoerd, inclusief de verbindingszones" uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 202 (30825).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het regeerakkoord staat: "De ecologische hoofdstructuur wordt uitgevoerd, inclusief de verbindingszones";

constaterende dat de Oostvaarderswold een robuuste ecologische verbindingszone is;

overwegende dat de provincie Flevoland vanwege rijksbeleid moeite heeft om de robuuste ecologische verbindingszone te realiseren;

verzoekt de regering, de Oostvaarderswold te doen realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 203 (30825).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering de oorspronkelijk ecologische hoofdstructuur (ehs)wil aanleggen;

constaterende dat diverse provincies na het natuurakkoord robuuste verbindingszones en nieuwe natuur geschrapt hebben;

overwegende dat deze ontgrensde gebieden planologische bescherming missen om onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen waardoor realisatie van de oorspronkelijke ehs in gevaar zou kunnen komen;

verzoekt de regering, de oorspronkelijke ehs en de robuuste ecologische verbindingen planologisch vast te leggen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 204 (30825).

De heer Heerema (VVD):

Voorzitter. Ik heb geen moties. Ik wil terugblikken op het algemeen overleg. Hierin hebben wij uitgebreid gesproken over gelijkberechtiging en marktwerking. Natuurorganisaties lijken steeds de voorkeur gekregen te hebben boven particuliere organisaties. De overheid heeft hier wellicht een steekje laten vallen en zal door Europa op de vingers getikt kunnen worden. De VVD wil juist een terugtrekkende overheid en juicht het toe als er particulieren of particuliere organisaties zijn die natuurbeheer willen overnemen. De VVD wil dan ook dat gelijkberechtiging daadwerkelijk functioneert en zal kritisch een vinger aan de pols houden.

Ten aanzien van het Natuurpact legt de VVD de nadruk op kwalitatief hoogwaardige natuur. Liever goed onderhouden groen in een afgewogen proportie dan veel groen gerommel. De VVD legt de nadruk op het beheren en de inrichting van bestaande gronden en niet op de uitbreiding van hectares. Daarnaast vinden wij het jammer dat de harde afspraken over het "grond voor grond"-principe worden losgelaten. Provincies krijgen de volledige beschikking over gronden en de ILG-middelen, zonder dat daar concrete prestaties tegenover staan. Wij hebben dan ook zorgen over de ambities van de staatssecretaris met betrekking tot het Natuurpact en wij zullen haar resultaten zeer kritisch volgen.

Maar wij delen ook een pluim uit aan de staatssecretaris. Agrarisch natuurbeheer heeft een prominente plek gekregen in het Natuurpact. De herziening van het stelsel van agrarisch natuurbeheer zal leiden tot een doelgerichter en efficiënter stelsel, en dat is mooi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Het is goed geregisseerd. Ik wil het hebben over de brede gebiedscollectieven voor het agrarisch natuurbeheer, waarmee de VVD-woordvoerder eindigde. In de praktijk zien wij dat het agrarisch natuurbeheer gelukkig een heel goede plek krijgt. Dit moet vooral met collectieven gebeuren. De boeren in het gebied lijken echter uit te gaan van het alleenrecht. Wij denken dat dat geen goede zaak is.

Wij willen nationaal beleid gericht op het samenstellen van brede gebiedscollectieven. De provincies moeten het uitvoeren. Daartoe dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het Natuurpact afspraken zijn gemaakt over een doelgerichter en efficiënter agrarisch natuurbeheer;

overwegende dat afstemming en samenwerking tussen alle betrokken partijen in het landelijk gebied wenselijk en noodzakelijk zijn om te komen tot optimaal resultaat;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat een gebiedscollectief in een streek bestaat uit alle relevante en representatieve organisaties op het gebied van landschap, natuur en water, zowel professioneel als vrijwillig,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 205 (30825).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de moties.

De eerste motie, die op stuk nr. 200, is ingediend door de heren Smaling en Van Gerven. Zij grijpen terug op een ecologische hoofdstructuur die bestaat uit 728.000 ha en verzoeken de regering die te realiseren. Ik heb met het Natuurpact een voorstel aan de Kamer gedaan dat haalbaar en betaalbaar is. Dat voorstel doet recht aan het extra budget en zorgt ervoor dat dit een kwalitatieve natuur oplevert. Toevallig heb ik gisteravond in de Eerste Kamer uitgebreid gedebatteerd over precies dit onderwerp. Daar hebben we vastgesteld dat onder andere de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur aangeeft dat het Natuurnetwerk Nederland op een kwalitatieve manier moet worden gerealiseerd en dat het niet per definitie erom gaat om de discussie tot letterlijk de laatste hectare te voeren. Die omslag realiseer ik. Ik begrijp dat de indieners een andere opvatting hebben, maar met het huidige budget kunnen we doen wat we doen. Om die reden moet ik deze motie ontraden.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Ouwehand bij de interruptiemicrofoon staan. Zij heeft een motie met een gelijkluidende strekking ingediend.

Staatssecretaris Dijksma:

Het dictum is hetzelfde. Daarmee is mijn advies over de motie hetzelfde, namelijk ontraden.

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Ouwehand, zodat zij een korte ophelderende vraag kan stellen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De staatssecretaris zegt wat zij ook in het AO heeft gezegd. Dat kan. Zij hoopt dat daarvoor een politieke meerderheid is, maar ik ben van mening dat zij moet toegeven dat hiermee het regeerakkoord wordt gebroken. Daarin is sprake van de oorspronkelijke ehs. De Partij voor de Dieren heeft dit nog eens aan de minister-president gevraagd en hij heeft bevestigd dat het om de oorspronkelijke ehs gaat inclusief de ecologische robuuste verbindingszones. Het plan dat de staatssecretaris nu aan de Kamer heeft gestuurd, voldoet daar niet aan. Het regeerakkoord wordt dus niet nageleefd. Ik wil graag dat de staatssecretaris dat ook hier in deze zaal toegeeft.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat zal ik niet doen. Ik zal uitleggen waarom. De veronderstelling dat in het Natuurpact geen robuuste verbindingen komen, is niet juist. Het staat er zelfs letterlijk in; wij hebben dat ook tijdens het algemeen overleg gewisseld. Intussen blijft het begrip "de ecologische hoofdstructuur" natuurlijk uiteindelijk altijd een hybride begrip. Het komt erop neer dat je een natuurnetwerk zo robuust maakt — dat is ook de opdracht van het regeerakkoord — dat je daarmee ook werkelijk de kwalitatieve doelen bereikt die wij moeten behalen om habitats in een gunstige staat te brengen. Ik stel dat wij dat ook doen met het plan dat nu voorligt. Misschien had mevrouw Ouwehand liever meer gezien. Dat kan, maar ik denk eerlijk gezegd dat wij hiermee een geweldige stap zetten. Met de middelen die het regeerakkoord mij biedt, is dit hetgeen haalbaar is. Het gaat mij om de kwaliteit en niet per se om de hectares.

De voorzitter:

Tot slot, want ik neem aan dat dit toch ook een groot onderdeel is geweest van het algemeen overleg dat u op 1 oktober met elkaar hebt gevoerd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Dank u wel voor deze gelegenheid, want het is wel iets belangrijks als een belofte uit het regeerakkoord wordt gebroken. Ik ben verbaasd dat de staatssecretaris niet wil zeggen: dat hebben wij wel met elkaar afgesproken, maar ik haal dat niet en ik ga het anders invullen. In het regeerakkoord en in het debat over de regeringsverklaring had de minister-president ook kunnen zeggen: wij kijken wel even wat wij doen. Hij heeft echter gezegd: wij gaan de ehs uitvoeren conform het oorspronkelijke plan. Die belofte wordt nu gebroken. Dat kan, dat kan een keuze zijn, maar dan ben ik benieuwd hoe de politieke verhoudingen liggen. Het zou de staatssecretaris sieren als zij ook onderschrijft dat die passage uit het regeerakkoord hiermee dus niet wordt waargemaakt.

Staatssecretaris Dijksma:

In het regeerakkoord staat bij mijn weten niet hoeveel hectares hierbij horen. Ik zal dit straks nog nakijken. Ik stel nu dat ik de opdracht om een robuuste plus te zetten, ook in kwalitatieve zin, uitvoer, maar wel met de middelen die ik heb. Dat is evident. Als de Kamer daar anders over denkt, had zij mij bij de algemene beschouwingen in meerderheid meer geld moeten geven. Dat is niet gebeurd. Ik begrijp dat ook, want laten wij eerlijk zijn: er komt in deze periode 1 miljard euro extra bij. Daarbij is het afgelopen begrotingsjaar zelfs meegerekend. Mijn collega's in het kabinet kunnen mij dit niet allemaal nazeggen.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris. Ik ga ervan uit dat zij nu op de eerste en derde motie heeft gereageerd. Ik vraag haar nu verder te gaan met de beoordeling van de moties.

Staatssecretaris Dijksma:

Zo is dat. Ik doe het zo snel als ik kan.

De heer Smaling heeft terecht aandacht gevraagd voor de overgang van harde rode kernen naar het groen. Hij stelt dat je daarbij de klassieke tegenstelling tussen natuur en landbouw kunt overbruggen. Ik heb hem gisteravond nog even aangehaald bij zijn oud-collega's in de Eerste Kamer. Ik denk dat het agrarisch natuurbeheer daarvoor een heel goed instrument kan zijn. De heer Heerema gaf daar ook blijk van. De motie die de heer Smaling samen met de heer Van Gerven indient, is op zichzelf ondersteuning van beleid, maar ik wil daarbij wel een duiding geven. Ik ga nu niet op weg naar een nieuwe titel, namelijk een groen ruimtepact. Wij zullen echter wel hetgeen doen wat daar als het ware onder zit, namelijk niet stoppen bij de gebiedscollectieven maar met elkaar de discussie aangaan over de vraag hoe wij de ruimte en die overgangen beter kunnen maken en wat daarvoor nodig is. Die discussie is voor een deel ook het initiatief van de provincies en ik ga die van harte aan. Als ik de motie dus zo mag uitleggen dat de indieners mij aansporen om in samenwerking met de provincies het debat verder te voeren, dan kan ik haar als ondersteuning van beleid zien.

De heer Smaling (SP):

Naar ik meen, staat in mijn cv dat het mijn taak is om bewindspersonen aan te sporen. Als de duiding zo is, kan ik daar van harte mee instemmen.

Staatssecretaris Dijksma:

Hartelijk dank, dan blijft het oordeel zoals ik het net heb uitgesproken.

Mevrouw Ouwehand heeft mij gevraagd om alsnog "de Oostvaarderswold te doen realiseren". De decentralisatie van het natuurbeleid maakt dat provincies eigen keuzes maken. Ik moet deze motie om die reden dus ontraden. Flevoland is overigens bezig met het maken van nieuwe plannen op het gebied van natuurverbindingen en omgeving. Ik ben heel benieuwd hoe die plannen eruit zullen zien.

Mevrouw Ouwehand heeft voorts de motie op stuk nr. 204 ingediend, waarin wordt gesteld dat de planologische bescherming van de oorspronkelijke ehs en de verbindingen moet worden vastgelegd. Ik wil deze motie ontraden. Tegelijkertijd merk ik daarbij op — dat heb ik gisteravond ook in de Eerste Kamer gezegd — dat de provincies voornemens zijn om voor het eind van dit jaar, op uiterlijk 31 december, hun planologische bescherming en het gebied bekend te maken. Dat moet ook, want dat biedt duidelijkheid aan de mensen in die gebieden. In die zin zal dan ook voor de Kamer helder zijn hoe het robuuste natuurnetwerk zijn beslag krijgt.

Mevrouw Ouwehand heeft ook een motie ingediend op het voorlopige stuknummer 5.

De voorzitter:

Het oordeel daarover hebt u net uitgesproken.

Staatssecretaris Dijksma:

O ja. Het was de motie op stuk nummer 202, maar dat maakt niet uit. Dit is in ieder geval ook een kwestie van ontraden. Er wordt steeds om hetzelfde gevraagd. Ik begrijp, voorzitter, dat u in die zin de link legt.

Dan kom ik als vanzelf bij de motie op stuk nr. 205, de laatste motie die bij dit VAO is ingediend. In deze motie verzoekt mevrouw Jacobi het kabinet om te bewerkstelligen dat een gebiedscollectief in een streek bestaat uit alle relevante en representatieve organisaties, zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties. Ik wil ook deze motie, net als die van de heer Smaling, zien als een ondersteuning van het beleid, maar hieraan verbind ik wel een duiding. Gebiedscollectieven bestaan uit ondernemers die het agrarisch natuurbeheer uitvoeren en begunstigde zijn voor subsidies. Het plan moet echter wel met relevante gebiedspartijen waaronder natuur- en landschapsorganisaties worden opgesteld. De provincies zullen het gebiedsplan uiteindelijk beoordelen. Met deze duiding kan ik deze motie zien als een ondersteuning van het beleid.

Voorzitter, dit waren mijn adviezen.

De voorzitter:

Ik zag mevrouw Jacobi instemmend knikken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We stemmen aanstaande dinsdag, 12 november, over de moties.

Naar boven