12 RRAAM

Aan de orde is het VAO RRAAM (AO d.d. 05/09).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris en de minister van harte welkom. Aan de orde is de plenaire afronding van het algemeen overleg gehouden op 5 september over RRAAM. Het woord is als eerste aan de heer Albert de Vries van de PvdA-fractie.

De heer Albert de Vries (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid vindt dat het niet zo heel veel zin heeft om structuurvisies vast te stellen als er geen concreet zicht is op de realisering van zo'n structuurvisie. Wij vinden dus dat de financiële afspraken die nodig zijn ten behoeve van de realisatie, moeten vastliggen. Daartoe dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • -de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad van nationaal economisch belang is;

  • -de uitvoering van de structuurvisie RRAAM aan dat belang moet bijdragen;

  • -om die structuurvisie uit te kunnen voeren er overeenstemming nodig is over een uitvoeringsovereenkomst inclusief de vorming van een fonds verstedelijking Almere;

constaterende dat:

  • -financiële en beleidsmatige betrokkenheid van de rijksoverheid noodzakelijk is bij de uitvoering van de ambities in de structuurvisie;

  • -zonder de reeds jaren geleden toegezegde bijdrage uit het Gemeentefonds het fonds verstedelijking Almere niet toereikend is;

verzoekt de regering om voor het vaststellen van de rijksstructuurvisie een uitvoeringsovereenkomst met de regio te sluiten, waarin bindende afspraken over de voeding van het fonds verstedelijking Almere zijn vastgelegd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Albert de Vries. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106 (31089).

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ook wil ik een motie indienen over de ambitie die met RRAAM wordt verondersteld. Het versterken van de concurrentiepositie van de noordelijke Randstad is van begin af aan het doel van RRAAM geweest: het stimuleren van metropoolvorming en het mogelijk maken van een hoogstedelijke ontwikkeling van Almere Pampus. De Partij van de Arbeid is van mening dat bij die ambitie een IJmeerverbinding hoort. Wij vinden dat dat als voorkeursalternatief moet worden vastgelegd. Om die reden dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • -het RRAAM-project gericht moet zijn op metropoolvorming en verdere integratie van Almere in het stedelijk netwerk van Amsterdam, opdat niet twee polen ontstaan maar er een daily urban system ontstaat;

  • -er in de rijksstructuurvisie keuzes moeten worden gemaakt die passen bij deze ambitie;

constaterende dat:

  • -een nieuwe IJmeerverbinding die direct aansluit op het Amsterdamse ov-netwerk veel beter past bij de ambitie van metropoolvorming dan aansluiting op het bestaande spoornetwerk zoals in de "Hollandse Brug"-variant;

  • -alleen een IJmeerverbinding de beoogde hoogstedelijke ontwikkeling van Almere Pampus mogelijk maakt;

verzoekt de regering om in de structuurvisie en de daarop te baseren overeenkomsten op te nemen dat de IJmeerverbinding als voorkeursalternatief zal worden uitgewerkt zodra er 25.000 woningen in Almere zijn toegevoegd en er reëel zicht is op de beoogde hoogstedelijke ontwikkeling van Almere Pampus,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Albert de Vries en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107 (31089).

De heer De Rouwe (CDA):

Ik zie dat de heer De Vries al weg wil lopen, maar ik gun hem nog even wat airtime en heb een vraag over de financiële onderbouwing van de IJmeerverbinding. Zo dadelijk bespreken wij de begroting van Infrastructuur. Zoals de heer De Vries weet, is dat programma helemaal uitgekleed, onder andere door de Partij van de Arbeid, met 8 miljard euro. In de zojuist ingediende motie wordt gepleit voor een IJmeerverbinding, die volgens mij niet gratis is. Hoe moet ik een en ander met elkaar verbinden?

De heer Albert de Vries (PvdA):

In de motie staat dat de IJmeerverbinding moet worden uitgewerkt als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er moeten 25.000 woningen in Almere zijn gerealiseerd en er moet concreet zicht zijn op de realisering van een hoogstedelijke uitwerking van Almere Pampus. Aan die hele ontwikkeling is een grondexploitatie verbonden die er op zich voldoende aan bijdraagt om een groot deel van de financiering te regelen. Bovendien zij we dan een flink aantal jaren verder. Op dat moment moet de concrete beslissing worden genomen. De Partij van de Arbeid wil vandaag naar voren brengen dat die stip op de horizon, de grootstedelijke ontwikkeling van Almere en de samenvoeging met Amsterdam, overeind moet blijven.

De heer De Rouwe (CDA):

Wat de Partij van de Arbeid voorstelt, is geen stip op de horizon maar een gat in de begroting. Want ondanks het mooie, wazige verhaal dat het nog heel lang duurt, herinner ik de Partij van de Arbeid eraan dat het Infrafonds zo leeggegraaid is dat het tot 2028 op is. De financiële onderbouwing deugt ook niet, en die is: er komen vanzelf wel bomen waaraan geld groeit. Dat zijn dan de woningen. Ik wil graag van het kabinet weten of dat een deugdelijke dekking is.

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ik heb een voorwaardelijke motie ingediend. Ik heb gezegd dat de IJmeerverbinding moet worden uitgewerkt als voorkeursalternatief. De echte beslissing moet later komen. We weten echt niet hoe de vlag er dan precies bij hangt. Inmiddels zal dan echter wel helder zijn dat er kan worden verdiend door de ontwikkeling van een flink aantal woningen. We realiseren ons dat er op dat moment aanvullend geld nodig zal zijn. We vinden echter dat die beslissing, die stip op de horizon, overeind moet blijven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik was tot de ontdekking gekomen dat de fracties van de Partij van de Arbeid en D66 van plan waren om een gelijkluidende motie in te dienen. In het kader van de efficiency hebben we deze samengevoegd. Hiermee kan ik, vanachter de interruptiemicrofoon, mijn inbreng beëindigen.

De voorzitter:

Ik zie dat de minister de moties heeft en meteen kan reageren. Ik geef het woord aan de minister.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik heb twee moties om op te reageren. In de eerste motie van de PvdA, op stuk nr. 106, wordt gevraagd om voor het vaststellen van de rijksstructuurvisie een uitvoeringsovereenkomst met de regio te sluiten, waarin bindende afspraken zijn gemaakt over onder andere het Fonds Verstedelijking Almere. Het is mijn intentie om op korte termijn een uitvoeringsovereenkomst met de regio te sluiten. De Kamer zal deze daarna ontvangen, samen met de rijksstructuurvisie. In de uitvoeringsovereenkomst zijn de voorgenomen afspraken opgenomen. Het zijn voorgenomen afspraken, omdat ze ook nog met de raden, de Provinciale Staten en de Kamer moeten worden besproken. Nadat ze in de verschillende gremia zijn besproken, zullen ze bindend zijn. Er staan ook afspraken in over de voeding van het Fonds Verstedelijking Almere. Naar aanleiding van de oproep van een aantal Kamerleden, vorige keer, heeft de minister van BZK daarover inmiddels afspraken gemaakt. Met deze toelichting zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

In de motie op stuk nr. 107 wordt mij gevraagd of ik bereid ben om in de structuurvisie en de daarop te baseren overeenkomsten op te nemen dat de IJmeerverbinding als voorkeursalternatief zal worden uitgewerkt zodra er 25.000 woningen in Almere zijn toegevoegd en er zicht is op de beoogde ontwikkeling van Almere Pampus. In het ontwerp van de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer is de IJmeerverbinding als stip op de horizon opgenomen. De IJmeerverbinding is ook het toekomstperspectief voor de Noordvleugel. De Kamer mag van mij die stip op de horizon ook lezen als voorkeursalternatief. Ik vind het echter wel van belang dat bij een vervolgonderzoek naar de ontsluiting van Almere Pampus niet alleen de IJmeerverbinding wordt onderzocht maar ook het alternatief via de Hollandse Brug, omdat je te zijner tijd ook goed moet kunnen afwegen wat de beste invulling is. Een vervolgonderzoek naar verdere infrastructuurmaatregelen zal worden gestart als in Almere vanaf 2010 circa 25.000 woningen zijn gebouwd en er zicht is op de afronding van de tweede fase van Amsterdam IJburg. Het gaat immers juist om het verstedelijkte deel. Als Almere zich op een andere plek verder ontwikkelt, dan krijg je heel andere ontsluitingswensen. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ik denk dat de minister het grotendeels met ons eens is. Wij zien de variant van de Hollandse Brug als een terugvaloptie. De minister formuleert het in net iets andere woorden, maar ik denk dat we hetzelfde bedoelen. Ik kan dus leven met haar toelichting.

De voorzitter:

Mijnheer De Rouwe, u hebt geen motie ingediend. Als u een korte vraag ter toelichting stelt, dan laat ik dat even toe.

De heer De Rouwe (CDA):

Dus als we in de toekomst qua infra voortaan alles benoemen als stip op de horizon en we daarbij zeggen dat het dan ook "voorkeursalternatief" mag worden genoemd, is dat dan voortaan de spelregel van het ministerie? Volgens mij wordt hierin gewoon gevraagd om een voorkeursalternatief voor één variant uit te spreken. Of is het zoals de minister zegt, namelijk: ik breid het ook uit tot andere onderzoeken, zoals Hollandse Brug? Dan stelt deze motie niets voor. Dan is het conform beleid: we onderzoeken alles, we spreken nog geen voorkeur uit en pas daarna komt er een besluit. Ik krijg hierover graag duidelijkheid, omdat dit ook een precedent schept voor toekomstige moties waarmee we ongedekt toch voorkeursvarianten gaan uitspreken terwijl we daarvoor een zorgvuldig besluitvormingsproces hebben.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik geef hierover heel veel helderheid en duidelijkheid. In de eerste plaats spreken we hier niet over een dekking, omdat we met deze vraag om een voorkeursalternatief niet het besluit nemen dat we dat gaan doen. Dat besluit komt te zijner tijd nog, als blijkt dat het wenselijk is en als het financieel haalbaar is. Pas dan komt het.

Ten tweede heb ik duidelijk aangegeven dat wat mij betreft de IJmeerverbinding als voorkeursalternatief kan worden opgenomen omdat in de plannen voor de uitbreiding van Almere ook de verstedelijking bij Pampus zit. Daarvoor zou een ontsluiting ook wenselijk zijn. Ik heb daarbij echter duidelijk aangegeven dat ik niet wil dat de "Hollandse Brug"-variant afvalt, want als de verstedelijking zich anders zal voordoen, dus als Almere zich de andere kanten op gaat ontwikkelen, dan moet die als alternatief in de vergelijking zitten. Wij hebben zelf gezegd: laat de markt zijn werk doen, dus laat de markt aangeven waar men als eerste tot ontwikkeling wil komen. Daarmee timmeren wij dit niet dicht voor de toekomst. Wij geven wel aan dat wij de nu bestaande ambitie ondersteunen en dat wij ervan uitgaan dat de eerste voorkeur een IJmeerverbinding is, als de ontwikkeling plaatsvindt zoals nu de plannen zijn. Wij houden het alternatief van de Hollandse Brug daarmee op tafel. Daarmee veranderen wij niets aan de bestaande spelregels.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn gekomen aan het eind van dit VAO. Over de ingediende moties zullen wij volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt van 17.20 uur tot 18.20 uur geschorst.

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven