4 Toezicht NVWA

Aan de orde is het VAO Toezicht NVWA (AO d.d. 11/09).

De voorzitter:

Ik kijk even of de staatssecretaris aanwezig is. Zij is er gelukkig ook.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de schijn van belangenverstrengeling vermeden moet worden;

van mening dat toezicht op naleving van de bij wet voorgeschreven voedselveiligheids- en dierenwelzijnsregels een overheidstaak is en dus niet een taak van private instanties waar het belanghebbende bedrijfsleven zeggenschap in heeft;

verzoekt de regering, geen verdere privatisering van het toezicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) of afstoting van taken naar private partijen toe te staan, dus ook niet in het kader van het Nieuw Toezichtstelsel Slachtplaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 375 (26991).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel in Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) als in Quality system Livestock Logistics (QLL) de vleessector in hoge posities vertegenwoordigd is;

van mening dat de schijn van belangenverstrengeling vermeden moet worden;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat alle private instanties die taken van de NVWA uitvoeren (KDS en QLL) onafhankelijk zijn, waarbij geen rol is weggelegd voor belanghebbend bedrijfsleven in bestuur, directie of leidinggevende functie;

verzoekt de regering tevens, te onderzoeken hoe taken die private instanties voor de NVWA uitvoeren (bijvoorbeeld KDS en QLL) weer in overheidshanden kunnen worden gebracht en hier voor het einde van het jaar over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 376 (26991).

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. We hebben een debat gevoerd over het falen van de NVWA tot nu toe. Zij slaagt er niet in om een goede controle uit te oefenen op de slachthuizen en de diertransporten. We weten dat de NVWA graag op volle sterkte wil zijn en dat zij graag wil controleren, maar helaas zijn de controles juist afgenomen, met name ook op het gebied van dierenwelzijn. De voedselschandalen komen intussen in rap tempo voorbij. We willen heel graag dat de controles worden uitgebreid, temeer daar de staatssecretaris zelf heeft gezegd dat het private controlesysteem van de diertransportsector niet werkt. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invoering van klepcontroles bij varkens per 1 januari 2014 door de NVWA wordt voorbereid;

verzoekt de regering, de klepcontroles voor alle diergroepen per 1 januari 2014 voor te bereiden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 377 (26991).

Mevrouw Thieme (PvdD):

Er is namelijk geen reden om te denken dat het bij de andere diersoorten op dit moment wel op orde is.

Ik heb nog een tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de NVWA in staat te stellen om frequentere en onaangekondigde controles op slachthuizen en diertransporten uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 378 (26991).

De heer Schouw (D66):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb zomaar het idee dat we nog lang niet zijn uitgepraat over de NVWA en haar beleid. Dat beleid moet echt anders. Om de staatssecretaris daarbij te helpen, hebben de heer Van Gerven en ik een motie opgesteld.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nog onvoldoende duidelijk is hoe en welke prioriteiten de NVWA stelt ten aanzien van voedselveiligheid;

verzoekt de regering, de NVWA de risico's per onderscheidende voedselketen inzichtelijk te maken en op basis van die risico's duidelijke prioriteiten te stellen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 379 (26991).

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik heb eerst twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot het zowel kwalitatief als kwantitatief verhogen van het NVWA-personeel om dierenleed en voedselschandalen in de kiem te smoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 380 (26991).

De heer Graus (PVV):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om NVWA-dierenartsen tijdens inspecties te laten vergezellen door een buitengewoon opsporingsambtenaar om intimidaties en/of bedreigingen te voorkomen dan wel aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 381 (26991).

De heer Graus (PVV):

Op 3 juli 2008 heb ik twee moties ingediend. De ene behelsde het volgende verzoek: verzoekt de regering, het nijpend tekort aan goed opgeleide VWA-keuringsartsen — het ging toen nog om VWA-keuringsartsen — op te lossen door in betere scholing te voorzien, waaronder postacademisch onderwijs, betere informatievoorziening bij werkvoorbereiding, terugkoppeling, nazorg en bescherming van deze bijzondere dierenartsen. Het verzoek in de andere motie, ook aangenomen, luidde: verzoekt de regering tot zowel kwalitatieve als kwantitatieve opbouw van het aantal controles, geïntensiveerde opsporing en vervolging, betere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, het inzetten van meer onaangekondigde controles door meerdere handhavers en controleurs van de AID — inmiddels de NVWA — en de Voedsel- en Warenautoriteit bij slachterijen om het waarschuwingssysteem voor te zijn en de kans op intimidatie en/of bedreiging van deze controleurs en handhavers te verkleinen. Er is weinig of niets met deze moties gedaan. Deze staatssecretaris kan daar niet zo veel doen, want de moties zijn al jaren geleden aangenomen. Mogelijk kan deze staatssecretaris ze wel uitvoeren. Ik verzoek de staatssecretaris ook om de dierenpolitie, voor zover die nog bestaat, hierbij te betrekken.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Ik wil het hebben over de verantwoordelijkheid en de eerlijke economie. Het CDA vindt dat de verantwoordelijkheid bij de ondernemers zelf moet liggen. Zij zorgen er primair voor dat het vlees wordt gekeurd, als het vleeshouders zijn. Op dit moment ziet het ernaar uit dat de voedselproducent de rekening betaalt. Daarom pleit ik voor een aanpak waarin ook de supermarkten worden betrokken. Voor een eerlijke economie zou er een ketenaanpak moeten komen. Supermarkten moeten hun verantwoordelijkheid nemen door mee te betalen aan de controles. Om de positie van de voedselproducenten te beschermen heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het in het belang van de verwerkende sector zelf is om een goed product af te leveren;

overwegende dat de sector zelf keurmerken heeft opgezet;

overwegende dat er veel klachten zijn over het toezicht van de NVWA en dat er verbeteringen nodig zijn in het toezicht van de NVWA;

verzoekt de regering om de kosten van de inspanningen die gedaan gaan worden voor het verbeteren van het functioneren van de NVWA niet neer te leggen bij de voedselproducten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 382 (26991).

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Tegen de heer Schouw zeg ik dat wij nog lang niet zijn uitgesproken over de NVWA. De VVD heeft op dit moment dan ook geen moties. Wij willen eerst op basis van het plan van aanpak met betrekking tot het verbeterplan en de toegezegde retributiebrief het debat voeren. Wij zullen derhalve geen moties steunen die vandaag worden ingediend.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. Ik heb één motie, maar wel een heel belangrijke.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de staatssecretaris van Economische Zaken de Kamer een actieplan NVWA zal toezenden;

overwegende dat er een begroting aan het actieplan verbonden zal zijn;

verzoekt de regering, dit plan van een financiële paragraaf te voorzien en dit tegelijkertijd met het actieplan naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dekken en Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 383 (26991).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de ingediende moties, negen maar liefst. Dat toont de grote betrokkenheid van de Kamer bij het toezicht. Ik denk dat dit terecht is. We hebben eerder vastgesteld dat we nog lang niet met elkaar uitgesproken zijn. Dat hebben verschillende woordvoerders hier ook opgemerkt. Ik waardeer met name de inbreng van mevrouw Lodders, die zei: ik wil nu niet vooruitlopen op wat in het verbeterplan aan de orde zal komen dat aan de Kamer is toegezegd. Bij veel van de ingediende moties begrijp ik dat de indieners een signaal ermee willen afgeven. Ik zal hun vragen om hun motie aan te houden, totdat het verbeterplan voorligt. Over een aantal moties zal ik een specifiekere opvatting geven, omdat deze volgens mij echt niet aan de orde kunnen zijn. Ten slotte zijn er een paar moties die ik aan het oordeel van de Kamer wil overlaten, omdat ik begrijp dat ze een discussie betreffen die je beter vooraf kunt voeren dan tijdens.

Ik begin met de motie-Van Gerven op stuk nr. 375, waarin de regering wordt verzocht om geen verdere privatisering van het toezicht toe te staan. Ik wil de heer Van Gerven vragen om deze motie aan te houden. Ik heb eerder in een debat gezegd dat vanzelfsprekend ook de vraag aan de orde kan komen wat publiek moet en wat privaat, maar ik wil daar nu niet op vooruitlopen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Van Gerven, maar ik kijk ook naar de staatssecretaris. U vraagt om aanhouding van de motie, maar stel dat de heer Van Gerven de motie toch in stemming wenst te brengen, wat is dan uw oordeel?

Staatssecretaris Dijksma:

Dan ontraad ik de motie.

De heer Van Gerven (SP):

Kan de staatssecretaris een termijn schetsen van het verbeterplan? Dan wil ik de motie wel aanhouden.

Staatssecretaris Dijksma:

Die hebben we recentelijk in een brief aan de Kamer toegestuurd. Eind december.

De heer Van Gerven (SP):

Oké, dus hij komt nog dit jaar. Dan houd ik mijn motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (26991, nr. 375) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Nu de heer Van Gerven er toch staat, wil ik hem ook vragen om zijn motie op stuk nr. 376 aan te houden. Ik heb eerder in het debat gezegd dat we zeker ook gaan kijken naar de problematiek met betrekking tot KDS. Ook over QLL heb ik reeds een en ander naar de Kamer toegestuurd. Ook dit wil ik graag in het bredere verbeterplan kunnen afwegen en daarom verzoek ik de heer Van Gerven, ook deze motie aan te houden.

De heer Van Gerven (SP):

Mag ik uit het antwoord van de staatssecretaris opmaken dat zij de in de motie geschetste optie openhoudt? Zij hoeft daar natuurlijk nu niet over te beslissen.

Staatssecretaris Dijksma:

Ja.

De heer Van Gerven (SP):

Oké, dan houd ik ook deze motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (26991, nr. 376) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Dan kom ik bij de motie-Thieme op stuk nr. 377, waarin de regering wordt verzocht om klepcontroles voor alle diergroepen voor te bereiden. Ik heb in mijn brief van 26 juni jongstleden aangegeven dat ik in beginsel wil stoppen met QLL, maar dat ik dat doe tenzij men alles alsnog op orde brengt. We breiden inderdaad klepcontroles voor. Overigens speelt dat onderwerp niet alleen bij de varkens. Mevrouw Thieme heeft gelijk dat dit ook in het kalfsvleessector een issue is. Ik stuur de Kamer eind december een brief hierover. Ook om die reden zou ik mevrouw Thieme willen vragen om deze motie aan te houden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Even praktisch. U zegt dat we hier eind december over spreken. Mij lijkt echter dat de voorbereidingen nu al gaande moeten zijn, wil je de klepcontroles echt per 1 januari operatief hebben. Dan kunnen wij daar toch niet pas in december over spreken?

Staatssecretaris Dijksma:

Nee, maar de brief is op 26 juni al naar de Kamer gestuurd. Mevrouw Thieme weet dus dat we hiermee bezig zijn. Er heeft recentelijk nog een advertentie in de krant gestaan en mevrouw Thieme heeft wellicht gezien dat er dierenartsen worden gezocht. Ik wil op dit moment echter niet meer zeggen dan wat we nu daarover hebben gezegd. Ik zal er in december meer over zeggen. Ik blijf daarom bij mijn verzoek om de motie aan te houden. Ik begrijp het signaal dat ermee wordt afgegeven. Ik wil hierop graag in december terugkomen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik ben bereid om de motie aan te houden. Zegt de staatssecretaris dat zij bij de mogelijke invoering van de klepcontroles naar meer zal kijken dan alleen de varkens? Begrijp ik dat goed?

Staatssecretaris Dijksma:

Ja.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Thieme stel ik voor, haar motie (26991, nr. 377) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik wil mevrouw Thieme verzoeken om ook haar motie op stuk nr. 378 aan te houden. Daarin wordt de regering verzocht, de NVWA in staat te stellen om frequentere en onaangekondigde controles op slachthuizen en diertransporten uit te voeren. Mevrouw Thieme begrijpt dat dit natuurlijk een onderdeel zal zijn van het verbeterplan. Het is dus ook niet zo dat ik niet positief zou staan ten opzichte van wat in deze motie wordt gevraagd. Op de precieze invoering wil ik nu echter eigenlijk niet vooruitlopen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter, ik houd ook deze motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Thieme stel ik voor, haar motie (26991, nr. 378) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik kom op de motie op stuk nr. 379. Daarin wordt de regering gevraagd om een risicoanalyse. Men vraagt om de risico's per onderscheidende voedselketen inzichtelijk te maken en op basis daarvan duidelijk prioriteiten te stellen. Dat is eigenlijk precies wat je doet als je een verbeterplan maakt. Dat moet immers wel op een inhoudelijke veronderstelling gebaseerd zijn. Ik beschouw deze motie daarom als ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

Ik merk op dat de heer Schouw niet meer aanwezig kon zijn bij dit debat. Er wordt wel meegeluisterd naar het antwoord.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is helder.

De volgende motie, op stuk nr. 380, is van de heer Graus. Daarin wordt de regering verzocht om een kwalitatieve verhoging van het NVWA-personeel door te voeren en ook het aantal personeelsleden te verhogen. Ook hierbij stel ik voor om niet op de zaken vooruit te lopen. Ik begrijp het punt dat de heer Graus wil benadrukken. Dit maakt ook onderdeel uit van de analyse die wij nu opstellen. Ik wil er echter niet op vooruitlopen. Ik verzoek de heer Graus, deze motie aan te houden.

De heer Graus (PVV):

Ik begrijp de reactie van de staatssecretaris en ik zal de motie aanhouden.

Staatssecretaris Dijksma:

Dank u wel.

De heer Graus heeft ook een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht, dierenartsen van de NVWA tijdens inspecties te laten vergezellen door een buitengewoon opsporingsambtenaar, om intimidaties en bedreigingen te voorkomen. Laat ik hierover het volgende opmerken. Ik ben het hartgrondig eens met het feit dat er geen intimidatie kan worden toegestaan. Daarover hebben wij het in de Kamer ook al gehad en daarover waren wij het hartgrondig eens. Er is recentelijk een instructie uitgegaan. Daarin staat dat, als er sprake is van intimidatie, we de boel gewoon stilleggen. Dat is een heel effectieve manier van handelen. Het is echter niet zo dat bij elke inspectie er altijd een bijzondere opsporingsambtenaar mee kan. Wel zal ook dit punt onderdeel uitmaken van het verbeterplan. Ik kan daarom op voorhand zeggen dat ik de motie in de vorm zoals zij nu is ingediend, moet ontraden. De heer Graus zal dit niet als voorstel terugzien, maar het idee dat er soms, als dat nodig is, ook gewerkt zal moeten worden met deze ambtenaren, zal hij vermoedelijk een plek zien krijgen. Daarop wil ik niet vooruitlopen, maar ik ontraad de motie.

De heer Graus (PVV):

Ik ben bereid om de motie aan te passen. Er staat niet in dat er tijdens alle inspecties buitengewoon opsporingsambtenaren mee moeten. In heel veel slachthuizen worden de inspecteurs van de NVWA heel eervol en respectvol behandeld. De staatssecretaris weet echter net zo goed als ik dat er soms ook sprake is van intimidaties en bedreigingen. Als ik in de motie opneem dat het hierbij moet gaan om risicovolle of risicodragende inspecties, dan zal de staatssecretaris er toch niet op tegen zijn?

Staatssecretaris Dijksma:

Als hij de motie zo zou aanpassen, zou ik de heer Graus vermoedelijk weer gaan vragen om de motie aan te houden, omdat ik niet vooruit wil lopen op de keuzes. Ik heb echter hier wel een helder signaal afgegeven. Dit punt wordt terecht aangeroerd. De heer Graus zal zien dat we daarnaar kijken.

De heer Graus (PVV):

Dan zal ik ook deze motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn moties (26991, nrs. 380 en 381) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik kom toe aan de motie van de heer Geurts op stuk nummer 382. Daarin wordt de regering verzocht, de kosten van de inspanningen die gedaan moeten worden, niet neer te leggen bij de voedselproducenten. Als er zou staan "niet alleen neer te leggen ..." dan kon ik dat begrijpen. Dat zou zeker ook niet mijn bedoeling zijn. Ik heb eerder met deze Kamer gesproken over het feit dat wij natuurlijk toegaan naar een voorstel aan de Kamer voor een nieuw retributiesysteem. Ik weet dat dat bij een deel van de Kamer op grote zorg stuit. Maar het kan niet zo zijn dat op het moment dat we de dienst echt willen laten verbeteren, een onderdeel van de keten, in dit geval de voedselproducenten, daarvan op voorhand wordt uitgesloten. Dat is niet in lijn met het voorstel dat ik aan de Kamer wil doen. Om die reden wil ik deze motie ontraden.

Ten slotte kom ik toe aan de motie van de leden Van Dekken en Dikkers, op stuk nr. 383, waarin wordt verzocht om een financiële paragraaf. Dat lijkt mij evident. Dat zullen we doen. Ik beschouw deze motie dus als ondersteuning van beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beoordeling van de moties.

Naar boven