Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 103, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 103, item 9 |
Aan de orde is het debat over de uitkomsten van de Europese Raad.
De voorzitter:
Voordat wij aan het debat beginnen, wil ik graag een verzoek van de minister-president honoreren. Hij heeft gevraagd of hij vooraf een mededeling mag doen aan de Kamer. Hij mag daarover niet geïnterrumpeerd worden, maar die mededeling mag hij van mij natuurlijk zeer zeker wel doen. Het ziet er heel spannend uit. Ik geef het woord aan de minister-president.
Minister Rutte:
Voorzitter. Het leek mij correct om de Kamer bij het begin van dit debat, dat ook over Europa gaat, mede te delen dat het kabinet minister Frans Timmermans heeft voorgedragen als Nederlandse kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Commissie. De nominatie van Frans Timmermans, thans minister van Buitenlandse Zaken, past in de strategie van het kabinet om een voor Nederland belangrijke portefeuille te krijgen. De bijzondere kwaliteiten van minister Timmermans worden zowel binnen Nederland als in Brussel breed erkend. Ik heb er het volste vertrouwen in dat hij de komende jaren een belangrijke rol zal spelen voor Europa en voor Nederland. Zoals bekend, zou wat Nederland betreft voor de Commissie moeten gelden dat die zich de komende jaren richt op de prioriteiten van de strategische agenda zoals die is vastgesteld door de Europese Raad van juli.
De voorzitter:
Dank u wel voor deze mededeling. Wij beginnen nu aan het debat over de uitkomsten van de Europese Raad. De spreektijd voor dit debat is vastgesteld op vier minuten per fractie. Ik zie nu de heer Pechtold en herinner me dat ik net heb toegezegd dat de spreektijd zes minuten per fractie zal bedragen. Bij interrupties proberen wij weer terug te vallen in het oude regime van een vraag en eventueel een vervolgvraag. Dat is allemaal optioneel. Althans, of er überhaupt vragen worden gesteld, niet of die tot twee worden beperkt. Ik geef nu het woord aan de heer Pechtold.
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter. Mijn fractie dankt u en de minister-president voor de herdenking zoals die zojuist plaatsvond. Deze zomer ging ons land door de pijn en het verdriet van de grootste vliegtuigramp in de recente geschiedenis: 298 doden, onder wie 196 Nederlanders. De fractie van D66 keek met bewondering naar het optreden van het kabinet, de respectvolle ceremonies in Eindhoven en de verbondenheid in ons land. Wij steunen het kabinet in zijn drie doelstellingen: repatriëring van stoffelijke overschotten, onderzoek naar de toedracht en strafrechtelijk onderzoek.
Wij werden deze zomer hard geconfronteerd met de realiteit buiten onze grenzen. Daar zal Europa een geloofwaardig antwoord op moeten vinden. Wij zitten immers nu wel weer in de Brusselse stoelendans, maar de aanleiding voor dit debat was de verkiezing van de heer Juncker, zijn nieuwe agenda en zijn nieuwe Commissie: het team waarmee hij Europa vijf jaar lang gaat leiden. De procedure was nieuw, maar was die nu echt zoveel beter? Deelt de premier de mening dat wij die nog steeds niet makkelijk kunnen uitleggen? Hoe gaan wij dat als het aan de premier ligt in de toekomst doen?
Er deden geruchten de ronde over soepelere begrotingsregels, een deal tussen socialisten en het pro-Juncker-kamp. De premier zei in de Kamer op 25 juni: geen aanpassingen van het Stabiliteits- en Groeipact en geen afspraken over flexibilisering. Wat zei de Raad echter twee dagen later? Ik citeer: "De flexibiliteit die is ingebouwd in de bestaande regels van het Stabiliteits- en Groeipact, moet optimaal worden benut." Wat betekent dat nu precies? Waarom, zo vraag ik mij hardop af, zou de Raad dit opschrijven als het niet nieuw is? Is hier iets aangepast? Graag daarom nogmaals de garantie dat de afspraken staan en dat we Frankrijk geen uitstel geven.
Het kabinet heeft het ook nog steeds over de strategische agenda. Kan het vandaag nu eens vijf punten van die nieuwe agenda noemen waarvan gewone mensen, burgers van Europa, iets gaan merken? En hoe worden precies de juiste Commissarissen bij deze agenda gevonden? De Poolse Tusk volgt Van Rompuy op. De Italiaanse Mogherini volgt Ashton op. Ik vraag me af hoe de benoeming van Tusk nu bij de Britten valt. Hoe valt die bij Cameron? Wij herinneren ons nog de foto van onze premier in dat bootje, met Cameron, Merkel en Reinfeldt. Het was een mooi plaatje, maar Merkel en Cameron vochten elkaar natuurlijk dat bootje zo ongeveer uit. Toen ging het over Juncker. Hoe liggen de verhoudingen nu?
Wij waren kritisch over Lady Ashton. Op basis van welke kwaliteiten is nu Mogherini, deze Italiaanse geselecteerd? Hoe zijn haar internationale contacten? Wat is precies haar internationale ervaring? Is zij een nieuwe Solana, of is zij "Ashton 2.0"? Ik vraag dit vooral omdat het kabinet schrijft dat het beide benoemingen verwelkomt.
Ik lees van alles over Nederlandse kandidaten. We hebben het kabinet het vertrouwen gegeven om dit in stilte te doen, maar nu krijgen we, behalve de verklaring van zojuist, graag nog wat meer informatie. We horen spannende verhalen over een vicevoorzitterschap, maar wordt het nu echt anders? Ik geloof dat er nu ook al negen vicevoorzitters zijn. We sturen minister Timmermans toch niet weg voor personeelsbeleid, zeker niet gezien het feit dat Brussel ongeveer net zo veel ambtenaren heeft als Amsterdam? En hoe staat het met de toezeggingen van Timmermans? Die deed hij niet als persoon, maar uit hoofde van zijn functie van minister. Die toezeggingen blijven toch staan? Ik doel bijvoorbeeld op de top die Nederland gaat organiseren, in aanloop naar ons voorzitterschap, over een nieuwe begrotingssystematiek.
Ik vraag aan de woordvoerder van de Partij van de Arbeid: mag dit eigenlijk wel volgens het eigen verkiezingsprogramma? Daarin staat: bij de volgende Europese verkiezingen, in 2014, levert de partij die in Nederland het grootste wordt, het door Nederland voor te dragen lid van de Europese Commissie. Mevrouw Maij zal deze passage uit haar hoofd kennen. Het staat op pagina 59, onder het kopje "Europese verkiezingen met betekenis". Ze mag dan nog kiezen of ze iemand van het CDA of iemand van D66 wil hebben, afhankelijk van de vraag of ze kiest op grond van het aantal zetels of de percentages stemmen. Mevrouw Maij zei daarover in mei: we moeten het eerst over de inhoud hebben en daarna over de poppetjes. Er ligt nu een strategische agenda. Wat vindt de PvdA nu van de poppetjes?
Grenzen vervagen en dus zal de eenentwintigste eeuw meer vragen van Europa. Daarvoor moeten we ons nu klaarstomen. Ik mis echter bij het kabinet een nieuwe agenda. Ik mis het lef om uitdagingen echt te lijf te gaan. Deze top zal bepalen wie het Europese beleid in de komende vijf jaar zal vormgeven. Deze top zal bepalen welke prioriteiten leidend zullen zijn. Mijn fractie wil daarover graag veel meer horen, want wat we tot nu toe zien, is helaas onvoldoende om de uitdagingen te overwinnen.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Deze zomer stond de wereld in brand. Er zijn grote conflicten in Oekraïne, in Irak, in Syrië. Zij hebben een rechtstreekse impact op Europa, op de veiligheid van de Europese burger en op de veiligheid van Europa. Over deze zaken dient de discussie te gaan en over deze zaken wil de CDA-fractie dan ook vragen stellen aan de regering.
Er is sprake van een enorme opmars van het zelf uitgeroepen islamitisch kalifaat in Syrië en Irak. De situatie in Irak en Syrië is verschrikkelijk. Wij zien gruwelijke videobeelden van onthoofdingen en van massaexecuties. Eigenlijk is er sprake van het verdrijven en vermoorden van elke minderheid die daar bestaat.
In de Europese Raad is hierover gesproken. ISIS is betiteld als een directe dreiging. Dat is een heldere conclusie, maar welke actie verbinden de Nederlandse regering en de Europese Raad aan deze conclusie? Is er een concreet actieplan samengesteld, gericht tegen bijvoorbeeld alle Syriëstrijders? Doet een kandidaat-lidstaat als Turkije mee aan zo'n actie, om ervoor te zorgen dat het probleem niet nóg groter wordt? Dat moeten we weten voordat we over oplossingen gaan praten. In The Financial Times wordt gesuggereerd dat Nederland samen met zes andere landen werkt aan een snelle interventiemacht onder de vlag van de NAVO.
De heer Pechtold (D66):
Ik ben blij verrast dat het CDA nu vraagt om een kandidaat-lidstaat als Turkije te betrekken bij de Europese aanpak van wat er in Noord-Irak en Syrië gebeurt. Maar was het niet het CDA dat in Rutte I om het hardst schreeuwde dat de kandidatuur en het lidmaatschap van Turkije maar naar de verre horizon, zo niet over die horizon moesten worden geduwd?
De heer Omtzigt (CDA):
Wij zijn op geen enkele wijze enthousiast over het kandidaat-lidmaatschap van Turkije. Dat houdt echter wel in dat wij moeten samenwerken met een land dat wij nota bene met onze eigen Patriotraketten verdedigen tegen extremisme, om ervoor te zorgen dat mensen met een Nederlands paspoort, in sommige gevallen een Nederlands en een Turks paspoort — kortom Nederland en Turkije — veilig zijn tegen aanslagen zoals die in Brussel hebben plaatsgevonden.
De heer Pechtold (D66):
De heer Omtzigt en ik hoeven er echt geen wedstrijd van te maken wie dat het ergst vindt. Ik vraag het CDA echter naar de consequentie. Als je Turkije wilt betrekken bij handelingen waar het leger bij betrokken is, dan is daar de NAVO voor; maar nu hebben we het over Europa. De heer Omtzigt, die nu van zijn geloof is gevallen en opeens kandidaat-lidstaat Turkije heel belangrijk vindt, past een beetje in het koor dat ik deze zomer wel vaker heb gehoord. De grootste critici van Europa riepen om Europa toen het om dit soort problemen ging. Als je dat wilt, spreek je kandidaat-lidstaten er ook op aan en betrek je ze erbij. Je moet ze er niet alleen bij roepen wanneer je ze nodig hebt, maar je moet uitgaan van de gedachte dat je ze in de toekomst ook voor andere zaken nodig hebt. Aan die oproep geeft het CDA geen gehoor en nu zegt het opeens: laten we ze er maar bij vragen.
De heer Omtzigt (CDA):
De kandidaat-lidstaat Turkije lapte de afgelopen jaren zo ongeveer elke afspraak aan zijn laars, over democratisering, over Europese waarden. Het is ook de grootste openluchtgevangenis voor journalisten. De wetgeving van voormalig premier en nu president Erdogan gaat niet de goede kant op. Echter, als we spreken over het bestrijden van extremisme en we daar onze Patriots hebben staan en als er zelfs wordt onderhandeld over visaovereenkomsten met Turkije, waardoor je makkelijker tussen dat land en de Europese Unie kunt reizen, dan zullen we ook moeten spreken over de vraag hoe we deze mensen weghouden uit de Europese binnensteden. Zij vormen namelijk een directe bedreiging. En ja, Turkije zegt het ene en doet dan weleens iets anders.
Ik was aan het spreken over het inzetten van een snelle interventiemacht. Klopt dit? Wat zijn precies de plannen?
De situatie in Oekraïne is natuurlijk zeer zorgelijk. Ook wat dit betreft is de conclusie van de Europese Raad duidelijker dan de conclusie van de Nederlandse regering. Er zijn Russische troepen op Oekraïens grondgebied, zo bevestigen 28 landen samen. Er is gesproken over aanvullende sancties. Wanneer volgen die sancties? Gaat Frankrijk zijn twee helikopterdekschepen nu echt aan Rusland leveren, terwijl wij in de EU over sancties spreken?
Op de agenda staat ook ebola. Ook dat baart de Europese Raad net als elk ander onderwerp zorgen, en terecht. Wat is nu het beleid met betrekking tot ebolapatiënten in de EU? Daarover lezen we niets in de conclusies. Enige afstemming is wel gewenst, want per slot van rekening geldt voor de hele Unie het vrije verkeer van personen. Kan de minister-president samen met minister Schippers met een voorstel komen over hoe ervoor wordt gezorgd dat mensen met ebola in de EU niet zomaar van land A naar land B kunnen reizen? Op welke wijze wordt er aan de grenzen van Europa aan preventie en detectie gedaan?
De heer Pechtold sprak er al over dat in oktober een extra eurotop is, over wat het belangrijkste speerpunt zou moeten zijn, namelijk groei en werkgelegenheid. De CDA-fractie steunt het initiatief van harte en zou graag bijtijds de inzet aldaar van de Nederlandse regering kennen. Wat het CDA betreft mogen daar een aantal punten aan de orde komen. We willen hierop graag alvast een reactie van de regering. Is de regering bereid om in te zetten op het schrappen van de verplichting voor alle EU-landen, behalve Denemarken en het VK die een uitzondering hebben, tot toetreding tot de euro? We hebben geleerd. Bulgarije voldoet aan de toetredingsvoorwaarden. Het lijkt me niet in het belang, noch van Bulgarije, noch van de eurolanden, dat dit verplichtend, snel, gebeurt.
Er zwerft een idee rond over een Europese WW. Dat lijkt mij buitengewoon slecht. Wil de regering dit idee onomwonden afwijzen?
Wanneer komt er iets meer openheid over de bankenunie, dat andere kernstuk? We zouden graag snel een antwoord zien op onze Parex-vragen. Letland lijkt met een schaduwboekhouding de euro ingekomen te zijn. Kunnen de vragen voor het einde van deze week beantwoord worden?
Ik ben nog iets vergeten door de interruptie; mijn eigen omissie. We hebben de secretaris-generaal van de NAVO horen zeggen dat Oekraïne versneld het NAVO-lidmaatschap zou kunnen aanvragen. Ik zou graag de mening van de Nederlandse regering hierover willen horen. Het lijkt ons een heel onverstandig plan, dat olie op het vuur zou gooien in een toch al bijzonder moeilijk conflict.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter. Europa als project van vrede is lange tijd als vanzelfsprekend gezien. Deze zomer zijn we op hardhandige wijze geconfronteerd met het feit dat die vrede in Europa niet vanzelfsprekend is. Dat conflicten oprukken aan de grenzen van ons continent. Dat we als Nederland kei- en keihard geraakt zijn door het gewapende conflict dat op dit moment in Oost-Oekraïne speelt. In dat licht kijk ik naar de terugkoppeling van de premier over deze top.
Ik wil graag beginnen bij de verklaring van de premier en minister Timmermans van harte feliciteren met zijn voordracht als Eurocommissaris. Ik denk dat we met de heer Timmermans een fantastische kandidaat voordragen. Hij is een Europeaan in hart en nieren. Vanuit dat oogpunt is hij dan ook een logische kandidaat. Ik heb wel een vraag. De minister-president gaf aan dat de voordracht van Timmermans past in de strategie om een belangrijke portefeuille te krijgen. De premier voegde er niet aan toe dat het een belangrijke portefeuille zou moeten zijn op het sociaaleconomische domein. Afgaande op wat we nu horen over de post waarop Timmermans, de minister van Buitenlandse Zaken, aanspraak zou maken, meen ik dat hij niet de nieuwe Olli Rehn wordt maar misschien de nieuwe minister Blok in de Europese Commissie, verantwoordelijk voor de Rijksdienst. Ik zou graag wat meer van de premier willen horen over de manier waarop deze voordracht van Frans Timmermans past in de strategie om een belangrijke post te krijgen in het sociaaleconomische domein.
De premier spreekt in zijn terugkoppeling over de top zijn grote bezorgdheid uit over de instroom van Russische wapens in Oekraïne. De onderzoeksclub Club925 legde deze zomer pijnlijk bloot dat meerdere Russische wapenleveranciers met behulp van Nederland belasting kunnen ontwijken en zelfs sancties kunnen ontlopen. Uit het onderzoek van Club925 blijkt bijvoorbeeld dat het Russische staatsbedrijf Rostec een joint venture heeft op de Zuidas. Het dochterbedrijf van Rostec verkoopt wapens van alle Russische fabrikanten, onder andere de BUK-luchtdoelraketten. Omdat Rostec de belangrijkste leverancier van wapens aan Russische strijdkrachten is, staat de directeur van dat bedrijf, Chemezov, op de sanctielijst van de Verenigde Staten. Volgens het onderzoek van Club925 ontvangt Nederland deze fiscale vluchteling met open armen. Dit is onvoorstelbaar en onacceptabel! Klopt het dat Chemezov niet op de Europese sanctielijst staat? GroenLinks wil op dit punt direct opheldering. Ik wil van de minister-president een glashelder antwoord op de vraag of 1. het onderzoek van 925 klopt en 2. of hij kan garanderen dat Nederland op geen enkele wijze fiscaal onderdak biedt aan Russische wapenleveranciers en, zo ja, of hij dan alles in het werk wil stellen om deze fiscale vluchtelingen, deze wapenleveranciers, zo snel mogelijk de deur te wijzen.
Ik kom te spreken over de agenda voor groei. De sancties die de EU tegen Rusland treft, raken ook onze eigen economieën. Ze zullen pijn doen. Besloten is om in oktober een bijeenkomst te organiseren waarbij de regeringsleiders oplossingen moeten bedenken om de kwakkelende Europese economie vooruit te helpen. Het herstel blijft namelijk zwak. In sommige landen blijft het zelfs uit. Is de premier van plan om aanwezig te zijn bij deze bijeenkomst over economische groei, die het Italiaanse voorzitterschap wil organiseren? Zo ja, wat is daarbij zijn inzet? Wat GroenLinks betreft, bepleit onze premier een agenda voor flinke investeringen in energieonafhankelijkheid, in energiebesparing en in duurzame energie. Deze investeringen kunnen het economisch herstel bevorderen en banen scheppen. Daarnaast laat de situatie in Oekraïne zien hoe wenselijk het is om niet afhankelijk te zijn van grondstoffen uit Rusland of andere twijfelachtige regimes. Het mes snijdt aan twee kanten.
Het is vandaag Duurzame Dinsdag. In dat licht stel ik nog een vraag. Aan het einde van deze maand vindt een belangrijke klimaattop plaats in New York. Ik vraag de premier of hij al heeft besloten of hij daarbij aanwezig is. Kijk, de minister-president beantwoordt deze vraag direct al!
De voorzitter:
Dat klopt, maar de premier deed dat buiten de microfoon en heeft dat dus nog niet officieel gedaan. Hij mag in zijn antwoord in eerste termijn antwoord geven op uw laatste vraag.
De heer Verheijen (VVD):
Voorzitter. Het reces is voorbij, de zaal waarin we hier zitten is hetzelfde, de leden van de Tweede Kamer zijn hetzelfde, maar toch is de wereld om ons heen ingrijpend gewijzigd. Een van die ontwikkelingen, de vreselijke aanslag op de MH17, hebben we zojuist in dit huis op een waardige wijze herdacht. Daarvoor dank ik u, voorzitter, en de minister-president. Ook zijn er deze zomer allerlei ontwikkelingen rondom Oekraïne en andere ontwikkelingen geweest. Deze zullen de agenda van de Kamer in de komende tijd nog beheersen. In alle debatten, ook die rond Oekraïne, zullen wij de belangen van de nabestaanden en de nagedachtenis aan de slachtoffers nooit uit het oog verliezen.
Na deze zomer is één ding meer dan ooit duidelijk: Europa zal aan de bak moeten, misschien wel meer dan ooit. Niet op details, maar op hoofdlijnen. Niet intern gericht, niet op Brussel gericht, maar gericht op de wereld om ons heen. De ontwikkelingen laten zien dat de Europese Unie grenst aan een vijandige kraag van landen, landen die om verschillende redenen een bedreiging vormen voor onze vrijheid, voor onze veiligheid en daarmee ook voor onze welvaart.
De heer Pechtold (D66):
Ik kan me nog de Europese campagne herinneren. De VVD noemde haar lijsttrekker liefkozend "Hans van Banen". Het ging namelijk om banen, banen, banen en om economie. Verder ging het er allemaal niet om, want daar hadden we andere instituties voor. Nu hoor ik overduidelijk ook de VVD, na een terecht heel binnenkomende zomer met onrust voor ons allemaal, soepeltjes Europa inzetten als het gaat om veiligheid, om defensie en om het aanpakken van de problemen waar de heer Verheijen en ik exact hetzelfde over denken. Er hoeft maar even wat te gebeuren en ook de VVD laat haar heel smalle economische agenda makkelijk varen en zegt: Europa is ook uw veiligheid.
De heer Verheijen (VVD):
De heer Pechtold noemt het "er hoeft maar eventjes wat te gebeuren", maar mijn interpretatie van deze zomer is een andere. De heer Pechtold bagatelliseert het in zijn woorden, maar ik denk dat er wel meer dan eventjes wat gebeurd is. Onze agenda voor Europa blijft staan. Die stond en staat nog steeds. Ik denk dat deze zomer meer dan ooit duidelijk heeft gemaakt, ook bij ons, dat voor Europa veel op het spel staat en dat we veel te verliezen hebben. Dus ook in onze buitenlandstrategie, het buitenlandbeleid, moeten we daarmee meer rekening houden. Daarmee gaat de buitenlandpolitiek eigenlijk meer naar buitengrenzenpolitiek. We moeten meer kijken waar onze directe belangen liggen. Die liggen vlak over de grens. Dat is geen koerswijziging ten opzichte van het verleden. Na deze zomer zijn er echter wel accentwijzigingen. Dat geef ik de heer Pechtold grif toe. Ik denk dat ook hij dat, vanuit zijn positie, moet toegeven.
De heer Pechtold (D66):
Als collega-politici beginnen over accentwijzigingen of trendbreuken, dan moet je altijd heel erg opletten. Dan is er namelijk wel degelijk een enorme koerswijziging. Het volgende is nu aan de hand. De heer Verheijen kenmerkte zich in de afgelopen jaren door nog steviger dan leden van de oppositie Europa klein te maken, Europa belachelijk te maken en Europa te ridiculiseren als het gaat om regelgeving. Na waarschijnlijk een goede zomer qua uitrusten maar ook een zomer die bij ons beiden inderdaad is binnengekomen als een zomer van onrust en een zomer met een impact die we misschien nog niet helemaal kunnen overzien, maakt de heer Verheijen vandaag Europa groter dan hij ooit zelf heeft kunnen dromen. Ik vind dat geen accentwijziging. Ik vind dat een enorme koerswijziging. Ik zal de VVD daar in haar agendering ook aan houden.
De heer Verheijen (VVD):
De opgewonden toon van de heer Pechtold verraadt volgens mij enige vorm van opwinding over dit feit. Volgens mij is hij er blij mee. Ik kan hem in ieder geval geruststellen: wij zullen Europa klein blijven houden waar het klein moet blijven en wij zullen blijven timmeren op die agenda van minder taken waar nodig en van een klein Brussel, een Brussel dat niet intern gericht is. Echter, de zaken die op het spel staan, stonden voor ons voor de zomer ook op het spel. Deze zomer heeft meer dan ooit duidelijk gemaakt — dat blijft ook staan — dat er veel op het spel staat voor Europa. Als we wat dat betreft kunnen samenwerken, tel dan uw zegeningen, mijnheer Pechtold. De gebeurtenissen in Oekraïne maar ook gebeurtenissen elders aan onze buitengrenzen hebben duidelijk gemaakt dat hetgeen aan de buitengrenzen gebeurt, effect heeft. Denk bijvoorbeeld aan de vliegtuigpassagiers of aan wat plaatsvindt in de binnensteden. Ik ben ervan overtuigd dat dit voor een groot deel ook de Europese agenda, evenals de agenda van de heer Pechtold en van mij, in de komende jaren zal beïnvloeden. Europa heeft daarop tot op heden eigenlijk onvoldoende antwoord. Het optreden van de EU in deze zomer is dan ook samen te vatten als: too little, too late. De afwezigheid van de Unie rondom de aanslag op de MH17 was pijnlijk. Het onvermogen rondom de situatie in Irak was diep treurig. Het was te laat en te weinig op het toneel gebracht. Op Oekraïne kom ik zo nog terug. De coördinatie zal in de komende jaren beter, sneller en krachtiger moeten. Dat vraagt om een nuchtere analyse van de gezamenlijke belangen van de Unie. Dat vergt een nuchtere analyse van de bedreigingen die op ons afkomen en van wat er voor ons op het spel staat. Dat vergt ook een omslag van een buitenlandpolitiek naar een buitengrenzenpolitiek: waar liggen onze belangen over die grens? Dat vergt niet alleen een stevige inzet van de nieuwe EU-buitenlandchef maar ook van 28 ministers van Buitenlandse Zaken die bereid zijn om haar die rol te laten spelen en die redeneren vanuit dat gezamenlijke belang.
De heer Pechtold (D66):
Dat klinkt mij als muziek in de oren. Het is echter niet nieuw. Toen in Libië Kadhafi werd weggejaagd, renden Sarkozy en Cameron, niet mevrouw Ashton, om het hardst om in Tripoli te landen. Ze gunden haar niet alleen niet de eer, maar brachten haar ook niet in positie. Ik heb de VVD daar toen nooit over gehoord. Dan verbaast het me toch — ik vind het belangrijk om op dit moment te memoreren en te markeren dat de VVD die koerswijziging maakt — dat na deze zomer de VVD zegt: eigenlijk moeten die 28 ministers van Buitenlandse Zaken dadelijk wat terughoudender zijn en moeten we die nieuwe Italiaanse mevrouw, mevrouw Mogherini, de kans geven om namens Europa, in de woorden van de heer Verheijen zelf, eendrachtig te opereren als het gaat om buiten-Europees beleid. Dat is helemaal zoals D66 het zou willen. Het is echter niet zoals ik de VVD in de afgelopen jaren heb gehoord.
De heer Verheijen (VVD):
Ik merk dat de heer Pechtold door de nuchtere analyse van de VVD een beetje in paniek raakt, dat hij bang is dat hij hier geen uniek punt meer heeft. Op heel veel gebieden heeft hij dat echter nog steeds. De ideeën die hij over Europa heeft, zijn op fundamentele gebieden nog steeds anders dan de onze. Als het gaat om de directe belangen op economisch gebied en op veiligheidsgebied en om onze vrijheid, stonden en staan wij voor een krachtig Europa. Nederland zal sommige dingen namelijk nooit zelf kunnen. Samenwerking in Europa maakt ons op die punten sterker, beter en groter. Nee, dat is geen koerswijziging. Het is een nuchtere analyse van wat er voor ons op het spel staat, van wat we te verliezen hebben.
De heer Pechtold (D66):
Dit is mijn derde interruptie. Als ik de heer Verheijen op inhoudelijke punten en met voorbeelden onderbouwd vragen stel, verzoek ik hem daarop in te gaan. Natuurlijk leer je op debatclubs om te beginnen over de toonhoogte van een ander of over het woordje "nuchter", een woord waar je in Europa trouwens ontzettend mee moet oppassen, maar volgens mij is dat niet de manier waarop je uiteindelijk tot een vergelijk komt. Ik daag de heer Verheijen daarom uit. Ik heet hem welkom in het kamp der Europeanen. Hij was zo ongeveer de laatste VVD'er die nog zo ver van ons af stond. Hij moest ook een paar keer door de top worden teruggefloten vanwege zijn houding ten aanzien van Europa. Ik zeg nu tegen hem: maak ook die stap op de inhoud en spreek niet alleen over zaken als toonhoogte, gemoedstoestand of kennelijke staat.
De heer Verheijen (VVD):
Ik heb in het betoog van de heer Pechtold geen vraag kunnen ontdekken. Ik heb de heer Pechtold ook geen voorbeelden horen noemen van daadwerkelijk inhoudelijke beleidsissues. Kijk maar eens naar hetgeen er deze zomer is gebeurd rond Irak. Volgens ons had de buitenlandchef van de EU sneller, daadkrachtiger en beter moeten schakelen met de ministers van Buitenlandse Zaken om in die kwestie een gemeenschappelijk standpunt in te nemen. Het was pijnlijk en treurig. Het was alsof ons ministerie van Buitenlandse Zaken overuren maakte, terwijl men in Brussel nog met reces was. Volgens mij is dat een nuchtere — om dat woord maar weer eens te gebruiken — en dus heel feitelijke analyse van de belangen die voor ons op het spel staan en waar wij voor vechten. En dat er heel wat is om voor te vechten, heeft deze zomer wel duidelijk gemaakt.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb een vraag aan de VVD. Die veroordelingen door de Raad zijn er gekomen. Er is gezegd dat het geweld van ISIS moet worden bestreden. Er is gesproken over een humanitaire crisis. Wat moet er volgens de VVD nu dan nog gebeuren om als Europa krachtiger op te treden tegen de dreiging van ISIS?
De heer Verheijen (VVD):
Volgens mij heeft Europa op een aantal gebieden ruimte om te acteren. Soms kan er sneller geacteerd worden, soms kan er beter geacteerd worden. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat er juni vorig jaar al op Europees gebied een pakket is aangenomen met maatregelen ter bestrijding van jihadgangers. Dat staat ook in het verslag van de Europese Raad. Dat pakket is eigenlijk nog niet geïmplementeerd. Dat soort zaken waar je het over eens bent, moet sneller. Een aantal dingen kun je gewoon beter centraal regelen. Het gaat echter ook over militaire leveringen en noodhulp. Die hadden beter, sneller en eerder gecoördineerd kunnen worden. Nu was er toch sprake van een soort chaotische toestand, waardoor Europa kostbare tijd en ook veel van zijn uitstraling verloren heeft.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Vindt de heer Verheijen ook dat Nederland, als dat niet gebeurt, het voortouw zou moeten nemen met betrekking tot de bescherming van minderheden?
De heer Verheijen (VVD):
Volgens mij heb je in de eerste plaats een buitenlandcoördinator nodig die heel snel en daadkrachtig acteert. Ministers kunnen echter individueel ook zaken agenderen. En ja, dan moeten die ministers snel acteren en bekijken wat zij op de agenda zetten over Oekraïne, Irak en de situatie met ISIS. Bovendien moeten zij bereid zijn om soms een stapje langzamer en soms een stapje sneller te doen omwille van de eenheid. Dat heb ik minister Timmermans hier ook weleens horen zeggen. Europa kan namelijk in gezamenlijkheid een krachtig signaal afgeven. Als Nederland dat alleen doet, maakt het niet altijd evenveel indruk. Samen maken wij wel indruk, daar waar dit noodzakelijk en mogelijk is.
De gebeurtenissen van deze zomer kunnen niet los gezien worden van het thema "energie". Europa importeert op dit moment ruim 53% van de energie die het nodig heeft. Dat maakt Europa afhankelijk. Op welke wijze Europa dat doet, zal de agenda de komende tijd domineren. Bovendien zullen wij moeten kijken naar een versterking van de interne energiemarkt en naar onze energiezekerheid en waar wij die vandaan halen.
De situatie rond Oekraïne is kritiek. Ik had het daar al eerder over. Het conflict vormt een serieuze bedreiging voor onze veiligheid en daarom heb ik een aantal vragen aan het kabinet over dit punt. De boodschap aan Rusland is wat ons betreft helder: u stelt zich op dit moment in het conflict op als agressor. Stop dus met de destabilisering in Oost-Oekraïne, staak de militaire betrokkenheid en zoek samen met Oekraïne naar een politieke oplossing. Poetin is echter niet iemand die snel geneigd is om in te binden. Ik heb daarom een aantal vragen aan het kabinet. Worden er op dit moment nieuwe sancties in de steigers gezet? Hoe kijkt het kabinet aan tegen de effectiviteit van de sancties die al opgelegd zijn en in de toekomst opgelegd zullen worden? Is er met Frankrijk gesproken over de levering van de oorlogsschepen? Volgens mij is dat op dit moment een verkeerd signaal. Dat zou Frankrijk allereerst zelf moeten inzien. Is het zo dat er langzaamaan — zoals wij lezen — verdeeldheid ontstaat in de Europese Unie ten aanzien van de sancties? Als je Poetin namelijk op één manier een plezier kunt doen, is het wel door in Europa verdeeldheid over de sancties en het optreden tentoon te spreiden. Beginnen de Europese landen verdeeld te raken?
Wij zijn positief over de keuze voor de heer Tusk als nieuwe voorzitter van de Raad. Hij is, net zoals Nederland, hervormingsgezind en kritisch op de begroting en de EU-taken. De lat ligt wat ons betreft hoog, maar wij hebben — om in CDA-termen te spreken — "een positieve grondhouding".
Wij feliciteren minister Timmermans welgemeend met zijn voordracht voor de functie van Eurocommissaris. Minister Timmermans heeft in de Kamer vaak waardige woorden gesproken over Europa en over hetgeen Europa minder en meer zou moeten doen. Wij zullen hem daar de komende jaren aan gaan houden, misschien wel tot vervelens toe.
Ik heb nog één vraag aan het kabinet. Klopt het dat er wordt gesproken over een andere organisatie van de Commissie? Hoe krijgt dit vorm? Krijgen de vicevoorzitters inderdaad een andere positie in die Commissie?
Er is een extra top aangekondigd over werkgelegenheid. Voor veel Europese leiders betekent praten over werkgelegenheid ook praten over versoepeling van begrotingsregels. De heer Pechtold heeft er zojuist al over gesproken, en terecht. Begin juli hebben we dat ook besproken, naar aanleiding van de Europese Raad. Mijn vraag aan de premier is bijna een open deur. Is dit de zoveelste poging van Frankrijk en Italië om onder hervormingen of onder bezuinigingen uit te komen? Wat ons betreft staan de afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact.
De heer Pechtold (D66):
Ik haak even aan bij de vraag van de heer Verheijen, naar aanleiding van de voordracht van de heer Timmermans, naar hoe het zit met de structuur van de Commissie en de vicevoorzitterschappen. Ik dacht eventjes: mijn hemel, dit wordt toch niet een soort een-tweetje met de minister-president, omdat het antwoord dadelijk is dat zij heel belangrijk worden, dat wij vooral blij moeten zijn met het vicevoorzitterschap en dat de portefeuille er minder toe doet. Wij hebben van de minister-president gehoord dat het gaat om een belangrijke portefeuille, met een belangrijke rol, maar ik weet nog steeds niet wat Timmermans nu gaat doen. Ik vind het belangrijk om te weten wat Nederland gaat doen. Samen met de VVD heb ik in het afgelopen jaar ook gezegd dat er desnoods 28 Commissarissen mogen zijn, maar dat het er ook wel wat minder mogen zijn, als zij maar wat te doen hebben.
De heer Verheijen (VVD):
De heer Pechtold moet mijn vraag over de organisatie van de Commissie natuurlijk volstrekt los zien van mijn opmerking over de heer Timmermans. Zonder gekheid, we hebben in de afgelopen jaren vaak gezegd dat het wel veel is om 28 Commissarissen te hebben. Dat leidt tot heel veel extra profileringsdrang, maar ook nieuwe taken en nieuwe regelgeving. Kan dat niet anders en slimmer georganiseerd worden, zodat er ook meer resultaten bereikt worden en er betere coördinatie tussen die Commissarissen is? Ik ben benieuwd of de heer Juncker daar nu vorm aan gaat geven.
De heer Pechtold (D66):
Ik zal de minister-president hier dadelijk ook op bevragen, maar is de heer Verheijen het niet met mij eens dat het toch een beetje raar is dat we nu allemaal zeggen: goh, nou, Timmermans wordt Commissaris? Ik wil het feestje niet verpesten, maar stel dat ik in de Nederlandse verhoudingen minister zou worden, dan zeg je toch: waarvan, wat ga je doen? We weten allemaal dat dit nogal wat uitmaakt. Het is toch een beetje raar dat we als Nederlands parlement een verklaring te horen krijgen dat hij Commissaris wordt. Dat iemand dat zou worden, dat wisten we, maar de vraag is waarop. Ik hoop dat de heer Verheijen er in de toekomst met mij aan wil werken dat het zo werkt dat je uitgaat van een functie, met een bepaalde inhoud, en daar iemand bij zoekt. Nu lijkt het erop dat het iemand moest zijn en wat hij gaat doen, dat horen we dan nog wel.
De heer Verheijen (VVD):
Volgens mij hebben wij bij dit hele traject erop ingezet dat het ons gaat om de inhoud. Wat gaat de Commissie doen in de komende periode? Het gaat niet om de poppetjes. Heel formeel is het zo dat Nederland een Commissaris voordraagt. Juncker bekijkt uiteindelijk welke functies er in het geheel beschikbaar zijn, voor wie. Ik weet niet meer dan wat wij beiden in de krant en in andere media hebben gelezen. Wellicht zullen wij dadelijk horen of de premier er meer van weet. Voor mij is nu duidelijk wie het wordt. Het is aan de heer Juncker om die verdeling te maken. Voor ons is de strategie van de Commissie als geheel belangrijk. Daarbij zullen wij de Commissie de komende jaren volgen.
De heer Van Bommel (SP):
Mevrouw de voorzitter. Anders dan gewoonlijk praten we nu niet over Europees beleid, maar over Europese functies en Europese functionarissen. De kranten stonden er de afgelopen dagen ook bol van. Met Donald Tusk als voorzitter van de Europese Raad is er voor het eerst een leider die afkomstig is uit Oost-Europa. Wat betekent het voor het beleid, wanneer de Oost-Europese staten een prominentere rol binnen de Europese Unie krijgen?
Tusk heeft zich altijd in harde bewoordingen uitgesproken over de rol van Rusland in het Oekraïneconflict. Een belangrijke vraag is dan ook welke rol zijn benoeming speelt in de-escalatie van dat conflict. Dat kan namelijk naar twee kanten uitvallen. Graag hoor ik een oordeel van de minister-president over die benoeming in relatie tot de Oekraïnecrisis.
Vandaag heeft de minister-president het formeel bekendgemaakt, maar de afgelopen dagen was het al veel in de media: de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken wordt als kandidaat aangeboden aan de Europese Commissie. De afgelopen dagen leek er een voorwaarde aan toegevoegd, namelijk dat deze Eurocommissaris ook de positie moet krijgen van vicevoorzitter van de Europese Commissie. Ik heb de minister-president dat vandaag niet horen zeggen. Ik vraag hem om daar vandaag toch een enkel woord aan te wijden. Is die aanvullende eis er? Wat betekent dit voor de functie als zodanig? Er wordt namelijk ook gesproken over een andere vicevoorzitter dan de vicevoorzitters zoals we die nu kennen.
Dan kom ik op de inhoud. De Europese Raad krijgt het de komende tijd extra druk vanwege een speciale top over groei en werkloosheid, vooral onder de jeugd. De inzet van Frankrijk is alvast kraakhelder. Het zet in op aanvullende maatregelen van de ECB en een versoepeling van de begrotingsregels. Bij dat laatste sluit ook Italië zich aan. Dat klinkt de SP, het zal u niet verbazen, als muziek in de oren. Het lijkt echter alsof het kabinet op een ander spoor zit. Wat is de inzet van Nederland tijdens deze top?
Coen Teulings zei het zondag in Buitenhof mooi: het strenge fiscale beleid heeft niet geleid tot de gewenste hervormingen. Deelt het kabinet inmiddels zijn standpunt? Is het kabinet bereid te pleiten voor een ander fiscaal beleid dan we tot nu toe hebben gezien, namelijk soberheid en soberheid?
Er is op Europees niveau terecht veel aandacht voor Oekraïne. In de conclusies van de Europese Raad van afgelopen zaterdag is terecht opgenomen dat de eerste stap op weg naar vrede een staakt-het-vuren moet zijn tussen Oekraïne en de opstandelingen in het oosten. Tot op heden krijgt het militaire offensief van Oekraïne tegen de rebellen echter de steun van het Westen, inclusief Nederland. Dat is tegenstrijdig en bovendien levensgevaarlijk. Al ruim 2.600 mensen zijn omgekomen door de strijd in het oosten. Dat kan niet worden getolereerd. Mensenrechtenorganisaties wijzen op oorlogsmisdaden die worden begaan, door de rebellen maar ook door de Oekraïense autoriteiten. Beide kanten wordt ook verweten martelingen toe te passen. De SP twijfelt er ernstig aan of het in de gegeven omstandigheden wijs is om over te gaan tot nieuwe sancties. Er is besloten dat de Europese Unie deze sancties tegen Rusland nog deze week zal voorstellen. Mijn vrees is dat dit niet zal bijdragen aan de broodnodige de-escalatie, iets wat het kabinet ook altijd heeft gezegd te willen. Hiermee lijkt nog meer olie op het vuur te worden gegooid. Rusland wordt terecht aangesproken op zijn steun aan de opstandelingen, maar de vraag is of nieuwe sancties tegen Rusland bijdragen aan een oplossing. Dat lijkt niet het geval. We moeten ook constateren dat de sancties tot op heden niet het gewenste resultaat hebben gehad. De situatie lijkt alleen maar verder verslechterd.
De heer Verheijen (VVD):
Ik hoor dat de heer Van Bommel kritisch is over sancties. De VVD is ook altijd kritisch als het gaat over de effectiviteit van de sancties. Sluit de SP nieuwe sancties ook uit? Ik ben dan vooral benieuwd naar zijn alternatief om toch de-escalatie te bereiken en met name te bereiken dat Poetin begrijpt dat hij daar niet aan de gang kan blijven zoals hij nu aan de gang is.
De heer Van Bommel (SP):
Verregaande sancties kunnen de bereidheid van partijen om te komen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en een onderhandeling nog weleens verminderen. Ik vind dat daar de nadruk op gelegd moet worden. De sancties hebben tot op heden niet het gewenste resultaat gehad. Dan moet je je afvragen of je op dat pad door wilt gaan. Dat kon nog weleens een doodlopende weg blijken te zijn.
De heer Verheijen (VVD):
Dan blijft mijn vraag staan: welk alternatief kun je vanuit Europa, vanuit Nederland, daar dan bieden? Gaan wij met Poetin onderhandelen over Oekraïne? Gaan wij een alternatief bieden? Of laten wij het daar gewoon gebeuren en bieden wij geen enkel beleidsinstrument aan?
De heer Van Bommel (SP):
Het bestaande sanctiepakket is al buitengewoon indrukwekkend en wordt al gevoeld in Rusland. Behalve druk op Rusland zal er ook druk op Kiev moeten worden uitgeoefend. Want Kiev is op dit moment niet bereid om onderhandelingen te voeren. Kiev ruikt andere successen, bijvoorbeeld door de uitspraken die Rasmussen heeft gedaan over een snelle toetreding tot de NAVO. Als dat de agenda is van Kiev, hebben we grote problemen in Europa, bij de NAVO en ook in Oekraïne. We komen dan niet tot een oplossing. Zoals gezegd: de situatie is ondertussen ernstig verslechterd. Hoe kijkt de minister-president hiertegenaan? Is de premier het met mij eens dat er ook meer druk op Oekraïne moet worden uitgeoefend, zodat het land het militaire offensief staakt? Graag een reactie.
Ik kom op de ontwikkelingen in Irak en Syrië. De snelle opmars van de strijders van de Islamitische Staat heeft terecht veel alarmbellen doen rinkelen. Het is van groot belang dat IS wordt bestreden en het geweld tegen onder meer christelijke, Turkmeense en Koerdische minderheden stopt. De SP hecht er groot belang aan dat alle nodige humanitaire hulp wordt geboden aan de vele slachtoffers van de burgeroorlog in die landen. De laatste weken vinden er Amerikaanse luchtaanvallen tegen IS in Irak plaats. Ook worden er wapens geleverd aan onder meer de Koerdische regionale regering. Zolang deze militaire steun erop is gericht om genocide te voorkomen en humanitaire hulp mogelijk te maken, steunt de SP die van harte. Tegelijk bestaat ook het gevaar dat dit alles ertoe leidt dat het Westen opnieuw op grootschalige wijze betrokken raakt bij een oorlog in het Midden-Oosten. Het steeds luider wordende geluid om ook in Syrië militair te interveniëren, vergroot mijn zorgen hierover nog verder. Hoe wordt voorkomen dat hier sprake is van mission creep, waarbij uiteindelijk een ander doel wordt nagestreefd dan men zegt na te streven?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wat zouden de alternatieven zijn? Wilt u suggereren dat we moeten onderhandelen met ISIS en dat we moeten kijken of we tot een staakt-het-vuren kunnen komen? Wij hebben de beelden gezien van het onthoofden en zelfs het kruisigen van mensen. Ik zoek naar alternatieven om dat vreselijke gevaar in te dammen.
De heer Van Bommel (SP):
Onderhandelen met een terreurbeweging die het beleid voert dat door de heer Voordewind beschreven wordt, zie ik niet erg zitten. Dat probleem moet worden ingedamd. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de soevereine regering in Bagdad. Die heeft daar steun bij nodig en die krijgt die steun ook. Van groot belang is ook dat de regering in Bagdad tot eenheid komt. Daar ontbreekt het nog aan. Daar kan Europa denk ik een belangrijke rol spelen. En ik denk dat ook de Koerden op elke wijze gesteund moeten worden bij het voorkomen van het verder uitmoorden en isoleren van groepen. Dat gebeurt nu en we hebben vandaag in het vragenuur de minister van Defensie over dit onderwerp gehoord. Ik heb de indruk dat, met de internationale inspanningen die nu worden geleverd, dat probleem op militair gebied ingedamd kan worden. Ik maak mij wel grote zorgen over de humanitaire hulp. Zoals u vandaag zelf ook geconstateerd hebt, is op dat vlak echt meer nodig en ik zou wensen dat Nederland op dat vlak wat meer doet.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik reageerde op de woorden dat we moeten oppassen om wapens die kant op te sturen, omdat je wel zou moeten kunnen overzien wat ermee gebeurt. Ik begrijp nu dat u vindt dat je van twee kwaden het minst slechte moet kiezen. Natuurlijk moet je goed monitoren waar je wapens terechtkomen en hoe ze worden ingezet. U vindt dat de regering in Bagdad tegelijkertijd moet proberen de groepen bij elkaar te krijgen. Ik heb begrepen dat er een nationale eenheidsregering wordt gevormd. Ik zoek echter naar uw antwoord op het vraagteken dat u zette met betrekking tot de steun voor de Koerden.
De heer Van Bommel (SP):
Ik zal het toch nader toelichten. De omvang van het probleem "IS" in Irak op dit moment vind ik heel moeilijk in te schatten. Vandaar dat ik vroeg of wij voor het debat daarover nog een brief kunnen krijgen over de actuele situatie: over de veiligheid in Irak en bijvoorbeeld de sterkte van de Islamitische Staat. Voorkomen moet worden dat Nederland en Europa opnieuw een groot conflict in Irak worden ingezogen. Er zijn in deze Kamer ook wel pleidooien gehouden voor rechtstreekse militaire betrokkenheid bij dat conflict. Ik ben blij dat de Nederlandse regering daarin zeer weigerachtig is opgetreden. Tegelijkertijd wordt voor de leverantie van militair materieel niets uitgesloten. Dat vind ik ook een verstandige keuze.
Wellicht het grootste probleem in Irak is dat de door IS geleide soennitische opstand daar niet effectief tegen te gaan is, zolang deze minderheid in het land is uitgesloten en onderdrukt en uitgebuit blijft worden. Er leek even sprake van toenadering, maar gruwelijke sektarische bomaanslagen hebben deze in de kiem gesmoord. De vrees is dat, zolang deze politieke verdeeldheid het land parten speelt, militaire steun aan Irak slechts zal leiden tot verdere escalatie van het geweld. Is de minister-president dat met mij eens? Welke conclusies worden hieraan verbonden?
Ten slotte wil ik nog een paar woorden wijden aan Gaza. Mijn fractie is zeer verheugd dat het geweld is beëindigd en dat een bestand is overeengekomen. Net als bij eerdere bestanden is ook nu de afspraak dat Israël de blokkade van de Gazastrook zal verlichten. Ik benadruk graag het grote belang van deze verlichting. Die moet er daadwerkelijk komen, want de bevolking van Gaza kan de ellende niet langer verdragen. Israël is al eerder dezelfde verplichting aangegaan, maar is die steeds niet nagekomen. De belangrijke vraag is daarom wat Nederland en Europa gaan doen om eraan bij te dragen dat Israël deze keer wel zal overgaan tot het verlichten en totaal opheffen van de blokkade. Ik hoor graag de reactie van de minister-president hierop. De Europese Unie is de belangrijkste handelspartner van Israël en het associatieverdrag tussen Europa en Israël schept verplichtingen op het gebied van mensenrechten. Ik roep de minister-president op om dit verdrag dan ook te gebruiken.
De heer Beertema (PVV):
Voorzitter. Ook de PVV kijkt terug op een waardige herdenking, zowel op het vliegveld van Eindhoven als in de Kamer. Met collega Helder mocht ik bij de aankomst van een van de vluchten zijn en dat heeft buitengewoon veel indruk gemaakt. De onrustige zomer die we hebben gehad is nog niet voorbij. De komende maanden zullen de agenda's worden bepaald door de ontwikkelingen van de afgelopen zomer. Ik beperk me nu echter tot de benoemingen van een nieuwe president en een nieuwe buitenlandcoördinator in Brussel.
Een Poolse mijnheer die in Nederland door bijna niemand wordt gekend is de opvolger van de bijna net zo onbekende huidige president van de Europese Unie. Een vrijwel onbekende Italiaanse mevrouw volgt een Britse mevrouw op als EU-minister van Buitenlandse Zaken. Het probleem is dat de Poolse mijnheer geen Engels of Frans spreekt, maar in de Brusselse toren van Babel wordt het kennelijk niet als een probleem ervaren dat men elkaar niet verstaat. Het gaat om de Poolse premier Tusk. Zijn benoeming zal ongetwijfeld worden gepresenteerd als een feest van de democratie. Er zal worden gezegd dat beide personen fantastische kandidaten zijn.
Beide benoemingen zijn echter geen feest van de democratie. Ze zijn het resultaat van een mysterieus schimmenspel in de achterkamers van Brussel, een ragfijn spel voor gewichtig doende heren en een enkele dame die weten hoe ze versluierende politiek moeten bedrijven. Onze minister-president beheerst dat wheelen en dealen en hij en vele anderen in dit huis hebben daar nog bewondering voor ook. De vraag is alleen of onze minister-president wel zo goed was. Mijn eerste vraag aan hem is of hij kan reageren op de suggestie in De Financiële Telegraaf van vanmiddag dat het uiteindelijk zou gaan om een soort troostprijs voor het Nederlandse kabinet en voor minister Timmermans, omdat hij niet zou hebben opgelet toen mevrouw Merkel allang met het traject bezig was en alle belangrijke posten al waren vergeven aan de Oost- en Zuid-Europese politici. Ik krijg hierop graag een reactie van de minister-president.
De heer Tusk gaf ooit leiding aan Friends of Cohesion, een belangenclub van vijftien gelijkgestemde landen, allemaal netto-ontvangers die veel meer geld van de EU ontvangen dan eraan bijdragen, zoals Bulgarije en Hongarije. Al die landen hebben maar een missie verdedigd tijdens afgelopen onderhandelingen over de meerjarenbegroting: meer geld voor Europese subsidies; meer Nederlands geld en meer geld van de andere nettobetalers in Noord-Europa naar Zuid- en Oost-Europa. De heer Tusk is daarmee een soort tsaar van de herverdeling geworden. Hij heeft de transfer van welvaart van het spaarzame, hardwerkende Noord-Europa naar Zuid- en Oost-Europa knap geregisseerd. Deze herverdelingstsaar, zoals ik hem maar even noem, zei in zijn toespraak voorafgaand aan het Pools voorzitterschap in 2011 dat de noordelijke lidstaten zich niet op de borst moesten kloppen maar solidariteit beter moesten leren begrijpen. Hij benadrukte dat hij voor Europese integratie is. Meer Europa in Europa, zo zei hij. Mijnheer Tusk lijkt weliswaar geen geharnaste eurofiel zoals de heer Juncker, maar ik moet zeggen dat hij met dit soort uitspraken toch wel enigszins door de mand valt.
Wat heeft mijnheer Tusk wel voor elkaar gekregen? Voor zijn eigen land, Polen, is dat heel wat. De afgelopen zeven jaar was Polen de grootste netto-ontvanger. In 2012 kreeg Polen 12 miljard euro netto van de Europese Unie. Onder anderen de Nederlandse belastingbetaler betaalde dat. Kan de minister-president vanuit dat perspectief nog eens toelichten waarom de heer Tusk nu zo'n prachtkandidaat is?
Op grond waarvan is mevrouw Mogherini, de nieuwe buitenlandchef van de Europese Unie, eigenlijk geschikt? Zij gaat de komende vijf jaar over het Europese buitenlandbeleid. Dat wordt nogal wat gevonden in eurofiele kringen. Ik heb een paar vragen over deze mevrouw aan de minister-president.
De voorzitter:
Voordat u die stelt, heeft de heer Pechtold een vraag aan u.
De heer Pechtold (D66):
We krijgen de gebruikelijke riedel uit de hoek van de PVV als het gaat om wat er allemaal niet deugt in Europa …
De heer Beertema (PVV):
Dat is geen riedel! Dat is …
De voorzitter:
Mijnheer Pechtold stelt een vraag, mijnheer Beertema.
De heer Beertema (PVV):
Ja, maar ik wil even afstand nemen van …
De voorzitter:
U mag zo meteen afstand nemen van de dingen die gezegd worden. Nu mag de heer Pechtold.
De heer Pechtold (D66):
Het valt me altijd zo op dat men zich gelijk in de wiek geschoten voelt …
De voorzitter:
Stelt u uw vraag; gaat uw gang!
De heer Pechtold (D66):
Het valt me vooral op omdat het dit keer toch ook gaat om het goed uitgeven van geld, om wat er in Europa allemaal omgaat en hoe dat wordt verdeeld. Wat mij deze zomer opviel — het was heel stilletjes maar toch heel duidelijk — is dat de vier nieuwgekozen Europarlementariërs van de PVV, waar ze in de vorige periode nog heel duidelijk waren dat ze geen extra vergoedingen wilden en dat geld van Europa helemaal niet nodig hadden, nu voor de volle mep gaan en zich volledig door Europa laten betalen voor ondersteuning, kortom dat ze eigenlijk voor de maximale pot gaan. Ik zie bij de PVV dus een beweging van eerst afstand nemen maar het opeens geen probleem meer vinden als het gaat om het halen van geld uit Europa, zeker als het gaat om persoonlijke ondersteuning van PVV'ers.
De heer Beertema (PVV):
De minister-president is het helemaal eens met zijn collega Pechtold. Ik wil eerst iets zeggen over die riedel. Ik vind het enigszins denigrerend om ons PVV-verhaal, dat ik hier houd met een groot mandaat van allerlei keurige, beschaafde kiezers in het land, door de heer Pechtold afgedaan te horen worden als een riedel. Het is een consistent PVV-verhaal. Ik blijf dat inderdaad herhalen, net zoals hij zijn kosmopolitische verhaal alsmaar blijft herhalen. Dat is zijn goed recht. Dat verwacht zijn kiezer van hem en mijn kiezer verwacht dat van ons.
De voorzitter:
En nu de vraag.
De heer Beertema (PVV):
Ik hoor de heer Pechtold zeggen dat onze nieuwe fractie voor de maximale pot geld gaat. Ik begrijp niet waarop hij dat baseert. Het enige wat ik weet is dat de nieuwe fractie met een eigen mandaat, zoals de D66-fractie dat ook heeft, besloten heeft om een andere methode te gebruiken. Het gaat dat geld uitgeven, bekijken wat het nodig heeft voor kantoorkosten en achteraf bekijken wat er over is. Dat kan per lid verschillen. Dat is de methodiek waar de fractie voor kiest. Intussen wil ik aan de heer Pechtold meegeven — en ook aan de minister-president, die het zo enthousiast met de heer Pechtold eens was — dat wij de belastingbetaler in de periode tussen 2009 en 2014 ...
Minister Rutte:
Hij had wel een punt.
De heer Beertema (PVV):
Ja, hij had een punt, maar mijn punt is dat wij in die vijf jaar de belastingbetaler €1.029.336 bespaard hebben. Heeft zijn Sophie in 't Veld dat ook bespaard voor de belastingbetaler? Ik kan me dat niet herinneren. Als dat zo is, hoor ik het graag. Dat is de situatie zoals hij is. Wij hebben de belastingbetaler ruim een miljoen euro bespaard, omdat we toen €400, in plaats van €4.000, meer dan genoeg vonden. Ik daag elke andere partij hier uit om te zeggen dat zij hetzelfde gedaan heeft. Dan heb je een punt. Niet als je iets zegt over de nieuwe fractie, die dat achteraf wil gaan verrekenen.
De heer Pechtold (D66):
In de eerste plaats mijn oprechte excuses als het woord "riedel" als een persoonlijke belediging door de heer Beertema wordt opgevat. Ik ben ongelooflijk blij dat de PVV in het eerste debat na het zomerreces het taalgebruik in deze zaal tot een speerpunt maakt. Als de lat bij het woord "riedel" ligt, zie ik zeer uit naar de bijdragen van de fractievoorzitter van de PVV bij de algemene politieke beschouwingen. Ik hoop dat de heer Beertema dit overbrengt aan de heer Wilders. Nogmaals mijn excuses.
Ten aanzien van de inhoud het volgende. Ja, inderdaad, als je elke keer Europa te schande maakt en zegt wat je allemaal niet vraagt van Europa, dan heb je iets te verdedigen. In zijn voorbereiding heeft de heer Beertema dat bedrag van die 1,29 miljoen opgezocht tot op de eurocent nauwkeurig. Hij zag deze vraag al aankomen. Als hij dat zo weet te verdedigen, heb je kennelijk iets te verdedigen. Dan heb je aangetoond dat in de afgelopen jaren die andere Europarlementariërs inderdaad goed werk deden voor dat geld, omdat de PVV het nu zelf kennelijk ook nodig heeft. Ik zal de heer Beertema er verder niet mee lastigvallen, maar stel dat de PVV in de toekomst dit soort draaien maakt. Kom dan nu niet met het verwijt van graaien en grijpen en weet ik het allemaal niet, als je het de komende vijf jaar met gelukkig één PVV'er minder zelf ook gaat doen.
De heer Beertema (PVV):
Ik vind het een merkwaardige redenering. Maar goed, we zullen die redenering nemen voor wat zij waard is. De PVV-fractie heeft de afgelopen vijf jaar ruim een miljoen bespaard voor de belastingbetaler. De D66-leden hebben het echter allemaal opgemaakt aan paperclips en balpennen en wat al niet meer.
Voorzitter. Ik heb nog een paar vragen aan de minister-president. Klopt het dat mevrouw Mogherini acht jaar lid was van de jeugdbeweging van de PCI, de grootste communistische partij buiten de Sovjet-Unie, die op stalinistische wijze was georganiseerd? Was er sprake van een jeugdzonde? Heeft zij spijt betuigd? Voormalig VVD-fractievoorzitter Bolkestein heeft ooit aan ex-communisten de suggestie gedaan om spijt te betuigen. Heeft mevrouw Mogherini die suggestie ter harte genomen in Italië? Heeft zij er spijt van dat zij communiste was in een tijd dat het communisme al jaren moreel failliet was? Graag krijg ik hierop een antwoord van de minister-president.
Mevrouw Mogherini is nog maar heel kort actief in het Italiaanse bestuur. Zij heeft in haar leven geen dag echt werk gedaan, lees ik hier en daar. Ze is altijd een echte partijtijger geweest, die op het juiste moment het communisme afschudde. Net als haar partij tooide zij zich in een mooi democratisch verenpak. Daarmee kon zij door met haar carrière als beroepspolitica. Wat maakt haar nu precies tot de ideale kandidaat?
Welke voorzitter of Commissaris, van PvdA-huize of welke andere huize, dan ook, wij hechten als misschien wel de laatste partij in dit parlement aan de autonomie die wij als trotse natiestaat hebben. In tegenstelling tot alle eurofiele partijen hier zijn wij er als PVV trots op dat Nederland sinds de Unie van Utrecht in 1579 een natiestaat is geweest die zijn vrijheid vele malen heeft bevochten. Sindsdien hebben wij dit prachtige land opgebouwd tot de welvarende natie die wij zijn. We willen geen lid zijn van een unie die onze welvaart afroomt om Zuid- en Oost-Europa te subsidiëren, ook niet onder de bezielende leiding van de heer Tusk. Wij willen onszelf regeren. Dat hebben we al die eeuwen uitstekend gedaan. Wij willen verantwoording afleggen aan onze eigen Nederlandse kiezers, aan onze belastingbetalers en niet aan ongekozen technocraten in Brussel die niemand kent. We zullen met onverminderde kracht doorgaan op onze weg om onze autonomie te behouden en terug te veroveren. In dat licht zou het hypocriet zijn om de zojuist benoemde technocraten te feliciteren. Dat doen wij dus ook niet.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voor de zomer was het de leider van de PVV, de heer Wilders, die in een debat hier in de Kamer in mijn richting te kennen gaf dat het vooral de Europese Unie was die debet was aan de escalatie in de Oekraïne. De situatie daar was vooral ontstaan door Brussel. Ik vraag de heer Beertema of zijn fractie deze zomer misschien is bijgedraaid, of zij eindelijk ziet wat de inbreng van Rusland in het conflict is, en of zij dat wil veroordelen?
De heer Beertema (PVV):
Ik ga daar geen uitspraken over doen. Er volgen de komende tijd heel veel debatten over buitenlandse Zaken. Mijn collega, Raymond de Roon, zal daar het woord over voeren. Mijn fractievoorzitter zal er ook het woord over voeren. Ik kan mijnheer Klaver wel één ding meegeven. Wij waren bepaald niet blij met de heren Verhofstadt en Van Baalen toen zij op het Maidanplein waren. Zij waren daar — hoe zal ik het noemen — aan het "hitsen". Ze hadden daar wat ons betreft niets te zoeken. De EU is ons groot genoeg, veel te groot eigenlijk. De Oekraïne willen wij er zeker niet bij, net zo min als Turkije. Wij willen onze eigen boontjes doppen. Wij hebben daar voorlopig niets te zoeken. Dat kan ik de heer Klaver alvast meegeven.
De heer Klaver (GroenLinks):
Wat de heer Beertema nu zegt, zou ik nooit een riedel willen noemen. Deze langspeelplaat begint echter wel een beetje te vervelen. Ik vind het ook heel opvallend dat de heer Beertema op mijn vraag of hij de inbreng van Rusland in het conflict in de Oost-Oekraïne wil veroordelen, antwoordt dat hij dat nu niet doet omdat er nog genoeg debatten aankomen. Is datgene wat er deze zomer is gebeurd en zijn de rol die de separatisten en Rusland hebben gespeeld geen aanleiding voor de PVV-fractie om iets gas terug te nemen als het gaat om de wijze waarop de PVV Europa bejegent en ook vol te kiezen voor een veroordeling, kijkend naar de inmenging door Rusland in de Oekraïne en de verschrikkelijke gevolgen dit ook voor Nederland heeft gehad?
De heer Beertema (PVV):
De heer Klaver kan nog zo hard op dat bankje timmeren, ik ga er niets anders over zeggen dan ik heb gedaan. Ik breng hem nog wel in herinnering — ik ben dat helemaal eens met de heer Van Bommel — dat alle sancties geen enkele uitwerking zullen hebben, behalve dat die onze tuinders, onze middenstand, onze ondernemers ontzettend veel schade zullen opleveren. De heer Poetin zal er geen nacht van wakker liggen. Wij houden ons heel erg bezig met het mkb, met de ondernemers in Nederland. Zij willen hun spullen exporteren. Dat is voor ons belangrijk. Tot nu toe hebben de sancties helemaal niets te weeg gebracht. Hoe graag de heer Klaver dat ook wil, ik ben bang dat het zo zal blijven.
De heer Omtzigt (CDA):
De heer Beertema doet net of het debat zal gaan over de toetreding van de Oekraïne tot de EU, maar dat is niet aan de orde. Aan de orde is — dat was de conclusie van de Europese Raad — dat Rusland massaal met troepen, tanks, pantservoertuigen en aanvalswapens aanwezig is op het soevereine grondgebied van de Oekraïne. Durft de PVV daar afstand van te nemen, dat te veroordelen en uit te spreken dat, wat anderen ook doen, we in Europa niet met geweld een ander land binnenvallen? Is de heer Beertema bereid om het feit dat Rusland daar is binnengevallen, te veroordelen? Ik zeg niet dat de andere partij alles goed heeft gedaan, maar mag dat of mag dat niet wat de PVV betreft?
De heer Beertema (PVV):
Nog een keer: ik ga geen veroordeling uitspreken. Dat gaat mijn partijleider doen. Dat gaat de heer De Roon doen, die woordvoerder Buitenlandse Zaken en Defensie is. Wij hebben een andere oorlog te voeren, en wel de oorlog tegen de islam. Het lijkt erop dat het conflict in de Oekraïne dat enigszins overschaduwt, terwijl die oorlog tegen de islam, tegen alles wat er in de Islamitische Staat gebeurt, een veel groter gevaar is, direct hier, buiten de deur. Dat baart ons veel grotere zorgen op dit moment dan het conflict in Oekraïne, wat een verschrikkelijk conflict is en waarvan wij hopen dat het snel in der minne wordt geschikt, maar het is voorlopig niet ons conflict. Ons conflict is het conflict met de islam, het conflict met ISIS, met de Islamitische Staat, hier buiten de deur en in het Midden-Oosten.
De heer Omtzigt (CDA):
Conflicten kies je niet als land! Geen van beide conflicten is gezocht door deze regering of door wie dan ook in de Kamer. Er is een groot probleem in de Oekraïne. Een Europees land, Rusland, is met een grote groep soldaten met zwaar materieel binnengetrokken in een ander Europees land. Daarmee schendt Rusland ten minste tien verdragen en houdt het zich aan geen enkele internationale afspraak. Als de PVV dit standpunt inneemt, zegt zij feitelijk: we gaan nog wel even kijken, dat is akkoord. Dat is appeasement politiek van de bovenste plank en daarmee rent de PVV weg voor elke internationale verantwoordelijkheid.
De heer Beertema (PVV):
Ik heb geen enkele positie ingenomen. De heer Omtzigt heeft niet goed geluisterd. Wij hebben geen positie ingenomen. Dat gaat nog gebeuren. Onze positie is wel dat wij ons als enige partij hier heel grote zorgen maken over de toenemende invloed van de islam en de Islamitische Staat hier in Den Haag, in Rotterdam, in Delft, in Zoetermeer. Dat is onze grote zorg op dit moment en dat willen we blijven benadrukken. Dat is wat hier op de drempel ligt. Dat is onze grote zorg en daar houden wij ons mee bezig. Verder verwijs ik u naar de heer De Roon, die u ongetwijfeld goed kent, en naar de heer Wilders.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Ik begrijp iets niet. Ik heb die MH17-debatten gedaan. Daar was ook de zeer gewaardeerde collega De Roon bij en die heeft letterlijk gezegd dat hij de sancties tegen Rusland een goede zaak vindt. Nu hoor ik de heer Beertema zeggen: dat slaat allemaal nergens op of dat richt niets uit.
De heer Beertema (PVV):
Nee, nee, nee, dat heb ik niet gezegd. "Het slaat nergens op" heb ik niet gezegd.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Het werkt niet! En nu vraag ik aan de heer Beertema: hebben wij met twee PVV-fracties te maken in de Tweede Kamer?
De heer Beertema (PVV):
Nee, hoor. De tweede en de derde PVV-fractie staat aan de interruptiemicrofoon, in de persoon van de heer Bontes. Dat lijkt mij duidelijk. Ik ben nog gewoon bij de enige echte fractie, laat ik het zo maar zeggen. U hebt mij niet horen zeggen dat wij tegen de sancties zijn, mijnheer Bontes. U hebt mij horen zeggen dat de sancties, net als de heer Van Bommel zei, tot nu toe geen effect hebben gehad. Dat heb ik gezegd. Als u vindt dat ze wel effect hebben gehad, dan hebt u een andere glazen bol dan ik.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Zo werd het echt niet gebracht. Er is niet gezegd: ik moet het effect nog even zien, tot nu toe hebben ze geen effect. Mijn interpretatie van hoe de heer Beertema het bracht is: deze sancties leiden tot niets, stoppen ermee. Nu gaat hij draaien en zegt hij: we moeten het nog zien. Dat klopt niet.
De heer Beertema (PVV):
Ik heb ook niet gezegd: stoppen ermee. Ik heb gezegd dat ik daar geen positie over inneem. Ik heb verwezen naar de heer De Roon en naar Wilders. Ik heb alleen gezegd dat de sancties tot nu toe niet het gewenste effect hebben gehad. Iedereen die zegt dat ze wel effect hebben gehad, heeft een andere kijk op de werkelijkheid dan ik.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik kan het bijna niet geloven, maar de heer Beertema zei zojuist: de strijd tegen IS en de strijd tegen jihadisme, de strijd tegen de islam is van groter belang en een groter gevaar voor onze samenleving en de veiligheid van onze burgers dan het conflict in Oekraïne. Klopt het dat de heer Beertema dat zojuist zei?
De heer Beertema (PVV):
De gevaren van de islam zijn al heel lang hier in deze samenleving aanwezig. Ze worden alsmaar manifester met het optreden van de Islamitische Staat. Dat is op dit moment voor uw en mijn veiligheid een veel groter gevaar dan de Russische separatisten in Oost-Oekraïne, ja.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik merk dat er bij mij woede opkomt. U zou zich moeten schamen, mijnheer Beertema. U zou zich moeten schamen! Het is het conflict in Oekraïne dat ervoor heeft gezorgd dat er een vliegtuig is neergehaald, waarbij 300 burgers zijn omgekomen. 300 burgers! Ik wil de strijd tegen IS op geen enkele wijze bagatelliseren, maar het conflict in Oost-Oekraïne heeft Nederland harder geraakt dan welk ander conflict in de wereld ooit tevoren. Het zou u sieren, mijnheer Beertema, u, die altijd opkomt voor Nederland, voor de Nederlandse burger en het Nederlandse belang, om dat te erkennen. Dit conflict is niet alleen een gevaar voor de toekomst. Het heeft ons al harder geraakt dan ooit.
De heer Beertema (PVV):
Ik hoor geen vraag. De heer Klaver heeft helemaal gelijk dat Nederland ongelofelijk zwaar getroffen is door de ramp van de MH17. Ongelofelijk zwaar. Aan de andere kant is het wel zo dat met behulp van GroenLinks tientallen jaren lang onze grenzen wijd open hebben gestaan voor de islam, voor het islamiseren van hele wijken en van universiteiten. Dat schept een klimaat in Nederland waarin de islamitische staat kan gedijen. We horen het antisemitisme, "dood aan de Joden", door de straten van Den Haag schallen. Als dat geen probleem is, weet ik het niet meer. Wij vinden dat een enorm probleem. Wij ervaren dat voor onze burgers als een directe aantasting van hun veiligheid. Dat is waar wij van wakker liggen op dit moment. Zo is het, of de heer Klaver het nou leuk vindt of niet.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Ik moet helaas de vergadering verlaten na de eerste termijn. Maar mijn medewerkers zullen met zeer veel belangstelling luisteren naar de antwoorden van de minister-president.
"De Europese Unie verkeert in een periode waarin er belangrijke uitdagingen liggen, zowel op het gebied van de economie als op het gebied van buitenlandse politiek en veiligheid. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat de heer Tusk en mevrouw Mogherini op adequate wijze een bijdrage zullen leveren om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden." Aldus het verslag van de Europese Raad, dat helaas blijft steken in wollige vaststellingen zonder een begin van een heldere positiebepaling. In een wereld die in brand staat, is het noodzakelijk om keuzes te maken op het gebied van lotsverbondenheid. Wie zijn onze bondgenoten? Wie sturen we naar Brussel om onze belangen te behartigen?
Bert Wagendorp had vanochtend in de Volkskrant een heldere typering van de benoemingsprocedure. "(…) aan de personele eisen van Oost-Europeanen, Zuid-Europeanen, Duitsland, Spanje, Polen, liberalen, christendemocraten, anti-Russen, oud-communisten en diverse andere machtsblokken en lobbygroepen is voldaan en Juncker alleen nog een sociaaldemocraat uit het noorden nodig had om de volmaakte balans en afspiegeling van het al te bereiken. Voilà F. Timmermans, Limburger, Europeaan, koempel in het diepst van zijn ziel, Roda JC-aanhanger en talenwonder. Je moet er niet aan denken dat het bestuur van je voetbalclub op dezelfde manier wordt samengesteld als de Europese Commissie, want dan is de mars vaam de afgrond ingezet. Een bedrijf dat de Brusselse methode zou hanteren, is ten dode opgeschreven". Aldus Wagendorp.
Samen met andere EU-lidstaten bepalen wij vervolgens onze positie in een wereld die in brand staat, volgens het kennelijke principe "de vijand van onze vijand is onze vriend". Zowel Qatar als Saudi-Arabië is bondgenoot van de VS en de EU, maar we weten inmiddels ook dat Qatar en Saudi-Arabië kapitaalkrachtige bondgenoten huisvesten van de Islamitische Staat. De vraag is hoe we met zulke gecompliceerde verhoudingen wensen om te gaan. Wat heeft het ingrijpen in Irak en Afghanistan, verkocht onder het mom van stabiliteit, bijgedragen aan de vrede in de wereld? De wapens die naar Irak, Afghanistan en Libië zijn gegaan, zijn inmiddels in handen van strijdende partijen die onmogelijk als bondgenoten geduid kunnen worden. De Koerdische PKK staat nog steeds op de lijst van terroristische organisaties, maar we lopen ons tegelijk warm om de Koerden te gaan bewapenen. Hoe is dat te rijmen?
Ten aanzien van Oekraïne blijft de Europese Raad eveneens ver achter de feiten aanlopen. De NRC kopt vandaag dat Oekraïne en Rusland in oorlog zijn en de NAVO bereid een snelle interventie voor. Als de twee landen in oorlog zijn, wat gaan wij dan doen om een objectief beeld te krijgen van wat onze positie ten opzichte van beide strijdende partijen zou moeten zijn? Het kabinet zou een duidelijker beeld moeten geven over de manier waarop onze rol met betrekking tot beide strijdende landen eruit komt te zien en op welke wijze onze handelspolitiek zou kunnen bijdragen aan het beëindigen van het conflict. Wordt ons buitenlandbeleid niet te zeer gekenmerkt door dat van een koopman die vooral zijn koopwaar en handelsmissies wil beschermen en die de lotsverbondenheid vooral daarvan laat afhangen?
Vrede en veiligheid zijn niet gebaat bij opportunisme, maar kunnen alleen bewerkstelligd worden wanneer het streven naar vrede en veiligheid het uitgangspunt vormt van onze buitenlandpolitiek en onze handelspolitiek. Daaraan ontbreekt het in hoge mate. Het spel gaat vooral om de macht en de knikkers. De slachtoffers lijken de legitimatie te vormen voor ingrepen die passen bij onze geopolitieke en financiële belangen. Mijn fractie mist een visie van het kabinet over de wijze waarop Nederland een rol denkt te kunnen spelen in het beheersen van brandhaarden, brandhaarden die onbeheersbaar lijken te worden bij gebrek aan overeenstemming in de internationale gemeenschap. Nederland investeert gretig in de bouw van megastallen met honderden miljoenen dieren in Wit-Rusland en Oekraïne, als exponent van onze kortzichtige handelspolitiek. Ook daarom ben ik voorts van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Het waren dramatische zomermaanden met het neerstorten van de MH17 en het verlies van vele Nederlanders, maar ook mensenlevens uit Australië en andere landen. Het leven van vele landgenoten zal nooit meer hetzelfde zijn. Er zijn gaten geslagen in vele families en gemeenschappen in Nederland; een onvoorstelbaar leed. Het is dan ook goed dat de Kamer hierbij vanmiddag heeft stilgestaan. De ChristenUnie wil nogmaals haar waardering uitspreken voor de enorme inzet van het kabinet, en ook voor de inzet van het onderzoeksteam om de lichamen terug naar Nederland te krijgen. Het is ook goed dat wij nog een nationale herdenking krijgen om hierbij collectief stil te staan, zoals wij dat eerder al deden tijdens de dag van nationale rouw.
Zelfs na de ramp ging de oorlog in Oekraïne door. Dat gold ook voor de Gaza-oorlog, de doorlopende oorlog in Syrië en de opmars van ISIS in Irak. Ik noem ook de humanitaire ramp die volgde toen de yezidi's, christenen en andere minderheden moesten vluchten. Ik heb het vanmiddag ook genoemd: twee weken geleden was in Irak. Ik heb daar met vluchtelingen gesproken. Je kon de doodsangst in hun ogen zien. Zij waren gevlucht voor een demonische macht van ISIS, met alle rampen van dien: een vrouw die haar gehandicapte man achter moest laten, en zo gingen de verhalen maar door. De Europese Raad heeft erkend dat er sprake is van een humanitaire crisis in Irak en veroordeelt het geweld van ISIS, het moorden en verdrijven van met name religieuze en etnische minderheden. Wat wordt de komende weken de inzet binnen Europa en binnen Nederland als het gaat om de vreselijke dreiging die nu in het Midden-Oosten waant?
Wij hebben hierover vanmiddag ook in het mondelinge vragenuurtje gesproken. Ik vraag de minister-president om de coördinatie op zich te nemen om zo mogelijk in ieder geval met Duitsland te bekijken wat Europa nog verder zou kunnen doen om de minderheden in Noord-Irak te beschermen. Dat gaat ook over fysieke bescherming. Mensen hebben mij gezegd: wij durven niet meer terug, want als wij dat doen, zullen wij onze Arabische buren uit onze buurtdorpen en zelfs uit onze eigen dorpen weer onder ogen moeten zien, terwijl het deze Arabische buren waren die de letter N op onze huizen hebben geschilderd, zodat de jihadisten precies wisten waar de christenen en yezidi's zaten. Wat gaat Nederland daarin betekenen? Vanmiddag hoorden we van de minister van Defensie dat daarvoor transportmogelijkheden worden vrijgespeeld. Ik ben daar blij mee, maar de Koerden hebben meer nodig dan alleen transportmiddelen, helmen en vesten. Ik hoor graag van de minister-president welke mogelijkheden hij ziet voor een Nederlandse inzet. Datzelfde geldt voor de humanitaire hulp. De Europese Raad heeft daarover gesproken, maar verder geen actieplan gemaakt of een coördinerende campagne ingezet rond de vraag hoe nu om te gaan met de vluchtelingen. Graag hoor ik hoe de minister-president dat ziet, ook voor de komende week en weken.
Ik kom dan op Oekraïne. Voor de Europese top wilde dit kabinet nog niet spreken van een Russische invasie of het meevechten van de Russische troepen met de separatisten. De Europese top heeft daar verandering in gebracht. Er wordt heel duidelijk gezegd dat er nu troepen en materieel van Rusland actief zijn in Oost-Oekraïne. Erkent de minister-president dat er op dit moment sprake is van een duidelijke Russische aanwezigheid in Oost-Oekraïne? Ondertussen leveren de gesprekken in Minsk tussen Oekraïne en Rusland weinig op, behalve dat Poetin nog eens heeft aangegeven binnen twee weken Kiev te kunnen veroveren als hij dat zou willen. Aan het kabinet vraag ik waar de rode lijn nu ligt. Uit eerdere debatten kan ik me herinneren dat we hebben gezegd dat er een rode lijn zou worden overgegaan op het moment dat de Krim zou worden aangevallen en ingenomen. Dat hebben we meegemaakt. Nu hebben we gezien — in het verslag van de Europese top wordt dat ook genoemd — dat de Russen daadwerkelijk in Oost-Oekraïne aanwezig zijn. Wanneer gaan we nu echt tot actie over wat Europa betreft? We lezen over een very high readiness joined task force. Gaat Nederland daaraan deelnemen en leveren? Is dat dan het militaire signaal dat we op dit moment aan Moskou afgeven? Graag hoor ik van dit kabinet of we inderdaad aan deze snellereactiemacht gaan deelnemen.
In hetzelfde kader waren er opmerkingen van de president van Oekraïne, en ook van secretaris-generaal Rasmussen, over het snel van de NAVO lid laten worden van Oekraïne. Wat vindt de minister-president van die uitspraak? Is dat een optie? Misschien is het dat niet nu, maar ziet het kabinet die mogelijkheid dan in de toekomst? Of ziet het kabinet dit als oorlogstaal vanuit de NAVO? Wordt er in dat geval ook overleg gevoerd over de signalen van de Europese Unie en dat van de NAVO? Het kan toch niet zo zijn dat er tegenstrijdige berichten worden gegeven, zowel door de NAVO als door de EU? Graag ontvang ik daarop een reactie van de minister-president.
Ten slotte, voorzitter, hoor ik graag duidelijkheid over de kandidatuur van de — nu nog — minister van Buitenlandse Zaken. Voor welke Commissiepost is hij gekandideerd? Kan de minister-president daarover wat zeggen? Is dat een post waaraan het vicevoorzitterschap van de Commissie gekoppeld is?
Mevrouw Maij (PvdA):
Voorzitter. In de wereldoorlogen in de eerste helft van de vorige eeuw was duidelijk wie de voor- en tegenstander waren en welke landen allianties vormden. Zelf groeide ik op in de Koude Oorlog en toen was ook duidelijk waar gevaren vandaan kwamen. Anno 2000 voorzagen wij dat die tegenstellingen weg zouden zijn. Nu leven wij echter in een wereld die veel minder duidelijk en veel minder overzichtelijk is. Het conflict tussen Oekraïne en Rusland, de oorlog in Gaza, een zelfbenoemd islamitisch kalifaat in delen van Syrië en Irak, maar ook ebola; het zijn allemaal bedreigingen die complex zijn, de regio's waar ze plaatshebben ontwrichten, veel mensenlevens kosten en mensen opjagen. Deze conflicten komen ook naar ons toe. Ik noem de instabiliteit in onze wijken, de sancties richting Rusland die ook onze bedrijven en ons treffen, de ziekte ebola die ongezien per vliegtuig naar Schiphol kan komen, een vliegtuig dat vanaf Schiphol vertrekt en geliefden niet meer thuisbrengt, en vele mensen die Europa proberen te bereiken.
Om het respect voor menselijke waarden en menselijke integriteit weer voorop te stellen, om stabiliteit en perspectief te bereiken, en om de rechtsstaat en de territoriale integriteit te waarborgen voor mensen in Nederland en Europa en in de instabiele, door oorlog verscheurde landen om ons heen, zullen we als Europa de handen ineen moeten slaan: aan de slag. Daarom vindt de PvdA het goed dat de discussie over de poppetjes in Brussel de komende week tot een einde komt. De commissie moet aan de slag gaan. Felicitaties gaan uiteraard naar de heer Timmermans. Ik hoor graag meer van de zijde van de regering over de inhoud van zijn functie, over de beoogde portefeuille. Ik zeg echter vooral: aan de slag.
De PvdA maakt zich grote zorgen over de inmiddels 1 miljoen ontheemden en vluchtelingen uit Oekraïne. Volgens de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen is dat aantal in de afgelopen drie weken verdubbeld, onder meer vanwege de strijd in en rondom Donetsk en Lugansk.
De PvdA maakt zich grote zorgen over de inmiddels 1 miljoen ontheemden en vluchtelingen uit Oekraïne. Volgens de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen is dat aantal in de afgelopen drie weken verdubbeld, onder meer vanwege de strijd in en rondom Donetsk en Loehansk. De PvdA maakt zich net als collega's hier grote zorgen over de prangende berichten over de aanwezigheid van Russische militairen in het oosten van Oekraïne. Terecht is tijdens de Europese Raad besloten om aanvullende sancties voor te bereiden. Als ik het goed heb begrepen, wordt er aanstaande vrijdag al over gesproken. Dat heeft de steun van de PvdA. De druk zal verder moeten worden opgevoerd, opdat er uiteindelijk wordt gekozen voor een koerswijziging, ook in Rusland, die gericht is op een politieke oplossing. Daarom vragen wij de regering wat precies die sancties gaan behelzen. Is daarover gesproken? Welke sectoren zullen deze sancties treffen? Klopt het dat ook wordt gedacht aan financiën en energie? Betekent het ook — andere collega's spraken er al over — dat het wapenexportverbod met retroactieve werking nog altijd niet op tafel ligt? Wordt er bij de sancties in de energiesector ook gedacht aan uitbreiding van olie naar gas?
Terecht heeft de Europese Raad ook aandacht gevraagd voor de dramatische humanitaire situatie in de Gazastrook en opgeroepen tot onmiddellijke en ongehinderde humanitaire toegang. Afgelopen dinsdag werd een nieuwe wapenstilstand gesloten tussen Israël en de Palestijnen. Dat lijkt goed nieuws na een conflict dat deze zomer aan al meer dan 2.000 mensen het leven kostte, maar het is onbegrijpelijk dat Israël afgelopen zondag heeft aangekondigd opnieuw nederzettingen te willen bouwen op de Westelijke Jordaanoever. De VS reageerden helder op het besluit door het af te keuren en ook aan te geven, van mening te zijn dat het een averechts effect kan hebben op de vredesonderhandelingen. De PvdA deelt die mening. Wat is het standpunt hierover dat in de Raad is geformuleerd en wat is het standpunt van de regering hierover?
Door de collega's is ook gesproken over de situatie in Irak. Met name die van minderheden blijft onverminderd zorgelijk. De PvdA onderschrijft de noodzaak van steun aan de mensen die daarom vragen, de Koerden in hun strijd tegen IS of ISIS. Wij hebben vanmiddag in het vragenuurtje en ook al eerder gehoord dat Nederland hulpgoederen levert aan vluchtelingen en materiaal aan Koerdische strijders: helmen en schermvesten. Andere landen, waaronder Australië, Frankrijk en Duitsland, leveren wapens. Heeft het kabinet zicht op de diverse nationale bijdragen aan de strijd tegen ISIS? Hoe vindt de coördinatie daar plaats? Vanmiddag was daar nog onduidelijkheid over.
Tot slot. Het prille herstel van de Europese economie staat onder druk door de instabiliteit in de landen om ons heen die bij ons binnenkomt. Wij verwelkomen dat de Europese Unie daarmee aan de slag wil gaan. Dat betekent ook een top over werk, groei en investeringen. Wij denken dat dit een goede stap is. Wij vragen de minister-president wat hij hiervan vindt en welke afspraken zijn gemaakt over resultaten die die top zou moeten opleveren.
De heer Pechtold (D66):
Ook mevrouw Maij werd verrast door twee minuten extra spreektijd. Ik dacht: nou, dat is dan ruim voldoende om de vraag te beantwoorden die ik in eerste termijn aan haar stelde.
Mevrouw Maij (PvdA):
Kunt u uw vraag herhalen?
De heer Pechtold (D66):
Over uw verkiezingsprogramma.
Mevrouw Maij (PvdA):
Ik heb al eerder gezegd dat ik ons verkiezingsprogramma graag integraal zou uitrollen over de Kamer en de regering, maar daar hebben we 76 zetels voor nodig. Dat is helaas niet gelukt.
De heer Pechtold (D66):
Dat is natuurlijk een heel makkelijke manier om je ervan af te maken. Als je als PvdA, als vernieuwend Europa, opschrijft dat de grootste partij bij de verkiezingen de Eurocommissaris moet leveren— dat hebt u opgeschreven in 2012 — dan kan ik mij nauwelijks voorstellen dat de VVD in de onderhandelingen heeft gezegd: nee PvdA, dat moet je inleveren; het moet een PvdA'er worden, want dat eisen wij als VVD van je. Bij andere draaien die de PvdA het afgelopen jaar heeft gemaakt, dacht ik: het zal ze in het kaartspel van Wouter Bos wel op de een of andere manier zijn ontgaan of ze hebben het maar geslikt. Maar dit is toch heel bijzonder. U zegt in uw verkiezingsprogramma: Europa moet dichter bij de mensen zijn, dus de grootste partij moet de kandidaat leveren. Dan kunt u nog even met uw achterban overleggen, maar u ontloopt elke keer weer de vraag waarom u zoiets opschrijft en het niet doet.
Mevrouw Maij (PvdA):
Ik heb aangegeven dat het belangrijk is dat Europa — de Europese Unie, de Europese Commissie — aan de slag gaat, met de juiste mensen. Volgens mij zijn wij het er hier bijna Kamerbreed — ik zou niet "Kamerbreed" durven zeggen — over eens dat de heer Timmermans een buitengewoon geschikte kandidaat is. Als we hier spelletjes gaan spelen, woordspelletjes gaan spelen of woordgrapjes gaan maken, over wel of niet in een verkiezingsprogramma, tot uw dienst. Ik denk echt dat Europa op dit moment om belangrijkere dingen gaat dan die ene regel in ons verkiezingsprogramma.
De heer Pechtold (D66):
Nou, om je eigen verkiezingsprogramma maar even bij het oud vuil te zetten … Buitengewoon geschikt. Voor de generatie dat nog heeft meegemaakt: ik geloof dat het Wim Kan was die dat soort terminologie gebruikte als hij iemand zowat de hemel in prees. Ik ben doodserieus. Europa heeft een gebrek aan draagvlak. Europa moet keer op keer, zeker als het om het democratisch gehalte gaat, goed kijken hoe hij het aan mensen vertelt. Als de PvdA dit in haar verkiezingsprogramma opschrijft, dat door leden laat accorderen en zich, mevrouw Maij, erop laat verkiezen, dan vind ik het heel bijzonder dat je hier probeert weg te komen met de opmerking het een regel is die je hebt moeten inleveren. Dan moet je je gewoon verklaren. Mevrouw Maij heeft voor de zomer gezegd dat zij het niet over de poppetjes wilde hebben. Nu wil zij alleen de heer Timmermans als heel belangrijk verklaren, terwijl wij nog niet eens weten wat hij daar dan precies gaat doen tussen die 28 anderen. Ik stel een doodnormale vraag. Mevrouw Maij is geïrriteerd, maar geeft geen antwoord.
Mevrouw Maij (PvdA):
Nee hoor, ik heb volgens mij een vrij helder antwoord gegeven, mijnheer Pechtold. Ik denk dat wij er hier Kamerbreed — nou, niet helemaal Kamerbreed, maar misschien zelfs u ook — over eens zijn dat de heer Timmermans een buitengewoon geschikte kandidaat zou zijn. Ik denk dat het heel belangrijk is dat Nederland daar een geschikte kandidaat heeft. Eerlijk gezegd — dat heb ik de hele tijd tegen u gezegd, daar citeerde u mij uit in uw inbreng — gaat het mij wat minder om het poppetje en toch iets meer om de inhoud. Zeker als wij kijken naar wat er deze zomer is gebeurd, hoeven wij hier geen politieke spelletjes over verkiezingsprogramma's te spelen. Het gaat om de inhoud. De Europese Unie moet aan de slag.
De heer Pechtold (D66):
Mevrouw Maij loopt helemaal weg bij iets waarvoor zij zelf campagne heeft gevoerd. Ik maak er een punt van, omdat de partij dat als vernieuwing heeft gebracht voor verbetering van het draagvlak voor Europa. Nu wordt alleen gezegd dat het een fantastische kandidaat is. Ja, dat vind ik ook. Maar mevrouw Maij, misschien hadden die andere partijen ook een heel goede vrouw geleverd.
Mevrouw Maij (PvdA):
Dat had zomaar gekund, maar ook u bent geen vrouw.
De voorzitter:
Dan geef ik al laatste spreker in de eerste termijn van de kant van de Kamer het woord aan de heer Bontes.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Voorzitter. Uit de resultaten van het baantjesgepoker van afgelopen weekend blijkt eens temeer hoe de EU werkelijk in elkaar zit. Het westen en het noorden betalen, het oosten en zuiden bepalen. De Poolse minister Tusk wordt voorzitter van de Europese Raad. Dat hij geen woord Engels spreekt, maakt blijkbaar niet uit. Als hij maar voldoet aan de functieomschrijving: "Gevraagd: Oost-Europeaan". Een Italiaanse oud-communist wordt buitenlandcoördinator. Is zij geschikt? Niemand die het weet, maar ze is een vrouw en komt ook nog eens uit het zuiden. Twee keer bingo. Een Spanjaard gaat waarschijnlijk de eurogroep leiden. Alsof een junkie een methadonbus laat besturen. Gek he, dat EU-critici in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Denemarken gigantische successen behaald hebben bij de laatste Europese verkiezingen?
Lange tijd was onze minister van Financiën in de race voor een plek in de Europese Commissie, maar de, naar zeggen, verstokte roker en drinker Juncker zag dat niet zitten. Nu gaat hoogstwaarschijnlijk de minister van Buitenlandse Zaken naar Brussel. Ja, dat is de mijnheer die een paar maanden geleden nog zei: nee, ik ambieer geen mooie post na de Europese verkiezingen, daar mag je me later nog op aanspreken. De PvdA-baantjescarrousel draait op volle toeren. 28 Eurocommissarissen is veel en veel te veel. Het aantal leden van de Europese Commissie kan wat ons betreft terug naar een aantal dat op één hand te tellen is. De EU zou zich vrijwel alleen moeten bezighouden met economische samenwerking. Er kan geen twijfel over bestaan dat Poetin de kwade genius is achter de oorlog in het oosten van Oekraïne. Volgens mijn fractie moet het Europese antwoord op de Russische expansiepolitiek veel harder zijn. Het belangrijkste daarbij is dat wij fors investeren in onze defensie en minder afhankelijk worden van Russisch gas. Wat is de visie van het kabinet daarop, vraag ik de minister-president.
Ik kom ten slotte op de situatie in Syrië en Irak. IS, voorheen ISIS, moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Wij roepen het kabinet nogmaals op om in internationaal verband te pleiten voor militaire actie, met een bijdrage van Nederland. De Koerden proberen af te schepen met vesten en helmen, is schandalig. IS moet worden vernietigd. Het is daarmee precies zoals de Amerikaanse senator John McCain eerder zei: het beste antwoord op IS is om dit tuig aan gort te bombarderen en het terug te sturen naar de hel waar het thuishoort.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Hiermee is er een einde gekomen aan de eerste termijn van de Kamer. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken. Daarna zullen we een regeling van werkzaamheden houden en daarna gaan we dineren. Ik hoor echter vanuit de zaal dat er al wordt aangekondigd dat we tussendoor ook nog gaan stemmen. De leden weten dat dus alvast. Ik vraag ze daarom, in de zaal te blijven tijdens de regeling. Na de stemming zal ik melden hoe laat het debat over de uitkomsten van de Europese Raad wordt hervat en de minister-president zal overgaan tot het beantwoorden van de vragen die zijn gesteld.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-103-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.