2 Herdenking vliegramp MH17

Aan de orde is de herdenking vliegramp MH17. 

De voorzitter:

We starten deze eerste plenaire Kamervergadering na het reces met de herdenking van de ramp met vlucht MH17. Ik heet de minister-president van harte welkom. Ik wil iedereen in de zaal en op de publieke tribune vragen om — voor zover u dat kunt — te gaan staan. 

In de middag van 17 juli 2014 vertrokken 298 mensen vanaf Amsterdam met vlucht MH17 naar Maleisië. Ze begonnen aan een avontuurlijke reis, gingen naar een congres of waren op weg terug naar huis na een bezoek aan Europa. Zij zouden hun bestemming nooit bereiken. Onverwacht werden ze het onschuldig slachtoffer van een gewapend conflict. Veel luchtreizigers zullen zich vóór die 17de juli nooit hebben gerealiseerd, dat zij zó dichtbij een oorlog zouden kunnen komen. 

De zomer die in Nederland voor veel mensen net was begonnen, was in één klap voorbij. De zon maakte plaats voor verdriet, boosheid en rouw. Er zijn maar weinig mensen in ons land die niet op een of andere manier weet hebben van iemand die betrokken is bij de ramp. Of het nu iemand uit het dorp is, van de sportclub, een collega of klasgenoot. 

We zagen de beelden van de brandende resten van het vliegtuig … Het bewees dat wat we hoorden écht waar was. We wachtten op beelden van ambulances en brandweerauto's, en hoopten die eerste dag nog op berichten over overlevenden. Maar wat we zagen, waren militairen die door het rampgebied liepen. Wat we zagen, waren beelden van persoonlijke bezittingen … een koffer, een reisgids, een knuffel. Langzaam werd bekend wie er in het vliegtuig zaten. Hoe groot de ramp is voor Nederland, maar ook voor Maleisië en Australië. Hele gezinnen werden uit het leven gerukt. Ook de Staten-Generaal werden getroffen. Senator Willem Witteveen was één van de passagiers, samen met zijn echtgenote Lidwien en hun dochter Marit. 

In de dagen die volgden, drong in volle omvang tot ons door dat het hier niet om een vreselijk ongeluk ging, maar om een onnodige ramp. Het verdriet van de direct nabestaanden, werd het verdriet van Nederland. En er was woede …, woede over het gebrek aan informatie vanaf de rampplek. En woede over de onmenselijke manier waarop er met de slachtoffers werd omgegaan. 

Al deze emoties kwamen samen op woensdag 23 juli, de "dag van nationale rouw". Massaal stonden mensen in ons land stil bij hun verdriet, en vonden troost in het delen ervan met wie er op dat moment ook maar naast hen stond. Bijna letterlijk ging Nederland om de nabestaanden heen staan, en drukte met indrukwekkende stilte uit hoezeer wij hen willen steunen. Die stilte was er op vliegveld Eindhoven, enkel doorbroken door het tikken van het vlaggentouw op de masten, de tonen van de Taptoe en de voetstappen van de militairen die de slachtoffers het respect betoonden dat hen sinds die 17de juli was ontzegd. 

Sinds die dag is er véél gebeurd; 183 slachtoffers zijn geïdentificeerd; veel van hen zijn al begraven. En er is een begin gemaakt met het vinden van antwoorden. Maar er is ook veel níét gebeurd; de nabestaanden van 115 slachtoffers wachten nog altijd op het verlossende woord over de identificatie van hún geliefde. Nader onderzoek op de plek van de ramp heeft door de oorlog nauwelijks plaats kunnen vinden; veel vragen zijn nog onbeantwoord. 

Langzaam is het leven in ons land weer op gang gekomen. Beetje bij beetje kwamen ook die andere vreselijke kwesties die spelen in de wereld weer in de krant en op de politieke agenda. Maar de ramp met vlucht MH17 staat op ons netvlies gebrand en is in ons geheugen gegrift. Het zal voor altijd een gitzwarte bladzijde in onze geschiedenis zijn. Maar de verbondenheid van Nederland die tóén zichtbaar werd, geeft deze pagina tegelijkertijd een bijzondere gloed. Wij hopen dat de nabestaanden dit, in al hun verdriet, als steun ervaren. 

Wij wensen hun heel veel sterkte, nu en in de toekomst. 

Ik geef het woord aan de minister-president. 

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Voor sommige gebeurtenissen zijn nauwelijks woorden te vinden. De ramp met vlucht MH17 op 17 juli is zo'n gebeurtenis. 298 passagiers, onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur werden bruut uit het leven weggerukt. Onder hen waren 196 Nederlanders. Na bijna zeven weken is het nog steeds nauwelijks te bevatten en om stil van te worden. Mensen missen hun vader of moeder, broer of zus, zoon of dochter, vriend of vriendin. Soms verloren zij in één klap meerdere familieleden. Hun verdriet is onvoorstelbaar. 

Maar het gemis is overal. Er zijn leerlingen die hun favoriete leraar moeten missen, er zijn lege plekken in hockey- en voetbalteams. De collega die niet meer terugkeert, de buurtopticien, de gastvrouw van dat goede restaurant, de eigenaren van de bloemenzaak: direct of indirect, iedereen kende wel iemand. Heel Nederland rouwt. Nederland rouwt om mensen die midden in het leven stonden en nooit meer terug zullen komen. Om beloftes die in de kiem zijn gesmoord. 

Ons land stond stil deze zomer. In kerken en op scholen, in straten en op pleinen, in sportclubs en op gemeentehuizen. Langs de A2 en de A27 van Eindhoven naar Hilversum. De rouw was overal voelbaar en zichtbaar, ook heel direct op en rond het Binnenhof, waar de eruditie en het optimisme van senator Willem Witteveen zeer gemist zullen worden. In het gedeelde verdriet heeft ons land laten zien hoe krachtig het is. De saamhorigheid die na 17 juli naar boven kwam, geeft troost en doet goed. Samen zijn we boos, samen zijn we verdrietig, samen herdenken we. Ik ben trots dat dit land de slachtoffers de waardigheid en het respect heeft kunnen geven die zij verdienen. 

Wij zijn heel veel dank verschuldigd aan de hulpverleners die betrokken waren bij de repatriëring, aan de forensisch specialisten die werken aan de identificatie in Hilversum, aan de familierechercheurs, aan de onderzoekers van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid en het Openbaar Ministerie. Zij doen zwaar maar heel belangrijk werk. We blijven er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de slachtoffers hun naam terugkrijgen. Dat zijn wij verplicht aan de nabestaanden, van wie sommigen tot vandaag in tergende onzekerheid verkeren. Hun pijn kunnen wij niet wegnemen, maar wij kunnen wel naar hen luisteren, een schouder bieden, naast hen staan, zoals Nederland dat heeft gedaan en zal blijven doen. Op 10 november geven wij gezamenlijk uiting aan ons verdriet tijdens de nationale herdenking in Amsterdam. 

Mevrouw de voorzitter, wij gedenken de 298 slachtoffers van vlucht MH17 met intens verdriet en het diepste respect. Namens de regering wens ik alle nabestaanden veel kracht toe bij het verwerken van dit onvoorstelbaar grote verlies. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De vergadering wordt van 14.13 uur tot 14.30 uur geschorst. 

Naar boven