3 Vragenuur

Vragen van het lid Van der Staaij aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Brandbrief politie over geweld tegen agenten".

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Het was het afgelopen weekend weer goed raak met geweld tegen agenten. In Sneek werden verschillende agenten mishandeld en ook nog bedreigd. In Roosendaal reed een scooterrijder op een agent in. In Velserbroek reed een dronken automobilist tot twee keer toe op een motoragent in. Het loopt de spuigaten uit. Het is volstrekt onaanvaardbaar dat dit soort incidenten steeds weer plaatsvindt. We mogen dit nooit normaal gaan vinden. We moeten voor de volle 100% achter onze agenten staan. We moeten agressie en geweld tegen agenten en hulpverleners stevig en vasthoudend aanpakken.

Ik weet dat het kabinet en iedereen in deze Kamer het erover eens is: handen af van onze agenten. Daarom hebben eerdere kabinetten en deze minister een krachtige aanpak beloofd. Maar gebeurt er nu ook genoeg? Dat is mijn kernvraag. Een van de maatregelen zou een hogere strafeis bij geweld tegen agenten zijn. Politievakbond ACP heeft alarm geslagen naar aanleiding van de genoemde incidenten en zegt: we zien dat in praktijk helemaal niet! Daarom vraag ik aan de minister: hoe zit dat? Waarom worden de richtlijnen die in het verleden zijn aangescherpt, zwaardere strafeisen, in de praktijk onvoldoende gevolgd? Hoe gaan rechters er trouwens mee om; worden er ook echt hogere straffen opgelegd? Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat die zwaardere strafeisen in de praktijk ook echt door het Openbaar Ministerie worden gevorderd?

Ook bij deze incidenten valt weer op dat er heel vaak alcohol in het spel is. Moet er volgens de minister niet meer gebeuren om de excessen van alcoholgebruik aan te pakken? Concreet: kan iemand die bijvoorbeeld in dronken toestand een agent belaagt, niet ook een maatregel opgelegd krijgen zodat hij zich heel lang niet meer met alcohol op, op straat mag vertonen? Dat zijn mijn vragen aan de minister.

Minister Opstelten:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de heer Van der Staaij voor zijn vragen. Ik kan zijn woorden bevestigen: het was weer onaanvaardbaar raak dit weekend. Hij heeft precies de kwesties aangegeven die speelden, die ons ongelooflijk hebben geïrriteerd en die onze zorgen hebben versterkt.

De heer Van der Staaij vroeg naar de aanpak. Zijn de richtlijnen voldoende, wat doen wij eraan? In antwoord daarop kan ik herhalen wat ik eerder heb gezegd, namelijk dat in die situatie een driemaal zo hoge straf wordt geëist, dus 200% hoger. Ik heb mijn zorgen erover geuit of het OM in alle geledingen die richtlijnen uitvoert. Het College van procureurs-generaal deelt die zorg en laat onderzoeken of dit in alle haarvaten van het OM wordt nageleefd. Aan het eind van het jaar is dat onderzoek gereed.

Over de rechters kan ik meer tevreden zijn. Uit onderzoek blijkt dat 93% van de zittende magistratuur de eis van het OM volgt. Dat zijn de maatregelen die ik neem. Ik zit er ook, om het met mijn woorden een beetje in het Engels te zeggen, zero tolerance in. Dat is absoluut zo.

Vaak zijn alcohol en drugs aan de orde. Wij kijken daarnaar en nemen allerlei maatregelen. Ik vind de suggestie van de heer Van der Staaij heel goed en besprekenswaardig en zal die betrekken bij de maatregelen, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij het eisen en opleggen van straffen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik dank de minister voor zijn heldere beantwoording. Hij zegt eigenlijk dat het niet zozeer aan de rechters ligt dat het misgaat en dat zij een veel lagere straf opleggen dan er wordt gevorderd, maar dat het Openbaar Ministerie in nog te veel gevallen afwijkt van de richtlijnen en dat wordt onderzocht hoe dat komt en wat daarachter zit. Dat is een tijdje geleden ook al gezegd: wij gaan ernaar kijken, wij gaan het onderzoeken. Is er nu al meer duidelijkheid over? Hoe komt het dat het nog onvoldoende van de grond is gekomen? Kan de minister er al meer over zeggen? Wil hij met de politie en de politievakbonden in gesprek gaan, zodat zij weten dat zij niet in de steek worden gelaten en dat het kabinet hiermee voortvarend aan de gang wil? Ik begreep dat juist bij hen heel veel onvrede hierover leeft op dit moment.

Ik dank de minister dat hij bereid is om te bekijken of, als iemand onder invloed van alcohol gezagsdragers belaagt en politieagenten dwarszit, een maatregel kan worden opgelegd dat die persoon een flinke tijd niet met alcohol op straat gesignaleerd mag worden.

Minister Opstelten:

Het is even de vraag of het OM in alle geledingen die richtlijnen uitvoert. Het College van procureurs-generaal en ik staan vierkant voor dezelfde kwestie, dus er is geen enkele aarzeling. Welke officier van justitie ik ook spreek, iedereen staat daarachter. Het gaat er puur om dat in alle haarvaten van het OM scherp voor ogen staat dat 200% de norm is en niet minder.

De heer Van der Staaij vraagt of ik bereid ben om met de vakbonden en met de politie te spreken. Hij zei het heel mooi: wij staan hier vierkant achter de politie. Als minister dien ik ook voor de politie te staan. Als hier zorgen over zijn – ik heb nog geen brieven ontvangen van de vakbonden – kijk ik er heel serieus naar en zal ik dat met hen bespreken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Het is heel goed dat hij niet alleen voor de agenten en achter de agenten staat, maar dat hij ook met hen over deze problematiek wil spreken.

Naar boven