3 Uitkoopregeling hoogspanningslijnen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over de uitkoopregeling hoogspanningslijnen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het is van belang voor mensen dat de overheid consistent en eenduidig is en dat specifiek de mensen die in de buurt van hoogspanningsleidingen wonen, snel duidelijkheid krijgen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering:

  • - een kader uit te werken waaruit blijkt op basis van welke afweging wordt bepaald of een overheid al dan niet tot compensatie of uitkoop overgaat;

  • - aan te tonen dat de voorgestelde regeling Hoogspanning binnen die kaders valt;

  • - uiterlijk bij de aangekondigde wetswijziging aan te geven wat de concrete dekking is van deze regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven, Geurts, Van Tongeren, Dik-Faber, Paulus Jansen en Klein.

Zij krijgt nr. 31 (31574).

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. De SP-fractie is door de minister tijdens het algemeen overleg ervan overtuigd dat er op dit moment op de rijksbegroting geen extra middelen te vinden zijn om de uitkoop hoogspanningsleidingen te financieren. Wel houden wij nog een discussiepunt met de minister over de vraag of de kosten van uitkoop van woningen nabij hoogspanningsleidingen niet in de tarieven verdisconteerd kunnen worden. Als dat laatste wel zou kunnen, kunnen we natuurlijk eerder aan de slag. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de Autoriteit Consument en Markt op grond van EU-regelgeving de tarieven van netbeheerders toetst aan het criterium "doelmatig netbeheer";

  • - de regering stelt dat de kosten voor de sanering van woningen met een EMV-belasting tussen 0,4 en 100 microtesla in de nabijheid van bestaande hoogspanningstracés niet vallen binnen de EU-definitie van doelmatig beheer;

  • - de Nederlandse EMV-norm voor nieuwbouwsituaties van hoogspanningstracés nu al 0,4 microtesla bedraagt, 250 keer strenger dan de basisnorm van de EU;

van mening dat:

  • - de sanering van knelpunten rond bestaande tracés kan bijdragen aan een vergroting van het draagvlak voor noodzakelijke versterkingen van het netwerk en daarmee aan een doelmatige realisatie van dergelijke projecten;

  • - het (op een sobere manier) voldoen aan nationale milieu- en veiligheidseisen altijd dient te vallen binnen de definitie van "doelmatig netbeheer";

verzoekt de regering om de Europese Commissie opheldering te vragen over de interpretatie van het criterium "doelmatig beheer" in relatie tot de sanering van milieu- en veiligheidseisen onder en nabij hoogspanningstracés,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paulus Jansen en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 32 (31574).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben al een gezamenlijke motie ingediend en ook met de motie van de heer Jansen die we hebben meeondertekend hoopt de GroenLinks-fractie een constructieve bijdrage te leveren aan een oplossing, gezien ook de financiële perikelen waarin dit kabinet zich bevindt. Zoals in het algemeen overleg al volstrekt helder naar voren kwam, vinden wij het niet kunnen richting de mensen die daar wonen dat er jaar in, jaar uit onzekerheid is. Ook bij dit plan wordt er gezegd dat er op termijn iets zal gebeuren, maar er gebeurt misschien iets; het ligt aan de gemeenten, aan de volgende regering en aan de financiële middelen die dan eventueel voorhanden zijn. Met deze moties in de hand zou mijn fractie de minister willen oproepen om deze bewoners – het is niet eens een heel grote groep – sneller te bedienen. Volgens mij wordt die oproep ook vrij breed gedeeld. Ik denk dat de regeringspartijen dit eigenlijk ook wel zouden willen. Alleen, ze hebben de weg nog niet gevonden om dat te doen. Dus ook een oproep aan hen: kijk goed naar deze moties of ze te steunen zijn.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Dit kabinet gaat volledig voorbij aan de belofte die de voormalige minister van Economische Zaken na lange discussies met de Kamer en de betrokkenen heeft gedaan. Ogenschijnlijk is het kabinet pas begin december, na de berichtgeving in de media over de uitblijvende regeling uitkoop hoogspanningslijnen, aan de slag gegaan. De oplossing waar wij maandenlang op hebben moeten wachten, is een schijnoplossing die pas in 2017 onder een nieuw kabinet van start gaat. Bovendien is het voorstel fors uitgekleed. Verder heeft de VVD bij monde van de huidige premier Rutte in 2010 ook al een uitkoopregeling toegezegd. Tot zover de beloften van de VVD.

Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de toezegging van de voormalige minister van Economische Zaken over de uitkoopregeling hoogspanningslijnen onverminderd en dit jaar nog uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klever. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 33 (31574).

De heer Paulus Jansen voor een interruptie.

Mevrouw Klever (PVV):

Sorry, ik was nog niet helemaal klaar. Mag ik nog even?

De voorzitter:

Over de motie? U hebt de motie toch voorgelezen?

Mevrouw Klever (PVV):

Ja, maar ik heb nog een vraag aan de minister.

De voorzitter:

Ja, maar de heer Jansen staat klaar voor een interruptie. Ik moet de zaak hier een beetje in goede banen leiden.

Mevrouw Klever (PVV):

Oké, excuses.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik was wel benieuwd naar hetgeen mevrouw Klever nog meer te melden had.

Mijn vraag gaat over de motie. De motie die zij indient, is ongeveer de motie die ik indertijd in het algemeen overleg heb gezegd te zullen overwegen.

De voorzitter:

Dat mag.

De heer Paulus Jansen (SP):

De SP-fractie heeft deze motie uiteindelijk niet ingediend omdat het gevraagde ongeveer 1 miljard extra kost. Wij snappen dat dit bedrag op dit moment niet valt te dekken uit de rijksbegroting. Mijn denkrichting voor het oplossen van de problemen heb ik verwoord in mijn motie. Kunnen wij het niet in de tarieven stoppen als dat van Europa mag? Ik zie geen enkele dekking in de motie van mevrouw Klever. In welke richting denkt de fractie van de PVV?

Mevrouw Klever (PVV):

Als er een toezegging is van de minister, is er ook een dekking. Daar gaan wij van uit. Ik zal een oplossing noemen: TenneT maakt een paar honderd miljoen winst per jaar. Van ons mag die winst worden gebruikt voor deze uitkoopregeling.

De heer Paulus Jansen (SP):

Mevrouw Klever weet dat de winst van TenneT naar het Rijk gaat. Die winst is dus een deel van de inkomsten van het Rijk. Kortom: dit is een vestzak-broekzakantwoord. Ik herhaal mijn vraag aan de PVV-fractie. Mevrouw Klever zegt hiervoor 1 miljard euro extra uit te willen geven. Dat mag. Dat vind ik op zichzelf een prima idee. Uit welke pot zou dat betaald moeten worden?

Mevrouw Klever (PVV):

De netwerkbedrijven maken een paar honderd miljoen winst op het netwerk. Die winst wordt afgestaan aan de aandeelhouder. Wij vinden dat deze niet moet worden afgestaan aan de aandeelhouder, maar moet worden gebruikt voor de uitkoopregeling. Dan heeft dit kabinet inderdaad een gat in de begroting. Ik stel voor dat het dan eens wat minder overmaakt naar Europa, naar Griekenland, naar Cyprus en noem maar op.

Voorzitter. De minister heeft schriftelijk gereageerd op de aan mij gedane toezegging. Hij zegt dat gemeenten wel de consequenties moeten dragen van de adviesnorm, ook al is deze niet wettelijk verplicht. Dat is mooi. Daarom heb ik nog twee concrete vragen aan de minister. Hoeveel gemeenten hebben sinds 2005 woningen gebouwd binnen deze adviesnorm van 0,4 microtesla? Kunnen wij ervan uitgaan dat de rekeningen voor de uitkoopregeling verkabeling hoogspanningsmasten in deze gevallen voor 100% bij deze gemeenten komen te liggen?

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg werd duidelijk dat de minister een mooie oplossing heeft gevonden voor de knelpunten rond de hoogspanningsleidingen. Misschien is niet iedereen blij en zijn er mensen die het sneller willen. Dat begrijp ik allemaal, want ik heb al die plaatsen waar zich knelpunten voordoen bezocht. Ik heb gezien hoe de mensen daar wonen. Uit het feit dat oplossingen niet juridisch zijn af te dwingen, blijkt dat de enige oplossing een politieke oplossing is. In deze tijd van grote bezuinigingen wil ik de minister dan ook een compliment maken omdat hij toch geld heeft gevonden voor een oplossing.

Aan de ene kant is de oplossing de wet over de verkabeling, op basis waarvan de kabels onder de grond worden gebracht. Aan de andere kant komt er een uitkoop van huizen via de begroting. Tijdens het algemeen overleg heb ik gezegd dat met die uitkoopregeling pas zal worden begonnen na de volgende verkiezingen. Ik heb mij daarin vergist. Ik heb bij het formuleren van de motie en het checken van de overwegingen nog even gekeken hoe het zit met de Kieswet. De verkiezingen zijn pas in maart 2017. Met andere woorden: deze minister is nog volop bezig om in de begroting van 2016 het budget te reserveren. Ik bied mijn excuses aan voor de verwarring die ik heb veroorzaakt. Ik vind het mooi dat in deze tijd zo'n robuuste regeling tot stand is gekomen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn VVD-collega heeft destijds een stevig punt gemaakt van een breed gedragen motie. Die zou ook over een regeringswissel heen nog steeds door de VVD gehonoreerd worden. Staat die uitspraak van de heer Leegte met het ontdekken van deze andere verkiezingsdatum nog overeind of komt hij daar ook van terug?

De heer Leegte (VVD):

Ik heb gezegd dat mensen zekerheid moet worden geboden. Ik deed dat in de veronderstelling dat er verkiezingen zouden zijn tussen nu en het begin van die regeling. Dat is niet het geval. Er zijn geen verkiezingen, want die vinden pas in maart 2017 plaats. Dan is de regeling van kracht. Er is dus ook geen enkele onzekerheid bij mensen, omdat ze ervan kunnen uitgaan dat deze regering die regeling zal uitvoeren. Men kent de VVD maar ook de PvdA en andere partijen in de Kamer bovendien als partijen die hun woord houden. Daarover hoeft dus geen enkele zorg te bestaan.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Een breed gedragen motie waar de handtekening van de VVD onder staat, blijft dus staan, ook na een regeringswissel, na een verkiezing?

De heer Leegte (VVD):

Ik weet niet goed wat mevrouw Van Tongeren bedoelt. Ik heb geen motie, omdat er gewoon regeringsbeleid is dat uitgevoerd wordt in deze periode. Daarmee is de zekerheid geboden die ik aan de mensen wilde geven. De motie bleek overbodig te zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie ziet af van het woord. Dat heeft de heer Geurts van het CDA ook gedaan. Andere fracties die hier vandaag vertegenwoordigd zijn, hebben aangegeven dat zij geen behoefte hebben om het woord te voeren. De heer Jansen heeft zich inmiddels afgemeld. Ik geef nu graag het woord aan de minister.

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik begin met de opmerking van de heer Leegte dat het huidige kabinet al aan zet is om ervoor te zorgen dat dit mooie voornemen ook uitgevoerd zal worden. Ik zie dat ook zo. Dat is volop mijn verantwoordelijkheid en dat moet al in deze kabinetsperiode gebeuren. Dat betekent dat ik er eerst voor moet zorgen dat de wetswijziging voor verkabeling zo snel mogelijk bij de Kamer wordt ingediend. Daarmee leggen wij ons als regering vast en kan de Kamer daar ook een besluit over nemen. Daarnaast komt er een regeling voor uitkoop. Wij zullen die regeling gelijktijdig met het wetvoorstel vormgeven. Voorts zullen wij in het jaar 2016 in de begroting voor het jaar 2017 en de vijf daaropvolgende jaren geld regelen. Wij zullen in totaliteit vijf keer 28 miljoen vrijmaken om die uitkoop te kunnen financieren. We gaan ruim daarvoor, namelijk zo spoedig mogelijk, beginnen met het overleg met de gemeenten over de uitkoopregeling, zodat zij ook tijdig hun bestemmingsplannen kunnen wijzigen. Dat kan dus ook al in de eerstkomende jaren gebeuren. Ten slotte zullen we samen met de gemeenten en TenneT een concreet plan maken voor de uitvoering van de verkabelingsambitie. Wij zullen dus zowel voor de wetgeving met betrekking tot verkabeling als voor de uitkoopregeling de stukken opstellen die noodzakelijk zijn. We gaan voorts starten met de voorbereidingen en het overleg om ervoor te zorgen dat we, zodra die stukken zijn vastgesteld en het geld beschikbaar komt, kunnen beginnen met de uitvoering. Dat zal dus lopen vanaf het jaar 2017.

Mevrouw Van Veldhoven heeft opgemerkt dat het nodig is om eerst een kader vast te stellen. In haar motie op stuk nr. 31 staat dat er eerst een kader uitgewerkt moet worden en dat er daarna een afweging moet plaatsvinden. Ik denk dat we dat stadium inmiddels ruimschoots gepasseerd zijn. Het kader is de 100 microteslanorm die geldt voor bestaande situaties. De 0,4 microtesla-adviesnorm geldt voor nieuwe situaties. Dat is het kader en op grond daarvan is het niet noodzakelijk om te doen wat wij nu doen. Wij doen het toch vanwege de voorgeschiedenis, die ik tijdens het algemeen overleg heb geschetst, maar wel beperkt binnen de bestaande mogelijkheden en de financiële omstandigheden. Om die reden hebben wij uitgaande van het kader 100–0,4 microtesla en de voorgeschiedenis besloten dit voorstel te doen. Wat mij betreft is het voldoende voorbereid en ook voldoende ingekaderd. Ik ben niet bereid opnieuw een kader uit te werken. Daarom ontraad ik de motie-Van Veldhoven c.s.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De motie bevat twee elementen: het kader en de timing. Kan de minister aangeven of hij de timing – uiterlijk bij het indienen van het wetsvoorstel komen met een plan voor dekking – wel steunt? Wat betreft het kader weet de minister uit het algemeen overleg nog wel dat ik daarmee doel op bijvoorbeeld de vergelijking met activiteitenbesluiten waar woningen expliciet zijn uitgesloten. Hier worden woningen wel toegestaan. Ik vind het belangrijk dat de overheid voorspelbaar is. Op dat kader doel ik nu, dat heb ik ook tijdens het algemeen overleg gezegd. Ik refereer niet aan het technische kader dat de minister nu benoemt.

Minister Kamp:

Het tweede punt van mevrouw Van Veldhoven is mij niet duidelijk. Kan zij dat nog eens toelichten?

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Tijdens het algemeen overleg heb ik met de minister van gedachten gewisseld over de vraag wanneer de overheid besluit haar verantwoordelijkheid te nemen en mensen een regeling te bieden voor uitkoop, verplaatsing of isolatie. In het activiteitenbesluit zijn daarvoor bepaalde regels neergelegd. Deze voorgestelde regeling van de minister lijkt daarvan af te wijken. Voor mensen die in elke vorm van overlast een beroep doen op de overheid, is het belangrijk dat er een helder en consistent verhaal is in de richting van de burger wanneer wel of niet zal worden overgegaan tot het helpen van burgers in die situatie. Ik roep de minister op om nog eens helder aan te geven hoe deze regeling binnen die kaders past zodat wij helder blijven en dat, als wij nee zeggen tegen mensen, duidelijk is waarom wij nee zeggen.

De voorzitter:

Uw vraag is helder. De minister gaat in op het tweede punt, maar vergeet het eerste daarna niet.

Minister Kamp:

Dank voor de toelichting. Ik zal beginnen bij het tweede punt en ik zal het eerste niet vergeten.

Het tweede punt hebben wij tijdens het algemeen overleg uitgediscussieerd. Ik ben niet van plan om dat te doen. Op grond van de normen en de veiligheidsrisico's hoeven wij zowel op het punt van verkabeling als op het punt van de uitkoop niets te doen. Er is echter een voorgeschiedenis. De politiek heeft zich hiermee al in een vroeg stadium bemoeid en is een bepaalde richting opgegaan. Ik heb gekeken hoe ik dit binnen de huidige omstandigheden op een verantwoorde wijze kan concretiseren. Dit is een ad-hocregeling die bovenop het bestaande kader komt zoals ik dat zojuist heb geschetst. Ik vind het niet zinvol om die ad-hocregeling te toetsen aan allerlei kaders. Dat heeft geen zin. Hier ligt een politieke voorgeschiedenis en daar moest een oplossing voor komen. Naar mijn mening is een goed verdedigbare oplossing gevonden in het voorstel dat nu voorligt.

Het eerste punt heeft betrekking op de financiering. De vraag is of ik snel kan aangeven hoe die wordt geregeld. Met alle respect voor mevrouw Van Veldhoven wil ik ook dat niet doen. Wij spreken over een rijksbegroting in de orde van grootte van 260.000 miljoen euro en hier gaat het om een bedrag van 28 miljoen euro dat in het jaar 2017 en de jaren daarna moet worden gevonden. Als wij als politiek nu zeggen dat wij dat in 2017 zullen doen, dat wij daarvoor een wet en uitvoeringsprogramma's zullen maken en bestemmingsplannen zullen wijzigen, en dat wij ons allen daarachter scharen, is het echt niet nodig dat ik nu al dingen in begrotingen vastleg. Voor deze uitkoop is voldoende politieke dekking om ervoor te zorgen dat die in de begrotingen vanaf 2017 voor 28 miljoen per jaar zal worden ingepast.

De voorzitter:

Volgens mij was u door uw aantal interrupties heen, mevrouw Van Veldhoven, maar uw tweede interruptie was te beschouwen als een antwoord op de vraag van de minister. Dit is dus een uitzondering.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank u, voorzitter. Ik ben blij dat de minister nog eens op tafel legt dat het voor de begroting niet om relatief grote bedragen gaat. Voor mijn fractie werpt dat nog extra de vraag op waarom de minister dit zo ver vooruitschuift en waarom die € 1,30 en die 28 miljoen niet eerder dan pas in 2017 kunnen ingaan.

Minister Kamp:

Die opmerking vind ik beneden het niveau van mevrouw Van Veldhoven, dat hoog is. Zij weet dat het niet over € 1,30 per jaar gaat, ofwel een gevulde koek zoals de heer Jansen de vorige keer opmerkte. Het gaat ook om bedragen die door het bedrijfsleven moeten worden opgebracht: voor de wat grotere bedrijven gemiddeld € 15.000 per jaar, voor de allergrootste bedrijven gaat het om bedragen van € 500.000, 1 miljoen of 1,5 miljoen per jaar. Dat is een probleem in een tijd waarin met name de grote bedrijven, maar eigenlijk alle bedrijven het heel moeilijk hebben. Voor de burgers hebben we de lijn dat er bij lastenverzwaring absolute terughoudendheid moet zijn, omdat er al veel lastenverzwaringen nodig zijn geweest. Met niet-noodzakelijke lastenverzwaringen zijn wij dus voorzichtig. Ik hoef waarschijnlijk niet te vertellen wat de problemen zijn met de overheidsbegroting. Het zijn dus substantiële financiële belangen die ons tot dit voorstel hebben gebracht. Er bestaat op dit moment geen dekking voor dit plan in de begroting of in het regeerakkoord, maar wij willen toch dat het wordt uitgevoerd. Daarom hebben wij voorgesteld om dit vanaf 2017 uit te voeren, waardoor de mensen zekerheid wordt geboden en wij de gelegenheid krijgen voor alle noodzakelijke voorbereidingen, zodat de uitvoering vanaf 2017 ter hand kan worden genomen.

Nu de tweede motie, op stuk nr. 32, van de leden Jansen en Van Tongeren. Daarin wordt gesteld dat je niet alleen de verkabeling, maar ook de uitkoop via TenneT moet laten betalen door de afnemers van elektriciteit, en dat moet worden bekeken of we van de Europese Commissie medewerking kunnen krijgen om de rekening voor die uitkoop via TenneT bij de afnemers van elektriciteit neer te leggen. Dat wil ik niet doen, en daarvoor zijn twee redenen. Eén reden heb ik al genoemd, de tweede heb ik kort aangeduid en zal ik nu iets breder neerzetten. De uitvoering van de uitkoopregeling moet helemaal door de gemeenten worden gedaan. De gemeenten moeten bekijken of zij bereid zijn om een woning onder een kabel te slopen. Als zij die woning niet willen slopen, moeten zij bekijken of zij daarvoor een andere bestemming kunnen vinden die op geen enkele wijze de gezondheid van mensen ter discussie kan stellen. Ze moeten bekijken of zij daar zelf geld bij willen leggen. Ze moeten bekijken welke belangrijkste zaken het eerst moeten worden gedaan. In die hele uitkoopregeling ligt het accent dus bij de gemeenten. Iedere gemeente kan daar zelf haar besluit over nemen. In dat geval is het heel raar om de rekening bij TenneT neer te leggen. TenneT kan niet beïnvloeden wat er gebeurt, maar moet dan wel de rekening betalen. Dat is raar.

De andere reden heb ik net aangeduid, maar hij kwam ook in het algemeen overleg aan de orde. De Europese regels schrijven voor dat alleen kosten die doelmatig zijn, in de tarieven van de elektriciteit of het transport daarvan mogen worden doorberekend. Woningen kopen en uitkopen terwijl er geen gezondheidsrisico is voor de bewoners, kan niet als doelmatig worden aangemerkt. Vandaar dat dit zal stuiten op de Europese regels die hiervoor zijn vastgesteld. Dus om die beide redenen, de uitvoering vindt plaats door de gemeenten en het is in strijd met de Europese regels, vind ik dat wij ons hier niet verder in moeten gaan verdiepen. De situatie is zo, en om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 32 van de leden Jansen en Van Tongeren.

De voorzitter:

Een reactie van mevrouw Van Tongeren, wellicht mede namens de heer Paulus Jansen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik hoop ook mede namens de heer Jansen. Het is de vraag of dit echt niet mag van de EU. De minister zegt heel stellig dat dit niet mag, en dat dit voor hem de tweede reden is om het niet te doen. Deze motie vraagt de minister of hij bereid zou zijn om dit nog een keer te checken, omdat er toch ook andere berichten zijn. Het eerste argument van de minister was dat je dit niet aan TenneT kunt vragen, omdat TenneT de uitkomst niet kan beïnvloeden. Straks, in een volgende periode, wordt dit echter wel aan de belastingbetaler gevraagd, en die kan ook niet beïnvloeden hoe een specifieke gemeente dit doet. De minister had het net over het niveau van mevrouw Van Veldhoven, maar ik hoor ook deze minister vaak veel steviger argumenteren dan hij nu doet. Ik ben het niet altijd eens met zijn argumenten, maar kan mij daar vaak wel bij neerleggen. Echter, iets niet zeker weten en het dan toch niet nog een keer willen checken, vind ik jammer. En wat de andere bewering betreft: in beide gevallen is de betaler de burger. Als het in de tarieven zit, betaalt de burger, en als het een belasting is, betaalt ook de burger, terwijl die burger niet kan beïnvloeden hoe het uitgevoerd wordt. Is het nu echt niet mogelijk om dit te checken bij de EU?

Minister Kamp:

Materieel is het verschil niet zo groot. Of iets betaald moet worden door de elektriciteitsafnemer, of dat het betaald moet worden door de belastingbetaler, in beide gevallen moeten dezelfde mensen de rekening betalen. Dat maakt niet zo heel veel uit. Wij moeten hier vaststellen dat het geen doelmatige kosten zijn. Ik vind het geen doelmatige kosten. De Europese regeling is er, en die is mij duidelijk. Ik hoef echt niet iedere keer weer opnieuw uitleg te vragen over dingen die duidelijk zijn. Ik ben zelf heel goed in staat om dat te beoordelen. Een bijkomende, maar even belangrijke reden is dat ik het ook niet logisch of reëel vind om TenneT iets te laten betalen dat door anderen beïnvloed wordt en waar anderen over kunnen besluiten. Ik vind dat we de verkabeling die we nu gedaan hebben, laten betalen door TenneT, en dat we de uitkoop financieren op de wijze die ik aangegeven heb. Dat is een heel logisch voorstel. We kunnen daar natuurlijk wel weer varianten voor bepleiten, maar materieel gaat het om weinig – daar ben ik mijn antwoord mee begonnen – en formeel halen we ons dan alleen maar problemen op de hals die niet nodig zijn. Om die reden ontraad ik de motie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik constateer dat de minister ervoor kiest om niet alle belastingbetalers die ene gevulde koek minder te laten kopen. Hij kiest er bewust voor, deze groep bewoners langer in onzekerheid te laten. Dat stelt mij enorm teleur.

Minister Kamp:

Ik kies er niet voor om mensen langer in onzekerheid te laten. Ik kies ervoor om een dossier dat er lag, waar geen middelen voor in de begroting stonden en waar geen afspraak over was gemaakt in het regeerakkoord toch nog uit te voeren. Daar heb ik een voorstel voor gedaan dat door het kabinet is gesteund. Dat voorstel zal, naar ik hoop, nu ook de steun van de Tweede Kamer krijgen. Als dat lukt, ga ik met volle kracht aan de gang om zowel de verkabeling als de uitkoop uit te voeren. Ik breng alles in gereedheid om ervoor te zorgen dat vanaf 2017 en gedurende een aantal jaren dit probleem wordt opgelost. Het is het tegenovergestelde van een dossier dat ik laat liggen. Het is juist een dossier dat ik uit de la haal om tegen de stroom in ervoor te zorgen dat er tot uitvoering gekomen wordt. Ik doe dat om dezelfde redenen die ook de Kamerleden ertoe brengen, aan dit dossier de aandacht te besteden die zij er inmiddels ruimschoots aan besteed hebben, en terecht. Daarmee heb ik de vragen van mevrouw Van Tongeren beantwoord.

Mevrouw Klever zei dat het kabinet pas in 2017 aan de gang gaat. Ik hoop dat zij meegekregen heeft dat we dat absoluut niet gaan doen, maar dat wij onmiddellijk volop aan de gang gaan om alle noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Zij verzoekt de regering in haar motie op stuk nr. 33 om de toezegging van de vorige minister onverminderd en nog dit jaar uit te voeren. Daar staat voor dit jaar geen geld voor op de begroting. Ik kan die motie dus helemaal niet uitvoeren. Hoe het wel kan, heb ik aangegeven in mijn voorstel. Om die reden ontraad ik deze motie van mevrouw Klever.

Mevrouw Klever heeft gevraagd hoeveel gemeenten in de afgelopen tijd hebben gebouwd binnen de norm van 0,4 microtesla. Dat weet ik niet, want daarover heb ik geen informatie. Zij heeft verder gevraagd of wij ervan kunnen uitgaan dat de kosten voor uitkoop van deze woningen in ieder geval voor 100% door de gemeente worden gedragen. Dat is niet het geval. Wij zijn een regeling aan het opstellen waarbij alle woningen die op dit moment onder die kabels staan voor uitkoop in aanmerking komen, met een aantal mitsen en maren die wij in het algemeen overleg met elkaar hebben besproken. Zo gaan wij het doen. Ik ga niet bepaalde woningen voor 100% voor rekening van de gemeente brengen. Wat mij betreft ga ik, indien ik de steun van de Kamer krijg, de regeling uitvoeren zoals ik die aan de Kamer heb voorgesteld.

Met de heer Leegte ben ik begonnen.

Ik hoop dat ik hiermee naar behoren op de inbreng van de woordvoerders heb gereageerd.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag 4 juni zal over de ingediende moties worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven