12 Landbouwraad

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een schriftelijk overleg over de Landbouwraad van 13 en 14 mei 2013.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan over de registratie van plantenrassen en de handel in teeltmateriaal. Daarover is veel onrust ontstaan bij kleine boeren, veredelaars en mensen die een eigen volkstuin of moestuin hebben. De staatssecretaris heeft wat antwoorden gegeven die in elk geval ons de indruk hebben gegeven dat ze ongeveer op de lijn zit die de Partij voor de Dieren en andere fracties in de Kamer zouden willen voorstaan. Om dat goed helder te krijgen, dienen wij toch een motie in. Dan weten we vanaf het begin van het traject duidelijk hoe we omgaan met dit plan van de Europese Commissie. De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie met een voorstel is gekomen op het gebied van de registratie van plantenrassen;

verzoekt de regering, in haar inbreng bij het Europese voorstel:

  • - de belangen van kleine veredelaars, de biologische landbouw en de agrobiodiversiteit voorop te stellen en deze belangen te beschermen tegen hoge administratieve lasten;

  • - zich ervoor in te spannen dat de registratievoorschriften voor oude en traditionele rassen geen (financiële) belemmering vormen voor de instandhouding van deze rassen;

  • - naast de ruilhandel tussen niet-professionele gebruikers van zaden ook de vrije ruilhandel tussen boeren uit te zonderen van de registratievoorschriften;

  • - zich expliciet het recht voor te behouden om op nationaal niveau af te wijken van de verplichte registratievoorschriften voor plantenrassen om een duurzame landbouw te bevorderen, de monopolisering van onze voedselvoorziening tegen te gaan en de agrobiodiversiteit te bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Klaver, Van Gerven en Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 710 (21501-32).

De heer Van Gerven zou het woord eveneens voeren. Ik begrijp dat hij daarvan afziet. Dan geef ik het woord aan de staatssecretaris. Wij wachten even tot zij de tekst van de motie voor zich heeft.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand begon haar inbreng met de opmerking dat ze vermoedde dat haar voorstel ondersteuning van beleid zou zijn. Dat klopt, het is ook zo. Ik vind het inderdaad belangrijk dat er in de EU-regelgeving ruimte is voor kleine bedrijven, voor kleine markten, voor biologische landbouw, voor particulier gebruik en voor volkstuinen. Om die reden is het nodig dat wij goed opletten bij dit onderwerp. De verzoeken in de motie ervaar ik dus als ondersteuning van het beleid.

Ik heb één opmerking bij de motie. Die betreft het vierde verzoek, waarin de indieners de regering vragen zich het recht voor te behouden om af te wijken op nationaal niveau. Ik deel de inhoudelijke doelen. Ik ben echter, zoals bekend uit andere debatten, niet zo'n voorstander van een alleingang. Laten wij afspreken om te proberen om zaken op EU-niveau goed te regelen. Daar kunnen de indieners mij bij aan hun zijde vinden. Sterker nog, ik wil best vooruitlopen om dat voor elkaar te krijgen. Laten wij echter als uitgangspunt nemen dat het echt het beste is als wij alles wat wij aan idealen op dit onderwerp hebben communautair regelen. Dat wil ik gaan proberen. Ik neem daarbij deze motie mee als inzet voor hetgeen wij moeten gaan regelen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Die lijn ken ik van de staatssecretaris en die hoeft niet strijdig te zijn met het vierde verzoek. Dat betekent alleen dat de mogelijkheid in elk geval in het voorstel wordt ingebakken. De staatssecretaris kan vervolgens alsnog besluiten om daar geen gebruik van te maken.

Staatssecretaris Dijksma:

De Kamer weet alvast dat ik niet snel genegen zal zijn om dat te doen, om de reden die ik net heb genoemd. Ik vind het echt belangrijk dat wij zaken op communautair niveau regelen. Ik weet dat deze zorg echt niet alleen in Nederland leeft. Recent heeft ook de Duitse minister zich hier nog groots en meeslepend over uitgelaten. In de Duitse media wordt over dit soort onderwerpen veel geschreven en gedaan. Het is best jammer dat dit in Nederland niet gebeurt, want het is een belangrijk debat. Wat dat betreft vinden wij volgens mij echt wel een paar heel stevige bondgenoten. Ik neem dit mee als inzet. Ik ga echter wel proberen om het op Europees niveau te regelen. Een alleingang is namelijk niet zo mijn ding.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil bevestigen dat die lezing van de staatssecretaris niet strijdig is met de motie. Wij vinden elkaar.

De voorzitter:

Ik zag haar al knikken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende motie wordt op dinsdag 28 mei gestemd.

Naar boven