21 Leningenprogramma Cyprus

Aan de orde is het debat over het leningenprogramma voor Cyprus.

De voorzitter:

De spreektijd bedroeg vier minuten, maar er is verzocht om die op te rekken naar zes minuten. Het wordt vast door uw collega's gewaardeerd als uw bijdrage korter is – de minister reageerde er zo-even ook al non-verbaal op – maar het staat iedereen natuurlijk vrij om de zes minuten vol te maken. Interrupties doen we in tweeën, dus denkt u vast goed na over uw eerste vraag.

Het woord is aan de heer Tony van Dijck van de PVV-fractie.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Je kunt duidelijk zien dat wij als Kamer nu al slachtoffer zijn van de drukke agenda van de voorzitter van de eurogroep. Het is namelijk de tweede dinsdag op een rij dat we hier een belangrijk debat afwikkelen dat begint om 20.45 uur. Vorige week behandelden we de Wet Hof, zoals iedereen zich hier kan herinneren, en vandaag Cyprus. Dat is jammer.

Het is tevens het vierde debat over Cyprus in vijf weken tijd. Een eilandje met 750.000 mensen, een inwoneraantal zo groot als dat van de stad Amsterdam, krijgt even 10 miljard overgemaakt. Oftewel, elke familie op Cyprus krijgt maar liefst € 25.000. Dat is lekker, een cadeautje uit Brussel. Dan blijkt ook nog eens vorige week dat de Cyprioten op Luxemburg na het meest vermogend zijn van alle eurolanden. Een Cypriotisch gezin heeft gemiddeld € 670.000. Nederland staat net boven Griekenland en Slovenië met € 170.000. De Cyprioten zijn dus vier keer zo rijk als wij. Wie zijn wij om Cyprus te helpen? De arme helpt de rijke. Nederland speelt voor een omgekeerde Robin Hood.

Cyprus heeft er ook alles aan gedaan om de Russische melkkoe niet te hoeven slachten. Men ging eerst onderhandelen in Rusland voor steun. Daarna wilde men zelfs de kleine spaarders opofferen. Men heeft alle grote Russische spaarders geïnformeerd, waardoor 132 rekeninghouders hun geld hebben kunnen wegsluizen van dit eiland. Zelfs de schoonzoon van de president heeft twee dagen voordat de banken op slot gingen maar liefst 21 miljoen weggesluisd. Voor de grootspaarders voor wie het te laat was – die waren er ook – bleven de filialen in Londen en Rusland gewoon open. Ook circuleert er een lijst van politici en bedrijven waarvan leningen zijn kwijtgescholden of gewist. Kent de minister deze lijst? Daar hebben we trouwens weer een lijst! Of is dit ook een nationale aangelegenheid, net als het onderzoek naar de vermeende voorkennis dat vorige week is gestart of net als de 2 miljoen die de CEO van de Bank of Cyprus zichzelf heeft toegestopt een week voor de bank op slot ging? Daar gaat de minister niet over. Dat zijn nationale aangelegenheden, net als de Lagardelijst met 2.000 Griekse zwartspaarders. Deze minister mag straks echter wel een cheque van 10 miljard meeondertekenen, want daar gaat hij wel over.

Nu heeft Cyprus 17 miljard nodig, een bedrag dat bijna even groot is als het hele bbp. Europa betaalt daarvan 10 miljard. Maar de inkt van deze deal is nog niet droog of Cyprus vraagt alweer om meer tijd voor terugbetaling, namelijk tot 2018, en om meer geld. Bovendien is het geen 17 miljard, maar blijkt het opeens 23 miljard te zijn. Dat is 6 miljard meer! Maar, niet getreurd, die extra 6 miljard kan Cyprus makkelijk zelf financieren. Hoe kan dit? Worden we soms voor de gek gehouden? Eerst was 7 miljard het absolute maximum, maar nu kan opeens 13 miljard ook. Hoe is dat mogelijk? Opeens is het mogelijk om de goudreserves te verkopen voor 400 miljoen. Opeens levert de herstructurering van de banken geen 5,8 miljard op, maar 10 miljard, en opeens kunnen de belastingen met bijna 3 miljard worden verhoogd. Waarom gebeurde dat niet eerder? Als Cyprus zo makkelijk 6 miljard extra kan ophoesten, waarom kan Cyprus dan niet de hele 16 miljard ophoesten?

Waarom verhoogt Cyprus bijvoorbeeld niet de winstbelasting? Die is nu gestegen van 10% naar 12,5%, maar in Nederland is die 25%. Waarom wordt de inkomstenbelasting niet verhoogd? Cyprus kent een toptarief van 35%; in Nederland is dat 52%. De btw gaat dit jaar in Cyprus naar 18%; de Nederlanders betalen 21%. Waarom doen zij dat niet? Nog voordat Cyprus de 10 miljard krijgt overgemaakt, belt Anastasiades met vriend Barroso met de vraag of hij nog iets kan doen uit die vette EU-begroting. Barroso belooft hem het maximale te doen om de EU-fondsen in te zetten en de uitbetaling te vervroegen. Wordt vervolgd. Iedereen die denkt dat het bij 10 miljard blijft, is meer dan naïef te noemen. Dit kleine eilandje gaat ons nog heel veel koppijn bezorgen.

Tot nu toe zijn alle interventies ons verkocht als noodzakelijk om besmetting te voorkomen. De stabiliteit van de euro moest worden gewaarborgd tegen elke prijs. Wat zien wij echter? Het tegenovergestelde gebeurt. Na Griekenland waren Ierland en Portugal aan de beurt, daarna Spanje en nu Cyprus. Slovenië staat al klaar in de startblokken. De OESO heeft ons twee weken geleden al gewaarschuwd voor een dikke bankencrisis in Slovenië. Door de haircut in Griekenland kwam Cyprus in de problemen en door de aanpak van de spaarders in Cyprus komt nu Slovenië in de problemen. Wie durft er nog met goed fatsoen geld te parkeren op een spaarrekening? Laat staan dat iemand nog een bankobligatie durft te kopen! Doordat alle eurolanden nu op de rem gaan staan, is de hele euro besmet, met oplopende tekorten en hoge werkloosheid tot gevolg. Zelfs de grootste eurofiel aller tijden, de heer Barroso, ziet nu in dat de "one size fits all"-aanpak niet werkt; beter laat dan nooit. Ook uit Duitsland klinken steeds hardere geluiden om de euro te ontmantelen.

De toekomst van de Cyprus ziet er dan ook somber uit. Spaarders zijn hun geld kwijt, de financiële sector is ontmanteld en de economie kan de komende twee jaar een krimp van 25% verwachten. Als Cyprus slim is, stemt het vandaag – ik heb begrepen dat men vandaag moet stemmen – tegen dit kamikazepakket en stapt het land vandaag nog uit de eurozone, in de voetsporen van IJsland, met nieuwe hoop op een betere toekomst, op groei en op welvaart.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp en wij spreken er vandaag niet voor het eerst over. Ik hoop dat er nog een paar mooie passages in de bijdragen van collega's zitten, waardoor ik mij toch nog positief zal verbazen. Misschien breng ik zelf wel iets heel verrassends in.

De economie van Cyprus heeft een enorme dreun gekregen. Het IMF ziet zelfs af van het maken van ramingen voor 2013 en 2014 omdat de vooruitzichten te onzeker zijn. In de schuldhoudbaarheidsanalyse van de Commissie en de ECB wordt geschreven over een krimp van 9% dit jaar en 4% volgend jaar. In 2015 zou er al weer sprake zijn van groei. De schuld zou dan in 2020 uitkomen op 105% van het bbp. Waarom wordt deze analyse niet gedeeld door het IMF? Verwacht de minister dat het huidige steunpakket afdoende is? Indien het huidige pakket onvoldoende blijkt, welke andere mogelijke maatregelen ziet de minister dan voor Cyprus? Kan Cyprus bij fors tegenvallende groeicijfers aanvullende steun van Europa verwachten?

Ik ga in op de transitie naar een ander verdienmodel. In het memorandum of understanding wordt melding gemaakt van het hervormen van het pensioenstelsel, het onderwijsstelsel, de sociale zekerheid, de lonen et cetera. Van de transitie naar een andere economie wordt in de MoU echter maar beperkt melding gemaakt. Inzetten op toerisme en gas: dat is zo'n beetje de conclusie die ik eruit haal. Kan de minister toelichten hoe Cyprus deze transactie moet bewerkstelligen, gezien het feit dat de Cypriotische regering de beschikking heeft over uiterst beperkte financiële middelen? Eerder gaf de minister nog aan dat de Commissie hiervoor geld uit structuurfondsen beschikbaar gaat stellen. In de MoU wordt hiervan geen melding gemaakt. Niet al te lang geleden stelde Barroso dat in de meerjarenbegroting voor 2014–2020 financiering voor regionale ontwikkeling en cohesie reeds – ik citeer – "volledig toegewezen zijn … op een zeer nauwkeurige manier". Barroso trekt de conclusie dat er geen geld overblijft voor betalingen aan Cyprus voor de verhoging van regionale ontwikkeling en cohesie, zoals de president had gevraagd. Dit is verwonderlijk, gezien het feit dat de meerjarenbegroting nog niet definitief is vastgesteld. Graag krijg ik hierop een reactie van de minister.

Eerder heb ik al aangegeven dat herstel van de Cypriotische economie gebaat is bij een oplossing van het conflict dat het eiland verdeeld houdt, alsmede bij de verbetering van de betrekkingen met het meest nabije buurland, Turkije, zeker met het oog op de mogelijke gasbaten. De Europese Commissie en ook de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon, hebben eerder het belang van een eerlijke verdeling van de gasbaten tussen de Grieks- en Turks-Cypriotische gemeenschap onderstreept. Dit belang werd vorige week door onze minister van Buitenlandse Zaken benadrukt. In het definitieve memorandum of understanding over Cyprus wordt echter met geen woord gesproken over de deling van het eiland, het conflict met Turkije en de belemmering die dit vormt voor economisch herstel. Waarom zien wij deze opvatting van de Commissie niet terug in het MoU, terwijl de Commissie zelf deel uitmaakt van de trojka?

Ik kom nu op belastingen en zwart geld. De Cypriotische regering heeft het voor elkaar gekregen dat zij geen belasting hoeft in de te voeren op dividenden. Waarom niet? Is er wel een belasting op rente ingevoerd? Ook de vennootschapsbelasting is slechts in beperkte mate verhoogd, van 10% naar 12,5%, het Ierse niveau. Blijft Cyprus op deze manier dus een belastingparadijs?

The Financial Times heeft bericht dat Nederland bij de grote jongens hoort als het aankomt op het wegsluizen van zwart geld uit Rusland. Dit was aanleiding voor GroenLinks om in het vorige debat over Cyprus een motie in te dienen over het uitbreiden van de transparantie inzake eigendomsrelatie. Ik ben dan ook blij dat deze motie door de Kamer is aangenomen. In aanvulling hierop vraag ik de minister welke andere stappen er ondernomen zijn of worden om de toestroom van grote hoeveelheden Russisch zwart geld naar Nederland tegen te gaan. Ziet de minister hierbij ook nog een rol voor de Nederlandsche Bank weggelegd?

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb een vraag ter verheldering. Het is best een dik pak papier, maar ik zag in het MoU toch een verhoging van de belasting op dividenden en interest tot 30%. Kan de heer Klaver zijn standpunt van zojuist verduidelijken, namelijk dat het doek in Cyprus open is voor belastingparadijserij?

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik stelde een vraag daarover. Ik hoop dat ik er overheen heb gelezen en dat de heer Nijboer mij op een fout heeft betrapt. Ik vroeg inderdaad aan de minister of het klopt dat er geen belasting wordt ingevoerd op dividenden.

De heer Nijboer (PvdA):

Dan wachten wij het antwoord van de minister af.

De heer Klaver (GroenLinks):

Nogmaals, ik hoop dat ik er ongelooflijk naast zit.

Kan de minister aangeven of hij verwacht dat Slovenië noodsteun nodig heeft? Of denkt de minister dat Slovenië het op eigen kracht gaat redden? De OECD raadt Slovenië aan om levensvatbare banken die onder druk staan, te herkapitaliseren. Daarbij moeten onder anderen aandeelhouders en obligatiehouders van banken mee gaan betalen. Hoe beoordeelt de minister deze aanbevelingen van de OECD? Levert de bail-in voldoende op om Slovenië uit de problemen te helpen? Wat gebeurt er als er meer overheidsgeld nodig is om levensvatbare systeembanken te herkapitaliseren? Kan de Sloveense overheid dat aan of moeten wij dan de optie van directe herkapitalisatie uit het noodfonds paraat hebben?

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Na de nodige turbulentie ligt dan nu het definitieve leningenprogramma van Cyprus voor. De PvdA verwelkomt het bereikte akkoord. Het biedt een oplossing, hoewel het zeer pijnlijk zal zijn voor Cyprus. Het is echter in het belang van de stabiliteit van de eurozone.

De vorige sprekers herinnerden er ook al aan dat wij hier al vaker over gesproken hebben. In de aanloop naar deze debatten heeft de PvdA-fractie drie harde voorwaarden gesteld. Ten eerste was de financiële sector van Cyprus veel te groot. De heer Klaver wees zojuist op de belastingparadijserij daar. De sector was onhoudbaar en moest hervormd worden. Daaraan is voldaan. Ten tweede moesten er forse private bijdragen worden geleverd. Niet alle ellende kon op het bordje van de Europese belastingbetaler worden geschoven. Ook daaraan is voldaan. Ten derde moet witwassen, fraude, corruptie en malversatie worden aangepakt. Daar zijn afspraken over gemaakt, maar alleen afspraken zijn niet voldoende. Een en ander moet vervolgens worden bekeken en worden uitgevoerd. Maar aan die drie voorwaarden wordt voldaan.

Wat verder voor de PvdA-fractie altijd van belang is geweest, is de betrokkenheid van het IMF, zowel financieel als inhoudelijk. Het ziet ernaar uit dat het IMF een miljard bijdraagt. Het dient echter ook op te treden als strenge scheidsrechter bij het bepalen wat een houdbare schuld is. Daar heeft de PvdA-fractie ook een vraag over aan de minister. Welke rol heeft het IMF gespeeld in de schuldhoudbaarheidsanalyses? Er wordt ook gesproken over documenten die het IMF nog zou opmaken voor de eigen besluitvorming, maar die zijn niet bijgevoegd. Zijn die een-op-een dezelfde als die van de Europese Commissie en van de Europese Centrale Bank, of zit daar verschil tussen? Hoe zijn de scenario's tot stand gekomen waaruit blijkt dat de schuldhoudbaarheid binnen een redelijke bandbreedte blijft? Er kunnen immers best dingen gebeuren in de wereld waarbij je toch behoorlijk uit de bocht vliegt. We hebben het zelfs in Nederland zien gebeuren.

We hebben nog een aantal vragen. Wat is de stand van zaken bij de Russische leningen? Hoe zijn de gesprekken met Rusland? Worden die leningen doorgerold? Is daar al zicht op? Wat is de bijdrage van de private partijen? Ik heb het over spaarders met tegoeden boven de € 100.000 bij de twee banken die moeten bijdragen, Laiki Bank en Bank of Cyprus. Om welk percentage gaat het? Hoe zit het met de 2,5 miljard die beschikbaar is voor de andere banken, maar ook voor de buffers? Wanneer worden die buffers aangesproken? Als er tegenvallers zijn, kan men dan een deel van de 2,5 miljard gebruiken? Of moet Cyprus tegenvallers eerst zelf opvangen met additionele maatregelen? Wat zijn de afspraken daarover?

Ik kom op de democratische legitimiteit. Het eerste pakket is gesneuveld omdat het Cypriotische parlement het niet kon dragen. Dit pakket kon echter worden uitgevoerd zonder daaraan voorafgaande stemmingen in het Cypriotische parlement. Maar nu blijkt uit gesprekken met de ambassade dat het de verwachting is dat het MoU moet worden goedgekeurd door het Cypriotische parlement. Ook de onderdelen, alle belastingverhogingen – we hadden er net al een te pakken – zullen toch goedgekeurd moeten worden. Hoe is geborgd dat Cyprus zijn woord houdt?

Er staan heel veel afspraken in het memorandum of understanding, over schuldenniveaus, over herstructurering, over uitgavenbeperkingen over de hele linie, over belastingen die omhooggaan, van Vpb tot bankenbelasting tot accijns voor bier en voor ouzo. De pensioenleeftijd wordt verhoogd. De markten worden opengesteld. Al deze noodzakelijke maatregelen zullen grote gevolgen hebben voor de Cypriotische economie en voor de Cypriotische samenleving. Die economie moet fundamenteel worden hervormd, want het verdienmodel gebaseerd op een veel te grote financiële sector is niet houdbaar. Maar Cyprus moet niet van een witwaseconomie veranderen in een casino-economie. Er is een fundamenteel herstelplan nodig om die economie weer op het juiste spoor te krijgen. Dat is niet alleen van belang voor de Cyprioten maar ook voor onszelf, want alleen als Cyprus weer groeit, weer op de been komt, weer een houdbaar model krijgt, ook economisch, is het in staat de leningen aan ons terug te betalen. De PvdA-fractie vraagt de minister dan ook wat de rol is van de Europese Investeringsbank. Kunnen cohesiefondsen hierbij een rol spelen? Vorige sprekers wezen daar ook al op. De PvdA-fractie vraagt ook oog voor de sociale omstandigheden in het land. De lasten kunnen niet alleen maar bij de laagste inkomens terechtkomen. Er moet een leefbaar Cyprus blijven.

Ik kom op mijn laatste punt. Dan blijf ik binnen de vier minuten. Cyprus heeft de noodzaak tot een snelle doch doordachte vormgeving van de bankenunie indringend onderstreept. De PvdA blijft de minister aanmoedigen tot de grootst mogelijke spoed, al moet het natuurlijk wel zorgvuldig gebeuren. Private risico's moeten ook echt privaat worden gedragen. Pas als het helder is wie bij deconfitures aan de lat staat en wie ervoor opdraait, kan er pas echt stabiliteit terugkeren in de eurozone.

De voorzitter:

Vier minuten was een rekbaar begrip voor u, mijnheer Nijboer. De heer Van Dijck heeft nog een vraag aan u.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De PvdA pleit nu voor nog meer geld naar Cyprus. De heer Nijboer heeft het over cohesiefondsen, de Europese Investeringsbank, alle ballen op Cyprus, alle miljarden naar Cyprus. Hij weet echter net als de PVV dat het geen houdbare zaak is. Cyprus kan die 10 miljard nooit terugbetalen en het heeft geen fatsoenlijk verdienmodel. Daar wees de heer Nijboer zelf op. Waarom pleit hij in godsnaam voor een transferunie om meer miljarden over te maken naar het eiland? Hij zadelt het eiland op met schulden waarvan hij nu al weet dat het die nooit kan terugbetalen. Maakt hij zich daarover geen zorgen?

De heer Nijboer (PvdA):

De heer Van Dijck stelt altijd kritische vragen. Dat is ook goed, maar ik had verwacht dat hij er ook wel een compliment voor zou uitdelen dat de zwartspaarders in Rusland enorm worden aangeslagen en dat de private partijen enorm bijdragen aan deze oplossing. Er is dus een lening verstrekt. Er zijn zelfs heel veel extra private miljarden bijgedragen. Er is heel sterk aan vastgehouden om dat niet te groot te laten zijn en om het een houdbare schuld te laten zijn, maar tegelijkertijd zit Cyprus gewoon met forse problemen. Daarom wijs ik er ook op dat het economisch herstel meer aandacht behoeft.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat was geen antwoord op mijn vraag. Het gaat natuurlijk om het verdienmodel. Cyprus heeft niets meer, want de financiële sector waarmee het zo lang zo veel geld heeft verdiend, is nu door Brussel afgenomen. We kunnen erover discussiëren of dat terecht of onterecht is, maar Cyprus moet nu van een paar toeristen en drie olijven 10 miljard terugbetalen. Ik zie het niet gebeuren. De heer Nijboer maakt zich er kennelijk geen zorgen over. Hij pompt er 10 miljard in. Hij pleit voor cohesiefondsen, een investeringsbank en meer miljarden naar Cyprus, maar dat zijn onze miljarden! Het zijn miljarden waar onze mensen hier in Nederland keihard voor moeten werken, waarover onze mensen 21% btw moeten betalen, terwijl ze in Cyprus maar 18% betalen, en waar onze mensen 52% loonbelasting over betalen, terwijl ze in Cyprus 35% betalen.

De voorzitter:

Wat is uw vraag aan de heer Nijboer?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wat heeft de heer Nijboer met Cyprus? Heeft hij daarmee een speciale band of is hij een volksvertegenwoordiger van Nederland?

De heer Nijboer (PvdA):

Het lijkt mij sterk dat de heer Van Dijck de financiële sector met al die zwartspaarders waar ik hem zo veel ronkende teksten over heb horen zeggen, houdbaar vond. Ik vind het dus goed dat die beperkt wordt, dat die geherstructureerd wordt en dat wij die aan banden leggen. Dat betekent wel dat de mensen die daar werkten, wat anders moeten gaan doen. Dat vergt een enorm herstel van de economie. Het is een enorme klap voor de Cypriotische economie en voor de samenleving daar. Ik vind dat wij als Europa daarbij kunnen helpen om het erbovenop te krijgen, want daar worden wij uiteindelijk allemaal beter van. Dan worden onze leningen eerder betaald. Dat heb ik zojuist betoogd.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Bij de aanpak van Cyprus hebben wij voor de tweede keer in korte tijd een trendbreuk gezien ten opzichte van de toenemende druk om landen in de problemen alsmaar meer steun te verlenen. De eerste was dat met het steunpakket de rekening voor een heel belangrijk deel in het land zelf wordt gelegd, bij de aandeelhouders, de depositohouders boven de ton en de banken. Zij moeten in eerste instantie bloeden voor de problemen. Dat deel, die trendbreuk van een paar weken geleden, kenden wij al. Nu is er een tweede gekomen, een duidelijk signaal aan probleemlanden: er zit ook een maximum aan noodleningen. Eventuele extra financiering, zoals Cyprus die eigenlijk dacht nodig te hebben, moet gewoon zelf opgebracht worden met aanvullende maatregelen. De 10 miljard van het ESM en het IMF samen bleef 10 miljard. Het meerdere moet bijvoorbeeld gezocht worden in een grotere afslag op de bankdeposito's boven een ton.

De overeenkomst voor Cyprus zoals die er nu ligt, voldoet aan de criteria die Nederland en de eurogroep eerder hebben gesteld, waaronder een betrokkenheid van het IMF. Om die reden is de VVD dan ook van plan het plan te steunen. Zoals ik al in de eerdere debatten heb aangegeven, doen wij dat niet van harte, maar wij vinden het wel noodzakelijk om de stabiliteit in de euro te houden. Het is een zeer gedetailleerde overeenkomst geworden met tal van hervormingen. Ook de heer Nijboer noemde er net al eentje. Ik vond er ook nog eentje die zelfs tot op het niveau van de door de trojka gewenste werktijden van ambtenaren en werknemers in de zorg gaat. Voortaan starten zij, om een voorbeeld te noemen, om 8.00 uur 's ochtends in plaats van 7.30 uur, maar zij werken wel langer door aan het einde van de dag.

Voordat ik verder op de overeenkomst inga, heb ik een belangrijke vraag vooraf. Tijdens het vorige debat over Cyprus heb ik de minister gevraagd wat de positie van Cyprus zelf is en of het Cypriotische parlement nog over deze overeenkomst gaat stemmen. In dat geval, zo zei ik, zou het misschien verstandig zijn om te wachten met besluitvorming totdat wij zeker weten dat Cyprus ook instemt, een beetje wijs geworden door de geschiedenis van vorige maand. Nu las ik wederom berichten dat Cyprus eind deze week of volgende week wil stemmen in het parlement. Wat is er dan de reden voor dat morgenmiddag al de telefonische vergadering van de ESM-gouverneurs, dus de ministers van Financiën, plaatsvindt? Is het wel verstandig om dat morgen al te doen? Wat doet de minister als na morgen het Cypriotische parlement opnieuw de kont tegen de krib gooit?

Over de inhoud van de overeenkomst heb ik nog enkele vragen. Ik verzoek de minister daarop in te gaan. Allereerst de aanpak van het witwassen. Er zijn nu deadlines verbonden aan het maken van een plan van aanpak, maar hoe wordt er daarna voor gezorgd dat daadwerkelijk binnen de bankkantoren op de werkvloer een eind wordt gemaakt aan het witwassen?

In de brief staat dat er een buffer is ingebouwd in de beschikbare ruimte voor herkapitalisatie van banken indien de economische krimp groter is dan verwacht. Zo'n buffer zie ik niet in de rest van het programma. Het halen van de schuldhoudbaarheid stelt dus heel hoge eisen aan de inschatting van de economie, dus de economische krimp op korte termijn en de groei daarna. Om dat te halen zijn heel veel hervormingen afgesproken, waaronder belangrijke zoals de verbetering van de concurrentiekracht en de kwaliteit van de toeristische sector. Ik moet aannemen dat deze inschattingen realistisch zijn. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? Wat gebeurt er indien blijkt dat de Cypriotische regering meer financiële middelen nodig heeft? Wat ons betreft blijft het bij die 10 miljard en zal Cyprus extra middelen zelf moeten ophoesten.

In dit verband wordt ook gerefereerd aan de gasvoorraden. Op die manier zou een economie rond de energiesector kunnen worden opgebouwd. De verschillende documenten hinken op twee gedachten. Waar de MoU, de overeenkomst met Cyprus, terughoudend is en de risico's aangeeft – laten wij ons niet op korte termijn rijk rekenen – geeft de schuldhoudbaarheidsanalyse aan dat de exploitatie van die gasvoorraden belangrijk is voor de economie en dus voor de afbetaling van de schulden. Ik verzoek de minister om ook na inwerkingtreding van het programma de deadlines rond die gasexploitatie heel goed te verankeren in het trojkatoezicht. Ik vraag de minister niet om ons onnodig rijk te rekenen, maar ik vraag hem wel om zeker te stellen dat wij geen mogelijke inkomsten laten liggen. Graag een reactie. Ik wil ook de verzekering dat met betrekking tot de financiële sector alle staatssteunregels die binnen de EU zijn afgesproken, strikt worden nageleefd.

Drie korte vragen tot slot. Ik zou graag horen wat de huidige verwachting is voor het afbouwen van kapitaalrestricties die zijn ingevoerd. Het programma loopt tot en met 2016, maar zijn er ook al afspraken gemaakt voor de horizon van het trojkatoezicht? Ook na 2016 zal dat nog wel een tijdje nodig blijven. Immers, dan wordt het payback time. Blijkbaar heeft de ECB tijdens de eurogroepvergadering een groot punt gemaakt van de onafhankelijkheid van de Cypriotische nationale bank. Nemen de ESM-gouverneurs, dus de ministers van Financiën, dit ook over en maakt dit nog deel uit van de vergadering die de minister daarover heeft? Ik las in de media dat de goudopbrengsten in dit steunprogramma zijn ingeboekt, maar dat president Draghi van de ECB aangaf dat die opbrengsten eigenlijk in eerste instantie tekorten op de balans van de centrale bank die verband houden met de ELA-noodsteunverstrekking, zouden moeten dekken. Graag een reactie.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Ik ben blij dat de heer Nijboer mijn rol heeft overgenomen om iedere keer dat wij met de minister spreken, over de bankenunie te beginnen. Dank daarvoor. Daar gaan wij de komende tijd mee door.

Wij hebben al vaker over Cyprus gesproken. Tijdens het vorige debat ging het vooral over de communicatie en het proces. Vandaag wil ik het vooral over de inhoud hebben. Ik begin met het pakket. In de overeenkomsten zijn zeer gedetailleerde afspraken opgenomen over wat Cyprus de komende jaren moet doen. De heer Harbers sprak al over de arbeidstijden voor ambtenaren. Er staan ontzettend veel maatregelen in: belastingverhogingen, pensioenaanpassingen, maatregelen in de gezondheidszorg, het afschaffen van de automatische prijscompensatie, het aanpassen van het openbaar bestuur, en ook nieuwe regulering voor de financiële sector en de aanpak van witwaspraktijken. Er zijn steeds meetmomenten en verplichtingen voor Cyprus om daadwerkelijk voortgang te boeken. Iedere keer is er monitoring door de trojka. Pas als de stappen zijn gezet, wordt het geld overgeboekt. Ik kan hier kort over zijn. Het pakket voor Cyprus is zeer fors. Cyprus zal de komende jaren veel pijnlijke maatregelen moeten nemen om in aanmerking te komen voor het geld uit het reddingspakket. Mijn fractie steunt deze aanpak, ook omdat die in lijn is met de criteria die wij vooraf met deze minister hebben afgesproken.

Ik heb nog een aantal aanvullende en verduidelijkende technische vragen, met name over de bail-in. D66 vindt het goed dat private investeerders aan het pakket meebetalen. Wie risico's neemt moet ook betalen als het misgaat, maar spaarders moeten wel de laatsten zijn die worden aangeslagen. Wij hebben hier de vorige keer uitgebreid gedebatteerd over het proces en de onrust die de twee reddingen van Cyprus hebben veroorzaakt. Dat hoeven wij vanavond niet te herhalen. Wel heb ik nog een vraag over de tegoeden bij de banken op Cyprus.

Volgens de minister heeft de overgrote meerderheid van de tegoeden op Cyprus niets met sparen te maken. Wat voor tegoeden zijn dat dan wel? Op Cyprus wordt nu 8,3 miljard betaald via de bail-in. Betalen de niet-spaarders daaraan meer dan de gewone spaarders? Of betalen juist de gewone spaarders meer omdat via de filialen in Londen en Moskou veel andere tegoeden zijn verdwenen? Graag krijg ik een reactie van de minister.

Ook ik wil een opmerking maken over de schuldhoudbaarheid. Een houdbare schuld is het belangrijkste doel van deze redding. De vraag is wel of wij dit bereiken. Wij hebben een analyse gezien van de Europese Commissie en de ECB. Het viel mij op dat er grote verschillen zitten tussen de schuldramingen van november, februari en april. In november was de schuld nog 134% van het bbp, in februari 93% en in april 109%. Wat is de verklaring voor deze verschillen? Zit het alleen in de bail-in in plaats van de herkapitalisatie van de banken die oorspronkelijk via 10 miljard publiek geld zou gaan? Met andere woorden, kan de minister een toelichting geven op deze drie verschillende meetmomenten? Ze fluctueren nogal fors.

Ook wil ik mij aansluiten bij de vraag van de heer Harbers over de afbouw van de kapitaalrestricties. In een monetaire unie is het heel belangrijk dat die zo snel mogelijk worden afgebouwd. Hoe staat het daarmee en welke stappen worden er genomen?

Wat de schuldhoudbaarheidsanalyse betreft, wil ik mij ook aansluiten bij de vraag van de heer Nijboer over de betrokkenheid van het IMF. Ik zag in de analyse expliciet de ECB en de Europese Commissie en een verwijzing naar het IMF. Wat is de betrokkenheid van het IMF en wanneer komt de definitieve analyse?

Tot slot kom ik bij het belangrijkste punt wat mij betreft, de toekomst van Cyprus. Een redding heeft alleen zin als het daarna echt beter gaat, als de maatregelen die worden genomen en die nu worden opgedrongen, echt leiden tot een gezonder en stabieler Cyprus. Net als bij de redding van Griekenland zijn daar twijfels over. De trojka raamt nu alweer economische groei in 2015. Alleen als die doorzet, heeft Cyprus in 2020 een schuld van 105% van het bbp. De cruciale vraag is of die groei er wel komt. Een deel van de Cyprioten raakt een fors deel van het spaargeld kwijt. Het verdienmodel van de financiële sector verdwijnt. Mijn fractie is daar een groot voorstander van, maar de vraag is wel wat ervoor in de plaats komt. Natuurlijk wordt er hard bezuinigd op de overheid en ook door allerlei maatregelen in de economie. Welk perspectief is er op groei? Zolang er geen perspectief is, vlucht talent weg en komen investeerders niet terug om te investeren in de economie, zoals wij in het recente verleden ook hebben gezien. Ik ben benieuwd hoe wij volgens de minister ervoor kunnen zorgen dat Cyprus weer een bloeiende, gezonde economie wordt.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Onlangs hebben wij het hier uitgebreid gehad over Cyprus en inmiddels beschikken wij over het memorandum of understanding. Om te voorkomen dat wij het debat opnieuw voeren, zal ik mij concentreren op zaken die in de tussentijd bekend zijn geworden zodat ik de heer Klaver hopelijk zal verbazen.

Aan de hand van officiële documenten die wij nu hebben, kon de Financial Times een vergelijking maken met het eerder uitgelekte stuk. Uit die analyse komt naar voren dat er niet 17 miljard nodig zou zijn, maar 23 miljard. De heer Van Dijck noemde dat ook al. Kunnen wij inderdaad concluderen dat er 6 miljard extra nodig is? Waar komt dat dan vandaan? Er is een verhaal van Rehn over niet vergelijkbare grootheden, bruto-netto, maar maak gewoon die vergelijking. Dat zou het voor ons verduidelijken. Is de kapitaalbehoefte in die korte tijd zo enorm toegenomen? Klopt het dat deze kosten zouden moeten worden goedgemaakt door verkoop van goud en extra privatiseringen?

Er werd aangekondigd dat Cyprus voor 400 miljoen aan goud zou moeten verkopen. Vervolgens stortte de goudprijs in. Is dat mede daardoor veroorzaakt? Levert dat niet het probleem op dat Cyprus nu nog meer goud moet verkopen om aan die 400 miljoen te komen? Van de 14 ton die zij in de kluis hebben liggen, zouden ze door die prijsdaling nu 12 ton moeten verkopen in plaats van 10 ton. Kan de minister uitleggen wat er is gebeurd met de discussie over die goudverkopen? Gaat de ruzie met de ECB erover dat deze zegt dat de opbrengst direct naar de ECB moet stromen om de ELA voor een stuk terug te kunnen betalen. Als dat klopt, kan dit dus niet bijdragen aan verbetering van de schuldhoudbaarheid van Cyprus.

Het leningenprogramma loopt tot 2016. Betekent dit dat er vanuit wordt gegaan dat Cyprus in 2017 weer volledig toegang heeft tot de financiële markt, om schulden te kunnen herfinancieren? Waarop is dat gebaseerd?

Er is inmiddels wel meer duidelijkheid over de bestemming van de 10 miljard. 2,5 miljard ervan gaat naar herkapitalisatie van de overige 24 banken. Hoe is dit tot stand gekomen? Hoe staat het eigenlijk met deze banken? Ik heb de minister de vorige keer ook gevraagd wat we nog met deze banken kunnen. Zijn ze levensvatbaar? Zijn het geen zombiebanken? Ik heb daar eigenlijk nog geen antwoord op gekregen. De vraag is dan ook of de minister zijn geld op een van deze banken zou zetten.

Ik weet niet hoe die 2,5 miljard verder over de banken wordt verdeeld. Geldt daar ook dat aandeelhouders, obligatiehouders en houders van een rekening boven € 100.000 mee moeten betalen, wanneer zij aanspraak maken op dat bedrag? Ruim 4 miljard wordt gebruikt voor de aflossing van de staatsschuld. Met dat geld redden we eigenlijk direct de houders van Cypriotische staatsobligaties. Wie hebben al die Cypriotische staatsobligaties in handen? Kan de minister daarvan een overzichtje geven? Dan weten we tenminste wie we hier redden.

Rusland heeft bij monde van president Poetin gezegd mee te werken aan het herstructureren van het verleende bedrag van 2,5 miljard, door het mogelijk te maken om later terug te betalen en door een lagere rente. In de analyse van de financieringsbehoefte staat reeds ingeboekt dat Cyprus pas in 2018 begint met de afbetaling ervan. Is ook de toegezegde verlaging van 4,5% naar 2,5% op de lening reeds ingeboekt?

Dit weekend vernamen wij dat Rusland ook eisen stelt. Dat roept de vraag op hoe zeker deze herstructurering is. Zo eist Rusland dat de dochteronderneming van VTB, de tweede bank in Rusland, weer eerst normaal zaken moet kunnen doen, zonder kapitaalrestricties. Hoe reëel is dat? Kan er sprake van zijn dat alleen de kapitaalrestricties voor deze ene dochteronderneming worden opgeschort?

Waar wij ons in het algemeen zorgen over maken, is dat wij een herhaling zien van het scenario bij Griekenland: keiharde, opgelegde bezuinigingen die averechts werken, en uiteindelijk wel degelijk herstructureringen van de staatsschuld, in eerste instantie door verlenging van looptijden en verlaging van rente. Private investeerders hebben zich tegen die tijd allemaal teruggetrokken, zodat wij dan met zijn allen die klappen moeten gaan opvangen. Daarom vindt mijn partij het niet verstandig om te wachten met herstructurering van de Cypriotische staatsschuld.

Wat betreft Slovenië valt op dat er een soort gewenning optreedt bij die reddingen van banken. De geschokte reacties die we zagen bij onder andere Griekenland over de enorme bedragen die ermee gemoeid gaan, heeft plaatsgemaakt voor commentatoren die zich afvragen welk land het volgende zal zijn, alsof het de modekleur voor volgend jaar betreft. De keuze is deze keer gevallen op Slovenië. Dan vraag je je af of de selffulfilling prophecy dan niet de rest doet. Beleggers gaan Slovenië dan mijden en krijgen automatisch gelijk dat zij hun geld er niet in hebben gestoken. Als je kijkt naar het EMU-saldo van vorig jaar, wijkt dat niet veel af van dat van Nederland en de staatsschuld was zelfs een stuk lager: 54%. Toch vragen de financiële markten rentes van 7%. Maar zelfs als de banken alle verliezen op de non-performing loans zouden nemen en de Sloveense overheid deze banken vervolgens voor hetzelfde bedrag zou herkapitaliseren, dan nóg zou de staatsschuld als percentage van het bbp niet zo gek veel hoger zijn dan de onze. De vraag is dus: hoe erg is Slovenië er eigenlijk aan toe? Zijn het slechts de financiële markten die de ratio volledig hebben verloren? Loopt het land het risico om ten onder te gaan aan speculatie? Wat is de mening van de minister daarover? Is dit niet een teken aan de wand voor het feit dat die financiële markten veel te veel invloed hebben?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik ga de heer Klaver positief verbazen ... door te zeggen dat de heer Koolmees de meest relevante vraag heeft gesteld. Die ging erover dat redding alleen zin heeft als het daardoor in Cyprus beter zou gaan. Volgens mij is dat de cruciale vraag. Wij hebben allemaal prachtige vragen gesteld over het memorandum of understanding en over alle mogelijke relevante details, maar uiteindelijk is volgens mij dit de kernvraag: zijn wij ervan overtuigd dat Cyprus werkelijk is gered als we dat steunpakket verlenen? Ondanks alle vragen die wij stellen, verdeelt deze kwestie ons vervolgens ook weer, omdat wij met de ons beschikbare informatie tot verschillende inschattingen komen.

Ik vroeg de heer Klaver vanmiddag in de wandelgangen: wat zal ik vanavond gaan zeggen? Eigenlijk niet tot mijn verbazing kwam toen een prachtig SGP-verhaal uit hem, dat hij helaas niet hier herhaalde toen de microfoon aanstond. De heer Klaver zei: jij gaat natuurlijk een verhaal houden over de verdiencapaciteit van Cyprus en van landen als Slovenië – want natuurlijk is het wachten op een debat over een vergelijkbaar pakket voor Slovenië – en zeggen dat die verdiencapaciteit zich niet verhoudt tot de verdiencapaciteit van landen als Nederland en Duitsland. Traditioneel hebben we een heel mooi middel voor dat soort verschillen: dat heet "wisselkoers". Met de euro hebben we die uitgeschakeld. Als je die uitschakelt en geen vergelijkbare verdiencapaciteit tussen de landen krijgt, ga je dit soort debatten voeren en zul je ze blijven voeren. Je gaat een eenmalig pakket doen, dan ga je de voorwaarden oprekken, dan ga je de leentermijnen oprekken en zo blijf je subsidiëren.

Wij zijn ervoor dat het probleem rond de euro daadwerkelijk wordt opgelost. Dat kan volgens mij. De vorm daarvan is voor mij eerlijk gezegd niet zo belangrijk. Je kunt die landen een eigen munt geven; "gunnen" heb ik weleens gezegd, en dat meende ik ook. Sommigen zeggen dat je ze eruit moet gooien, maar dat zullen wij nooit zeggen. Wij gunnen hun een eigen munt, inderdaad – zoals de heer Koolmees zegt – om hen te redden, om hun werkelijk een toekomst te geven. Je kunt dat doen door een parallelle munt in te voeren, je kunt dit doen door The Matheo Solution toe te passen; het gaat me niet om de vorm. Ik zou de minister er nog wel over willen horen: hoe cruciaal is dat wisselkoersinstrument? Wij weten het namelijk allemaal: als je niet extern kunt devalueren, zul je intern moeten devalueren. Dat betekent heel simpel: de lonen extra verlagen; meer bezuinigen dan je anders zou moeten doen, omdat je verdiencapaciteit minder is dan wanneer je zou kunnen devalueren; grote sociale gevolgen. Het is waar, ook bij een eigen munt moet natuurlijk worden hervormd; de heer Koolmees heeft dat eerder wel gezegd. Ook als zij een eigen munt kregen, zouden ze moeten hervormen, maar de impact is veel minder als we hun werkelijk de verdiencapaciteit geven die hun toekomt.

De voorzitter:

U hebt de heer Koolmees nu een aantal keren genoemd, dus hij wil nu graag reageren.

De heer Koolmees (D66):

Ik wil de heer Dijkgraaf een citaat voorleggen van de heer Kasoulides, de minister van Buitenlandse Zaken van Cyprus. In Het Financieele Dagblad van 12 april zei hij: of je blijft in de euro en je krijgt een economische schok die een faillissement benadert, of je gaat eruit en gaat écht failliet; het kostte ons een of twee dagen om dit af te wegen. Met andere woorden, de Cypriotische regering en het Cypriotische parlement hebben inderdaad de afweging gemaakt over wat goed is voor hun toekomst, en uiteindelijk heeft de Cypriotische regering het besluit genomen om in de euro te blijven en om met het pakket van de trojka mee te gaan. Met andere woorden, Cyprus heeft die afweging zelf al gemaakt en het heeft een andere keus gemaakt. Mijn vraag aan de heer Dijkgraaf is: respecteert of accepteert hij deze keus van Cyprus?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik hoef de keuze van Cyprus niet verstandig te vinden. Cyprus heeft ook de keuze gemaakt om zo'n geweldige financiële sector op te tuigen om maar mee te kunnen in de vaart der volkeren. Het heeft allerlei foute beslissingen genomen die ertoe geleid hebben dat we zijn waar we zijn. Ik vind het geen verstandige keuze. Daarbij zal ongetwijfeld meespelen dat Cyprus onder druk is gezet om maar in de euro te blijven, omdat andere landen bang zijn dat het uittreden van landen een schokeffect op andere landen teweeg zou brengen. Dat kan ik me nog voorstellen, want je zult dat heel gecontroleerd moeten doen om de financiële markten niet op het verkeerde been te zetten. Natuurlijk respecteer ik de keuze van Cyprus, maar ik mag er wel een mening over hebben.

De heer Koolmees (D66):

Naar de mening van de heer Dijkgraaf luister ik in het algemeen heel geïnteresseerd. Ik vind het in deze zaak heel belangrijk dat heel veel economen verschillen van mening over de consequenties van "binnen of buiten de euro". Mijn opvatting is dat het wisselkoersrisico of de interne dan wel externe devaluatie in de kern geen groot verschil maken voor de uitdagingen waarvoor een land als Cyprus staat. De Cypriotische regering heeft juist de keuze gemaakt om in de euro te blijven omdat ze daar meer toekomst ziet. Het past ons dan om maatregelen te nemen om het land daarbinnen te houden. De heer Dijkgraaf maakt een andere keuze, maar ik vond het wel belangrijk om hem dit citaat voor te leggen. Deze afweging heeft namelijk duidelijk bij Cyprus op tafel gelegen en het land heeft een andere keuze gemaakt.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik zal heel eerlijk zijn: die continue afweging speelt ook bij ons. We zitten wel op een bepaald spoor, maar je blijft je continu afvragen of dat spoor goed is. De meningen verschillen. Het is geen wetenschap, want we hebben te maken met zo veel onzekerheid dat niemand precies kan zeggen of dit de juiste weg is of dat een andere weg beter is. Ik vind het een goede regel om dan terug te gaan naar de basics. De basics zijn dat als je onder één munt zit en een verschillende verdiencapaciteit hebt, en je niet ziet dat je binnen een aantal jaar op een vergelijkbare verdiencapaciteit zit, je blijft zitten met een structurele financieringsstroom van rijke landen naar arme landen. Dat is in de Verenigde Staten zo, namelijk van rijke staten naar arme staten. Dat is nooit anders geweest. Dat kun je accepteren. Dat kun je wenselijk vinden. Dat kun je politiek wenselijk vinden. Wij zeggen dat landen zelfstandig zouden moeten zijn. We zijn bereid om ze tijdelijk te helpen, maar dan zouden ze wel een verdiencapaciteit moeten hebben die daarbij hoort.

Voorzitter. Onze conclusie is dat dit steunpakket economisch niet verstandig en sociaal ook niet gewenst is voor de Cyprioten zelf. Ik heb dan ook maar één simpele vraag aan de minister. Is hij bereid om alternatieven te onderzoeken voor de oplossing van de eurocrisis, zodat verschillen tussen landen weer kunnen worden gecompenseerd door aanpassing van de wisselkoers? Ik ben zeer benieuwd naar het antwoord.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Vier weken geleden hebben we al een debat gevoerd over de situatie op Cyprus. In dat debat had ik drie vragen. Toen ik het debat van vanavond zat voor te bereiden, kwamen precies die drie vragen opnieuw naar voren. De collega's hebben ze eigenlijk allemaal al gesteld. Ten eerste: wat wordt het nieuwe verdienmodel van Cyprus straks? Ten tweede: hoe houdbaar is de schuld van Cyprus? Ten derde: waarmee krijgt Cyprus echt perspectief?

Ik begin met de vraag over het nieuwe verdienmodel. Cyprus heeft een heel zwaar pakket aan maatregelen moeten doorvoeren. Een van de belangrijkste zaken waarmee Cyprus eerst zijn geld verdiende, was de bankensector. Juist die zware bankensector is de reden geworden waarom Cyprus zwaar in de problemen is gekomen. We weten allemaal hoe het een aantal Cypriotische banken is vergaan en hoezeer die banken nu moeten worden geherfinancierd. Wat overblijft, zoals we ook lezen in het memorandum of understanding, is dat Cyprus het nieuwe model op toerisme en gaswinning moet baseren. Wij hebben ervaringen met landen die het van het toerisme moesten hebben. Griekenland was zo'n voorbeeld. De ervaringen met Griekenland zijn niet heel hoopgevend voor de situatie op Cyprus. De werkelijkheid is daar zeer weerbarstig en ik voorzie dat dit voor Cyprus niet anders zal zijn. Waar is de hoop, ook van de minister, op gebaseerd dat Cyprus straks een verdienmodel krijgt dat voldoende is om de economie weer draaiende te krijgen en uiteindelijk, op termijn, alle leningen terug te betalen? Dan de vraag over de schuldhoudbaarheid van Cyprus. Cyprus heeft een vrij ambitieus tijdpad gekregen – laat ik het maar zo zeggen – om de schuld weer houdbaar te krijgen. Door de lening van tien miljard stijgt volgens mij de staatsschuld met 56%. Dat zie ik in de cijfers overigens niet terug, want dan kom ik tot een stijging van 40%. In de novemberberekening was nog wel sprake van een stijging van 56%. Hoe verklaart de minister het verschil van 16%? Is de steun aan de bankensector uiteindelijk dus wel in de staatsschuld verwerkt? Er kan nu toch nog geen sprake zijn van directe herkapitalisatie van banken? Het lijkt erop alsof dat deel eruit is gehouden, maar volgens mij zijn wij nog niet zo ver met het ESM. Ik hoor graag de visie van de minister. Cyprus moet dus een deel bij de grote spaarders gaan halen. We hebben daar vier weken geleden al heel veel over gewisseld. De vraag is of dit gaat lukken. Het is heel onzeker of dat kan worden gerealiseerd. Daarnaast is de financieringsbehoefte van de overheid sterk afhankelijk van het welslagen van alle maatregelen uit het MoU, zoals de privatisering van de staatsbedrijven, waarmee we in Griekenland niet zulke goede ervaringen hebben. Daarnaast houdt Cyprus ook na de programmaperiode een financieringsbehoefte. Ik meen dat de heer Harbers er ook naar vroeg. Hoe hard is de 10 miljard voor de minister? Is dat de maximale steun die wat hem betreft gegeven gaat worden aan Cyprus? Hoe zijn wij er zeker van dat het geld van de grote spaarders, bijvoorbeeld met privatiseringen, daadwerkelijk zal worden opgehaald? Waar is het optimisme van deze minister en van andere ministers van de eurolanden op gebaseerd?

Ten slotte kom ik bij de vraag waar wij Cyprus het meeste perspectief mee geven. We hebben vier weken geleden samen met de heer Dijkgraaf een motie ingediend op dit punt. Daarin werd gesteld dat wij misschien serieus moeten kijken naar de optie dat Cyprus buiten de eurozone beter af is, als het land daarbij tenminste een soort Marshallplan meekrijgt. Ze moeten niet één keer in een diep gat wegzakken. We moeten dus goed bekijken wat voor hulp we kunnen bieden, maar deze moet zijn gericht op het buiten de eurozone vallen van Cyprus, met een eigen munt. Niet dat dit allemaal zo fijn klinkt, maar wij hebben in onze motie aangegeven, vanuit het diepe besef dat de maatregelen die Cyprus nu over zich heen krijgt, gecombineerd met de onzekerheid over de schuldhoudbaarheid en de sociale gevolgen van een en ander, dat wij de toekomst van Cyprus heel zwaar inzien. Ik vraag de minister hoe hij tegen deze optie aankijkt. We hebben dit vier weken geleden al enigszins gewisseld, maar wat ons betreft moeten we serieus kijken naar andere alternatieven. Ik hoop dat de minister dat standpunt wel met ons deelt.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Even leek de euro vorige maand toch weer te wankelen, dankzij een klein eilandstaatje met een bescheiden economie, 0,2% van de eurozone, maar met een bancair waterhoofd, 750% van het bbp. Een land met een financiële sector dat draaide op Russisch geld, zwart, grijs, wit, al dan niet gewassen, waardoor de banken in 2011 in de problemen raakten, mede na de gedeeltelijke herstructurering van de Griekse schulden. De overheid daar zit overigens al sinds 2009 in een buitensporig tekortprocedure, met een tekort van meer dan 6% van het bbp. In juni 2012 werd dat gevolgd door een officieel steunverzoek. Medio maart – 15, 16 maart – stemde de eurogroep in met reddingsplan A, met de zeer ongelukkige afspraak om ook de spaartegoeden onder de € 100.000 aan te slaan. Daar kwam het uiteindelijk niet van, maar wel van een plan B, dat op 25 maart werd gepresenteerd en dat eigenlijk aan de basis ligt van het MoU, het reddingsplan waarover wij vandaag spreken, en het besluit van het ESM dat deze week naar verwachting wordt genomen om 9 miljard vrij te maken om het steunpakket te financieren.

De hoofdvraag is natuurlijk waarom de Europese, en dus ook de Nederlandse, belastingbetaler ook in dit geval en opnieuw de portemonnee moet trekken om een land uit de problemen te halen. De risk asessment, die onderdeel uitmaakt van het pakket, gaat in op deze vraag. Deze risicoanalyse bevat een taxatie die mijn fractie in grote lijnen wel kan delen, namelijk dat het laten vallen van het land een serieuze impact zou kunnen hebben op Griekenland en op het vertrouwen in de eurozone. Dat laatste betreft dan de vraag of, als je een klein land als Cyprus al niet binnenboord kunt halen, je dat straks met andere, grotere landen wel kunt. Ook hebben we, zeker na de flirt met Rusland, weer even gevoeld wat de geopolitieke dimensie is van het vraagstuk en van het belang om Cyprus binnenboord te houden. Alles bij elkaar genomen kan mijn fractie zich voorstellen dat die poging wordt gedaan.

Ook zijn wij positief over het feit dat het pakket stevig ingrijpt op de aard en de omvang van de financiële sector en een einde eist aan de witwaspraktijken. Wat ons betreft moet dat echt een harde conditie zijn, die ook wordt verbonden aan de voorwaarden en de uitbetalingen van de tranches. Verder is het positief dat de rekening in belangrijke mate ook in de sector en in het land zelf wordt neergelegd, voor een bedrag van ongeveer 13 miljard, via hervormingen, privatiseringen, bezuinigingen en de bail-in waarover veel collega's al gesproken hebben.

Wel plaatst mijn fractie nog vraagtekens bij de strategie om het land weer zo snel mogelijk op eigen benen te laten staan, los te koppelen van het infuus en een zelfstandige toekomst binnen de eurozone te geven. De heer Dijkgraaf heeft al een aantal behartenswaardige dingen hierover gezegd. Het valt mij op dat er een sterke krimp, van 12,5%, van de Cypriotische economie wordt voorzien in 2013 en 2014 maar dat er vanaf 2015 opeens weer groei wordt voorspeld. Deze groei loopt zelfs al vrij snel weer op tot 2%, waardoor de overheidsschuld uiteindelijk houdbaar blijft. Aan dergelijk optimisme kan zelfs onze premier nog een puntje zuigen, zou ik bijna zeggen. Waarop is dat optimisme gebaseerd? Wat is het verdienmodel dat die snelle economische groei en dat snelle economische herstel verklaart? Welke veronderstellingen liggen eraan ten grondslag? Naar ik meen de heer Harbers vroeg al of het kwaliteitsstempel van het IMF op de houdbaarheidsanalyse en de veronderstellingen over de economische ontwikkelingen staat. Het kunnen toch niet alleen de olijven van de heer Van Dijck en het toerisme zijn die de groei verklaren? En het zal ook niet het casino zijn, waar we ook over hebben kunnen lezen.

Ik kom op de 9 miljard aan steun. Ook mijn fractie is het opgevallen dat 2,5 miljard daarvan wordt gereserveerd voor de herkapitalisatie van banken. Kan de minister mij verzekeren dat dat niet rechtstreeks via het ESM maar via de overheid loopt en dat het ook niet met terugwerkende kracht rechtstreeks uit het ESM zal worden verleend, het zogenaamde "retroactief" herkapitaliseren? We hebben eerder al een motie op dit punt ingediend. Toen zei de minister dat dit nog allemaal niet aan de orde was, maar wij hechten er toch aan dat die verzekering er komt. Ook vraag ik mij af hoeveel geld er uiteindelijk is weggesluisd voor en tijdens de besprekingen van het reddingspakket. Het feit dat er via de achterdeur veel geld is verdwenen, vind ik een buitengewoon ongelukkige ontwikkeling. Hoeveel steun is er via het instrument van de Emergency Liquidity Assistance, ELA, gegeven aan banken? Tegen welk onderpand? Wordt dat gegarandeerd door de Cypriotische overheid? Immers, we spreken vandaag vooral over de risico's die via het ESM en via overheden worden gelopen, maar via de nationale en centrale banken staan we uiteindelijk ook, via de DNB-garantie maar ook indirect, voor die leningen garant.

Tot slot. Ook ik wil natuurlijk graag een kans maken op de "Klaveraward". Daarom de vraag of het nou gelukkig is dat er in Cyprus verblijfsvergunningen worden verleend in ruil voor de aankoop van onroerend goed of het stallen van geld op bankrekeningen. Klopt het bovendien dat Russische spaarders die meer dan een ton zijn kwijtgeraakt, worden afgekocht met een verblijfsvergunning? Wij zouden dat een buitengewoon ongelukkige maatregel vinden.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik proef in de woorden van de heer Van Hijum dat hij kan instemmen met dit pakket van 10 miljard. Tegelijkertijd vraagt hij zich af hoe de Cyprioten dit ooit gaan terugbetalen en of het waar is dat er gestrooid wordt met verblijfsvergunningen. Ook had hij vragen over al die banken die openbleven en het wegsluizen van geld. Vindt de heer Van Hijum Cyprus een corrupt land en een belastingparadijs?

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb moeten constateren dat er sprake was van witwassen, corruptie en allerlei praktijken die wij ontoelaatbaar vinden. Uiteindelijk is de vraag of je het land wel of niet steunt, niet zozeer ingegeven door medelijden, maar meer door de afweging of wij er als eurozone verstandig aan doen om dit land te redden dan wel gecontroleerd de eurozone te laten verlaten. Daar hebben wij serieus over nagedacht en naar gekeken, maar uiteindelijk kunnen wij de risicoanalyse die in de stukken zit en die de heer Van Dijck hopelijk ook heeft gelezen, wel delen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dus eigenlijk zegt de heer Van Hijum: het behoud van de euro en de stabiliteit mag wat kosten; wij geven zo'n land 10 miljard? Wij weten nu al dat wij dat nooit terugkrijgen, dat het een corrupt land is, dat het een belastingparadijs is en blijft, en dat daar Russen rondlopen met verblijfsvergunningen, die ook naar Nederland kunnen komen. Het is gewoon een rotte appel in onze mand, maar wij laten hem lekker zitten in die mand. Dat mag wat kosten, want hem uit die mand halen zou weleens kunnen betekenen dat er nog een andere appel uitvalt en nog een appel en nog een appel, en dat de euro straks niet meer bestaat. Stel je voor!

De heer Van Hijum (CDA):

Het klopt dat wij veel belang hechten aan de eurozone, die ons in economisch opzicht ook veel brengt. Daar willen wij ons voor inzetten, maar de heer Van Dijck koppelt dat gelijk aan het geven van geld. Wij stellen daar strikte voorwaarden aan. Vandaar ook mijn vragen over de conditionaliteit, de aanpak van witwassen en fraude, de hervormingen en privatiseringen, en het feit dat het land de rekening grotendeels zelf moet betalen. Wat dat betreft is het weer een gunstige ontwikkeling ten opzichte van eerdere reddingsacties die wij hebben meegemaakt. Daardoor is deze balans uiteindelijk wel verantwoord.

De heer Merkies (SP):

Stelt het CDA ook als keiharde voorwaarde dat dit pakket leidt tot een houdbare schuld?

De heer Van Hijum (CDA):

Ja. Daarom heb ik ook gevraagd naar de taxatie van het IMF. Een van de redenen waarom mijn fractie al bij de reddingsactie rond Griekenland en eerdere reddingsacties heeft aangedrongen op betrokkenheid van het IMF, is dat er toch een soort kwaliteitsstempel op die schuldhoudbaarheidsanalyses en -berekeningen zou komen te zitten. Daar hecht ik ook in dit geval zeer aan.

De heer Merkies (SP):

Het verbaast mij dan een beetje dat de heer Van Hijum zegt dat er wel heel erg optimistische groeicijfers worden geprojecteerd, waar premier Rutte nog een puntje aan zou kunnen zuigen. Eigenlijk zegt de heer Van Hijum dus dat het weleens heel erg zou kunnen tegenvallen. Dan heb je dus geen houdbare schuld.

De heer Van Hijum (CDA):

Daar ben ik inderdaad bang voor. Daarom stel ik die vragen. Daarom voeren wij daar vandaag een debat over. Als ik geen kritische vragen zou hebben, zou ik net zo goed bij het kruisje kunnen tekenen. Dat doen wij niet. Wij hebben hier serieus kritische vragen over. Ik vind de betrokkenheid van het IMF daarbij van groot belang.

De heer Merkies (SP):

Mag ik nog één kort vraagje stellen?

De voorzitter:

U bent allemaal zeer, zeer braaf geweest, dus vooruit dan maar: nog een heel kort vraagje.

De heer Merkies (SP):

Het CDA heeft dus nog niet besloten om in te stemmen, maar laat het er nog van afhangen. Begrijp ik dat goed?

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb mijn overwegingen hier gedeeld. Ik heb gezegd dat ik de strategische afweging van het kabinet om deze kant op te gaan, deel. Maar wij hebben inderdaad nog een aantal vragen. Laten wij het debat daarvoor gebruiken.

De voorzitter:

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de eerste termijn van de Kamer. Overigens is aan het begin van deze termijn een opmerking gemaakt over de tijdsplanning van het debat. Daar gaat de Kamer natuurlijk zelf over. De minister heeft verzocht om tien minuten schorsing voor de beantwoording.

De vergadering wordt van 21.49 uur tot 22.02 uur geschorst.

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. Ik heb niet echt een logische volgorde in mijn antwoorden, dus ik hoop niet dat ik van alles oversla.

Ik begin met een element dat wel logisch is, namelijk de vraag wat we hier vandaag eigenlijk vaststellen en wat het Cypriotische parlement nog gaat doen. Daar zijn terechte vragen over gesteld. Ik vraag vandaag op basis van de voorliggende stukken de goedkeuring van de Kamer voor het memorandum of understanding, dus de aanpak van en het pakket voor Cyprus. Dat hoeft overigens niet in expliciete zin. Als de Kamer mij niet tegenhoudt, ga ik uit van goedkeuring. Zo werkt het meestal, tenzij het wetgeving is. Niet in alle landen is parlementaire goedkeuring vereist, maar de landen waarin die wel vereist is, hebben het inmiddels goedgekeurd, Duitsland voorop. Mocht de goedkeuring er hier vanavond ook in meerderheid zijn, dan gaan de gouverneurs van het ESM – dat zijn de ministers van Financiën – in een telefonische vergadering op de 24ste, morgen dus, het besluit nemen op het MoU. Zij geven daarmee een mandaat aan de board of directors van het ESM om op een later moment de Financial Assistance Facility Agreement, dus de financiëlesteunovereenkomst, goed te keuren. Dat is precies het punt waar het Cypriotische parlement zich nog over gaat uitspreken. Die FFA zal naar verluidt aan de orde komen in het Cypriotische parlement. Daar komt de volgorde ook weer goed, want de board of directors zal de FFA niet goedkeuren dan nadat de Cyprioten zich daaraan hebben gecommitteerd. Door enkele leden was de vraag gesteld hoe onze procedure zich verhoudt tot de parlementaire behandeling in Cyprus.

Het pakket dat tot stand is gekomen, heeft een korte doch heftige voorgeschiedenis gehad, maar raakt het probleem in Cyprus daar waar het zit, namelijk in de kern, in de bancaire sector. Het gaat met name om de twee grote banken, waarvan er eentje in resolutie is genomen, zoals dat heet. Die wordt afgewikkeld. De andere bank, de Bank of Cyprus, wordt gered, met name door een bail-in van aandeelhouders, obligatiehouders en houders van onverzekerde deposito's voor in ieder geval 37,5% maar waarschijnlijk meer. Dat zal blijken uit het proces dat nu gaande is, dat bestaat uit een aantal onderdelen. Enerzijds is er de integratie van de goede delen en de ELA-schuld van de Laiki Bank. Die wordt overgeheveld naar de Bank of Cyprus. Anderzijds wordt ook de Bank of Cyprus doorgelicht. Er wordt gekeken naar de waarde van de assets: welke verliezen moeten daarin worden genomen? Dan wordt beoordeeld in welke mate en hoe diep de bail-in van de deposito's boven de € 100.000 zal moeten gaan. De deposito's zijn dus allemaal bevroren en de voorlopige bail-in is gezet op 37,5%. Waarschijnlijk wordt dat meer, en dat wordt op dit moment bepaald. Daarin zit ook een grote bijdrage aan het totaal van de financiering. Ik kom daar straks nog op terug.

Het programma loopt inderdaad tot 2016, zoals onder anderen de heer Merkies heeft vastgesteld. Dat betekent dat het inderdaad de bedoeling is dat Cyprus zichzelf in 2017 weer gaat financieren op de markt. Richting het einde van het programma zal Cyprus die terugkeer dus moeten gaan maken, zoals nu al het geval is voor Ierland en Portugal.

Een element in het programma is dat de 2,5 miljard die is gereserveerd, eigenlijk een buffer vormt, die kan worden aangewend voor kapitaalsteun aan de overige banken. Het is lang niet zeker dat het geld daarvoor zal moeten worden aangewend. En nee, dat is niet rechtstreeks uit het ESM. Die faciliteit bestaat nog niet, zoals de Kamer weet. Direct recap als instrument is nog niet beschikbaar. Het loopt dus via het steunpakket aan de overheid. Dat is onderdeel van die 10 miljard.

De heer Van Hijum heeft om een bevestiging gevraagd dat het niet alsnog retroactief rechtstreeks via het ESM zal plaatsvinden. Hij kent het standpunt van de Nederlandse regering. Ook die mogelijkheid bestaat natuurlijk nog niet, want het hele instrument van de direct recap bestaat nog niet. Het standpunt van de Nederlandse regering is dat wij niet voor retroactief gebruik zijn. Het is overigens wel onderdeel van de onderhandelingen over het instrument. Het kan zijn dat het niet wordt uitgesloten, maar ook als het niet wordt uitgesloten in het instrument, dan nog zal elk besluit tot direct recap moeten worden genomen via een gewone procedure, dus bij unanimiteit. Er zal een aanvraag moeten worden ingediend et cetera, maar laat ik niet vooruitlopen op het toepassen van dit instrument. Het is een zware procedure, als de mogelijkheid er al komt; laat ik het maar even zo samenvatten. Over het instrument van de direct recap wordt mogelijk nog voor de zomer een besluit genomen.

Een onderdeel van de schuldhoudbaarheidsanalyse is afhankelijk van de Russische lening. Daarover zijn inmiddels hoopgevende berichten verschenen, maar de onderhandelingen zijn nog niet afgerond. Zoals de Kamer weet, gaat het om een lening van 2,5 miljard, die afloopt in 2016. De rente daarop is 4,5%. Wij zoeken naar een manier om die rente te verlagen naar 2,5% om zo bij te dragen aan de schuldhoudbaarheid. De houdbaarheid van de schuld draagt overigens niet bij aan de omvang van de schuld, want de schuld wordt gewoon verlengd. Het gaat alleen om het percentage dat wordt verlaagd, dus de financieringskosten daarvan.

Ik probeer een logische volgorde aan te brengen, maar dat lukt mij nog niet zo heel goed. Over de Russische lening heb ik net gesproken. Zijn de Cypriotische banken zombiebanken? Nee, dat is niet zo. Die vraag hangt samen met het bedrag van 2,5 miljard dat klaarstaat. Die 2,5 miljard is bedoeld voor herkapitalisatie waar nodig. Een van de woordvoerders vroeg of er sprake zal zijn van een bail-in. Een bail-in kan alleen, mede op basis van de nieuwe Cypriotische wet, als de banken in resolutie komen, dus als zij echt zwaar in de problemen zitten. Dat geldt niet voor de overige banken, op basis van de huidige inzichten. Herkapitalisatie kan nodig zijn, maar dat is gewoon balansversterking. Een bail-in is pas echt aan de orde als banken in resolutie komen. Dat zal dus niet aan de orde zijn. Of herkapitalisatie van die banken nodig is, en zo ja, in welke mate, hebben wij op dit moment nog niet in beeld. Het is ook slechts een reservering binnen het bedrag van 10 miljard.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De minister zei: een bail-in is alleen aan de orde bij een resolutie. Bij de Bank of Cyprus is echter geen sprake van een resolutie, maar wel van een bail-in. De opmerking van de minister dat een bail-in alleen bij een resolutie kan, klopt dus niet.

Minister Dijsselbloem:

De Bank of Cyprus zou failliet zijn gegaan als dit reddingsplan, met de bail-in als instrument, er niet was geweest. Zonder de inzet van deze manier van redden van de bank, inclusief bail-in, was de Bank of Cyprus failliet gegaan. Dat is het verschil met de andere banken: die staan niet op het punt van faillissement. Als daar al een deel van die 2,5 miljard voor gebruikt zou worden, zou het gaan om het verder versterken van hun balans.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dus de opmerking van alleen als er sprake is van een resolutie, moet ik dus breder zien van resolutie of/indien resolutie eigenlijk te allen tijde wel had plaatsgevonden als de bail-in niet had plaatsgevonden. Dit is een beetje een ingewikkelde formulering. Begrijp ik het goed dat de bail-in impliceert dat de spaargelden boven de € 100.000 worden omgezet in bankaandelen?

Minister Dijsselbloem:

Dat is volgens mij het geval. De 37,5% wordt sowieso "gehaircut", dus omgezet in aandelen.

De voorzitter:

Heel kort.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dit is dus eigenlijk geen bail-in maar gewoon een claimemissie?

Minister Dijsselbloem:

Tja, het is een bail-in. Normaal staat een deposito achter in de rij in een bail-inprocedure, maar vanwege de balansopbouw van deze banken worden ook de deposito's geraakt en daarom worden ze nu omgezet naar aandelen en staan ze voortaan voor in de rij bij risico's. Vrijwillig is dit dus niet.

De heer Merkies (SP):

Nee, maar uiteindelijk had je het ook niet kunnen doen. Daarmee had je dan weer geld bespaard. Dan had je misschien minder hoeven uitgeven dan die 10 miljard. Voor 24 van de 26 banken geldt niet dat de obligatiehouders, de aandeelhouders en de spaarders met een tegoed van meer € 100.000 mee moeten gaan betalen. Kan er niet voor gezorgd worden dat die wet er zo snel mogelijk doorkomt? Dan hebben wij die 2,5 miljard.

Minister Dijsselbloem:

Ik snap de vraag niet, voorzitter. De eerste stelling is dat wij het gewoon niet hadden moeten doen, omdat wij dan geld bespaard hadden. Dezelfde heer Merkies trok mij in het vragenuur bijna over de katheder heen omdat het zo'n schande was dat de kleine spaarders werden geraakt door het eerste reddingspakket. Ik breng de heer Merkies even in herinnering dat wij alle spaarders met een tegoed onder de € 100.000 uit de Laiki Bank nu onderbrengen in de Bank of Cyprus en ook de spaarders met een tegoed tot € 100.000 in de Bank of Cyprus redden. Wij doen dat door alle mensen met spaartegoeden hoger dan € 100.000, de aandeelhouders en de obligatiehouders een flinke haircut te geven. Het is nu van tweeën een. Wil de SP nu graag dat de "kleine spaarders", zoals de heer Merkies ze altijd noemt, worden gered of niet?

De heer Merkies (SP):

Het was uiteraard niet mijn bedoeling om de minister over de katheder te trekken. Wij hebben altijd een heel duidelijk onderscheid gemaakt. Wij willen de kleine spaarders veiligstellen. Hier gaat het om spaarders met een tegoed boven de € 100.000. Zij krijgen blijkbaar die aandelen. Dat hoef je niet te doen.

Ik wil graag even mijn vraag verduidelijken. De minister heeft net gezegd dat voor de overige banken geldt dat er eerst een wet moet komen. Ik neem aan dat dit iets zal zijn dat vergelijkbaar is met de Interventiewet. Waarom is die wet er nog niet? Komt die wet zo snel mogelijk?

Minister Dijsselbloem:

Dat tweede is een misverstand. Ik reageerde op het eerste deel van de opmerking van de heer Merkies. Hij zei dat wij het niet hadden hoeven doen, omdat wij dan geld bespaard hadden. Dat klinkt heel aantrekkelijk, maar dan hadden wij niet gedaan waar de heer Merkies zo aan hecht, namelijk de kleine spaarders, althans de mensen met een tegoed onder de € 100.000, uit deze faillissementen redden. Dat is nu wel gebeurd. Het tweede deel van de vraag van de heer Merkies betreft alle andere banken, waarvoor een bedrag klaarstaat, zo nodig voor herkapitalisatie. Deze banken dreigen dus niet in faillissement terecht te komen. Daar geldt de resolutiewetgeving niet voor. Toen ik het had over wetgeving, bedoelde ik dus de resolutiewet die inmiddels in het Cypriotische parlement is aanvaard en wordt gebruikt voor de Laiki Bank en de Bank of Cyprus. Die zal niet worden toegepast op de andere banken. Daar komt ook geen wet voor. Sommige van deze banken hebben mogelijk een herkapitalisatie nodig. Dit zal dan in de vorm van een lening gebeuren, waardoor hun balansen worden versterkt. Dat is echt een heel ander regime dan bij die twee banken die op omvallen stonden. Door de gevolgde werkwijze zal een van die banken worden gered en gekapitaliseerd tot een niveau dat de bank weer tot een levensvatbare bank maakt.

De kapitaalrestricties zijn een belangrijk onderwerp. De belangrijkste opmerking daarover, die ook nieuw is ten opzichte van ons vorige debat, is dat er inmiddels een monitoring board in oprichting is, bestaande uit de Europese Commissie, vertegenwoordigers van de European Banking Authority, EBA, en van de Cypriotische autoriteiten. Zij zien toe op de handhaving van de restricties. Daar waren nogal wat zorgen over, ook in de Kamer. Zij zullen ook de kapitaalcontroles monitoren en evalueren, met het oog op zo spoedig mogelijke opheffing. Dat gebeurt stapsgewijs. Er zijn al enkele stappen gezet. Daar zal de komende weken mee worden voortgegaan.

De heer Merkies vroeg of er een aparte behandeling zou zijn van een Russische subsidiary, een dochterbank van een Russisch staatsbedrijf. Ik denk dat ik die vraag goed heb begrepen. Ook daarvoor zal gelden dat die ergens in de procedure van het opheffen van de restricties zal worden meegenomen. Ik heb op dit moment geen informatie over de volgorde, maar het bepalen van de volgorde is ook echt aan de monitoring board en niet aan de trojka, laat staan aan de eurogroep.

De vraag over Slovenië bewaar ik tot het laatst.

Ik kom op de belastingverhogingen. Er is sprake van een zeer uitgebreid pakket aan maatregelen. De heer Koolmees en anderen refereerden daaraan. Sommige van die maatregelen zijn al genomen. Eén daarvan is de verhoging op belasting op dividend en rente naar 30%. De heer Klaver had daar een vraag over gesteld. Hij zou een en ander niet hebben aangetroffen. De Vpb wordt verhoogd van 10% naar 12,5%. Onder anderen de heer Van Dijck heeft gevraagd waarom de belasting niet nog meer wordt verhoogd. Tegelijkertijd hebben andere Kamerleden gevraagd: wat is de economische toekomst van dit eiland? Wat is het toekomstige verdienmodel? Eén verdienmodel zal er niet meer zijn; laat ik dat vooropstellen. Bij het verhogen van deze belasting is echter ook bekeken wat de economische toekomst van het eiland is. Het blijft een eiland. Als het qua belastingniveau in de top van de Europese Unie terecht zou komen, zou het vestigingsklimaat wel een enorme klap achteruit maken. De belastingen zijn dus allemaal verhoogd, maar er is wel rekening mee gehouden dat er nog enige concurrentiepositie over moet blijven.

Ik ga nog even door op het thema van het verdienmodel. Er blijft natuurlijk een bankensector bestaan. Er blijft een financiëledienstverleningssector bestaan. Er zit veel kennis en deskundigheid op dat vlak in Cyprus. Maar alle mogelijkheden tot witwassen en dergelijke worden wel degelijk aangepakt. Inmiddels is er een externe audit gestart. Ik denk dat ik de naam van de firma die dit doet, wel mag noemen. Een bekende accountancy firm die in veel landen zit, gaat het ter hand nemen. Wij hebben zelf erop aangedrongen dat deze particuliere firma dit zou doen. Die doet dat samen met MONEYVAL. We wisten al dat de wetgeving op orde was gebracht, maar de terugkerende zorg was: betekent dit ook wat, is de praktijk nu ook veranderd? Die private accountancy firm en MONEYVAL kijken op dit moment daarnaar.

Een van de leden vroeg wat er gebeurt met de uitkomsten daarvan. Krijgt dat ook een plek? Er is afgesproken dat implementatie van de aanbevelingen onderdeel is van het MoU. Met andere woorden, als dadelijk wordt aanbevolen dat de zaken moeten worden verbeterd, dan is dat onderdeel van het MoU. Dan zullen we dus ook monitoren dat dit gebeurt. Zoals alle onderdelen van het MoU, is dat voorwaardelijk gekoppeld aan het uitkeren van tranches.

De heer Harbers (VVD):

We hebben er in een eerder debat al over gesproken, maar hoever reikt de monitoring op die aanpak? Zoals we van dit soort landen weten, is men als het gaat om het papier van de wetgeving soms geduldig, maar het gaat uiteindelijk om de handhaving tot op de werkvloer. Wordt ook de handhaving straks gemonitord?

Minister Dijsselbloem:

Dat is juist precies wat wordt gemonitord. Als mijn informatie juist is, heeft MONEYVAL vooral bekeken of de wet- en regelgeving op orde is, conform internationale standaarden. Uit de rapportage daarvan blijkt dat het allemaal op orde is. In de eurogroep willen we echter graag zeker weten dat het doorwerkt naar de werkvloer, de financiële instellingen en de banken. Daar wordt nu naar gekeken. Zodra daarover informatie of rapportages zijn van de accountancyfirma, zullen wij die meenemen in onze verslagen aan de Kamer, zodat zij de resultaten daarvan kan teruglezen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik werd even getriggerd door het verdienmodel. De minister zegt nu eigenlijk dat de belastingen niet naar het niveau van Nederland kunnen, omdat het tenslotte een eiland blijft en omdat wij ervoor moeten zorgen dat het eiland een gunstig vestigingsklimaat blijft hebben. Eigenlijk zegt de minister dat het dus toch een beetje een belastingparadijs moet blijven, want anders verdienen ze daar niets meer. Als je daar de Vpb naar 25% brengt, zoals wij hier in Nederland hebben, dan heeft een Nederlands bedrijf geen interesse meer om zich op Cyprus te vestigen, want daar is het nu 12,5%. De minister zegt dus eigenlijk dat het eiland om het een toekomst te bieden, toch iets van een belastingparadijs moet blijven.

Minister Dijsselbloem:

Je kunt een hele discussie opzetten over de definitie van een belastingparadijs. Daar is in de Kamer ook vaak over gesproken. Ik geloof dat het ook een officiële Kameruitspraak is dat Nederland in ieder geval geen belastingparadijs is. Het is gradueel en er wordt verschillend over gedacht. De heer Van Dijck heeft zelf het voorbeeld van de btw genoemd en gezegd dat die op Cyprus 18% is en bij ons 21%. Dat is volgens hem een schande. Zoals hij weet, hebben lidstaten enige bandbreedte om in btw te variëren. Sommige lidstaten zitten op 25%, maar Luxemburg zit, naar ik meen, nog steeds op 15%. Ik kijk even naar mijn ambtenaren of dit percentage nog klopt, maar dat weten zij niet eens zeker. Er zit dus een bandbreedte in. Cyprus zit op 18%. Je kunt alle belastingtarieven nog veel verder omhoog schroeven op het eiland, maar dan heb ik veel meer moeite om hier de case te maken in antwoord op al degenen die hebben gevraagd wat de toekomst van het eiland nog is. Als de trojka alle tarieven op het eiland tot het maximum van de Europese Unie had verhoogd, had ik hier een buitengewoon somber verhaal moeten houden over schuldhoudbaarheid.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat Luxemburg op 15% zit, moet het lekker zelf weten. Luxemburg krijgt geen geld van ons, maar Cyprus krijgt 10 miljard van ons! Dat is 600 miljoen van de Nederlandse belastingbetaler. Dat komt doordat de Nederlandse belastingbetaler 21% betaalt en geen 18% zoals in Cyprus. Als Cyprus geld van ons krijgt en wij 52% inkomstenbelasting betalen in het toptarief terwijl ze in Cyprus 35% betalen, en als wij 25% btw betalen en ze in Cyprus 12,5% betalen, dan dragen wij dus een deel van onze belastingen over aan een land waar de belastingen lager zijn. Als de minister zegt dat het dan niet meer houdbaar is, zegt hij dus eigenlijk dat Cyprus alleen bestaansrecht heeft voor de toekomst binnen de euro als de belastingen lekker gunstig blijven. Buiten de euro is het natuurlijk een heel ander verhaal.

Minister Dijsselbloem:

In de eerste plaats blijft de heer Van Dijck persisteren dat wij cheques uitschrijven en geld overmaken. Dat deed hij ook tijdens discussies over Griekenland en andere landen. De Nederlandse belastingbetaler stuurt het geld volgens hem naar Zuid-Europa, maar daar is geen sprake van. Het is een lening. Wij bekijken bij die lening of die terugbetaald kan worden.

In de tweede plaats zou de heer Van Dijck graag zien dat Cyprus op alle vlakken nu in de hoogste belastingtarieven komt. Dat heeft de aantrekkelijkheid dat er dan veel inkomsten zijn, maar ik vrees dat het tegenovergestelde het geval zal zijn. De Cypriotische economie krijgt op dit moment een geweldige oplawaai. Dat is onvermijdelijk, want het is gewoon een gevolg van de ongezonde situatie in de eigen bankensector. Als wij Cyprus weer een kans willen geven om erbovenop te komen, moeten wij het niet opzadelen of dwingen om in de hoogste belastingcategorie van Europa terecht te komen, want dan zie ik niet welke investeerder nog in Cyprus zal investeren. Er zit dus een afweging in. Het kan. Je kunt ze dwingen tot een zeer, zeer stringent belastingklimaat, maar zoals de heer Van Dijck weet, zijn de verschillen in belasting nog fors binnen Europa. Daar zit dus enige discretionaire ruimte in.

De overige maatregelen in het pakket variëren van het verhogen van de pensioenleeftijd tot een koppeling aan de levensverwachting. Die zal automatisch elke vijf jaar worden aangepast. De zorguitgaven worden onder controle gebracht. Financiële prikkels ter stimulering van de huizenmarkt worden afgebouwd. Pensioenen in de publieke sector worden bevroren. Enzovoorts enzovoorts. De heer Koolmees zei het al: het is een zeer gedetailleerde, zeer lange lijst, die elke keer door de trojka zal worden gemonitord en die van belang is voor de uitkering van vervolgtranches.

Ik kom op de houdbaarheid van de schuld. Hoe zit het met de schuldhoudbaarheidsanalyse van het IMF? Het IMF heeft voortdurend meegedraaid in de besprekingen over Cyprus. Het heeft een sterk stempel gedrukt op de uiteindelijke oplossing. Het deelt de analyse die gezamenlijk tot stand is gekomen, maar maakt voor zijn leningendeel, waarschijnlijk 1 miljard, een regulier programma. Ik zeg "waarschijnlijk" omdat managing director Lagarde het nog moet voorleggen aan haar bestuur. Dat reguliere programma bedraagt op basis van de omvang van het land en de quotaverdeling binnen het IMF 1 miljard voor Cyprus. Dat voorstel zal mevrouw Lagarde aan haar board voorleggen. Op het moment dat zij dat doet, naar ik meen op 10 mei, legt zij de board ook stukken voor. Pas dan is de IMF-schuldhoudbaarheidsanalyse beschikbaar. Zal die zeer afwijken van die van de Europese Commissie? Nee. Wij hebben deze procedure, waarin de Commissie en de ECB al eerder een schuldhoudbaarheidsanalyse hadden gemaakt en het IMF pas later met een eigen schuldhoudbaarheidsanalyse kwam, eerder meegemaakt. Dan zie je dat dat een-op-een is. Ik kan het niet 100% garanderen dat het zo zal zijn, maar het is mijn verwachting. De analyses zijn op dezelfde getallen gebaseerd. Het zou mij zeer verbazen als het zou afwijken. Als de schuldhoudbaarheid in de berekening van het IMF veel slechter zou zijn, zou het fonds gewoon niet meedoen. Het IMF zal geen nieuwe analyse maken. Het heeft de analyse gemaakt tijdens de onderhandelingen en de totstandkoming van het pakket.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik recapituleer hoe het ook alweer precies zat bij Griekenland. Volgens mij kwam de berekening daar wel iets hoger uit. Daarom heeft men met terugwerkende kracht verondersteld dat er straks iets gebeurt met het leningendeel. Hoe zwaar hecht de minister aan betrokkenheid van het IMF? In hoeverre is de analyse van het IMF maatgevend voor de eigen analyse?

Minister Dijsselbloem:

Nederland heeft het IMF er zo'n beetje bijgehaald, later met steun van andere landen. Nederland hecht zeer aan het oordeel van het IMF, ook op de inhoud van de maatregelen. Het IMF dwingt ons soms om maatregelen te nemen die pijnlijker zijn, die harder en sneller ingrijpen dan vanuit de Europese instellingen of de lidstaten direct zou zijn verkozen. Ik druk mij voorzichtig uit. Het IMF kijkt buitengewoon kritisch naar de samenstelling van het pakket en naar de schuldhoudbaarheid. Het voorliggende pakket vindt het IMF houdbaar. Het wordt positief voorgelegd aan het bestuur van het IMF.

Ik kom op de toekomst. Wij hebben eerder gesproken over een marshallplan. Ik meen dat de heer Dijkgraaf die term voor het eerst gebruikte. Laat ik vooropstellen dat ik vind dat het MoU en de lening van 10 miljard in de kern een hulpplan zijn. Ik vind het een beetje een gekke redenering om te zeggen: je hebt een MoU met alle maatregelen die genomen moeten worden om Cyprus er economisch en institutioneel beter voor te laten staan, je geeft het land daar 10 miljard voor en daarnaast is er een marshallplan nodig. De Europese Commissie heeft al aangegeven dat zij zal bekijken wat zij kan doen vanuit structuurfondsen, cohesiefondsen et cetera.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wat mij betreft moet het misverstand de wereld uit. Ik heb niet gezegd dat daar bovenop een marshallplan nodig is. Ik heb alleen gezegd dat, als mijn oplossing van een eigen munt zou worden gekozen, je ook dan een marshallplan nodig hebt. Er zijn hier en daar ook mensen die zeggen: voer maar een nieuwe munt in en dan ben je klaar. Ik heb het juist gebracht als een stuk eerlijkheid. Ook dan ben je niet gratis bezig: je geeft ze een munt en klaar is kees. Ook dan zul je een marshallplan nodig hebben. Ik weet niet eens wat de omvang dan zou moeten zijn. Misschien zul je dan op korte termijn nog iets meer nodig hebben.

Minister Dijsselbloem:

De heer Dijkgraaf heeft gelijk. Het was een misverstand aan mijn kant. De redenering van de heer Dijkgraaf is: wij moeten dit programma niet doen, wij moeten een andere toekomst uitstippelen voor Cyprus en daarbij hoort een marshallplan. Hij heeft volstrekt gelijk dat hij mij daarop wijst.

Wij hebben eerder het debat gevoerd over landen die op dit moment een verhoudingsgewijs slechtere concurrentiepositie hebben. Ik vind overigens dat er nog wel een verschil is tussen bijvoorbeeld Griekenland en Cyprus. In Cyprus is er echt een zeer gericht probleem in een bankensector die beladen was met risico's en die in de problemen is gekomen. Voor beide landen zal gelden dat, willen zij het verdienmodel diversifiëren en verbreden, zij op andere terreinen concurrerender zullen moeten worden. De redenering van de heer Dijkgraaf is dat de enige oplossing interne devaluatie of externe devaluatie is. Interne devaluatie betekent enorme verlaging van loonkosten en dus sociale consequenties. Interne devaluatie kan ook worden bereikt door harder te werken, door de arbeidsproductiviteit op andere manieren te verbeteren, door de efficiency te verbeteren en door met slimme en innovatieve bedrijvigheid aan de slag te gaan. Een land kan niet alleen maar concurrerend worden door de lonen te verlagen. Waarom doen Duitsland en Nederland het nog relatief goed in de export? Dat is maar zeer ten dele door loonkosten. Het is ook door de kwaliteit van de geleverde producten, de toegevoegde waarde van de producten et cetera. Ik vind het iets te eendimensionaal geredeneerd dat dit soort landen alleen maar weer economische toekomst hebben als men eerst sociale afbraak toestaat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De minister zal het ook met mij eens zijn dat het uiterst lastig is om een heel snelle groei in de arbeidsproductiviteit en de efficiency te bereiken. Kijk maar hoe moeilijk het al is in een land als Duitsland om de arbeidsproductiviteit te verbeteren. Nederland doet het daarin nog wat slechter, terwijl wij dat wel graag willen en er allerlei beleid op richten, laat staan dat soort landen die ook nog een geschiedenis hebben.

Minister Dijsselbloem:

Ja, maar tegelijkertijd is Cyprus ook een land van ondernemers met heel veel bedrijvigheid, heel veel kleine bedrijven. De aanpak die in Cyprus is gekozen, is met name door het IMF bepleit. Dat zegt: je kunt beter gericht, snel en ook hard daar ingrijpen waar de problemen zitten. Dan zal de economie inderdaad in één keer een klap naar beneden maken; de prognose is 12,5. Maar het is een prognose zoals verschillende sprekers hebben gezegd. Dan heb je het gehad. Dan heb je het probleem gericht en geïsoleerd aangepakt. Je hebt banken weer gezond gekregen et cetera en dan kan de economie gaan groeien. De aanname die sommigen als optimistisch hebben gekenmerkt dat er in 2015 alweer groei zou zijn, is juist gebaseerd op de onderbouwing van het IMF. Dat zegt dat je het op verschillende manieren kunt doen. Je kunt het langzaam doen, je kunt het geleidelijk doen, je kunt het breed doen en de lasten uitsmeren over de hele economie. Of je doet het heel gericht, hard in die banken waar het probleem zit. Dat is uiteindelijk de gekozen oplossing. Dan ga je door een diep dal, in een keer een klap naar beneden, en komt het economisch herstel eerder. Ik citeer het IMF.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik ben het daarmee eens. Je kunt de pijn maar beter zo snel mogelijk nemen. Volgens mij moeten wij dat in meer landen doen, maar wij staan hier nog wel een paar keer dit jaar. Maar ook dan voorspelt niemand dat de arbeidsproductiviteit met sprongen omhoog gaat.

Minister Dijsselbloem:

Dat zal dus moeten gebeuren; zie de gedetailleerde maatregelen in het programma. Dat zal moeten gebeuren door kosten te besparen, door de pensioenleeftijd te verhogen en de werkdagen in de publieke sector te verlengen enzovoorts enzovoorts. Al die maatregelen zullen leiden tot productiviteitsverbetering. We hebben al eerder, naar aanleiding van Griekenland, gesproken over het alternatieve pad van de heer Dijkgraaf. Zijn stelling is dat landen zitten opgesloten in een wisselkoers, met één munt, en dat zij hun concurrentiepositie niet kunnen verbeteren door devaluatie. Ik vat het maar even kort samen. Mijn stelling blijft, en daarbij citeer ik Willem Buiter: als devaluatie een verstandige economische strategie zou zijn, dan zou Zimbabwe inmiddels het welvarendste land van de wereld zijn. Dat is niet zo. Het helpt zeker op korte termijn, maar op het moment dat de onderliggende, structurele concurrentiepositie van een land niet sterk is, helpt het ook alleen maar kort, dus op korte termijn en kort. Je ziet vaak dat landen die de structurele problemen vervolgens niet aanpakken, na verloop van tijd weer moeten devalueren. Dan volgt weer inflatie en na verloop van tijd moeten zij weer devalueren.

Het kan allemaal. Ik abstraheer van alle problemen die Cyprus zou ondervinden als het had gezegd: dank u zeer, ik wil deze aanpak niet, ik sla uw aanbod af, ik ga mijn eigen weg en stap uit de euro. Dan waren die banken dus niet gered. Dan waren de twee grootste banken van het eiland failliet gegaan. Dan had Cyprus niet de kleine spaarders kunnen redden. Er zat maar een klein bedrag in het depositogarantiestelsel en dat was dan dus niet effectief gebleken. Vervolgens was Cyprus waarschijnlijk op de internationale kapitaalmarkten niet meer financierbaar geweest enzovoorts enzovoorts. Je krijgt dan een scenario voor het land waarover wij het al vaker hebben gehad, en dat echt zeer zwart is.

Mevrouw Schouten zei dat deze aanpak een sociale prijs heeft. Dat zal ook zo zijn, maar vergis u niet wat voor economische financiële en sociale effecten er waren opgetreden als Cyprus had gezegd: we doen het niet. Of als de eurozone had gezegd: we doen het niet, we nemen afscheid van elkaar. Een buitengewoon zwart scenario.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Dijkgraaf. Ik heb drie interrupties toegestaan. De minister heeft uitgebreid geantwoord. U hebt het er al vaker met de minister over gehad, zoals u beiden hebt aangegeven. De minister vervolgt zijn betoog.

Minister Dijsselbloem:

Daarmee heb ik ook antwoord gegeven op de meeste vragen van mevrouw Schouten op dit punt. Zij heeft ook gevraagd of er na de programmaperiode nog meer steun nodig is of dat 10 miljard het maximum is. Ik heb hier indirect antwoord op gegeven bij de vraag van de heer Merkies. Het is echt de bedoeling dat Cyprus na deze programmaperiode weer de toegang tot de kapitaalmarkt gaat vinden en zichzelf gaat financieren. 10 miljard is dus voor deze programmaperiode. Het is gericht op een exit uit dat programma in 2016.

Nog even terug naar de vraag wat er wel kan worden gedaan om het eiland te helpen. Ik heb gezegd dat ik vind dat alle maatregelen die in het memorandum of understanding staan, ervoor zullen zorgen dat Cyprus er economisch en institutioneel straks beter voorstaat. Dat zal het economisch herstel rechtstreeks bevorderen. Daarvoor zijn ook de leningen van 10 miljard beschikbaar. Daarnaast zal de Europese Commissie kijken wat zij kan doen met de structuur- en de cohesiefondsen. Daarvoor gelden een paar dingen. Voor programmalanden wordt het cofinancieringspercentage verlaagd, en dat zal ook voor Cyprus gaan gelden. Verder zal de Commissie het percentage voorfinanciering dat landen naar voren mogen halen naar het begin van de MFK-periode, dat per direct mag worden ingezet en niet achteraf nadat het bonnetje is ingeleverd, voor Cyprus verhogen naar 4%. Dat zijn de twee belangrijkste voorbeelden. Het is niet zo dat er ineens binnen het MFK een hoop extra geld is gevonden voor Cyprus. Zowel met de cofinanciering als met de voorfinanciering wordt in het geval van Cyprus soepeler omgegaan. Bij cofinanciering geldt dit ook voor andere programmalanden. De totale enveloppe voor Cyprus wordt dus niet vergroot.

De heer Harbers stelde nog een vraag over het gas; dat zouden we in de schuldhoudbaarheidsanalyse niet moeten vergeten. De gasopbrengsten zijn daarin niet kwantitatief opgenomen. Er is dus geen getal op geplakt en het is dus ook niet meegenomen in de berekening van de schuldhoudbaarheid. Het gas wordt wel genoemd als "upside risk", wat volgens mij de term is voor waar eventuele meevallers zitten. De "offshore gas fields" zijn volgens de schuldhoudbaarheidsanalyse "a significant upside risk". Veel meer zou ik er niet mee willen doen, want dit is nog omgeven met de vele onzekerheden die ik eerder heb aangegeven: de hoeveelheid, of het gewonnen kan worden en tegen welke kosten, hoe het aan land kan worden gebracht. Zelfs de fundamentele vraag, namelijk wiens eigendom het gas is, is volgens mij nog niet helemaal opgelost. Ik zal hier verder niet in detail op ingaan. Ik denk dat het goed is om dit als mogelijke upside risk te benoemen, maar dat is het dan.

De heer Harbers (VVD):

Dat ben ik helemaal eens met de minister, maar als hij zegt dat hij daar niet veel meer mee zou willen doen, veronderstelt dat een soort passiviteit. Wij weten het antwoord op die vragen niet, maar om die antwoorden te vinden zal de trojka er wel actief achteraan moeten zitten, zodat Cyprus de komende twintig jaar niet achteroverleunt omdat het toch tot zijn nek in de schuldprogramma's et cetera zit en daarom pas daarna, als het weer op eigen kracht staat, die vraag wil gaan beantwoorden. Ik vraag de minister dus eigenlijk om ervoor te zorgen dat het antwoord op die vragen in de komende jaren wel zal worden gegeven, dus dat daar wél achteraan wordt gezeten.

Minister Dijsselbloem:

Het is een mogelijk, hypothetisch, scenario dat de Cyprioten zullen zeggen: weet je wat, wij hebben voorlopig nog een lening, dus wij gaan dat gas niet opboren. Ten eerste vindt de exploratie in de vorm van proefboringen volgens mij op dit moment plaats, of wordt deze op dit moment voorbereid. Ten tweede verdwijnen leningen niet als je ze niet aflost; ook als je programma is afgelopen, staat je lening er dus nog steeds. Het uitstellen van gaswinning totdat het steunprogramma is afgelopen, zal dus niet bijdragen aan het verdwijnen van leningen. Zoals bekend is de Nederlandse regering zeker geen voorstander van het kwijtschelden van deze leningen.

De heer Klaver vroeg welke verdere stappen worden gezet om te voorkomen dat grote sommen zwart geld uit Rusland nu naar Nederland gaan komen, en wat de rol van DNB daarbij is. Ik heb er geen aanwijzingen voor dat naar aanleiding van het programma voor Cyprus grote sommen zwart geld naar Nederland komen, maar DNB houdt via het reguliere instrumentarium wel toezicht op kapitaalstromen. Ik heb er dus geen enkele informatie over dat dit zich daadwerkelijk voltrekt.

De heer Van Dijck vroeg over de geldstromen: kent de minister de of een lijst van weggesluisd geld, of is ook dat een nationale aangelegenheid? Ik ben wel bekend met berichten in de media over het bestaan van een dergelijke lijst, maar ik ken de lijst niet. Ik heb ook nog van geen enkele officiële instantie daarover informatie ontvangen. Ik zal mijn oor te luisteren leggen, om te horen of er inderdaad sprake van zo'n lijst is. Ik weet wel dat er inmiddels drie onderzoeken plaatsvinden in Cyprus, waarvan er ten minste twee te maken hebben met het mogelijk wegstromen van geld. Zoals bekend – want ik heb dit eerder genoemd – is er parlementair onderzoek naar het weglekken van geld naar het buitenland vóór 15 maart, dus het eerste Cypruspakket. Verder is er een onderzoekscommissie ingesteld, bestaande uit drie rechters of oud-rechters, die onderzoek zal doen naar het ontstaan van de crisis en naar de aanloop naar de problemen in Laiki Bank en Bank of Cyprus. Ook daarin zit het wegsluizen van geld als onderdeel. Er is ook nog een consultant die een onderzoek doet naar de blootstelling van Cyprus, naar aanleiding van de PSI in Griekenland. Dat laatste onderzoek is in dit verband minder relevant, maar voor de Cyprioten is het blijkbaar wel relevant.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het volgende irriteert me als er iets lekt in de media over lijsten. Het begon met de Lagardelijst. Toen stond de heer De Jager hier, die zei dat hij van geen lijst wist, terwijl die lijst uitgebreid in allerlei tijdschriften heeft gestaan. Nu is er een lijst van een Griekse krant waarin staat dat er schulden zijn kwijtgescholden van politici en van Cypriotische bedrijven. Er is ook een lijst met 132 bedrijven die 700 miljoen hebben weggesluisd vlak voordat de banken op slot gingen. Dat zijn allemaal feiten. Als ik daar vervolgens naar vraag, zegt de minister dat het een nationale aangelegenheid is en dat er onderzoek plaatsvindt. Tegelijkertijd lees ik dat twee dagen later het onderzoek is gestaakt omdat de Cypriotische centrale bank weigert om informatie te geven. Naast minister van Financiën bent u ook voorzitter van de eurogroep. U behartigt niet alleen onze belastingcenten, maar ook de belastingcenten van vele Europeanen. Ik vind dus dat u er iets harder in mag vliegen als het gaat om dit soort lijsten, waarvan de bevolking in heel Europa zegt dat het schandalig is.

Minister Dijsselbloem:

Dat is een heel betoog van de heer Van Dijck, maar de kern van mijn antwoord op zijn lijstenvraag heeft hij blijkbaar gemist. Dat was dat ik er navraag naar zal doen. Ik kan op dit moment niet bevestigen dat deze lijst bestaat en of hij officieel of feitelijk is. Ik ga er dus navraag naar doen, want ik neem het serieus en ik vind het ernstig dat er mensen zijn op Cyprus die hun geld wegsluizen terwijl het land in grote problemen is en de Europese gemeenschap moet bijspringen. Daarnaast wijs ik de heer Van Dijck erop dat er onderzoeken plaatsvinden. Hij wuift dat steeds weg. Ik neem dat serieus. Waarom? Omdat er op Cyprus inmiddels ook een heftige storm is losgebarsten over de fraude, over het wegsluizen van geld, over politici aan wie vermeend, naar verluidt, schulden zijn kwijtgescholden of die tegen gunstige voorwaarden schulden hebben gehad enzovoorts enzovoorts enzovoorts. Dat wordt nu allemaal onderzocht. Daar ben ik zeer blij om. Waarom vertrouw ik daarop? Omdat er op Cyprus inmiddels ook grote verontwaardiging is over deze berichten. Het wordt dus serieus genomen.

De voorzitter:

Misschien kunt u de toezegging aan de heer Van Dijck nog iets verhelderen door aan te geven wanneer u daarop bij de Kamer zult terugkomen.

Minister Dijsselbloem:

We kunnen het in het verslag van de volgende vergadering van de eurogroep meenemen. Ik probeer daarover zo veel mogelijk informatie naar boven te krijgen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het is in ieder geval goed om te horen dat het de aandacht heeft. Ik roep de minister ook nog even op om naar het programma Nieuwsuur van gisteravond te kijken, want er vindt dus onderzoek plaats naar de lijst van Lagarde. Dat is dus een nationale aangelegenheid; dat doen ze daar zelf. De onderzoekscommissie geeft zelf aan dat ze geen stap verder komt, dat men geen informatie wil geven, dat men elkaar de hand boven het hoofd houdt en dat het één corrupt zooitje is. Daarom heb ik ervoor gepleit om het de Cyprioten niet zelf te laten onderzoeken, maar er een onafhankelijke club op te zetten.

Minister Dijsselbloem:

Die andere lijst ging weer over Griekenland, dus het loopt een beetje door elkaar heen. Ik ontken helemaal niet het bestaan van lijsten. Het is evident dat de Lagardelijst bestaat. In andere debatten hebben we het daar uitgebreid over gehad. Ik kom zo snel mogelijk terug op de vraag naar de lijsten of lijst op Cyprus om te melden of daar meer over te zeggen valt.

Voorzitter. Daarmee ben ik door veel vragen heen. Ik zal even kijken welke vragen nog zijn blijven liggen. Er zijn vragen gesteld over het verschil in schuldpercentages. Mevrouw Schouten zei dat de schuld aanvankelijk steeg met 56% en nu nog slechts met 40%. Zij vroeg zich af hoe dat kan. De heer Koolmees had een vergelijkbare vraag. Dit heeft te maken met twee dingen. Ten eerste is er de wijze waarop het pakket is opgebouwd. Je moet dan eigenlijk teruggaan naar november, toen het getal van 17 miljard en de opbouw van destijds voor het eerst boven tafel kwamen. Dit moet je afzetten tegen de uitkomst van 25 maart, die qua benadering en qua pakket totaal anders is. Ten tweede waren we toen inmiddels vier maanden verder en was de situatie, onder andere van de banken, aanmerkelijk verslechterd. Ook de kengetallen waren veranderd.

Mevrouw Schouten heeft gevraagd of het geld van de grote spaarders ook echt wordt opgehaald. In de Laiki Bank, de bank die wordt afgewikkeld, die ophoudt te bestaan, zijn de tegoeden boven de € 100.000 eigenlijk allemaal weg. Ze zijn er nog wel, maar dat komt omdat de boedel wordt afgewikkeld. Alle tegoeden onder de 100.000 zijn gered. Die zijn ondergebracht in de Bank of Cyprus. Goede assets, nog wel performing loans, dus goede leningen zijn er ook uitgehaald en overgebracht naar de Bank of Cyprus. De ELA-lening is er ook uitgehaald en overgebracht naar de Bank of Cyprus. Al het overige, slechte assets en de tegoeden boven de € 100.000, zit nog in de bank, maar die wordt nu afgewikkeld. Mocht er uit de slechte assets nog geld komen, dan kan dat nog worden uitgekeerd of overgeslagen over de depositiehouders met tegoeden boven de € 100.000, maar de verwachtingen daarvan zijn zeer, zeer beperkt. In de Bank of Cyprus zijn alle tegoeden boven de € 100.000 bevroren. Daar gaat sowieso 37,5% van af. Dat is sowieso nodig om de bank te herkapitaliseren. Waarschijnlijk wordt het meer, maar er vindt nu eerst een berekening plaats en er wordt er een nieuwe balans opgemaakt.

De heer Merkies heeft een punt gemaakt dat hij vaak maakt. Hij is daar consequent in. Hij wil weten wie de obligaties in handen heeft en waarom die mensen niet zijn aangeslagen. We hebben in dit pakket bij de redding van Cyprus zeer bewust niet gekozen voor de PSI. De heer Merkies betreurt dat, maar dat is een zeer bewuste keus, mede gebaseerd op de manier waarop de beslissing in Griekenland is genomen. Over de Russische lening kan ik op dit moment nog niet meer vertellen. De onderhandelingen daarover zijn nog gaande. De heer Merkies heeft nog enkele vragen gesteld over Slovenië. Daar kom ik nog apart op.

De heer Harbers heeft gevraagd of het staatssteunregime van toepassing is. DG Com is zeer nauw betrokken bij de afwikkeling en resolutie van de banken en neemt dus ook maatregelen daar waar staatssteun aan de orde is. De heer Harbers moet zich wel realiseren dat in de Bank of Cyprus feitelijk geen sprake is van staatssteun. Er wordt een heel grote bail-in georganiseerd. Als er andere banken moeten worden gesteund, vanuit de 10 miljard, via een herkapitalisatie, zal dat waarschijnlijk worden aangemerkt als staatssteun. Daar is DG Com, de mededingingspoot van de Europese Commissie, nauw bij betrokken. De heer Harbers heeft ook nog een vraag gesteld over de onafhankelijkheid van de centrale bank. De directeur van de centrale bank heeft er zelf een brief over geschreven aan de Europese Centrale Bank. De president van de Europese Centrale Bank, de heer Draghi, heeft daar waarschuwende woorden over gesproken. Het is ook zijn bevoegdheid om daarin op te treden. We zullen dat goed in de gaten houden, maar het is primair aan de Europese Centrale Bank om daar bij te springen en te interveniëren waar nodig. De heer Harbers heeft ook nog gevraagd naar de goudopbrengsten. Voor de helderheid merk ik op dat er inderdaad sprake is van een verkoop van goud. Dat is overigens een vrije keus van de nationale bank van Cyprus. Dit is niet door iemand afgedwongen of in het programma gezet, buiten hen om. Het is een vrije keus geweest. Het is echt aan hen. Dat past ook bij die onafhankelijkheid. De ECB, de heer Draghi, heeft daarvan gezegd dat zo nodig de opbrengsten uit de verkoop van goud als eerste moeten worden aangewend om verliezen in de ELA-faciliteit, de leningen die de centrale bank van Cyprus heeft verstrekt aan de Cypriotische banken, Emergency Liquidity Assistance, aan te zuiveren. Zo zit dat in elkaar.

De heer Merkies vraagt op dit punt: maar de goudprijs is gedaald, moeten zij nu meer verkopen? Ik wil daarover niet speculeren. Zoals gezegd, is het echt aan de Bank of Cyprus om te beslissen of zij dat doen en in hoeverre zij dat dan doen. Het is aan hen of zij meer of minder doen op enig moment. Dat is echt een bevoegdheid van de centrale bank zelf.

De voorzitter:

De heer Merkies stond eerder op maar de heer Harbers was net iets eerder bij de microfoon, dus ik geef toch als eerste het woord aan de heer Harbers.

De heer Harbers (VVD):

Ik heb een vraag over dat goud. De Cypriotische nationale bank mag zelf beslissen over de opbrengst ervan. Die opbrengst van 400 miljoen is echter wel meegenomen in de assessment van de trojka. Als de Cypriotische nationale bank dat geld houdt ter dekking van de ELA-verliezen, slaat dat dan geen gat in het programma?

Minister Dijsselbloem:

Ze hebben zelf aangegeven dat zij dit willen gaan doen ter waarde van dit bedrag. Daarom kon het ook worden meegenomen. Maar nogmaals, het is hun beslissing. Vervolgens heeft de heer Draghi tegen de centrale bank van Cyprus gezegd dat als er verliezen moeten worden genomen op basis van het ELA-programma, die eerst moeten worden betaald daarmee. Ik kan zo snel niet overzien hoe zich dat vertaalt naar de schuldhoudbaarheid. Misschien kan ik hier in tweede termijn op terugkomen. Als er verliezen worden afgewikkeld en worden genomen, is dat immers ook weer gunstig voor de schuld van het land in totaal. Ik zal de technische kant hiervan in de tweede termijn proberen te beantwoorden.

De voorzitter:

Dan gaan we verder met de vraag van de heer Merkies.

De heer Merkies (SP):

Met het risico dat wordt gezegd dat ook dit in tweede termijn wordt behandeld. Ik hoop overigens dat de minister nog terugkomt op het verschil tussen de 23 miljard en de 17 miljard, het verhaal uit de Financial Times.

Minister Dijsselbloem:

Jawel.

De heer Merkies (SP):

Daar speelt namelijk ook dat de goudverkoop erin verwerkt zou zitten. Ik zou graag willen weten of er wordt gezegd: wij verkopen het goud en de opbrengst daarvan kunnen we gebruiken om de schuldhoudbaarheid te verbeteren. Aan de andere kant zegt de ECB: nee, dat goud is eigenlijk voor ons, ter dekking, vanwege de ELA die de Cypriotische bank aan de Bank of Cyprus heeft gegeven. Inmiddels zit het namelijk bij de Bank of Cyprus. De ECB wil dat blijkbaar gebruiken als dekking. Begrijp ik het zo goed?

Minister Dijsselbloem:

Ik geloof wel dat de heer Merkies het goed formuleert. De ELA-faciliteit wordt geboden door de nationale centrale bank aan de banken in Cyprus. Zij moeten dat dus ook terugbetalen aan de nationale centrale bank. Draghi heeft gezegd dat mochten zich daar nu al verliezen in aftekenen, deze prioritair moeten worden genomen. Daar zou dan de goudverkoop prioritair voor moeten worden aangewend. De vraag of dat moet gebeuren en in welke mate dan, en of dit zich nu al zou voordoen, kan ik niet beantwoorden. Nogmaals, ik ga ook helemaal niet over de goudverkoop van centrale banken, zeker niet in Cyprus. Ik kom in tweede termijn terug op de vraag of dit aspect invloed heeft op de schuldhoudbaarheid.

Ik ben de heer Merkies nog een antwoord schuldig op zijn vraag over het verschil tussen de 23 miljard en de 17 miljard. Eind vorig jaar, in november, was de inschatting dat Cyprus 17 miljard nodig had. Ook daarbij gold al dat daarenboven nog een aantal bijdragen van Cyprus werd gevraagd. Sommige waren al aangenomen in het parlement. Een aantal belastingmaatregelen was begin december al aangenomen in het Cypriotische parlement, dus die stonden eigenlijk al boven de 17 miljard. Het was dus ook toen al meer. De 17 miljard was het bedrag waar toen nog dekking voor gevonden moest worden. Er tekende zich toen een aanvraag af voor een lening vanuit de eurozone ter waarde van 17 miljard. Die bedragen zijn dus niet vergelijkbaar, want ook toen was het geen 17 miljard. Het was ook toen meer. De goudvoorraad, bijvoorbeeld, heeft altijd boven op dat element gezeten. Hetzelfde gold voor een aantal belastingmaatregelen.

Nu is het verwarrende bedrag van 23 miljard weer in roulatie gekomen. Om twee redenen is voor mij echter de 10 miljard het allerbelangrijkste. Ten eerste vinden en vonden wij dat het met 10 miljard zou moeten kunnen. Ten tweede kan Cyprus op basis van schuldhoudbaarheid en terugbetalingscapaciteit niet meer dan 10 miljard dragen. Dus wij hebben gezegd dat die 10 miljard onhaalbaar is voor Cyprus. Hoe zouden ze dat ooit moeten terugbetalen? Dus wij hebben het uitgangspunt genomen dat het niet meer kan zijn dan 10 miljard. Het overige wat nodig is, zal Cyprus zelf moeten opbrengen. Door de gekozen oplossing komt het overgrote deel van het overige inmiddels uit de bail-in en de afwikkeling van de twee banken.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, hebt u nog een aanvullende vraag los van hetgeen waarvan de minister heeft toegezegd dat hij er in tweede termijn nog op terug zal komen?

De heer Merkies (SP):

Ik denk het wel. Allereerst kan die 400 miljoen goud gebruikt worden voor de ELA. Dat moet dan een heel klein stukje van die 9 miljard ELA goedmaken. Of die 400 miljoen wordt gebruikt voor de verbetering van de schuldhoudbaarheid. Als het bij de bank zit, zit het dus niet bij de overheid. Daar krijg ik graag wat helderheid over.

Daarnaast is gezegd dat er boven op die 17 miljard nog een aantal andere posten kwamen. Ik dacht dat daar zo meteen nog verdere antwoorden over komen. Ik zie namelijk niet hoe dat gat van 6 miljard wordt opgevuld. Volgens mij telt het allemaal niet op van 17 miljard naar 23 miljard. Dus ik zou een lijstje willen hebben zodat wij weten hoe het verschil tussen 23 en 17 miljard wordt verklaard.

Minister Dijsselbloem:

Op het eerste punt kom ik in tweede termijn terug. Dat had ik de heer Harbers al toegezegd. Dat was een herhaling van dezelfde vraag, namelijk hoe het nemen van verliezen in de ELA de opbouw van het bedrag en de schuldhoudbaarheid van Cyprus beïnvloedt. Wat het tweede punt betreft, ik kan het niet beter uitleggen dan ik net heb gedaan. Ook in november was het benodigde bedrag al groter dan 17 miljard. Alleen moest de 17 miljard op dat moment nog gedekt worden. De 17 miljard was dus het bedrag waarbij de vraag naar Europa ging: mogen wij daar een lening voor hebben? De MoU en de lening richtten zich op 17 miljard. Daarvan hebben wij gezegd: dat vinden wij geen duurzaam bedrag, dat is niet houdbaar. Vervolgens is een heel andere benadering gekozen. Er is teruggegaan naar 10 miljard. Al het overige zou moeten komen uit Cyprus zelf. Dat zit dan in tal van maatregelen: belastingmaatregelen, privatiseringen, waar terecht op werd gewezen, zelfs goudverkoop et cetera et cetera. Al die maatregelen houden verband met de bijdrage die vanuit Cyprus moet worden geleverd.

Dat bedrag is vervolgens in de loop van de tijd ook nog veranderd doordat de omstandigheden verslechterden, met name in de financiële sector, helaas ook door de uitstroom van geld. Daar moeten wij eerlijk over zijn. Het beeld werd dus alleen maar slechter. De omvang van de problematiek werd groter tussen eind november en eind maart. Ook de 17 miljard in november had al een kop van bijdragen uit Cyprus, alleen hoefden die niet meer te worden gedekt. Die zaten dus niet in die 17 miljard. In de 23 zit wel alles. Daarin zit het deel dat gedekt moet worden van buitenaf, namelijk 10 miljard, en een veel groter bedrag, dat Cyprus zelf op allerlei manieren moet dekken. De grootste bijdrage daarin komt uit de bail-in en de resolution van de twee banken. Dat is de verklaring van deze twee overigens onvergelijkbare bedragen. Het belangrijkste is die 10 miljard. Houdt u die vooral vast.

Dan kan ik tot slot naar Slovenië toe gaan. Wordt Slovenië het volgende programma? Die vraag wordt vaak gesteld. Een van de geachte afgevaardigden zei dat zodra een land is gered, er eerst in de media en daarna op de financiële markten een soort gezelschapsspel ontstaat: who's next? Wie is de volgende? Dat doet zich hier ook een beetje voor. Dat zegt helemaal niets over de vraag of dat reëel en terecht is. Slovenië heeft een aantal problemen, zeker ook in de bankensector. Dat heeft de Europese Commissie ook aangeduid. Nu moeten alle lidstaten aan het einde van deze week een nationaal hervormingsprogramma opsturen naar Brussel. In Slovenië richt zich dat zeker ook op de bankensector. Het zal dus aan de Europese Commissie moeten rapporteren hoe het de problemen van buitensporige onevenwichtigheden in de economie – het gaat dus niet over budgetten of tekorten – gaat adresseren. Dat zit dus straks in het hervormingsprogramma, en de Commissie zal dat in mei beoordelen.

Daarnaast is er net een nieuwe regering aangetreden in Slovenië. We hebben in de laatste bijeenkomst van de eurogroep de nieuwe minister van Financiën verwelkomd en hem gevraagd om in de vergadering van mei de aanpak van de nieuwe regering te presenteren van de problemen in Slovenië, met name in de bankensector. Daar komen we dus in de volgende vergadering langs die weg op terug.

De voorzitter:

We zijn gekomen aan het einde van de eerste termijn. Ik stel voor om meteen door te gaan met de tweede termijn. Ik kijk even rond. Hebben de woordvoerders behoefte aan een tweede termijn? Een enkele woordvoerder heeft al aangeven ervan af te zien. De heer Tony van Dijck wil wel graag gebruikmaken van zijn tweede termijn. Ik geef hem daarvoor graag de gelegenheid.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, voorzitter, ik sta te popelen voor de tweede termijn!

De voorzitter:

Why am I not surprised?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Deze minister stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, maar nu al voor de vijfde keer. Ik krijg een beetje een déjà vu, want ik loop al iets langer mee. Als ik terugkijk op alles wat we vandaag besproken hebben, zie ik dat dit in grote mate lijkt op mei 2010. Toen ging het over Griekenland, en over een steunpakket van 30 miljard. Ook toen ging het over zwartspaarders, corruptie, het verdienmodel en de schuldhoudbaarheid. De Grieken hadden toen een schuld van 100% bbp. Nu, drie jaar later, zien we de resultaten van deze euroaanpak. De teller staat inmiddels niet op 30 miljard, zoals toen, maar op 240 miljard. En de schuld is niet 100%, zoals toen, maar 180%. Het tekort, het overheidstekort waar het allemaal om te doen was, is nog steeds groter dan 10%. Een groot verschil is ook dat de werkloosheid in Griekenland inmiddels is opgelopen tot 27%.

Ik hoop dat de woordvoerders in dit huis eens teruggaan naar die tijd van mei 2010, toen we deze verkeerde weg zijn ingeslagen. Griekenland is namelijk verder van huis dan ooit, en de rekening voor de Nederlandse belastingbetaler is dan ook hoger dan ooit. Binnen de euro moet Nederland tot in lengte van jaren solidair zijn. Wij leveren de miljarden in die ze in Cyprus niet kunnen verdienen, bij gebrek aan verdienmodel en bij gebrek aan concurrentiekracht. De transferunie is een feit: wij leveren welvaart in en in Cyprus ontvangen ze onze steun. Dat is onze toekomst. Dat is ons noodlot binnen de Europese Monetaire Unie.

De PVV is dan ook helder. We moeten zo snel mogelijk weg uit de euro, want de euro ís geen geld; de euro … Juist, ik hoor het de andere woordvoerders al zeggen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Met die uitsmijter heeft de heer Van Dijck in ieder geval niet de originaliteitsprijs gewonnen. Wie dan wel, daar beraad ik mij nog op. Daar kom ik nog op terug.

De voorzitter:

U stelt nu wel een heleboel mensen teleur, want die prijs is hun in het vooruitzicht gesteld. We dagen u toch uit, mijnheer Klaver!

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ga eerst een motie indienen. Ook de minister dingt mee naar deze prijs, en door een positief advies op deze motie komt die prijs dichterbij. Ik zou het erg origineel van de minister vinden!

Voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording van de vragen. Ik ben in mijn bijdrage ook ingegaan op de situatie op Cyprus en de verdeeldheid van het eiland, zoals ik al vaker heb gedaan. Als we ervoor willen zorgen dat Cyprus weer een beetje kans krijgt om op te krabbelen, dan zullen we ons niet alleen moeten richten op steunpakketten maar zullen we er ook voor moeten zorgen dat het vredesproces daar weer een impuls krijgt. Daarover dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het economisch herstel van Cyprus, inclusief de eventuele winning van gasvoorraden, gebaat is bij een oplossing voor de deling van het eiland en een verbetering van de betrekkingen met het dichtstbijzijnde buurland, Turkije;

overwegende dat de opbrengst van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen ten goede moet komen aan beide gemeenschappen op Cyprus;

verzoekt de regering, bovenstaande standpunten over te brengen aan de Cypriotische regering, alsmede aan de raad van gouverneurs van het Europees Stabiliteitsmechanisme en aan het Internationaal Monetair Fonds wanneer deze beslissen over financiële steun aan Cyprus;

verzoekt de regering tevens, ervoor te ijveren dat de Europese Unie, in samenwerking met de Verenigde Naties, een nieuwe impuls geeft aan het vredesproces op Cyprus,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1031 (21501-07).

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Zo'n Idolsverkiezing laat op de avond geeft toch een heel andere dimensie aan een debat. Wij zullen ons best doen.

De minister heeft aangegeven dat het MoU en de afspraken met Cyprus een soort hulpprogramma zijn. Die mening deelt de PvdA-fractie met de minister. Tegelijkertijd is er vanuit verschillende fracties in de Kamer aandacht gevraagd voor het economisch perspectief van Cyprus: hoe ziet de economie van de toekomst eruit voor Cyprus? Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het leningenprogramma aan Cyprus voorziet in een grootscheepse hervorming van de economie door een verkleining van de zeer omvangrijke financiële sector;

overwegende dat deze hervorming grote economische en maatschappelijke gevolgen zal hebben op Cyprus, zeker op korte termijn;

overwegende dat de Cyprioten perspectief op een betere toekomst geboden moet worden en dat de mate waarin Cyprus schulden kan terugbetalen, mede wordt bepaald door zijn toekomstig verdienmodel;

verzoekt de regering, in overleg met de trojka en de Cypriotische overheid in Europees verband te vragen om een analyse van toekomstige groeikansen voor de Cypriotische economie en daarbij aandacht te hebben voor de financieringsmogelijkheden bij Europese fondsen en de versterkte Europese Investeringsbank,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Van Hijum. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1032 (21501-07).

De heer Nijboer (PvdA):

In deze moeilijke tijden is het zaak om kwetsbare groepen en mensen met een laag inkomen zo veel mogelijk te ontzien. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat in economisch moeilijke tijden kwetsbare groepen zo veel mogelijk moeten worden ontzien en dat de eurogroep en de trojka bij de uitvoering van het Cypriotische leningenprogramma aandacht moeten hebben voor de sociaaleconomische gevolgen van ingezet beleid;

overwegende dat de Tweede Kamer in de motie-Servaes c.s. (33551, nr. 3) de regering heeft verzocht om voor 1 mei aanstaande een uitwerking van haar visie op de versterking van de sociale dimensie van Europa aan de Kamer te doen toekomen;

verzoekt de regering, in te zetten op een proportionele verdeling van de lasten van het leningenprogramma voor Cyprus over bevolkingsgroepen;

roept voorts de regering op, de trojka te verzoeken bij de terugkerende evaluatie van het leningenprogramma voor Cyprus te rapporteren over de sociaaleconomische situatie in het land,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1033 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik beluister dat de heer Nijboer nogal begaan is met de Cypriotische bevolking. Was hij dat maar met de Nederlandse bevolking, die hij met belastingen het vel over de oren trekt! Dat zou hem sieren.

Als de heer Nijboer zijn huiswerk had gedaan, had hij geweten hoeveel inkomstenbelasting iemand met een inkomen van € 20.000 in Cyprus betaalt. Zo'n inkomen behoort toch tot de lagere inkomens, waar hij voor opkomt.

De voorzitter:

Wat is uw vraag aan de heer Nijboer?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Doe eens een gooi!

De heer Nijboer (PvdA):

Ik doe al mee met een soort Idolsverkiezing en nu word ik ook nog in een quiz gelokt. Dat voert mij wat te ver. Ik laat het aan de heer Van Dijck om op deze quizvraag antwoord te geven.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het antwoord is: 0%. Met die mensen hoeft de heer Nijboer dus geen medelijden te hebben. Hij kan beter medelijden hebben met de Nederlandse belastingbetalers.

De heer Nijboer (PvdA):

De Cyprioten en de mensen op Cyprus gaan ontzettend zware tijden tegemoet. Een economische krimp van meer dan 10% wordt voorzien. Daar vragen wij aandacht voor, mede in het belang van het terugbetalen van onze leningen. Dat snapt de heer Van Dijck ook heel goed. Hij kan proberen om mij met een quizvraag van het pad te brengen, maar daar ben ik niet toe genegen.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Allereerst ga ik in op een paar zaken waarover ik nog steeds geen opheldering heb. Bijvoorbeeld die 6 miljard, het verschil tussen de 23 miljard en de 17 miljard. Ik zie het nog steeds niet. Ik hoop dat wij daar nog een lijstje van krijgen, liefst op papier.

Ik kom nu op de verrassingsprijs. Ik denk dat die een klein beetje toekomt aan de minister, want hij had het opeens over de andere banken behalve de twee bekende banken. Voor 24 van de 26 banken geldt blijkbaar niet dat de obligatiehouders, de aandeelhouders en de spaarders met een tegoed boven de € 100.000 mee moeten betalen. Als het anders is, hoor ik het graag. De minister heeft dit volgens mij zo gezegd. Daar is geen wet voor. Zorg er dan als de donder voor dat daar een wet voor komt!

Ik dien twee moties in. Mijn eerste motie betreft de deal als geheel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat herstructurering van de Cypriotische staatsschuld geen deel uitmaakt van het leningenprogramma voor Cyprus;

van mening dat de houders van Cypriotische staatsobligaties een bijdrage dienen te leveren aan het bereiken van een houdbare overheidsschuld;

verzoekt de regering, slechts in te stemmen met het leningenprogramma voor Cyprus indien een herstructurering van de Cypriotische staatschuld daar onderdeel van uitmaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Merkies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1034 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dit is een verrassende wending. Als de obligatiehouders in Cyprus daadwerkelijk worden aangeslagen, stemt de heer Merkies dus in met het pakket?

De heer Merkies (SP):

Ik heb het net even anders geformuleerd: zij moeten een essentieel onderdeel ervan zijn. De herstructurering is de voorwaarde. Die hebben wij overigens ook bij Griekenland gesteld. Ik dien nu mijn volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het leningenprogramma Cyprus voorziet in een versobering van de collectieve sector terwijl ook de economische omstandigheden voor burgers verslechteren;

overwegende dat de risico's op schrijnende armoede en verminderende toegang tot noodzakelijke medische zorg toenemen;

van mening dat de Europese Unie bij de uitvoering van het Cypriotische leningenprogramma rekening moet houden met de sociaaleconomische gevolgen van de door haar gemaakte afspraken met Cyprus;

verzoekt de regering, niet in te stemmen met maatregelen die leiden tot een disproportionele stijging van de armoede en die de toegang tot noodzakelijke medische zorg verhinderen;

verzoekt de regering voorts, bij de terugkerende evaluatie van het leningenprogramma voor Cyprus ook te rapporteren over de sociaaleconomische consequenties van de overeengekomen maatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Merkies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1035 (21501-07).

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Tegen de heer Van Dijck zeg ik dat ik een heel originele motie heb.

De voorzitter:

Dat moet u, geloof ik, tegen de heer Klaver zeggen, want hij reikt die prijs uit.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij proberen allemaal om de heer Klaver te overtroeven. Ik durf die motie niet in te dienen, want naar aanleiding van de beantwoording van de minister, waarvoor dank, zou in die motie verzocht worden om Zimbabwe deel te laten uitmaken van de eurozone. Dan zou het namelijk volgens de minister veel beter gaan met Zimbabwe. Ik ben daar niet van overtuigd, dus volgens mij moeten wij dat maar niet doen.

De minister schetst elke keer een heel zwart beeld over alternatieve munten. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, alternatieven te onderzoeken voor de oplossing van de eurocrisis met als vraag of verschillen tussen landen weer gecompenseerd kunnen worden door aanpassing van de wisselkoers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkgraaf en Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1036 (21501-07).

De heer Dijkgraaf (SGP):

Deze motie is een heel lichte motie. Ik heb haar ingediend omdat wij vinden dat hier serieus naar gekeken zou moeten worden. Ik haar bewust open geformuleerd, zodat er niet al wordt voorgesorteerd op een oplossing. Het is namelijk allemaal niet zo eenvoudig. Wij zouden echt graag willen dat wij er beter van overtuigd worden dat dit wel of geen begaanbare route is. De minister kent onze overtuiging. Ik denk echter dat het een discussie betreft die elke keer terugkomt. De heer Van Dijck heeft al aangegeven dat je in diverse landen in toenemende mate die discussie ziet opkomen. Het lijkt mij op zijn minst goed om te blijven kijken naar alternatieven. Dan doel ik niet op het scenario dat de minister schetst: simpelweg een munt invoeren en voor de rest niets doen. Nee, ook dan zul je hervormingen moeten doorvoeren en zul je een totaalpakket moeten hebben. Dan moet je ook heel goed nadenken over de vorm. Gaat het om een munt, een parallelle munt of The Matheo Solution? Al die alternatieven zullen, wat ons betreft, op een rijtje moeten worden gezet.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik ontkom er niet aan om toch nog wat te zeggen over de Klaverbokaal. Die moet gaan naar degene die vandaag misschien de opmerkelijkste actie had, of juist niet had. Diegene was volgens mij de heer Van Dijck. Dit is voor zover ik heb meegemaakt, namelijk het eerste eurodebat waarin hij geen motie heeft ingediend om een land uit de eurozone te zetten. De heer Klaver moet dat zwaar in overweging nemen.

We hebben met elkaar natuurlijk wel een serieus debat gevoerd. Dit is een debat in een hele reeks. Er zijn twee punten waarop ik nog een nadere duiding van de minister wil krijgen. Ik heb gevraagd hoe het kan dat het percentage van de staatsschuld in maart lager was dan in november. De minister gaf aan dat we toen vier maanden verder waren en dat de situatie eigenlijk ook was verslechterd. Hij gaf ook aan dat er in november een ander pakket voorlag. Mijn conclusie is dat het redelijker zou zijn om te veronderstellen dat de bijdrage dan veel hoger zou zijn geworden, terwijl die nu van 56% is gedaald naar 40%. Hoe verklaart de minister dat het percentage van de staatsschuld destijds niet verhoogd is maar juist verlaagd? Ik zou dan toch de andere kant op redeneren.

Mijn tweede vraag gaat over de bijdrage van de depositohouders van de twee banken. Is die bijdrage voldoende? De minister heeft geschetst hoe het proces verloopt. Als ik het goed heb, zou de bijdrage 8,3 miljard euro in totaal moeten zijn, ook binnen dit pakket. Mijn concrete vraag was: wordt die 8,3 miljard euro daadwerkelijk opgehaald? Kan de minister daar iets concreets over zeggen? Ik dank hem voor zijn uiteenzetting over het proces.

Alles afwegende heb ik vol overtuiging samen met de heer Dijkgraaf de motie op stuk nr. 1036 ingediend, omdat volgens ons echt serieus gekeken zou moeten worden naar alternatieven, met name voor Cyprus. Er moet bekeken worden of er alternatieve wegen mogelijk zijn in plaats van dit steunpakket, omdat wij de overtuiging hebben dat het misschien op korte termijn soelaas biedt, maar dat het op langere termijn het land in zwaardere problemen brengt. Misschien staan wij hier over een paar maanden weer, omdat het toch allemaal niet toereikend bleek. Onze fractie zal dus niet instemmen met dit pakket.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ook namens de CDA-fractie dank ik de minister voor de beantwoording in eerste termijn. Alles afwegende, delen wij zijn analyse dat het omvallen van de banken en de ongecontroleerde default van het land buitengewoon schadelijk zouden zijn, zowel voor Cyprus zelf als voor de eurozone. Het programma waaraan wij onze goedkeuring verlenen, is natuurlijk pijnlijk. Dat zal ook economische terugslag veroorzaken en grote sociale gevolgen hebben, maar uiteindelijk zal het toch tot een toekomst binnen de eurozone moeten leiden. Over dat perspectief hebben wij van gedachten kunnen wisselen. De minister heeft aangegeven dat een korte, snelle klap een snel herstel vanaf 2015 mogelijk maakt. Het stempel van het IMF op die analyse zou mij nu gerust moeten stellen. Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat het dat nog niet geheel doet. Daarom steun ik ook de motie die is ingediend door de heer Nijboer. Ik voeg daaraan nog een vraag toe. Die betreft de makkelijke toegang, althans de laagdrempelige toegang, tot de Europese en sociale fondsen, waarover de minister het heeft. Ik kan het toch niet laten. Wij zijn net met de commissie Rijksuitgaven bij de Europese Rekenkamer op bezoek geweest. Toegang tot die fondsen vind ik prima, maar de verantwoording daarover is ook van belang. Wij weten dat de besteding van de middelen van de fondsen nog weinig transparant is. Daarover wordt slecht verantwoording afgelegd. Ik roep de minister op om nadrukkelijk te pleiten voor het instrument van de lidstatenverklaring, ook als het specifiek om Cyprus gaat.

Ik heb nog weinig gehoord over de blootstelling aan het ELA-risico en over de totale omvang daarvan.

Ik zie dat ik nog tien seconden heb. Tot slot leg ik daarom de volgende motie voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Cyprus verblijfsvergunningen verstrekt aan mensen van buiten de EU in ruil voor de aankoop van onroerend goed of het stallen van geld op een bankrekening;

overwegende dat Cypriotische houders van een verblijfsvergunning vrij naar Nederland en andere EU-lidstaten kunnen reizen;

verzoekt de regering, zich op Europees niveau te verzetten tegen de koppelverkoop van verblijfsvergunningen door Cyprus,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Hijum. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1037 (21501-07).

Daarmee komen wij aan het einde van de tweede termijn van de Kamer. De minister heeft verzocht om een schorsing van een paar minuutjes.

De vergadering wordt van 23.26 uur tot 23.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Er is een zevental moties ingediend en er is een aantal vragen aan de minister gesteld. Misschien kan hij aangeven hoe hij van plan is deze te beantwoorden.

Minister Dijsselbloem:

In volgorde van indiening, voorzitter.

De voorzitter:

Daar kan niemand tegen zijn.

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. Ik heb allereerst nog een vraag liggen uit de eerste termijn. De heer Harbers wees erop dat de goudverkopen door de Cypriotische autoriteiten zijn genoteerd voor 0,4 miljard en dat ze prioritair moeten worden aangewend om eventuele ELA-verliezen te dekken. Daarmee worden ze twee keer ingezet. Het is niet door de trojka of de eurogroep gezegd dat het bedrag door goudverkopen moet worden gedekt. De Cypriotische regering heeft zelf aangegeven dat dat de te kiezen weg is voor dit onderdeel van de bijdrage die van haar wordt gevraagd. Mocht een deel daarvan nodig zijn om ELA-verliezen te dekken – op dit moment doet zich dat overigens nog niet voor – dan zal men voor dit onderdeel een andere dekking moeten vinden. Het doet niets toe of af aan het bedrag van 10 miljard. Het zit echt in het deel dat Cyprus zelf zal moeten dekken.

De heer Van Hijum vroeg of het risico van die ELA-faciliteiten zich ook vertaalt in de garantstelling door de Nederlandse Staat aan de Nederlandsche Bank in Nederland. Dat is niet zo. Het risico gaat niet in het stelsel van centrale banken. Het blijft echt in de centrale bank van Cyprus. Daar zit het risico, daar is het verstrekt, daar zullen eventuele verliezen moeten worden genomen. Het wordt niet omgeslagen over de centrale banken.

De heer Van Dijck zei dat het de vierde of de vijfde keer dezelfde fout was. Er zijn zeer veel verschillen tussen Griekenland en Cyprus. Een ervan is dat er in Cyprus voor is gekozen om de pijn snel en direct te nemen. Dat is echt een andere benadering dan in de aanpak van Griekenland, die zich geleidelijk aan heeft ontwikkeld. Daar waren meerdere pakketten voor nodig. In die zin is het echt slecht te vergelijken.

Ik kom op de motie van de heer Klaver op stuk nr. 1031. Hij heeft mij uitgedaagd om daar positief over te adviseren. Dat zou hem kunnen helpen bij het winnen van de prijs. Ik begin te vermoeden dat die prijs al naar de heer Van Dijck is gegaan voor het niet indienen van een motie. Dat was zo memorabel dat ik die voordracht ook zou willen steunen.

De voorzitter:

Minister, hiermee lokt u iets uit.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik wil zeggen dat ik bij het vorige plenaire debat over Cyprus al een motie heb ingediend dat er geen cent naar Cyprus moet gaan. Ik vond het een beetje zinloos om twee keer dezelfde motie in te dienen.

Minister Dijsselbloem:

Op zichzelf is het te waarderen dat een motie niet twee keer wordt ingediend, maar het doet toch een beetje af aan de jeu die vanavond richting de heer Van Dijck ging, dus ik trek mijn steun voor de voordracht nu in.

De voorzitter:

Ik weet niet of wij al besloten hadden dat u in de jury zat, maar u mag in ieder geval de rest van de moties beoordelen.

Minister Dijsselbloem:

Ik had ook geen idee. Buiten mededinging, voorzitter.

De motie van de heer Klaver maakt er een kwestie van buitenlands beleid van. Dat mag, maar ik stel voor dat ik de minister van Buitenlandse Zaken vraag om ten spoedigste schriftelijk op deze kwestie te reageren. Er staan aannames in de motie waar ik niet zo snel achter kan staan, maar het is op zichzelf goed om met de minister van Buitenlandse Zaken nog eens te debatteren over de toekomst van het eiland als geheel.

De voorzitter:

Na deze toezegging nog een aanvullende vraag van de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het lijkt mij handig als ik de motie dan aanhoud tot de stemmingen van morgen. Er zit niet heel veel haast achter. Het zou mooi zijn als wij er donderdag over zouden kunnen stemmen. Anders kan het wat mij betreft bij de eerste stemming na het meireces. Wat de nominaties betreft: nu de heer Van Dijck zo naar voren kwam en aangaf, in alle redelijkheid eigenlijk, dat hij al eerder een motie had ingediend en dat je toch eigenlijk je woorden niet zou moeten herhalen, vind ik dat Van Dijck vandaag pas echt de prijs heeft gewonnen. Wat de prijs is – ik kijk naar de heer Harbers – zal ik buiten de vergadering tegen de heer Van Dijck zeggen.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn motie (21501-07, nr. 1031) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. De heer Nijboer heeft twee moties ingediend. In de motie op stuk nr. 1032 wordt de regering verzocht, te vragen om een analyse van toekomstige groeikansen en daarbij aandacht te hebben voor de financieringsmogelijkheden bij Europese fondsen en de versterkte Europese Investeringsbank. Dit is in andere woorden wat de Europese Commissie van plan is te doen. Zij heeft haar betrokkenheid uitgesproken bij het ondersteunen van Cyprus op weg naar economisch herstel. Als ik de motie zo mag uitleggen, wil ik deze als ondersteuning in uw warme aandacht aanbevelen. Ik zal de Kamer informeren over de activiteiten van de Commissie en/of de Europese Investeringsbank.

In de motie op stuk nr. 1033 wordt de regering verzocht zich in te zetten op een proportionele verdeling van de lasten van het leningenprogramma voor Cyprus over bevolkingsgroepen. Onze invloed reikt zo ver als de MoU. Daar zit een reeks aan maatregelen in die naar mijn oordeel breed op de Cypriotische samenleving zullen inwerken, in positieve en in negatieve zin. In die zin is er een brede verdeling van de lasten. Ik kan nu niet meer aan dat programma sleutelen.

In het tweede deel van de motie wordt de regering opgeroepen de trojka te verzoeken bij de terugkerende evaluatie in te gaan op de sociaaleconomische situatie in het land. Dat zullen wij zeker doen. Als ik het accent mag leggen op het tweede deel van de motie, wil ik het oordeel aan de Kamer overlaten. Dan kunnen wij de motie prima uitvoeren, mocht de Kamer die aannemen.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Nijboer er graag nog op wil reageren. Dat lijkt mij nuttig voor de andere fracties.

De heer Nijboer (PvdA):

Het ging voornamelijk om het tweede deel, de rapportage en de aandacht voor de sociaaleconomische omstandigheden. Wat het eerste deel betreft: wij hebben er vandaag over gedebatteerd en wij hebben vastgesteld dat juist de rijkste spaarders verreweg de grootste bijdrage leveren. In die zin was er ook al aan voldaan, dus ik kan goed uit de voeten met de uitleg van de minister.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dan zou ik de indiener verzoeken om een gewijzigde motie in te dienen. Dat lijkt mij het meest zuivere. Anders krijgen wij een heel ontransparant proces.

De voorzitter:

Dat verzoek kunt u altijd doen.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Dat zal ik doen.

De voorzitter:

Dat lijkt mij helder. Wij zien allemaal de gewijzigde motie tegemoet.

Minister Dijsselbloem:

Dan is dat helemaal helder.

In de motie op stuk nr. 1034 van de heer Merkies wordt de regering verzocht slechts in te stemmen met het leningenprogramma voor Cyprus indien een herstructurering van de staatsschuld daar onderdeel van uitmaakt. Wij hebben nadrukkelijk niet gekozen voor PSI, wat een keer eerder wel is gebeurd. Wij hebben er eerder met elkaar over gesproken. Wij kiezen er nadrukkelijk niet voor. Er is op dit moment ook geen reden om de staatsschuld bij voorbaat te herstructureren. De staatsschuld is naar het oordeel van de trojka en van de eurogroep op basis van dit pakket houdbaar, dus ontraad ik de motie.

In de motie op stuk nr. 1035 van de heer Merkies wordt de regering verzocht bij de terugkerende evaluatie ook te rapporteren over de sociaaleconomische consequenties. Het dictum is eigenlijk hetzelfde als dat van de motie op stuk nr. 1033 van de heer Nijboer, waarin werd gevraagd om bij achtereenvolgende evaluaties te rapporteren over de sociaaleconomische situatie in het land. Een van uw leden wijst mij erop dat er twee verzoeken in zitten. Het eerste verzoek aan de regering is om niet in te stemmen met maatregelen die leiden tot een disproportionele stijging van de armoede en die de toegang tot noodzakelijke medische zorg verhinderen. Op dat niveau is het niet aan ons om wel of niet in te stemmen met maatregelen. Wij maken een aantal afspraken met de Cypriotische regering en die zijn zeer gedetailleerd vastgelegd in het memorandum van begrip, het memorandum of understanding. Ik kan niet verdergaan dan dat. Ik kan niet hier toezeggen dat ik de toegang tot noodzakelijke medische zorg zal openhouden. Dat wens ik zeer en ik ga er ook van uit dat de Cypriotische regering zich daar zeer voor zal inzetten. Dat geldt ook voor het andere deel van dat dictum. Maar we moeten er gewoon helder over zijn. We spreken een aantal maatregelen af. Die liggen vast in het memorandum. Daarvoor vraag ik de steun van de Kamer en niet meer.

De voorzitter:

Uw oordeel over de motie?

Minister Dijsselbloem:

Dat is: afwijzen. Ik kan mij voorstellen dat de heer Merkies en de heer Nijboer, maar dan ga ik heel ver in mijn advisering, zich gezamenlijk richten op het tweede deel van die twee moties, want dat is echt identiek. Dat kan worden samengevoegd. Als zij deze gezamenlijk ondertekenen, voer ik deze motie graag uit, als zij wordt aangenomen.

De motie-Dijkgraaf/Schouten op stuk nr. 1036 verzoekt de regering alternatieven te onderzoeken voor de oplossing van de eurocrisis, met als vraag of verschillen tussen landen weer gecompenseerd kunnen worden door aanpassing van de wisselkoers. Twee reacties daarop. De eerste is dat dit naar mijn informatie al eens eerder is gebeurd door mijn voorganger, de heer De Jager. Hij heeft alle onderzoeken al eens in kaart gebracht in het najaar van 2011. De tweede is dat hier natuurlijk ook een heel grote politieke lading in zit. Het is kaal opgeschreven, dus de politieke overwegingen zijn weggelaten, maar impliciet zijn ze helder, namelijk dat deze oplossing niet goed is en dat deze landen uit de eurozone moeten. Dat beleid sta ik zeker niet voor. Wij hebben een programma neergelegd met nadrukkelijk de bedoeling om dit land in de eurozone te houden, daar een nieuwe kans te geven, economisch te herstructureren en er versterkt uit te komen binnen het eurogebied. Dat is waar ik voor sta en dat is de kern van wat wij hier gedaan hebben. Gegeven die politie context zou ik de motie willen ontraden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik kan slechts constateren dat die politieke context in ieder geval niet in de motie staat en dat de motie neutraal geformuleerd is. Ik begrijp dat de minister dat zo interpreteert, maar ik ben benieuwd of de collega's de motie gewoon beoordelen op basis van de tekst die er ligt. Wat betreft het eerste punt, het is een hele poos geleden dat we iets dergelijks gehad hebben. Dat was geen zelfstandig onderzoek naar de voor- en nadelen, maar een bundeling van de onderzoeken die op de markt waren. Ook toen hadden we liever meer gezien, dus we vragen wel degelijk meer dan het setje dat we toen hebben gehad.

Minister Dijsselbloem:

In mijn beleving was dat in het najaar van 2011, dus anderhalf jaar gelden. Ik weet dat hierover op verzoek van de ChristenUnie nog een rapport is gemaakt. Ik heb niet het gevoel dat ik nog iets kan toevoegen aan die stapel, maar ik begrijp heel goed wat de politieke boodschap is en die wil ik zeer bestrijden. Zo simpel is het. Met respect voor elkaars opvattingen en meningsverschillen, ik ben het niet eens met de politieke boodschap die hier bij implicatie achter zit, maar het is aan de Kamer om te beoordelen of zij die politieke implicatie ook doorgrondt en zo aanvoelt.

De motie op stuk nr. 1037 betreft de koppelvekoop van verblijfsvergunningen door Cyprus. Ik vraag de heer Van Hijum om deze motie aan te houden in afwachting van een schriftelijke reactie van het kabinet, omdat ik vind dat we er even heel goed in moeten duiken of wat in de motie wordt gesteld, klopt. Ik heb die informatie niet. Ik kan dat zeker niet zo bevestigen. We hebben gelukkig een staatssecretaris die alles afweet van migratiebeleid en er in Europa met zijn collega's contact over heeft. Ik zal staatssecretaris Teeven vragen om hier schriftelijk op te reageren. Als de motie zou worden aangenomen, zou hij ook degene zijn die zich op Europees niveau vervolgens met zijn collega's moet onderhouden over dit beleid. Het is niet aan mij om daarover een oordeel te geven. Dat kan ik niet, dus vraag ik hem om de motie aan te houden tot die schriftelijke reactie en deze dan in stemming te brengen.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik stel het heel bewust bij dit debat aan de orde, omdat overal te lezen valt dat dit alternatief wordt aangeboden als compensatie voor spaarders met meer dan een ton die een deel van hun vermogen verliezen. Ik zou er ook in dit debat een reactie op willen. Kan de minister hiervan een appreciatie geven voor de stemmingen?

Minister Dijsselbloem:

Ik ga mijn best doen. Ik zeg u toe dat u die reactie van het kabinet, dus van mij en van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie krijgt, zodat die link met de spaarders van boven de € 100.000 zal worden geadresseerd. Ik zal dus mijn best doen. Ik meen dat de stemmingen donderdag zijn?

De voorzitter:

Morgen vóór 12.00 uur zal de reactie binnen moeten zijn.

Minister Dijsselbloem:

Ik zeg het maar eerlijk: het lijkt mij stug dat wij dat gaan halen, want dat is wel erg krap. Het is bijna 0.00 uur.

De heer Van Hijum (CDA):

Als het wel voor donderdag kan, zou ik de motie donderdag in stemming kunnen brengen.

De voorzitter:

U wilt deze motie aanhouden tot donderdag en verzoekt om deze donderdag in stemming te kunnen brengen?

De heer Van Hijum (CDA):

Ja.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Hijum stel ik voor, zijn motie (21501-07, nr. 1037) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Dijsselbloem:

Ik ga mij daar zeer voor inspannen. Als wij dit niet helemaal feitelijk kunnen nagaan, zal ik in alle eerlijkheid aan de Kamer schrijven dat wij meer tijd nodig hebben om dit precies na te gaan. In alle gevallen krijgt de Kamer vóór de stemmingen van donderdag schriftelijk bericht van het kabinet.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de termijn van de minister en aan het einde van dit debat.

De stemmingen over de ingediende moties zijn morgen bij aanvang van de middagvergadering, met uitzondering van de stemming over de laatste door de heer Van Hijum ingediende motie, waarover – als alles gaat zoals wij hopen – donderdag zal worden gestemd. De eerste motie is ook aangehouden, maar voor de stemming daarover hebben wij geen termijn afgesproken; dat is dus aan de indiener van de motie.

Ik dank allen hartelijk, met name de minister.

Sluiting 23.45 uur.

Naar boven