5 Vragenuur

Vragen van het lid Neppérus aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht dat Bulgaren de Nederlandse fiscus oplichten.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Afgelopen zondag kwamen er berichten op radio en televisie dat er sprake zou zijn van een grote fraude met toeslagen en dat die fraude wordt veroorzaakt door Bulgaren die feitelijk fictieve adressen opgeven. Mijn fractie is diep geschokt dat van een toeslagensysteem blijkbaar op deze schaal misbruik kan worden gemaakt. Wij vinden dat gewoon onacceptabel. Ik trek het wat breder, want dit raakt ook het terrein van het burgerservicenummer, de GBA en Sociale Zaken, en vraag de staatssecretaris wat hij, en eigenlijk het gehele kabinet, hieraan gaat doen. Dit moet gewoon anders. De Kamer heeft extra geld gegeven voor fraudebestrijding bij de Belastingdienst. Er moet hier echt hoognodig wat aan gebeuren. Wat gaat de staatssecretaris doen?

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Neppérus voor deze vraag, want ik deel met haar de schokkende ervaring dat ons toeslagensysteem, dat is gebouwd voor de meest kwetsbaren in de samenleving, wordt gebruikt als een soort pinautomaat. In mijn brief van 20 augustus jongstleden heb ik een aantal maatregelen aangekondigd om fraude te bestrijden. In de voortgangsrapportages heb ik aangegeven op welke wijze de fiscus fraudesignalen oppakt. In deze zaak zijn gisteren twee hoofdverdachten aangehouden. Het onderzoek liep natuurlijk al wat langer. Ik kan mevrouw Neppérus melden dat ook wat mij betreft de maat vol is. Wij moeten naar onorthodoxe maatregelen kijken om het toeslagensysteem fraudebestendiger te maken. Ik kan daarbij overigens niet uitsluiten dat dit ertoe zal leiden dat burgers die een nieuwe toeslag aanvragen, wat langer op hun geld moeten wachten.

Ik wil echter de controle aan de poort fors aanscherpen. Daar heb ik wel de hulp van de collega's in het kabinet voor nodig. Mevrouw Neppérus noemde in het kader van de GBA al de collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik heb de beleidsverantwoordelijke ministers nodig, dus die van Sociale Zaken, maar ook de minister van VWS. Uiteindelijk heb ik ook de Kamer nodig. Ik stel mij voor dat ik vlak na het meireces de Kamer een brede brief stuur, dan kunnen wij aan de hand daarvan spreken over de vraag hoe wij dit systeem meer waterdicht krijgen dan op dit moment.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Goed om te horen dat er twee verdachten zijn aangehouden. Dat neemt natuurlijk niet weg dat zo'n systeem nog altijd risico's kent. Ik wil een brief waarin wordt ingegaan op de problemen over de hele linie. De staatssecretaris heeft dat ook aangegeven. Wij moeten nagaan hoe wij dit in den brede kunnen voorkomen, dus samen met de andere departementen. Die brief wil ik voor het eind van het voorjaarsreces hebben, zodat wij er meteen daarna over kunnen spreken. Is de staatssecretaris daar samen met zijn collega's toe bereid?

Staatssecretaris Weekers:

Ik stuur de Kamer op zo kort mogelijke termijn een brief. Hiervoor is wel overleg met de collega's in het kabinet nodig. Ik ga nog deze week met de betrokken collega's om de tafel zitten. Daarna wordt een brief uitgewerkt. De Kamer zal zo snel mogelijk na het meireces het debat daarover kunnen aangaan met mij en met de collega's.

De Belastingdienst start deze maand met het uitnodigen van aanvragers van toeslagen. Risicovolle aanvragen worden aan de balie afgehandeld. Daarvoor geldt het adagium "no show, no money". Als mensen niet komen opdagen, wordt de toeslag onmiddellijk stopgezet. Dat is echter onvoldoende om de lekkages in het systeem te dichten, vandaar die brede brief.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik wacht graag op de brede brief, maar mijn fractie vindt het onderwerp zo belangrijk – evenals de vele collega's die inmiddels naar de interruptiemicrofoon zijn gelopen – dat die brief voor het einde van het voorjaarsreces bij de Kamer moet zijn. Dan kan de Kamer daar direct na het reces over spreken. Is de staatssecretaris daartoe bereid?

Staatssecretaris Weekers:

Ik zeg dat graag toe.

De heer Groot (PvdA):

De Belastingdienst gaat uit van vertrouwen en baseert daar de snelle dienstverlening op. Het is diep triest dat dit vertrouwen door internationale bendes wordt geschonden. De staatssecretaris kondigt maatregelen aan die tot gevolg kunnen hebben dat mensen langer op de uitbetaling van hun toeslag moeten wachten. Dat is een duidelijk nadeel. Ziet de staatssecretaris ook mogelijkheden om maatregelen langs een andere weg te nemen, bijvoorbeeld via een veel scherpere risicoselectie?

Staatssecretaris Weekers:

Dat is een van de onderwerpen die ik in de brief zal adresseren. Op basis van een risicogerichte aanpak kan worden nagegaan in welke gevallen de toeslag snel voorlopig kan worden toegekend, waarna het geld wordt overgemaakt. Dit kan bijvoorbeeld bij mensen die de dienst al jarenlang kent. Er zijn ook gevallen waarbij men meer tijd nodig heeft om de aanvraag te beoordelen. Gemeenten moeten bijvoorbeeld onderzoeken of de mensen wel op het aangegeven adres wonen. Als een gemeente vraagtekens plaatst bij de inschrijving in de GBA omdat er acht mensen staan ingeschreven op een klein kamertje, moet de Belastingdienst daar wat mee doen. Wij zijn al in goed overleg met de gemeente Rotterdam. Die gesprekken worden geïntensiveerd. Wij gaan kijken of wij een risicogerichte benadering kunnen voorstellen waarbij het kaf zo veel mogelijk van het koren gescheiden wordt.

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, excuses. Ik dacht dat de heer Groot eerder was. Ga uw gang.

De heer Van Vliet (PVV):

Als op 2 januari 2014 de vervoersschema's weer normaal zijn, krijgen we hier vliegtuigladingen, busladingen en treinwagonladingen vol met Roemenen en Bulgaren. Die ruiken hun kans; dat blijkt nu eens temeer. Dit moet dus worden ingekaderd in een veel groter probleem, namelijk het probleem van het rampjaar 2014, waarin helaas dankzij het kabinet de grens opengaat. Kan de staatssecretaris aangeven hoe die brief gaat helpen om deze busladingen, wagonladingen en vliegtuigladingen tegen te houden, zodat onze toeslagenpot niet wordt leeggeplunderd?

Staatssecretaris Weekers:

Als het om mensen gaat, zou ik niet over ladingen willen spreken. Dat vooropgesteld. Het gaat mij erom dat we het kaf van het koren scheiden en dat we ervoor zorgen dat mensen die terecht een toeslag aanvragen, snel hun geld kunnen krijgen. Mensen die ten onrechte toeslagen aanvragen, moeten we weren en als er vraagtekens zijn, moeten die eerst van een antwoord worden voorzien. Dat zou kunnen betekenen dat we bijvoorbeeld een bepaalde wachttijd invoeren voor mensen die nieuw komen in ons land. Dat is ook weer voorzien van wat vraagtekens van Europeesrechtelijke aard, die ik ook laat bekijken. Wat mij betreft nemen we echter een aantal maatregelen om ervoor te zorgen dat ons systeem alleen openstaat voor de mensen voor wie het bedoeld is en niet voor criminele bendes.

De heer Ulenbelt (SP):

Als je de grenzen openzet, zet je ze vanzelfsprekend ook open voor criminelen. Wanneer wist de staatssecretaris dat dit aan de gang was? De media zeggen dat het op het ministerie van Sociale Zaken en bij de Belastingdienst allang bekend was. De gemeente Rotterdam geeft aan dat zij meldingen heeft gedaan bij de ministeries en bij de Belastingdienst. De staatssecretaris reageerde in de uitzending alsof hij verrast was. Was de staatssecretaris verrast? Zo nee, hoelang wist hij het al en waarom heeft hij er toen niets aan gedaan?

Staatssecretaris Weekers:

Van deze specifieke fraudezaak was ik niet op de hoogte. Dat is ook logisch, want van heel specifieke fraudezaken wordt de staatssecretaris natuurlijk niet op de hoogte gesteld. De Belastingdienst pikt in een jaar meer dan 5.000 fraudesignalen op. Wel waren de ambtenaren van de Belastingdienst op de hoogte van deze fraudezaak. Het probleem is geadresseerd in een RIEC-rapport van mei vorig jaar. Vervolgens hebben de ambtenaren van de Belastingdienst, net als die van het OM, conform de voorschriften gehandeld. De FIOD en het OM hebben de zaak daarna verder onderzocht en dat onderzoek heeft geleid tot het aanhouden, gisteren, van twee hoofdverdachten. Het onderzoek liep dus al een hele tijd.

De heer Klaver (GroenLinks):

De vraag die de heer Ulenbelt stelt, is natuurlijk de centrale vraag. Wat wist de staatssecretaris en wat wist anders de Belastingdienst of zijn ministerie van deze zaak? Dat zijn te grote vragen om nu in het vragenuurtje te beantwoorden, dus ik vraag de staatssecretaris om een brief, vóór 17.00 uur vanmiddag, waarin hij ingaat op de volgende vragen. Was de Belastingdienst op de hoogte van de problemen die speelden? Zo ja, sinds wanneer? Is dit naar de staatssecretaris toegegaan? Is de staatssecretaris van mening dat hij hiervan moest afweten en dat de Kamer hierover geïnformeerd moest worden? En waarom wordt er pas nu met een plan van aanpak gekomen voor de problemen?

Staatssecretaris Weekers:

Ik heb zojuist antwoord gegeven op die vragen en het lijkt mij niet nodig om dat antwoord te herhalen in een brief. Het antwoord is heel simpel, namelijk dat medewerkers van de Belastingdienst in de regio Rotterdam sinds mei vorig jaar van deze zaak op de hoogte waren. Dit is namelijk neergeslagen in een RIEC-rapport met bepaalde aanbevelingen, ook aan de gemeente Rotterdam. De gemeente Rotterdam is ermee aan de slag gegaan, de FIOD is ermee aan de slag gegaan en het Openbaar Ministerie is ermee aan de slag gegaan. Dit soort individuele zaken wordt nooit aan de staatssecretaris gemeld. Ik vind het echter van belang dat, als er bepaalde patronen te onderkennen zijn, die signalen mij en mijn beleidsambtenaren uiteindelijk ook bereiken. Vandaar dat ik geschokt heb gereageerd op de beelden en heb aangekondigd dat ik met een brief kom, mede namens enkele collega's uit het kabinet. Ik deel namelijk met de Kamer de ambitie om de lekkages in het systeem te dichten.

De heer Koolmees (D66):

Ik ga door op de vraag die de heer Klaver stelde, want ik vind dat ook de centrale vraag. Afgelopen zondag kwam het bericht naar buiten. De staatssecretaris reageerde daar heel fel op. Hij zei dat fraude hard moet worden aangepakt. Gisteren bleek dat de Belastingdienst en de politie al medio vorig jaar op de hoogte hiervan waren en dat de fraude zelfs zo ernstig is dat de staatssecretaris het beleid wil gaan aanpassen in die zin dat hij het moeilijker wil maken om toeslagen aan te vragen. Het gaat daarbij om forse bedragen. Wij hebben gelezen dat in één keer € 6.000 tot € 8.000 wordt uitbetaald. Dit is een grote beleidswijziging. Wij hebben het afgelopen jaar alleen maar discussies gevoerd over de vraag hoe wij ervoor kunnen zorgen dat de efficiëntie en de klantgerichtheid worden vergroot. Nu maakt de staatssecretaris echter een heel grote draai in de dienstverlening van de Belastingdienst. Hoe kan de staatssecretaris niet op de hoogte zijn geweest van deze grote, systematische fraude?

Staatssecretaris Weekers:

Dit is niet de eerste systematische fraude waar wij mee te maken hebben, maar wel de eerste op zo'n grote schaal die vanuit Bulgarije wordt gepleegd. Ik heb de Kamer eerder geïnformeerd over andere vormen van fraude, zoals het hengelen in de brievenbussen in een hele wijk van Rotterdam, waardoor burgerservicenummers en DigiD-codes werden gestolen. Ik heb de Kamer ook eerder geïnformeerd over het fenomeen "identiteitsfraude". Ik heb destijds onmiddellijk maatregelen genomen. Dat is altijd mijn eerste reactie als ik signalen krijg dat iets niet een incident is, maar dat de mogelijkheid van grootschaligere fraude bestaat. Ik heb zojuist verwezen naar mijn brief van 20 augustus. Ik kom in elke halfjaarsrapportage over de Belastingdienst terug op het thema "fraude" en adresseer dan nieuwe elementen daarvan. Toen ik kennis kreeg van deze Bulgaarse fraude doordat Brandpunt mij die voorhield, heb ik gezegd dat de maat voor mij echt vol is. Er moeten wat mij betreft onorthodoxe maatregelen worden getroffen om dit tegen te gaan.

De heer Heerma (CDA):

Ik sluit aan op de vragen van de woordvoerders van GroenLinks en D66. De staatssecretaris heeft het enerzijds over een incident en anderzijds over het feit dat dit structureel en omvangrijk is. Ik zou dus ook graag een brief ontvangen waarin uitgewerkt wordt of de staatssecretaris niet eerder hierover geïnformeerd had moeten worden, gegeven de enorme omvang. Het is de vraag of de inhoud van de rapporten die gisteren in het RTL Nieuws werden besproken, aanleiding daartoe heeft gegeven.

Staatssecretaris Weekers:

Het allerbelangrijkste is dat de ambtenaren die moeten handhaven en opsporen, in elk geval doen wat is afgesproken. Dat hebben zij gedaan naar aanleiding van het RIEC-rapport. Dat heeft ertoe geleid dat er gisteren twee hoofdverdachten zijn aangehouden. Daarnaast vind ik het van belang dat ik vanuit mijn beleidsverantwoordelijkheid en vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Belastingdienst op de hoogte word gehouden van de signalen en van de ontwikkelingen op de werkvloer. Ik had liever iets eerder van dit specifieke fenomeen gehoord, want dan had ik daar ook al eerder op gereageerd. Dat feit is mij nu bekend. Ik ga daar actie op ondernemen. In mijn organisatie zal ik uiteraard maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat signalen over fraude die bekend zijn op de werkvloer, snel het departement en dus ook mijn bureau bereiken.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De staatssecretaris zegt dat hij het hoort te weten als er sprake is van systematische fraude. Hij stelt ook dat Brandpunt hem gewezen heeft op systematische fraude. Ik constateer dan ofwel dat het de ambtenaren niet duidelijk is wanneer er sprake is van systematische fraude ofwel dat de staatssecretaris niet geïnformeerd is op het moment dat dit het geval was. Als dat laatste klopt, hebben wij natuurlijk wel een probleem. Ik wil graag van de staatssecretaris weten of het begrip "systematische fraude" onbekend is bij zijn ambtenaren of dat zij het in de beleving van de staatssecretaris toch eerder aan hem hadden moeten melden.

Staatssecretaris Weekers:

Het fenomeen "identiteitsfraude" was mij en de Kamer al eerder bekend. Ik heb dat namelijk omslachtig omschreven in mijn brief van 20 augustus jongstleden. Dit is weer een bepaalde variant daarop, georganiseerd door criminelen uit Bulgarije.

Ik heb net al gezegd dat ik dit natuurlijk graag had geweten. Het is echter niet zo dat dit per se op mijn bureau had moeten belanden. Fraudebestrijding en fraudebestendigheid draag ik hoog in het vaandel en met mij, gelukkig, de hele Kamer. Ik kijk vooral uit naar een debat met de Kamer over de vraag hoe we het systeem fraudebestendiger kunnen maken. Daarnaast wil ik de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de systematiek waarin wij heel snel geld uitbetalen en pas in een veel later stadium controleren, goed tegen het licht houden om een en ander voor de toekomst houdbaar te maken.

De voorzitter:

Dank voor uw komst naar de Kamer.

Naar boven