6 Handelsmissies en exportpromotie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 maart 2013 over handelsmissies en exportpromotie.

De voorzitter:

Opnieuw welkom aan de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zij is vast heel benieuwd wat mevrouw Thieme zoal heeft te vragen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De minister heeft in het debat gezegd dat zij nog zal bezien hoe zij de OESO-richtlijnen en het Ruggie-framework zal inbedden in haar beleid voor het verstrekken van exportkredietverzekeringen. Dat is niet voldoende. Er moet veel meer gebeuren. Daarom is Amnesty met een rapport gekomen en heeft de organisatie de noodklok geluid. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nederlandse regering via Atradius exportkredietverzekeringen verstrekt aan veelal risicovolle projecten van bedrijven in ontwikkelingslanden met potentieel grote invloed op milieu en mensenrechten;

overwegende dat het niet duidelijk is of human rights due diligence zoals omschreven in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen onderdeel van de sociale beoordeling is;

constaterende dat Atradius in de beoordeling van een aanvraag een afweging maakt van de positieve, neutrale en negatieve sociale en milieu-implicaties en goedkeuring geeft als deze per saldo acceptabel zijn;

overwegende dat bij potentieel negatieve gevolgen geen sprake lijkt te zijn van het stellen van voorwaarden en het monitoren van een afgesproken plan van aanpak om negatieve gevolgen te voorkomen;

verzoekt de regering om de uitvoering van human rights due diligence expliciet op te nemen in de aanvraagprocedure van exportkredietverzekeringen en tijdens de uitvoering van goedgekeurde projecten;

verzoekt de regering tevens om ervoor te zorgen dat Atradius voorwaarden verbindt aan projecten met potentieel negatieve effecten voor duurzaamheid, mensenrechten en dierenwelzijn, toeziet op naleving van deze voorwaarden en hier openbaar over rapporteert;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 119 (33400-V).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie nog steeds exportrestituties afgeeft waardoor de overschotten van de Europese productie op markten van ontwikkelingslanden tegen lage prijzen worden afgezet;

constaterende dat de industrie en het produceren van voedsel voor de eigen markt in ontwikkelingslanden niet op gang komt, omdat deze landen overspoeld worden met goedkope importen vanuit onder andere de Europese Unie;

verzoekt de regering, zich in Europa actief in te zetten voor een onmiddellijke afbouw van handelsverstorende subsidies zoals exportrestituties, en de Kamer halfjaarlijks over de voorgang van dit traject en de resultaten daarvan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme, Verhoeven en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (33400-V).

De heer Van Dijk van de SP ziet af van een bijdrage. Het woord is aan de heer Leegte van de fractie van de VVD.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. Het algemeen overleg over handelsmissies is gehouden op initiatief van de VVD-fractie. Het is goed om op regelmatige basis met de minister te spreken over de agenda van handelsmissies. Dat het algemeen overleg niet alleen vijf toezeggingen heeft opgeleverd maar ook een VAO, onderstreept het belang van het onderwerp. Handel is immers goed voor iedereen. Het is beter dan hulp, zoals de minister onlangs nog zei. Het is goed dat deze minister gezien en herkend wordt als de minister van export, want export is essentieel voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Het grootste probleem van de huidige economie ligt aan de vraagzijde. De overheid kan investeren, maar dat betekent meer lenen of meer belastingen. Hogere belastingen zorgen voor minder uitgaven door consumenten of bedrijven. Meer lenen betekent dat er uiteindelijk meer geld moet worden terugbetaald. Dus is export de beste manier om de vraagzijde te vergroten. Die groeide onlangs dan ook met 5%.

Bij export hoort ook import. Spullen van andere landen, die daar beter of goedkoper worden gemaakt, kunnen dan naar ons toe. Dat heet het comparatieve kostenvoordeel. Bovendien is handel de beste vorm van hulp, want handel creëert banen en banen creëren een middenklasse. Die middenklasse, die belasting betaalt, is meer geneigd om verantwoording te vragen van de overheid. Bovendien geeft handel de mogelijkheid om iets terug te zien van alle miljarden aan hulp die wij in verschillende landen hebben gestoken.

Dan heb ik nog één belangrijke laatste vraag aan de minister. Graag krijg ik de toezegging dat zij komt met een brief waarom het beleid over de röntgenanalyseapparaten van Nederland ten aanzien van India afwijkt van dat van Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Zwitserland – allemaal keurige landen. Graag krijg ik die brief, waarin zij dit verschil uitlegt, binnen een maand. Ik zou ook willen vragen of zij kan ingaan op de vraag waarom wij deze apparaten wel naar China, maar niet naar India kunnen exporteren. Wat wij nu constateren, is dat Duitsland een marktaandeel van Nederlandse bedrijven aan het overnemen is. Dat is niet goed voor de welvaart en het lost geen enkel probleem op, want die spullen gaan kennelijk over de hele wereld.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

In het afgelopen algemeen overleg over dit onderwerp heb ik hierover vragen gesteld aan de minister. Zij heeft toegezegd dat zij ernaar zal kijken en dat zij met een antwoord komt. Dat is kennelijk langs de heer Leegte heen gegaan, maar het antwoord komt er.

De heer Leegte (VVD):

Dat is keurig. Dan komt er dus een toezegging op een toezegging en dan zijn wij dubbel gezekerd. Dank u wel.

Het is goed dat wij handelsmissies bespreken. Het is ook belangrijk om na te denken over de after sales, zoals wij dit hebben gewisseld tijdens het algemeen overleg. Een bezoek is leuk, maar het is zoals Von Clausewitz ooit zei: "The pursuit is as important as the attack." Wij zullen de minister dan ook goed volgen op haar handelsbevorderende rol.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. In het algemeen overleg over handelsmissies en exportpromotie hebben wij een goede discussie met de minister gehad, waarbij ik zelfs heb aangegeven dat de D66-fractie vindt dat de minister tot nu toe een goede balans heeft gevonden in omgaan met hulp en handel en de samenhang daartussen. Wat ons betreft zit hier helemaal geen minister die alleen maar zegt dat handel beter is dan hulp. Hier zit een minister die de missie heeft om hulp en handel overal in de wereld, in Nederland, maar ook in Afrika, goed met elkaar te verbinden. Dat is goed, want handel kan werken, maar hulp zal soms ook nodig zijn.

Handel is ook voor de Nederlandse economie van belang. Een van de instrumenten die wij daarvoor hebben, zijn handelsmissies. Over die missies hebben wij de minister een aantal vragen gesteld. Ik heb geen motie, omdat de minister tijdens het debat een aantal concrete toezeggingen heeft gedaan. Zij heeft gezegd dat zij ook inziet dat het goed is om van tevoren goed na te denken over de doelstelling van een missie en daar grip op te hebben en om te kunnen evalueren of een missie effectief is geweest. Dat kan niet na een week, maar het kan wel na een jaar. Ook zonder een checklist mee te nemen naar de locatie van de missie kun je best wel nadenken over de dingen die je daar wilt bereiken. Anders krijgt het toch een te vrijblijvend karakter. De minister heeft de Kamer aangegeven dat zij daarmee op een aantal manieren aan de slag wil. Dat vind ik een heel goede stap. Dan kunnen wij de doelstellingen voorbespreken en erover meedenken. Dan weten wij welke bedrijven en welke overheden waar naartoe gaan, zodat er geen overlap is. Ook kunnen wij dan de resultaten met elkaar bespreken en bezien of wij hiermee op deze manier moeten doorgaan. Dat heeft allemaal als doel om ook onze eigen economie en onze eigen exportkracht verder te versterken, en om de Nederlandse economie een duw in de rug te geven. Dat kan onze economie goed gebruiken.

De voorzitter:

Dank. Het woord is aan de heer Vos van de fractie van de PvdA, maar ik zie aan hem dat hij afziet van het geven van een inbreng. Geldt hetzelfde voor mevrouw Mulder? Nee, zij wil een heel korte opmerking maken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Die opmerking gaat over het exportinstrumentarium. Het belang van export is voor Nederland evident. De minister heeft gezegd dat zij vóór de zomer met een hernieuwd exportinstrumentarium naar de Kamer komt. Voor onze fractie is het belangrijk dat zij ook het bedrijfsleven daarbij betrekt. Ik hoor graag hoe zij dat gaat doen.

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de moties en de vragen. De eerste motie is die op stuk nr. 119, die is ingediend door mevrouw Thieme en die ook is ondertekend door de heer Verhoeven. In die motie wordt de regering gevraagd om human rights due diligence te integreren in de beoordeling van projecten door Atradius DSB, zodat er voor elk project een beoordeling wordt gemaakt waarin duidelijk wordt op welke manier er wordt omgegaan met eventuele mensenrechtenissues. Die motie sluit aan op huidig beleid, dus ik omarm de motie heel graag. Het is duidelijk dat wij het erover eens zijn dat mensenrechten op geen enkele manier in het geding mogen zijn bij dit type projecten. In de afgelopen jaren heeft een aantal veranderingen plaatsgevonden, waardoor human rights due diligence veel meer ingebed is geraakt in de milieu- en de sociale beoordeling van projecten. Ik zeg er wel bij dat dit soms iets te veel op papieren actie neerkomt, en iets te weinig in de praktijk tot het maximaal mogelijke wordt uitgevoerd. Daarover zal ik de Kamer nader informeren. Hiervoor heb ik nu een scherp oog. Ik informeer de Kamer heel graag over de vraag hoe wij deze voornemens ook in de praktijk kunnen toepassen of hoe de toepassing in de praktijk kan worden verbeterd.

De voorzitter:

U laat het oordeel over de motie aan de Kamer over?

Minister Ploumen:

Ik zie de motie als ondersteuning van beleid.

De heer Leegte (VVD):

Het is aardig dat de minister de motie als ondersteuning van beleid ziet. Ik vraag me echter af over welk beleid ze het daarbij heeft. Er staat bijvoorbeeld in de motie dat de regering wordt verzocht om ervoor te zorgen dat Atradius voorwaarden verbindt aan projecten met (potentieel) negatieve effecten voor duurzaamheid, mensenrechten en dierenwelzijn, en dat er over het toezicht op de naleving van deze voorwaarden openbaar wordt gerapporteerd. Dat is niet wat we nu doen. Dit leidt tot een kop op de regelgeving en tot extra lasten bij een organisatie als Atradius, die het toch al moeilijker heeft. Bovendien is het een Spaans bedrijf. Hoe kan de minister dus zeggen dat dit bestaand beleid is? Dit is een kop op beleid. Dat is niet goed voor de Nederlandse exportpositie.

Minister Ploumen:

Dit is een kwestie die niet pas gisteren aan de orde is gekomen. Al op 5 oktober 2012 heeft de minister van Financiën de Kamer in een brief geïnformeerd over de implementatie van de human rights due diligence en van de UN guiding principles van John Ruggie. Er wordt nu al op projectniveau een beoordeling gemaakt van relevante mensenrechtenkwesties die eventueel door toedoen van het project in het geding zijn. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het recht op vakbondsvrijheid of het recht op bescherming van minderheden. We doen dus wat we in de brief van 5 oktober 2012 hebben toegezegd. Het is inderdaad waar; het rapport dat door Amnesty International hierover is uitgebracht, heeft daarin een rol gespeeld. Dat heeft niet alleen een rol gespeeld in het debat dat toen in de Kamer is gevoerd, maar ook bij de beantwoording van de minister van Financiën.

Ik zeg er nog even bij dat ik zowel van Nederlandse ondernemers als van ondernemers, ngo's en andere partijen in andere delen van de wereld hoor dat Nederland nu juist een toegevoegde waarde heeft waar Nederland mensenrechten respecteert en waar Nederland de OESO-richtlijn en het Ruggie-framework als uitgangspunt neemt. Hierover zullen wij zeker later ook nog spreken. Dat op zichzelf wordt gezien als een exportproduct. Ik denk dat wij daar ook trots op mogen zijn.

De heer Leegte (VVD):

De OESO-richtlijnen, voor zover Ruggie erin valt, zijn het uitgangspunt. Financiën onderzoekt dat, maar het is geen beleid. Deze motie geeft niet de ruimte om ervan af te wijken. De motie wil wat dat betreft alles doen. Zo ken ik mevrouw Thieme ook. Zij is vrij standvastig in haar visie. Zij is daar 100% duidelijk in. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister de motie als een ondersteuning van haar beleid ziet. De motie gaat verder dan wat wij hebben afgesproken. Het is een kop op de huidige regelgeving, maar het is negatief voor de Nederlandse exportpositie. Dit kan geen ondersteuning van het beleid zijn. Mijn suggestie aan de minister is om tegen de motie te zijn.

Minister Ploumen:

Dank voor alle suggesties.

Ik wil nog wel een keer toelichten waarom ik de motie als een ondersteuning van het beleid zie.

De voorzitter:

Dat hoeft niet nog een keer, want u hebt het al gedaan.

Minister Ploumen:

Ik zie het ongeduld in uw ogen, voorzitter, en terecht. Het is duidelijk dat Nederland hiermee aan de slag gaat. Ik heb aangegeven dat de implementatie in de praktijk soms nog wat beter kan. Daar kijken wij heel erg goed naar en daar informeer ik de Kamer graag over.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik begrijp van de minister dat zij erop zal toezien dat de kwestie van de human rights due diligence exclusief wordt opgenomen in de aanvraagprocedure voor exportkredietverzekeringen. Klopt dat?

Minister Ploumen:

Het klopt dat de human rights due diligence onderdeel is, nu al – in die zin is het dus ondersteuning van het beleid – van de milieu- en de sociale beoordeling van projecten door Atradius DSB.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het gaat om de uitvoering van de human rights due diligence. Ik heb duidelijkheid van de minister dat dit nu gaat gebeuren.

Nu sluit ik even aan bij de heer Leegte. Er moeten tevens voorwaarden worden verbonden op het punt van duurzaamheid, mensenrechten en dierenwelzijn. Die zaken heb ik ook genoemd in de motie die ik samen met de heer Verhoeven heb ingediend. Dat is op dit moment nog niet het geval. Ik begrijp van de minister dat ook op die zaken actie wordt ondernomen om dat voor elkaar te krijgen.

Minister Ploumen:

Het klopt dat de human rights due diligence hier al onderdeel van is. Ik ga inderdaad bezien op welke manier kan worden omgegaan met de genoemde voorwaarden. Het heeft natuurlijk geen zin om principes te hebben, maar daar niet naar te handelen. Tegelijkertijd willen wij de regeldruk niet enorm laten oplopen. Ik ga hier zeer zorgvuldig naar kijken. Ik zal de Kamer informeren over een en ander. Het staat goed op papier, maar in de praktijk kan het soms beter. Ik voer daarover graag het debat met de Kamer als zij dat nodig vindt.

Ik kom dan bij de motie over de exportrestituties. In de motie wordt Nederland opgedragen om zich in EU-verband in te zetten voor een zo spoedig mogelijke afschaffing van de exportsubsidies. Ook die motie beschouw ik als een ondersteuning van het huidige beleid. Nederland is al langer dan vandaag van mening dat alle nog resterende exportrestituties moeten worden uitgefaseerd, ongeacht de uitkomst van de WTO-onderhandelingen. In de EU zijn ook bijna alle exportrestituties overigens afgeschaft, zoals voor eieren, varkensvlees en rundvlees. Er is alleen voor pluimvee nog één exportrestitutie. Nederland maakt daar geen gebruik van, maar dat laat onverlet dat wij ons daarvoor zullen inzetten. We zijn wel realistisch. Dat weet mevrouw Thieme. In het kader van de hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is het niet altijd even gemakkelijk om dit te realiseren, maar wij zetten ons er wel voor in. Mocht de Kamer nog meer vragen en detail hebben over hoe dit een plaats krijgt in het gemeenschappelijk landbouwbeleid, dan verwijs ik haar graag naar staatssecretaris Dijksma.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het is goed om van de minister te horen dat Nederland zich daarvoor inzet. Dat was nog een beetje onduidelijk tijdens het AO. Daarom heb ik de motie ingediend. Het verzoek in de motie houdt ook in dat ik graag op de hoogte wil worden gehouden van de voortgang rondom de discussie over de exportrestitutie voor pluimvee. Kan de minister dit toezeggen? Als dat het geval is, dan trek ik de motie in.

Minister Ploumen:

Dat zeg ik van harte toe.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dan trek ik mijn motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Thieme c.s. (33400-V, nr. 120) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Ploumen:

Ik heb nog een verzoek van de heer Leegte van de VVD-fractie. Ik zeg hem graag een brief toe waarin ik inga op het level playing field: hoe ziet het eruit en is het eigenlijk wel een level playing field? Ik zal de brief met enige spoed schrijven. Dit betreft een eerdere toezegging die nu vermenigvuldigd wordt. Overigens zal de brief niet twee keer zo lang worden.

Mij rest nog om D66 te bedanken voor de hartelijke woorden die gesproken zijn. D66 wijst erop dat de Nederlandse economie kan blijven draaien door internationaal te ondernemen.

Mevrouw Mulder vroeg mij of er een actieve rol is weggelegd voor het bedrijfsleven. Ik wil hierop in zijn algemeenheid antwoorden dat het formuleren van beleid, of het nu gaat over internationaal maatschappelijk ondernemen, de manier waarop wij het bedrijfsleveninstrumentarium het beste kunnen inzetten of de manier waarop wij handelsmissies het beste kunnen vormgeven, niet in splendid isolation gebeurt; daar zijn formele overlegorganen voor. Bovendien spreek ik hierover zeker ook een-op-een met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Mevrouw Mulder kan er dan ook zeker van zijn dat ik zeer goed luister naar de wensen en mogelijkheden van het Nederlandse bedrijfsleven in dit kader.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de leden. Over de overgebleven motie van mevrouw Thieme zullen we dinsdag stemmen.

De vergadering wordt van 12.15 uur tot 13.15 uur geschorst.

Naar boven