8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie Dik-Faber (33400-XII, nr. 37).

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar moties op stuk 27858, nrs. 125 en 128 opnieuw aan te houden en op verzoek van het lid Thieme, haar motie op stuk 33410, nr. 60. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33410, nr. 38, 33410, nr. 50, 33410, nr. 63, 33405, nr. 24, 27858, nr. 123 en 27858, nr. 124.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Zee- en binnenvaart naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 6 februari met als eerste spreker de heer Graus van de PVV.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag hebben FNV Jong en CNV Jongeren gezamenlijk een onderzoek gepubliceerd over de effecten van de crisis op de koopkracht van jongeren. Wij voeren hier vaak debatten over de positie van ouderen. Ik zou graag een breder debat voeren over de gevolgen van de crisis op de koopkracht van oud en jong.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat verzoek steunen wij.

De heer Krol (50PLUS):

Vanzelfsprekend steunen wij dat ook.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Wij steunen dat verzoek.

De heer Van Weyenberg (D66):

Wij steunen dat verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De fractie van de Partij voor de Dieren steunt dat verzoek.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Wij geven geen steun voor dat verzoek. Wij hebben het hier al heel vaak over gehad. Ik doe mevrouw Voortman wel graag de volgende suggestie. De minister heeft ons een brief toegezegd, een tussenrapportage over jeugdwerkloosheid. Die zouden wij half februari krijgen. Mogelijk kan hij dit punt meenemen in die brief. Na ontvangst van de brief kunnen we dan altijd nog kijken of we een debat willen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik sluit mij daarbij aan. Wij kunnen gewoon via de commissie een debat of een algemeen overleg afspreken over de informatie van de minister. Deze informatie is daarbij mee te nemen.

De heer Van Vliet (PVV):

Het kabinet breekt alle koopkracht af, dus natuurlijk steunen wij ieder debat daarover.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ben het eens met het laatste, maar het is wel fijn als wij dan weten waar wij het over hebben. Ik krijg ook graag de gevraagde informatie, maar die moet worden betrokken bij een overleg daarover. Geen steun voor een debat op dit moment.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat.

Mevrouw Voortman, u hebt geen steun voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De suggestie van mevrouw Van Nieuwenhuizen om deze aspecten, dus het onderzoek van CNV Jongeren en FNV Jong, mee te nemen in de brief, vind ik een goed idee. Ik had liever een debat gevoerd, maar als drie fracties dat niet willen, houdt het op.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Berndsen-Jansen van D66.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Ik wil graag een debat met de minister van Veiligheid en Justitie. De aanleiding is dat de PvdA kennelijk nu wel gereguleerde experimenten in gemeenten wil, terwijl de minister dat niet wil. Het lijkt mij goed dat gemeenten duidelijkheid krijgen over het standpunt van het kabinet.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen vraagt om steun voor een debat met de minister van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wat mij betreft kunnen wij dat debat samenvoegen met het debat dat ik vorige week heb aangevraagd over Nederland narcoticastaat, om het zo maar even te noemen.

De voorzitter:

Laten wij eerst kijken of er steun voor het debat is. Dan kunnen wij daarna kijken of wij het kunnen samenvoegen.

De heer Oskam (CDA):

We hebben al heel vaak met de minister over drugs gedebatteerd. De standpunten zijn bekend, zowel die van de minister als die van de diverse partijen. Geen steun voor het debat dus.

De heer Van der Steur (VVD):

De staatssecretaris heeft zojuist heel helder gezegd dat er een aantal brieven komt, precies zoals de vaste commissie heeft gevraagd. Er is geen enkele reden om opnieuw een debat te houden, want dat wordt een herhaling van zetten van het al door mevrouw Berndsen aangevraagde dertigledendebat, dat wat mijn fractie betreft ook moet wachten op die brieven.

Mevrouw Hilkens (PvdA):

Mevrouw Berndsen weet, omdat het debat hierover nog maar net heeft plaatsgevonden, dat wij de inventarisatie van de minister graag afwachten. Wat mij betreft is daar helemaal niets aan veranderd. Dus geen steun voor het debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Steun voor het debat. Voorafgaand aan het debat zou ik graag een brief van de minister krijgen, want die komt sowieso naar de Kamer. Ik heb begrepen dat gemeenten heel laat op de hoogte zijn gesteld over het wel of niet meedoen aan zo'n experiment en de plannen. Een en ander kan ook niet door de raad worden besproken. Een zorgvuldige behandeling lijkt mij dus logisch. Ik zou graag zien dat de minister hier een keer op ingaat in de brief.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Geen steun voor het debat.

De voorzitter:

U hebt geen steun voor een debat. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde informatie.

Het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Afgelopen weekend is er een akkoord bereikt in Europa. Daarover zijn wij summier geïnformeerd, met een wat korte brief. Ik zou graag een brief van de regering krijgen, waarin precies staat wat die deal van 960 miljard voor Nederland betekent, zowel wat betreft de uitgavenkant als wat betreft de inkomstenkant. Welke landen hebben nu speciale deals gekregen? België heeft voor Limburg 50 miljoen extra gekregen. Duitsland heeft geld voor Leipzig gekregen. We willen een lijst van al die speciale deals die voor landen zijn gemaakt, inclusief die voor Nederland. Ik wil weten hoe wij er uitspringen en op welke wijze die deal tot stand is gekomen. Daarna willen wij graag een debat over de uitkomst van deze Europese top.

De voorzitter:

Twee verzoeken, een verzoek om een brief en een verzoek om een debat.

De heer Madlener (PVV):

We hebben een zeer teleurstellend akkoord, maar we zijn inderdaad summier geïnformeerd. Wij willen graag wat meer informatie in een brief, ook over de nettobetalingspositie van Nederland. Ik zou graag ook een vergelijking willen met andere EU-landen om te kijken hoe Nederland er is uitgesprongen. Steun voor de brief, aangevuld met wat ik zojuist heb gezegd, en steun voor een spoedig debat, liefst voor het reces.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor de brief en een debat. Ik vind volledigheid van de brief van groter belang dan een spoedig debat, omdat wij exacte helderheid moeten krijgen over de Nederlandse positie, met alle variabelen, zoals de btw, de importheffingen en andere zaken, om tot een wezenlijk oordeel over de Nederlandse positie te kunnen komen. Wij moeten die kunnen vergelijken met de positie van andere landen. Dus ja, ook een vergelijking met nettobijdragen van andere landen, maar zeker een uitvoerige brief over de Nederlandse kant.

De heer Pechtold (D66):

Ik kan mij aansluiten bij de heer Van Bommel: steun voor een brief. Ik ben meer geïnteresseerd in een heldere brief. Dat debat zal wel volgen, maar de brief die wij ontvangen hebben was te summier.

De heer Verheijen (VVD):

Steun voor een debat. Ik denk dat het goed is dat wij dat snel houden en dat de Kamer zich daar snel over uitspreekt. Ook steun voor een brief; zoiets blokkeren wij nooit.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor beide.

De voorzitter:

U hebt steun voor beide verzoeken, mijnheer Omtzigt. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en ik zal het debat toevoegen aan de lijst. Ik heb 21 meerderheidsdebatten in portefeuille, allemaal met het verzoek om het snel te plannen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb begrip voor uw positie. Dank aan de collega's voor de steun. Deze week komt er een verzoek van de commissie Europese Zaken om standaard na afloop van een Europese top zo'n kort debat te plannen. Wellicht kunt u daar enigszins op vooruitlopen.

De voorzitter:

Dat verzoek komt naar het Presidium. Daar kan ik zeker niet op vooruitlopen, maar alle partijen zijn daarin vertegenwoordigd.

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Ondanks de bezuinigingen en de beloofde soberheid blijft de Nederlandse politietop fors declareren. De afgelopen drie jaar werd voor ruim € 220.000 aan dienst- en studiereizen gemaakt. De reis naar de Olympische Spelen spande hierbij de kroon. Er werd zelfs voor € 600 aan biertjes in het Holland Heineken House gedeclareerd. Een slecht signaal naar de samenleving – men roept om een veilige samenleving – en een slecht voorbeeld voor de dienders op straat. Ik wil hierover graag een debat met de minister van V en J.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik vond het ook een apart bericht, maar ik heb eerst behoefte aan feitelijke informatie om te kunnen bezien of er een politiek debat nodig is. Een verzoek om een brief zou ik steunen, maar een verzoek om een debat op dit moment niet.

De heer Marcouch (PvdA):

Wat ons betreft is een brief verstandig. Daarna kunnen wij bezien of een debat nodig is.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik heb eerst behoefte aan meer uitleg van het ministerie. Ik zou dus graag eerst een brief willen ontvangen.

De heer Oskam (CDA):

Ook graag eerst een brief.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt geen steun voor een debat, maar er is inmiddels wel gevraagd om een brief.

De heer Bontes (PVV):

Helaas, voorzitter. Het is immers een behoorlijk groot probleem en een slecht voorbeeld voor de samenleving. Maar ik moet genoegen nemen met een brief; het is niet anders.

De voorzitter:

Wellicht geeft de brief aanleiding om alsnog een debat te houden, hier of in een andere zaal. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is opnieuw aan de heer Bontes.

De heer Bontes (PVV):

Ik heb zojuist een mondelinge vraag ingediend over de tientallen jihadisten die naar Nederland terug kunnen keren. Ze zijn tikkende tijdbommen. Ik heb gevraagd om een harde aanpak. Dubbele nationaliteit? Dan de Nederlandse nationaliteit afpakken. Verblijfsvergunning? Afpakken en opsluiten. Ik heb echter geen enkel antwoord gekregen en daarom wil ik graag een debat over dit onderwerp met de minister van Veiligheid en Justitie.

De heer Schouw (D66):

De reactie van de minister was ontluisterend. Het is dan ook goed dat wij hierover een debat hebben. Voorafgaand aan dat debat zou ik een brief willen ontvangen waarin de regering ingaat op de vraag hoe wij aan de ene kant deze jongelui gaan ontmoedigen en hoe wij aan de andere kant ervoor zorgen dat deze jongelui weer afkoelen in Nederland.

De heer Oskam (CDA):

Ik vraag mij hardop af of het de minister van Binnenlandse Zaken moet zijn of de minister van Justitie. Maar wel steun voor een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor een brief en steun voor een debat.

De heer Van Bommel (SP):

Ik deel de verontwaardiging van de heer Bontes dat er geen antwoord is gekomen op de belangrijke vragen die hij gesteld heeft. Dus steun voor een brief en voor een debat.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik vind het een beetje lastig om dit te steunen. Volgens mij was er discussie over de vraag wie moet antwoorden. Ik maak graag uit de brief van het kabinet op bij wie wij moeten zijn, zodat wij eventueel daarna kunnen bekijken met wie wij een debat moeten aanvragen. Dan voorkomen wij dat wij hier met de verkeerde minister staan.

De heer Marcouch (PvdA):

De minister van Binnenlandse Zaken was duidelijk in zijn beantwoording. Hij was duidelijk over de inlichtingenpositie. Het is van belang dat wij een brief krijgen van de minister van Justitie over hoe de overheid hierop zit, om vervolgens aan de hand daarvan pas te bepalen of wij een debat hierover moeten voeren.

De voorzitter:

Dan is het handig om een brief aan beide bewindspersonen te vragen. Dan hebben wij dat probleem opgelost.

De heer Schouw (D66):

Volgens mij vragen wij een brief van de regering. Dat is een. Twee, als wij hier een debat willen voeren, dan hecht mijn fractie eraan dat twee ministers hier komen, zowel de minister die verantwoordelijk is voor de AIVD – dat is de minister van Binnenlandse Zaken – als de minister van Justitie.

De voorzitter:

Het verzoek van de aanvrager was om een debat te voeren met alleen de minister van Veiligheid en Justitie. Vandaar dat het verzoek zich daar nu op heeft toegespitst. U hebt geen steun voor een debat, mijnheer Bontes, maar wel steun voor een verhelderende brief met wellicht een doorkijkje naar een debat. Zo heb ik het gehoord.

De heer Bontes (PVV):

Er is ook de mogelijkheid van een dertigledendebat. Ik vind het een zeer belangrijk onderwerp. Het is een tikkende tijdbom in de samenleving. Daar moet je de maatschappij tegen beschermen. Ik wil dan toch graag een dertigledendebat aanvragen en een brief krijgen. Het is teleurstellend dat er geen steun is, want iedereen heeft kunnen zien dat er geen antwoord gegeven is.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt inderdaad steun voor een dertigledendebat. Mijnheer Schouw, de SP-fractie en de PVV-fractie hebben samen meer dan 30 leden. Ik kan dus niet anders dan concluderen dat er steun is voor een dertigledendebat.

De heer Schouw (D66):

Dat ben ik van harte met u eens, maar ik wil duidelijk maken dat wij hier een commissie-stiekem hebben, waarin niet inhoudelijk gedebatteerd kan worden over deze problematiek. Het is toch belangrijk dat wij dat heel snel doen. Ik was even bang dat u dadelijk gaat concluderen dat het onderaan de lijst gaat komen, maar dan wil ik de heer Bontes in overweging geven om nog eens te vragen of wij de brief binnen vier weken kunnen krijgen en dat wij er dan een AO over houden. Anders wordt het weggestopt in het najaar van 2013. Dat wil mijn fractie niet.

De voorzitter:

Dank u voor deze constructieve bijdrage.

De heer Bontes (PVV):

Ik ben het erover eens met de heer Schouw dat het zeer belangrijk is. De urgentie is hoog. Absoluut. Maar het moet toch mogelijk zijn om in deze bijzondere situatie een dertigledendebat naar voren te halen. Ik heb veel liever een dertigledendebat dan een AO, uiteraard met die brief en uiteraard met beide bewindslieden. Het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken van daarnet was namelijk heel zwak. Stel je voor dat de minister van V en J weer verwijst naar de minister van BZK. In dat licht vind ik dat een goede tip. Die neem ik graag ter harte. Ik wil dus een debat met beide bewindspersonen en ik wil dat het dertigledendebat naar voren wordt gehaald, want het gaat om een terroristische dreiging.

De voorzitter:

Ik snap uw punt, mijnheer Oskam … eh, mijnheer Bontes. Ik heb vandaag moeite met de namen. Excuses daarvoor.

De heer Bontes (PVV):

Het maakt niet uit, voorzitter.

De voorzitter:

Ik snap heel goed wat u zegt, maar u moet zich ook voorstellen dat ik te maken heb met 24 dertigledendebatten. Dit is nummer 25. Alle aanvragers daarvan hebben voor hen zwaarwegende argumenten om mij te verzoeken dat debat naar voren te halen, allemaal. U bent mij allen even lief. Het is niet aan mij om daar een prioriteit in aan te brengen, anders dan soms het geval is bij wetgeving. Ik heb 21 debatten waar een meerderheid van de Kamer van gezegd heeft dat die er moeten komen. Ik sta met mijn rug tegen de muur. Ik wijs u erop dat, als u haast ziet en de urgentie voelt, een algemeen overleg evenveel waarde heeft en afgesloten kan worden met het indienen van moties in deze zaal. Dat zou dan zelfs binnen vier weken kunnen. Ik kan niets anders doen. Dit is de situatie zoals die is. Excuses daarvoor.

De heer Bontes (PVV):

Maar er is sprake van een terroristische dreiging. Wat er ook zij van al die dertigledendebatten, er is niets zwaarder dan een terroristische dreiging voor de samenleving.

De voorzitter:

Ik ga daar nu niet verder over in debat. Ik probeer alleen aan te geven dat ik snap dat u die urgentie voelt en dat er wel degelijk een middel is in dit huis om hier op de kortst mogelijke termijn over van gedachten te wisselen met alle bewindspersonen met wie u erover wil praten. Alleen is dat niet mogelijk in deze zaal. Met dat feit hebben wij allen te maken.

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bosma.

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. Wij spraken bij de regeling eerder over de illegale moskee-internaten. De zaak die speelt in Rotterdam heeft zich nu verergerd, want er zijn berichten dat er druk is uitgeoefend op ambtenaren door locale politici in de deelgemeente Feijenoord om vooral niet in te grijpen bij die illegale moskeeën. RTV Rijnmond beschikt zelfs over geheime geluidsopnamen. Dit zou gebeurd zijn met toestemming van wethouder Hamit Karakus van de Partij van de Arbeid in Rotterdam. Dit is een zeer ernstige zaak. Ik zou daarom heel graag een debat willen met de minister van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter:

Een verzoek voor steun voor een debat met de minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Schouw (D66):

Op het gevaar af dat we het straks weer hebben over de lijst van debatten: voor mijn fractie volstaat een heldere brief van de regering over deze belangrijke zaak. Afhankelijk van de inhoud van die brief kunnen we erover spreken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Op mijn verzoek staat een debat gepland met de minister van Integratie. Ik kan mij dit verzoek voorstellen. Ik stel voor om de minister van Binnenlandse Zaken bij dat reeds geplande debat uit te nodigen.

De voorzitter:

Welk debat is dat?

Mevrouw Karabulut (SP):

Het debat over moskee-internaten.

De voorzitter:

Dat is een algemeen overleg.

Mevrouw Karabulut (SP):

Juist. In een commissie.

De voorzitter:

Vandaar dat ik in verwarring was. U geeft dus geen steun aan een plenair debat.

De heer Litjens (VVD):

De VVD steunt geen plenair debat. Wij gaan ervan uit dat het AO in ieder geval voldoende aanleiding biedt om over het onderwerp te praten. En wij vinden dat de discussie over integriteit binnen het gemeentebestuur in Rotterdam, in Rotterdam hoort plaats te vinden.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ook de PvdA is van mening dat dit aan de orde kan komen in het AO integratie dat we binnenkort hebben. Daarnaast hebben we een apart AO over moskee-internaten. Laten we dat doen nadat de brief is ontvangen en als er aanleiding …

De voorzitter:

Geen steun voor het debat, begrijp ik.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Nee.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks wil dit graag betrekken bij het AO dat mevrouw Karabulut zonet noemde, dus geen steun.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De CDA-fractie maakt zich grote zorgen over deze jongens en meiden, vanuit veiligheidsoogpunt maar zeker ook vanuit het oogpunt van het pedagogische klimaat: hoe worden ze opgevoed? Het kabinet spreekt met één mond, dus wij willen bij het AO graag ook dit aspect betrekken.

De voorzitter:

Maar geen steun voor het debat.

De heer Bisschop (SGP):

Het is een ernstige zaak. Wij hebben er vragen over gesteld. Een debat lijkt me niet nodig, maar we kunnen het onderwerp wel laten aansluiten bij het AO, en het daarin expliciet een punt van gesprek maken.

De voorzitter:

Mijnheer Bosma, iedereen vindt het belangrijk, maar iedereen wil het graag in een AO bespreken.

De heer Bosma (PVV):

Maar met een brief zijn ze tevreden. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bosma. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Naar aanleiding van de uitzending van ZEMBLA op donderdag 7 februari jongstleden – ik kijk er vrijwel nooit naar, maar nu gelukkig wel – vraag ik om een spoedig debat. Ik hoop dat de Kamer mij daarin steunt en dat het dierenleed in deze Kamer eindelijk eens boven partijpolitiek wordt gesteld. Het betreft een uitzending waaruit blijkt dat er miljoenen euro's subsidie per jaar worden verkwist aan telkens mislukte projecten. Maar nu komt het, mevrouw de voorzitter. Niet alleen worden miljoenen belastinggeld ten tijde van zware crises verkwist, er is ook sprake van zeer ernstig dierenleed onder het toeziend oog van de regering. Er worden zelfs dieren uitgemergeld dood gevonden. De regering heeft via natuurkolchozen in strijd gehandeld met de Flora- en faunawet en dat is strafbaar. Ik stel de regering dus aansprakelijk. Wat is er namelijk gebeurd? Artikel 14 …

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Dat mag u straks aan de orde stellen in een debat. U wilt, zo begrijp ik, heel erg graag praten over het dierenleed als gevolg van mislukte natuurprojecten ...

De heer Graus (PVV):

En de verkwiste miljoenen euro's aan subsidie daarvoor. Met dierenleed als gevolg ...

De voorzitter:

Ja, en u wilt daarover discussiëren met de staatssecretaris van Economische Zaken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil het verzoek om een debat wel steunen, maar dan moet de PVV de verbinding van natuurgebieden voortaan steunen. Ik zou in elk geval een brief van het kabinet willen, waarin de staatssecretaris ingaat op hetgeen we in de uitzending hebben gezien, namelijk dat het huidige beleid niet in overeenstemming is met de IUCN-regels. Ik stel de heer Graus ook voor om het in een AO te doen.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt veel gezegd, maar steunt u het verzoek om een debat? Ja of nee?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, en ik wil ook graag een brief.

De voorzitter:

Ja, met een brief. Dat heb ik begrepen. Dank u wel.

De heer Schouw (D66):

Ik ben het eens met alle inhoudelijke punten die mevrouw Ouwehand heeft genoemd. Op één punt wijken wij af. Wij willen eerst een brief zien. Daarna bekijken we of we een debat willen.

De heer Litjens (VVD):

De VVD heeft op dit moment geen behoefte aan een debat, maar wil wel graag een brief van de staatssecretaris.

De heer Van Dekken (PvdA):

Dit is een indringende oproep, maar laten we inderdaad eerst even de brief afwachten. Daarna kunnen we wellicht discussiëren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek om een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie wil graag eerst een brief van het kabinet en wil pas daarna bekijken of een debat nog aan de orde is.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor de brief. Of er een debat nodig is, zien we daarna.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor een reactie van het kabinet. Ik zou zeggen: betrek het bij de procedurevergadering van EZ. Dan kunnen we bekijken of we het bij een algemeen overleg kunnen betrekken.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt geen steun voor een dertigledendebat. Wel is er grote steun voor uw gevoel voor dierenleed. Ook heeft de Kamer breed behoefte aan een brief.

De heer Graus (PVV):

Ik kan ook goed tellen en heb dat gezien. Het is echter wel belangrijk dat in die brief niet alleen de miljoenen euro's subsidie voor dierenleed ter sprake komen, maar ook het feit dat de regering via natuurkolchozen heeft gehandeld in strijd met artikel 14 van de Flora- en faunawet. Dat is een strafbaar feit. Er zijn dierentuindieren de dood in gejaagd en dat kan absoluut niet.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram, inclusief uw laatste woorden, doorsturen naar het kabinet voor een reactie.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Morgen spreekt de Kamer met de staatssecretaris van Economische Zaken over de Landbouw- en Visserijraad van 25 februari. Omdat we voor die tijd geen stemmingen meer hebben anders dan die op donderdag, wil ik een vooraankondiging doen voor een VAO met stemmingen op donderdag.

De voorzitter:

Alle leden moeten dus rekening houden met stemmingen aanstaande donderdag, maar dat deden ze volgens mij al. Dank voor deze vooraankondiging.

Het woord is aan mevrouw Schut.

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Voorzitter. Er is de laatste dagen veel ophef geweest over fraude met kinderopvangtoeslag in Amsterdam. Daarover zijn vragen gesteld door mijzelf en door het lid Yücel. Dit gaat over fraude en over kinderopvang. Aanstaande donderdag staat er een AO gepland over SUWI-onderwerpen waarin ook fraude aan de orde wordt gesteld. Ik verzoek het kabinet daarom, mede namens de leden Van Vliet en Yücel, de schriftelijke vragen hierover te beantwoorden voor donderdagochtend.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Hamer, voorzitter van de commissie voor Economische Zaken.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil namens de commissie voor Economische Zaken vast een vooraankondiging doen. We houden donderdagmiddag de derde termijn van het algemeen overleg over de gaswinning in Groningen. We verwachten dat daarna een VAO nodig zal zijn om het debat af te ronden.

De voorzitter:

Ik zal er rekening mee houden in de planning. Dank voor deze vooraankondiging.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Volgens mijn informatie heeft het presidium van de Eerste Kamer zojuist besloten om het wetsvoorstel inkomensafhankelijke huurverhoging niet op 26 februari te behandelen. Ons allen is bekend dat de minister voor Wonen de afgelopen week heeft geprobeerd dit wetsvoorstel met stoom en kokend water door de Tweede Kamer te loodsen. De SP-fractie constateert dat er nu geen druk meer op de ketel is voor een zorgvuldige afronding van de behandeling in de Tweede Kamer. Wij verzoeken daarom de tweede termijn van het debat die voor morgen gepland staat, uit te stellen.

De voorzitter:

Ik kijk even rond. Ik weet dat de Eerste Kamer het debat over de hypotheekrenteaftrek van de agenda heeft gehaald, maar ons is niet geworden dat ook het debat over de huurverhoging van de agenda is gehaald.

De heer Fritsma (PVV):

Het zou bij die onderhandelingen gaan om een integrale aanpak voor de hele woningmarkt. De koopsector kan daarbij niet los worden gezien van de huursector. Er is inderdaad een kans dat we morgen een achterhaald wetsvoorstel behandelen. Ik steun dus het verzoek om eerst te wachten op alle concrete plannen. Dan kunnen we er daarna in één keer over praten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks wil ook graag een integrale behandeling, dus zij steunt het verzoek van de heer Jansen.

De heer Klein (50PLUS):

Als de informatie van de heer Jansen over de behandeling in de Eerste Kamer juist is, is het logisch dat het debat uitgesteld wordt.

De heer Monasch (PvdA):

Er zijn ons geen nieuwe feiten bekend. Er ligt een voorstel. Wij hebben de tweede termijn gepland voor morgenochtend. Laten wij ons gewoon aan die orde houden.

Mevrouw Visser (VVD):

Daar sluit de VVD-fractie zich bij aan. Volgens mij voeren wij bijna dagelijks dit debat. Wij blijven bij het standpunt dat dit wetsvoorstel in het kader van de aanpak van scheefwonen gewoon behandeld kan worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Mijn fractie steunt het verzoek van de SP-fractie.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ons zijn ook geen andere feiten bekend. Wij gaan over onze eigen agenda, los van de vraag of de behandeling in de Eerste Kamer is uitgesteld. Wij stellen voor om het debat gewoon te laten doorgaan.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik zie geen reden om het debat uit te stellen. Volgens mij kunnen wij gewoon aan de tweede termijn beginnen. Als het nodig is, kunnen wij altijd nog een derde termijn houden.

De heer Verhoeven (D66):

Dat is ook de lijn van de fractie van D66. Wij gaan over onze eigen agenda, dus het lijkt mij goed om het debat van morgen gewoon te laten doorgaan. Wij hebben immers in goed overleg besloten om dat debat morgen te houden. Misschien is het wel goed dat de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer even contact met elkaar opnemen.

De voorzitter:

Dat zal ik doen, maar ik kan niet tegelijkertijd de Kamer voorzitten en telefoneren. Zodra ik klaar ben met voorzitten, ga ik bellen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik sluit nooit uit dat ikzelf niet goed geïnformeerd ben, maar ik heb hierover toch vrij goede informatie. Er is klaarblijkelijk discussie over dit punt. Ik sluit niet uit dat ik, zodra alle collega's deze informatie bevestigd hebben gekregen, een extra regeling van werkzaamheden zal aanvragen.

De voorzitter:

Houd allemaal uw e-mail in de gaten!

Naar boven