Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 78, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 78, item 7 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 maart 2012 over de nota nuts- en zakenbankactiviteiten.
De heer Van Vliet (PVV):
Voorzitter. Allereerst dank ik de minister voor al zijn acties op het gebied van het versterken van onze financiële sector en het voorkomen van een toekomstige kredietcrisis. We hebben onlangs met elkaar het AO gehad. Dit VAO heb ik aangevraagd ter aansporing van de goede plannen van de minister. Om de intentie van dit huis duidelijk te maken dien ik de volgende motie in ter extra aansporing. Gezien het hele pakket denk ik dat de tekst van de motie daar prima in past. Ik hoop dan ook op brede steun in dit huis.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat banken ten dienste moeten staan van de reële economie;
overwegende dat banken hiervan afwijken wanneer ze zelf profiteren van speculatieve beleggingen voor eigen rekening maar de grote risico's daarvan afwentelen op spaarders en belastingbetalers;
overwegende dat de zogenaamde Volcker Rule in de VS hieraan een einde maakt;
verzoekt de regering, ook in Nederland zo snel mogelijk een vergelijkbare wettelijke regeling te treffen als de Volcker Rule op een effectieve manier, ook als hier geen overeenstemming over wordt bereikt in Europees verband, opdat banken niet langer handelen voor eigen rekening en de risico's daarvan niet meer kunnen afwentelen op spaarders en belastingbetalers,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 64 (31980).
De heer Huizing (VVD):
Voorzitter. Gezien de tijd zal ik maar afzien van het grootste deel van mijn spreektijd. Wel wil ik de minister feliciteren met zijn toetreding tot het broederschap van Limburgse-asperge-eters. Dat heeft hij toch maar weer gepresteerd vanavond!
De voorzitter:
De Limburger hier kijkt blij.
De heer Huizing (VVD):
Mijnheer Van Vliet was er niet bij, maar ik heb voor hem waargenomen.
Voor ons was al duidelijk dat een strikte scheiding tussen nuts- en zakenbankactiviteiten niet nodig is. Het middel is wat ons betreft erger dan de kwaal. Net als collega Van Vliet willen wij het voorstel van de minister aanscherpen. De scheidbaarheid in een crisissituatie is voor ons genoeg. Wij willen de organisatiestructuur van de banken koppelen aan de Interventiewet en daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Interventiewet een belangrijke uitbreiding is van het crisisinstrumentarium om problemen in de financiële sector het hoofd te bieden;
overwegende dat met de Interventiewet de minister van Financiën ingeval van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de financiële stabiliteit onmiddellijk kan ingrijpen;
overwegende dat het instrumentarium beoogt dat maatregelen van de minister van Financiën en de Nederlandsche Bank zien op het behoud van de nutsfuncties van banken en de waarborging van de stabiliteit van het financiële stelsel, en de kosten voor de belastingbetaler tot het uiterst mogelijke beperken;
overwegende dat banken doorgaans een complexe organisatiestructuur kennen;
overwegende dat herstel- en resolutieplannen inzichtelijk dienen te maken hoe een bank ordentelijk kan worden afgewikkeld;
overwegende dat de verplichting van herstel- en resolutieplannen voor banken een nationale aangelegenheid is;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat banken hun nutsfuncties zodanig inrichten dat deze functies in noodsituaties effectief kunnen worden veiliggesteld door eventuele maatregelen van de minister van Financiën en de Nederlandsche Bank die zij op grond van de Interventiewet kunnen nemen, en dat de Nederlandsche Bank sancties kan opleggen om dit af te dwingen;
verzoekt de regering voorts, op Europees niveau te pleiten voor een wettelijke verankering van herstel- en resolutieplannen in het voorgenomen Europese crisisinterventieraamwerk, zodat op termijn sprake is van een gelijk speelveld voor Nederlandse banken ten opzichte van de rest van Europa,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Huizing. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 65 (31980).
De heer Plasterk (PvdA):
Voorzitter. Als banken winst maken, is die privaat. Als zij echter veel verlies lijden, staat de belastingbetaler garant. Het is dus een logische gedachte om te proberen om het risicodragende werk te scheiden van de nutsfunctie, waarvoor de belastingbetaler garant staat. Dat is een logisch advies.
Het is enigszins teleurstellend dat na een traject van een paar jaar blijkt dat we die twee functies van een bank tot dusver niet op een simpele manier hebben kunnen scheiden. Ik wil me echter niet neerleggen bij die conclusie, temeer niet omdat op dit moment een van de drie grote banken in Nederland in staatshanden is. Het is dus een mooi moment om daar nog eens nader naar te kijken. Vandaar dat ik een motie aan de Kamer voorleg, samen met collega Blanksma. Zij zal de indiening daarvan ter hand nemen. In deze motie wordt de regering verzocht om zich alsnog nader te bezinnen op het onderwerp van het scheiden, onderscheiden dan wel anderszins reorganiseren van de bancaire sector en ons daarover te adviseren. Ik beveel de motie van harte bij de Kamer aan. Mevrouw Blanksma zal daarop zo nader ingaan.
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Voorzitter. De heer Plasterk had geen mooiere inleiding kunnen houden voor mijn moties. Ik ga dus direct over tot het uitspreken daarvan. De eerste is een toekomstvisie van de financiële sector.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het voor de toekomst van de financiële sector in Nederland en voor het behoud van de financiële stabiliteit in Nederland als zodanig van groot belang is dat hierbij wordt gewerkt vanuit een consistente en toekomstgerichte visie;
overwegende dat een dergelijke visie op dit moment in het beleid onvoldoende naar voren komt;
overwegende dat Nederland een zeer open economie en relatief grote financiële sector heeft, en daardoor extra gevoelig is voor internationale financiële schokken;
overwegende dat op dit moment een van de drie grote Nederlandse banken in staatshanden is;
constaterende dat in Europees verband een "High-level Expert Group on reforming the structure of the EU banking sector" is ingesteld die naar verwachting deze zomer rapporteert;
verzoekt de regering, op korte termijn en in samenspraak met het parlement een onafhankelijke commissie in te stellen met als doel een coherente en beleidsmatige visie op de financiële sector te ontwikkelen, daarbij uitgaande van de uitkomsten van deze high-level group maar toegespitst op de Nederlandse situatie;
verzoekt de regering tevens, bij de vaststelling van het mandaat in ieder geval aandacht te schenken aan het bewaken van de financiële stabiliteit, het op peil houden van de kredietverlening aan consumenten en bedrijven en de eventuele scheiding tussen nuts- en zakenbankactiviteiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Blanksma-van den Heuvel en Plasterk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 66 (31980).
De heer Van Vliet (PVV):
Mag ik mevrouw Blanksma de verzekering vragen dat in die commissie onbevooroordeelde en onafhankelijke personen plaatsnemen?
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Absoluut. Ik kan dat helemaal bevestigen. We hebben in het debat eerder met elkaar besproken dat binnen deze groep een breed spectrum van de samenleving aanwezig moet zijn. Dat zijn dus niet alleen bankiers, maar ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de consumentenorganisaties.
De heer Van Vliet (PVV):
Ik dank mevrouw Blanksma.
De heer Huizing (VVD):
Wat gaat deze commissie wat haar betreft nog toevoegen aan alle commissies die we al hebben gehad?
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
In Europa is er een commissie van wijze mannen en vrouwen ingesteld. Die gaat de toekomstvisie van de financiële sector onderzoeken, niet alleen op nationaal, maar ook op internationaal niveau. Wij zouden het op prijs stellen als de uitkomsten van dit Europese onderzoek worden betrokken bij het onderzoek van deze commissie, zodat die kan bekijken wat de impact is op de financiële sector in Nederland.
Ik heb nog één motie over het verbod op beleggingen in private equity en hedgefunds.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het spaargeld in het depositogarantiestelsel niet bedoeld is voor het investeren in de relatief risicovolle beleggingscategorieën private equity en hedge funds;
constaterende dat een verbod door banken op dergelijke investeringen ook is opgenomen in de Volcker Rule;
overwegende dat de financiële sector zijn rol als dienstverlener en financier van duurzame en maatschappelijk belangrijke projecten weer op zich moet gaan nemen;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat banken – in lijn met de Volcker Rule – het spaargeld in het depositogarantiestelsel niet mogen aanwenden voor speculatieve beleggingen in het eigen vermogen van hedge funds en private equity-activiteiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Blanksma-van den Heuvel, Sap, Van Vliet en Huizing. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 67 (31980).
De heer Koolmees (D66):
Voorzitter. Ik ga iets bijzonders doen, namelijk een motie indienen op een motie die nog niet in stemming is gebracht. Ik vraag mij af of dat mag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er op verzoek van de Kamer een commissie wordt ingesteld om een integrale visie op toekomst van de financiële sector te ontwikkelen;
constaterende dat de financiële sector internationaal verweven is en financiële instellingen op internationaal niveau opereren;
constaterende dat de Nederlandsche Bank en het IMF hebben gepleit voor meer Europees toezicht, een Europees depositogarantiestelsel en een Europees resolutiefonds;
van mening dat daarom de Europese component niet mag ontbreken bij de ontwikkeling van visie op de toekomst van de financiële sector;
verzoekt de regering, bij de instelling van een commissie van wijzen de Europese dimensie van de financiële sector expliciet toe te voegen aan de onderzoeksopdracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Koolmees. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 68 (31980).
De heer Koolmees (D66):
Ik zeg hier gelijk bij dat ik mijn motie intrek als de minister dit toezegt. Het gaat mij erom dat de Europese component wordt meegenomen in de onderzoeksopdracht aan de commissie van wijzen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister De Jager:
Voorzitter. Ik begin bij de motie van mevrouw Blanksma op stuk nr. 66, medeondertekend – ik heb de enigszins gewijzigde motie voor me liggen – door de heer Plasterk. In deze motie wordt de regering gevraagd, op korte termijn een onafhankelijke commissie in te stellen met als doel, een coherente en beleidsmatige visie op de financiële sector te ontwikkelen, daarbij uitgaande van de uitkomsten van deze high-level group – het gaat om de high-level group die in Europa bezig is – maar toegespitst op de Nederlandse situatie. De woorden "in overleg met de Kamer" zijn weggevallen. Dat is prima, want dat is inderdaad niet nodig. Ik zal zelf die commissie instellen. Ik heb goed de wensen van de vaste commissie van deze Kamer gehoord en zal daarmee uiteraard rekening houden. Ik zal dus overgaan – die toezegging kan ik gelijk doen – tot instelling van deze commissie conform de motie.
Ik vervolg gelijk met de motie van de heer Koolmees op stuk nr. 68, die hierover gaat. Het is een motie op een motie, een piggyback-motie. In deze motie wordt gevraagd om nummerportabiliteit.
(hilariteit)
Minister De Jager:
O nee, de Europese dimensie. Dat is breder dan nummerportabiliteit.
De heer Koolmees (D66):
Dat was ik even vergeten in mijn motie, maar het is goed dat de minister me eraan herinnert. Dat nemen we gelijk mee.
De voorzitter:
Wij wachten af.
Minister De Jager:
Ik houd toch maar vast aan de oorspronkelijke tekst van de heer Koolmees. Als ik deze toezegging zou doen, zou hij de motie intrekken, zo heeft hij beloofd. Over nummerportabiliteit komen wij vast op een ander moment weer te spreken. Ik ben bereid om de Europese dimensie te betrekken bij deze commissie.
De heer Koolmees (D66):
Dan trek ik mijn motie in.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Koolmees (31980, nr. 68) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Minister De Jager:
De motie van mevrouw Blanksma op stuk nr. 67, medeondertekend door mevrouw Sap, de heer Van Vliet en de heer Huizing, gaat over het beleggen in private equity en hedgefunds. Gevraagd wordt dat banken, in lijn met de Volcker Rule, het spaargeld in het depositogarantiestelsel niet mogen aanwenden voor speculatieve beleggingen. Ook deze motie laat ik aan het oordeel van de Kamer.
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Ook de heer Plasterk is medeondertekenaar van deze motie (31980, nr. 67, herdruk). Dat ben ik in mijn termijn vergeten te vermelden. Het staat er niet in, maar ik wil wel dat dit nog gewijzigd wordt.
De voorzitter:
Dan wordt de motie op dit punt aangepast. De naam van de heer Plasterk wordt aan de ondertekenaars toegevoegd. Ik neem aan dat het oordeel aan de Kamer blijft.
Minister De Jager:
In de motie van de heer Van Vliet op stuk nr. 64 wordt verzocht om op een effectieve manier een vergelijkbare wettelijke regeling te treffen als de Volcker Rule, zodat banken niet langer kunnen handelen voor eigen rekening en de risico's daarvan niet meer kunnen afwentelen op spaarders en belastingbetalers. Zo'n regeling zou er ook moeten komen als er geen overeenstemming kan worden bereikt in Europees verband. Wij zullen dat laatste uiteraard eerst proberen, maar ik kan het oordeel over de motie aan de Kamer laten. Als het niet lukt, zullen wij daar zelf inderdaad toe overgaan. Het rapport van de commissie-Liikanen verwacht ik overigens al snel. Die uitkomsten wachten wij eerst af. Dan kan de Nederlandse commissie waarom zonet is gevraagd, daar ook gelijk naar kijken. Ik hoop dat in Europees verband een regeling wordt getroffen. Dat is op zich het effectiefst.
In de motie van de heer Huizing op stuk nr. 65 wordt de regering verzocht om ervoor te zorgen dat de banken hun nutsfuncties inrichten zodat deze nutsfuncties in noodsituaties effectief kunnen worden veiliggesteld. De regering wordt tevens verzocht om op Europees niveau te pleiten voor een wettelijke verankering van herstel- en resolutieplannen. Ik kan ook deze motie grotendeels onderschrijven en ik laat het oordeel erover aan de Kamer.
Mochten de moties worden aangenomen – dat geldt voor alle moties – dan zal ik tijdens een toekomstig beraad in de Kamer aangeven op welke wijze ik verwacht de moties te zullen uitvoeren.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de beraadslaging. Er zijn vier moties over. Die komen aanstaande dinsdag in stemming.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20112012-78-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.